Toewijzing van emissierechten aan installaties uit de nucleaire sector die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/87/EG vallen

Vergelijkbare documenten
OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed.

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

VOORSTEL VAN DECREET

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en)

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

KLIMAATVERANDERING EN ZESDE STAATSHERVORMING. Prof. Dr. Luc LAVRYSEN. Rechter in het Grondwettelijk Hof Hoogleraar Universiteit Gent

VR MED.0081/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

De veiligheid van de kerncentrale van Doel en de rol van het FANC

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VR DOC.0389/1BIS

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Vlarem trein Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

VR DOC.0083/1BIS

EU ETS INFO. Over deze nieuwsbrief DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE. LNE.be/themas/klimaatverandering. In dit nummer

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING TEGEN 2030 ADDENDUM

Milieubeleidsovereenkomst met essenscia V.Z.W. betreffende de reductie van de NO x -emissies van haar leden in Vlaanderen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1318/1BIS

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

(A) juli Artikel 23, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging;

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0797/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER

ADVIES DIENST REGULERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

Belgisch Staatsblad dd


NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

van 23 februari 2010

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Centre de Tri SA TrieerCentrum NV

RICHTLIJN 2003/87/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VR 2016 DOC.0943/1BIS

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

TARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN

Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen.

DEEL III: OFFERTEFORMULIER. : Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

TARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN

BESLISSING (B) CDC-657G/12

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Aanbeveling. Over het wetsontwerp tot omzetting van Richtlijn 2009/18/EG betreffende het onderzoek naar zeescheepvaartongevallen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

CO 2 - EMISSIEHANDEL BKG-INSTALLATIES INDIRECTE EMISSIEKOSTEN

ADVIES. 10 maart 2014

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

BESLISSING (B) CDC-1136

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende

RAAD VOOR HET VERBRUIK

VALIDATIE VAN DE APPARATUUR IN HET KADER VAN DE OFFICIËLE BEPALING VAN DE KWALITEIT EN SAMENSTELLING VAN MELK. Datum van toepassing : 2006/01/01

Infoblad Energieplanning

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 28/2013 van 17 juli 2013

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 147/2018 van 19 december 2018

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567

Transcriptie:

Toewijzing van emissierechten aan installaties uit de nucleaire sector die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/87/EG vallen 1 Ten geleide 1.1 Lastenverdeling tussen de Federale Overheid en de Gewesten In het kader van het Kyoto Protocol heeft België de verbintenis op zich genomen om in de periode 2008-2012 haar broeikasgasemissies met 7,5 % te verminderen in vergelijking met haar broeikasgasemissies in 1990. In het licht van de federale staatsstructuur werd de nationale reductie-inspanning verdeeld over de Federale Overheid en de Gewesten. De krachtlijnen van deze lastenverdeling worden hierna kort uiteengezet. De Gewesten zijn verantwoordelijk voor het neerleggen van de emissierechten onder het Kyoto Protocol voor een hoeveelheid gelijk aan de broeikasgasemissies op hun grondgebied tijdens de periode 2008-2012 opdat België voldoet aan haar verplichtingen onder het Kyoto Protocol. De Federale Overheid zal een reeks bijkomende maatregelen nemen die de broeikasgasemissies reduceren. Deze federale maatregelen zullen ingeschreven worden in het Nationaal Klimaatplan als het federale luik van dit plan. De inschatting van de emissiereducerende impact per jaar van deze maatregelen tegen de periode 2008-2012 worden geacht minimaal gelijk te zijn aan 4.800.000 ton CO 2-equivalent. Deze maatregelen worden jaarlijks geëvalueerd en zonodig herzien indien de economische groei stijgt boven de jaarlijkse groei voor de periode 2003-2008 zoals ingeschat door het Federaal Planbureau. De Gewesten zijn verantwoordelijk voor het neerleggen van de emissierechten onder het Protocol van Kyoto. Zij krijgen emissierechten toegewezen op basis van de volgende regels: Waalse Gewest: de emissies van 1990 verminderd met 7,5 %, hetzij vandaag geschat op 50,23 mio. ton CO 2-equi. Vlaamse Gewest: de emissies van 1990 verminderd met 5,2 %, hetzij vandaag geschat op 83,37 mio. ton CO 2-equi. Brusselse Hoofdstedelijk Gewest: de emissies van 1990 vermeerderd met 3,475 %, hetzij vandaag geschat op 4,13 mio. ton CO 2-equi. Voormelde toewijzing houdt in dat er meer emissierechten aan de Gewesten worden toegekend dan België krijgt onder het Kyoto Protocol. Om dit tekort te compenseren zal de Federale Overheid bijkomende emissierechten verwerven. Op basis van de meest recente inventarisatiecijfers voor het jaar 1990 zou deze aankoopinspanning op federaal niveau overeenkomen met een hoeveelheid van 2,46 miljoen emissierechten per jaar voor de 5 jarige periode 2008 2012. 1

