verordening speelautomaten

Vergelijkbare documenten
Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011

Informatie over deze regeling kunt u inwinnen bij de afdeling Openbare Ruimte en Verkeer, de heer

Hoofdstuk II Aanwezigheidsvergunning hoog- en laagdrempelige inrichtingen

Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen Oosterhout

Verordening betreffende speelautomatenhallen Valkenburg aan de Geul 2016.

Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven

Verordening speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2018

CVDR. Nr. CVDR5059_1. Verordening Speelautomatenhallen Dongen

GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53

Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer: 5 juni xx. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 april 2018;

Verordening speelautomatenhallen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 25 september 2007;

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. betreft: Vaststellen nieuwe Verordening Speelautomatenhal 2015

gelet op de artikelen 147, eerste lid en 149 van de Gemeentewet, titel Va van de Wet op de Kansspelen en het Speelautomatenbesluit;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ;

Toelichting. A Algemene toelichting

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Toelichting. Algemeen. 2. Speelautomatenhallenverordening

Speelautomatenhallenverordening Noordwijk 2017

Speelautomatenhallenverordening Noordwijk 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

RAADSVOORSTEL EN ONTWE RP B ES LU I T

Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.)

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Speelautomatenhallenverordening Alphen aan den Rijn 2015

Gelet op artikel 30c, tweede lid van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

GEMEENTEBLAD nr officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 18 februari 2015

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

Parkeerverordening 2013

Verordening inzake Kansspelautomaten en speelautomatenhallen 2010

Verordening inzake Kansspelautomaten en speelautomatenhallen 2010

Gemeente jfl Bergen op Zoom

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

MONUMENTENVERORDENING 2006

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

AANVRAAGFORMULIER AANWEZIGHEIDSVERGUNNING SPEELAUTOMATEN

Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

Aanwezigheidsvergunning aanvragen

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

Hoofdstuk 1. Algemeen

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25


Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

Splitsingsverordening

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

VEERE. 09b Handhavingsstannennlan horeca

Marktverordening Westvoorne 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

H E E R H U G O W >\ /\ R D

Verordening op het parkeren 2007

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

verordening Drank- en horecawet blaricum 2014 gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 29 oktober 2013;

Parkeerverordening. C!! emborg

VERORDENING DRANK EN HORECAWET

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Tekstuitgave van de Drank- en Horecaverordening

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

b e s l u i t e n : de volgende nadere regels vast te stellen met betrekking tot seksinrichtingen en escortbedrijven.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01;

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag,aanpassing horecabepalingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

Beleidsregel Horecahandhaving

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Verordening kinderopvang gemeente Zeewolde

Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Transcriptie:

regeling nummer 5.2.1 verordening speelautomaten vastgesteld 27 april 1987 bekendgemaakt 8 februari 1995 inwerkingtreding 11 februari 1995 laatste wijziging 23 januari 1995

pagina 2 nr. 5.2.1 de raad van de gemeente gouda Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. januari 1987, nr. 895--19; Gehoord de commissie van advies en bijstand voor algemeen bestuurlijke en economische zaken; Gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit, alsmede artikel 154 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende Verordening inzake speelautomaten. begripsbepalingen artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op de kansspelen; b. Speelautomatenbesluit: KB van 24 november 1986, Stbl. 589; c. speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen; d. behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan: 1. het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en 2. het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden benvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt; e. kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is; f. speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de wet; g. ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert; h. beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast; i. openbare weg, alle voor het openbaar rijd- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen; j. aanwezigheidsvergunning: de in artikel 30b van de wet bedoelde vergunning voor het aanwezig hebben van één of meer speelautomaten. k. laagdrempelige inrichting: een inrichting die het publiek niet in de eerste plaats pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcoholhoudende drank, maar voor andere doeleinden, zoals het kopen en nuttigen van etenswaren,recreatie en sport.

pagina 3 l. hoogdrempelige inrichting: een inrichting waar het café- q. restaurantbezoek op zichzelf staat en geen onderdeel is van andere laagdrempelige aangelegenheden. speelautomatenhal(len) artikel 2 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren. 2. De burgemeester kan voor één speelautomatenhal een vergunning verlenen. artikel 3 De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van: a. een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld; b. een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken; c. een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken; d. een verklaring omtrent het gedrag: - van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en) en - van de beheerder. artikel 4 De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan éénmaal voor ten hoogste drie maanden worden verdaagd. artikel 5 Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren. artikel 6 1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar. 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld. 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

pagina 4 a. de sluitingstijden van de speelautomatenhal; b. het toezicht in de speelautomatenhal; c. de exploitatie van de hal. artikel 7 1. De vergunning wordt geweigerd indien: a. één af te geven vergunning voor een speelautomatenhal is verleend; b. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is; c. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt; d. de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek; e. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; f. bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing. 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder c. artikel 8 1. Indien een overeenkomstig artikel 6, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden. 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvrage voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvrage is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid. artikel 9 1. De burgemeester kan de vergunning intrekken: a. indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 