1.2 Situering van het federale luik van het Nationale Toewijzingsplan Rekeninghoudend met de Belgische federale staatsstructuur, en de bevoegdheidsverdeling die hiermee gepaard gaat, valt het Belgisch Nationale Toewijzingsplan 2005-2007 uiteen in drie gewestelijke luiken en één federaal luik. Onderhavig document betreft het federale luik van het Belgische Toewijzingsplan 2005-2007 en heeft uitsluitend betrekking op installaties uit de nucleaire sector die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/87/EG (hierna de Richtlijn )vallen. De overige installaties die onder het toepassingsgebied van de Richtlijn vallen, worden behandeld in de gewestelijke luiken van het Nationale Toewijzingsplan 2005-2007. Gezien voor voormelde installaties in de tijdelijke uitsluiting overeenkomstig artikel 27 van de Richtlijn wordt voorzien, zijn een groot aantal afdelingen uit het gemeenschappelijke formaat voor het Nationale Toewijzingsplan 2005-2007 1 zonder voorwerp. Wel werd aan de Commissie kenbaar gemaakt dat in werkgroep tussen de Gewesten en de Federale Overheid de principiële beslissing genomen is om het Focal Point en het Designated National Authority 2 onder te brengen in de Nationale Klimaatcommissie. Deze informatie werd verstrekt omdat de mededeling van de Commissie betreffende de richtsnoeren voor het opstellen van het Nationale Toewijzingsplan expliciet vroeg om aan te geven in welke mate de uitvoeringsbepalingen op dit vlak gevorderd zijn. 2 Kerngegevens inzake de hulp- en veiligheidsinstallaties van de nucleaire sector Rekeninghoudend met de vermogensdrempel (> 20MW nominaal thermisch ingangsvermogen) vallen de verbrandingsinstallaties voor de hulp- en veiligheidsinstallaties van de kerncentrales van Doel en Tihange onder het toepassingsgebied van de Richtlijn. De installaties die onder de Richtlijn vallen betreffen de hulp- en veiligheidsinstallaties voor de productie van stoom of elektriciteit, om de essentiële veiligheidsfuncties van de centrale te kunnen blijven verzekeren wanneer de centrale geen stroom meer kan betrekken van buitenaf of niet meer voor zijn eigen stoomproductie kan instaan. Voor een lijst van de installaties, zie bijlage 1. 1 Mededeling van de Commissie van 7 januari 2004, betreffende voor de lidstaten bestemde richtsnoeren voor de toepassing van de criteria van bijlage III van Richtlijn 2003/87/EG. 2 Dit zijn twee verplichte instellingen onder het Kyoto Protocol die investeringen in de projectgebonden flexibele mechanismen moeten goedkeuren. 2

Het betreft installaties die bij normale uitbating in stand-by staan en die enkel geregeld worden opgestart om de goede werking ervan te testen. Hun benuttingsgraad is dan ook zeer gering. Gezien de beperkte benuttingsgraad zijn ook de corresponderende CO 2 -emissies eerder beperkt. De hulp- en veiligheidsinstallaties waarvan sprake hiervoor bevinden zich op de sites van de kerncentrales van Doel (KCD) en Tihange (CNT). De totale emissies van deze installaties bedroegen 3.262 ton in 2003. Dit is verwaarloosbaar klein vergeleken met een totale CO 2 -uitstoot van ongeveer 125 miljoen ton in België. In de periode 1991-2003 3 werden volgende minima, maxima en gemiddelde waarden opgetekend: Opgetekende waarden CNT (Tihange) KCD (Doel) Emissies 2003 2.194 1.068 Laagste emissies 1.209 754 Hoogste emissies 4.020 1.634 Gemiddelde emissies 2.256 1.107 Gezien de functie van de installaties, worden gelijkaardige waarden verwacht voor de periode 2005-2007. De hulp- en veiligheidsinstallaties van de nucleaire sector worden volgende emissierechten toegewezen, behoudens ingeval van stroom- of stoompanne: ( Ton CO 2 -eq. ) 2003 2005 2006 2007 CNT (Tihange) 2.194 2.194 2.194 2.194 KCD (Doel) 1.068 1.068 1.068 1.068 Deze installaties stoten slechts CO 2 uit tijdens het periodiek testen, enkele keren per jaar. Zij hebben dan ook zeer lage emissieniveau s, en elke poging om de emissies te reduceren zou een negatief effect kunnen hebben op de veilige werking van de (nucleaire) installaties. Aangezien de veiligheid voor deze installaties prioritair is, is een reductiedoelstelling niet haalbaar. 3 Voor de berekening van de max., min. en gemiddelde waarden werd voor Tihange de periode van 1991-2003, en voor Doel de periode 1996-2003 gebruikt. 3

3 Uitsluiting van de hulp- en veiligheidsinstallaties van de nucleaire sector De Federale Overheid wenst de hulp- en veiligheidsinstallaties van de nucleaire sector tijdelijke buiten de toepassing van de Richtlijn te houden, en dit voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007. De Ministerraad besliste daartoe op 2 april 2004. Het betreft hier een toepassing van de mogelijkheid tot tijdelijke uitsluiting bedoeld in artikel 27 van de Richtlijn. Nu het toewijzingsplan goedgekeurd is door de Commissie op 20 oktober 2004, kan de Federale overheid overgaan tot de aanvraag tot uitsluiting van deze type installaties bij de Commissie. Deze aanvraag zal ingediend worden tezamen met de uitsluitingaanvragen van de Gewesten. De hulp- en veiligheidsinstallaties verbonden aan de kerncentrales beogen in essentie de bescherming van de bevolking tegen ioniserende stralingen. De beslissing tot het inzetten (gebruiken) van hulp- en veiligheidsinstallaties dient principieel uitsluitend op basis van veiligheidsoverwegingen te gebeuren. Bijkomende overwegingen - zoals markteconomische overwegingen in het kader van een emissiehandelssysteem - mogen niet de overhand krijgen. Wegens de zeer geringe uitstoot die bij normaal gebruik enkel gebeurt bij het periodiek testen van de installaties, zouden bijkomende reductie-inspanningen allicht een impact hebben op de veilige werking van deze installaties. Deze hulp- en veiligheidsinstallaties vallen onder de Richtlijn doordat deze voor de omschrijving van haar toepassingsgebied het vermogen van een verbrandingsinstallatie als referentiepunt hanteert. Zoals hierboven reeds aangehaald, kennen de betreffende hulp- en veiligheidsinstallaties ondanks hun vermogen, slechts een geringe uitstoot, zodat we hier minder met een milieuvraagstuk dan wel met een veiligheidsvraagstuk te maken hebben. Overeenkomstig artikel 27 van de Richtlijn zal in het Nationale Toewijzingsplan (federaal luik) dienen te worden aangeduid op welke wijze de uitgesloten installaties aan een gelijkwaardige verplichting onderworpen zijn inzake emissiereductie, het meten en rapporteren van emissies, de verificatie van deze rapporten en sancties bij niet naleving van de reductieverplichting, als de installaties die onder het emissiehandelssysteem vallen. Deze gelijkwaardige behandeling dient ervoor te zorgen dat de installaties die worden uitgesloten geen competitief voordeel zouden genieten ten opzichte van concurrerende installaties die onder de Richtlijn vallen. Daarbij werd met volgende elementen rekening gehouden: a) Gelijkwaardige reductieverplichtingen - Het is weinig zinvol om installaties die uitsluitend voor de veiligheid van kerncentrales worden ingezet, met een reductieinspanning te belasten. Immers, de emissies uit deze installaties zijn inherent verbonden aan hun veiligheidsfunctie, en stijgen of dalen dus in functie van de veiligheidsvereisten. 4

Teneinde de emissies van de hulp- en veiligheidsinstallaties zoveel mogelijk te beperken, wordt voorzien dat deze installaties enkel uitgesloten worden van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten in de mate dat en voor zover de exploitant van een kerncentrale aantoont dat hij de hulp- en veiligheidsinstallaties uitsluitend voor de veilige exploitatie van de kerncentrale gebruikt. Ter zake wordt een lijst van de hulp- en veiligheidsinstallaties opgesteld die tijdelijk worden uitgesloten van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten. Er zal er op worden toegezien dat de installaties op voornoemde lijst daadwerkelijk uitsluitend voor de veilige exploitatie van de kerncentrale gebruikt worden. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle zal dit toezicht uitoefenen, rekeninghoudend met de gegevens waarover ze reeds beschikt in het kader van haar wettelijke opdracht. b) Gelijkwaardige regels inzake bewaking, rapportage en verificatie - De exploitanten van de hulp- en veiligheidsinstallaties dienen de nodige gegevens aan te leveren zodat kan worden vastgesteld of deze installaties in de praktijk uitsluitend voor de veilige exploitatie van de kerncentrale werden ingezet. Rekeninghoudend met de bevoegdheidsverdeling inzake leefmilieu, kunnen de Gewesten, in voorkomend geval, nadere bepalingen vaststellen inzake het meten van en rapporteren van emissies en de verificatie van deze emissies. c) Gelijkwaardige sancties Indien een exploitant van een kerncentrale een hulp- en veiligheidsinstallaties geheel of gedeeltelijk zou gebruiken voor andere doeleinden dan voor de veilige exploitatie van de kerncentrale, zijn deze installaties niet langer uit de toepassing van de Richtlijn uitgesloten. In dat geval is de gewestelijke regelgeving inzake de handel in broeikasgasemissierechten van toepassing op deze installaties, inclusief de gewestelijke sancties vastgesteld overeenkomstig de Richtlijn. Met het oog hierop is een ontwerp van koninklijk besluit 4 uitgewerkt dat ter advies voorligt bij de voorziene adviesraden. 4 De openbare raadpleging 4.1 Algemeen : een openbare raadpleging in twee stappen Richtlijn, Bijlage III, punt 9: Het plan moet bepalingen bevatten inzake opmerkingen door het publiek, alsmede informatie over de regelingen die moeten waarborgen dat er terdege met die opmerkingen rekening wordt gehouden alvorens een besluit over de toewijzing van emissierechten wordt genomen. 4 Ontwerp van koninklijk besluit tot omzetting van de Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/91/EG van de Raad 5

De Richtlijn voorziet in een openbare raadpleging met betrekking tot het Nationale Toewijzingsplan. In de praktijk, heeft de openbare raadpleging in twee stappen plaats, zodat de opmerkingen ten volle in aanmerking zouden kunnen worden genomen vóór de definitieve beslissing inzake het Nationale Toewijzingsplan: Een eerste openbare raadpleging vond plaats van 10 april tot 21 april 2004 en strekte ertoe kennis te nemen van de voorkeuren en opmerkingen van het publiek met betrekking tot de basisopties voor de opmaak van het federale luik van het toewijzingsplan. Deze eerste openbare raadpleging heeft plaatsgehad door publicatie op de website http://www.klimaat.be. Op deze website waren tevens koppelingen voorzien naar de websites waar de Gewestelijke onderdelen van het Nationale Toewijzingsplan voor openbare raadpleging werden gepubliceerd, voor zover reeds beschikbaar. Opmerkingen konden tot 21 april 2004 verstuurd worden naar: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Leefmilieu Afdeling Klimaatverandering Oratoriënberg 20 bus 3 1010 Brussel E-mail : climate@health.fgov.be Fax : 02/210 46 99 Wij duiden erop dat naast voormelde openbare raadpleging, tevens met de betrokken sector (o.a. via het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) overleg is gepleegd. De tweede stap in de raadpleging vindt plaats na de verwerking van de opmerkingen van de Commissie inzake het onderhavig document, met name vanaf 25 oktober tot en met 4 november 2004. Tijdens deze periode kunnen vragen over dit federaal Toewijzingsplan worden gesteld via de website http://www.klimaat.be op het e-mail adres climate@health.fgov.be. 4.2 Resultaat van de openbare raadpleging Na de eerste raadpleging werd slechts één opmerking ontvangen, van de NGO Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw. Deze stelde dat beter onderzocht moest worden of hulp- en veiligheidsinstallaties die vooral bestaan uit dieselgeneratoren vervangen zouden kunnen worden door zuinigere generatoren op biodiesel of op aardgas, zonder te moeten inboeten op de veiligheidsfunctie van de installaties. Vermits er geen vervanging van deze installaties voorzien is in de periode 2005-2007 en vermits ook in andere sectoren geen verplichting tot gebruik van biodiesel wordt opgelegd werd het inopportuun geacht om, voor wat betreft het Toewijzingsplan 2005-2007 rekening te houden met deze opmerking. 6

BIJLAGE I LIJST VAN INSTALLATIES De hulp- en veiligheidsinstallaties van de kerncentrales van Doel (KCD) en Tihange (CNT) worden uitgebaat door de vennootschap ELECTRABEL NV, Regentlaan, 8, 1000 Brussel. Om veiligheids- en vertrouwelijkheidsredenen werd er voor geopteerd om cijfersgegevens en informatie aangaande de installaties in geaggregeerde vorm mee te delen. Centrale CNT (Tihange) 1, Avenue de l Industrie 4500 Tihange KCD (Doel) Scheldemolenstraat- Haven, 1800 9130 Beveren Aantal (*) gezamenlijk vermogen van alle installaties op de site Aard van de installaties Omschrijving MWth 5 Installaties voor stoomproductie 110 16 Dieselgeneratoren (**) 150 21 Totaal CNT 260 2 Installaties voor stoomproductie 90 25 Dieselgeneratoren (**) 180 27 Totaal KCD 270 (**) thermisch vermogen berekend op basis van een motorrendement van 40% (*) 7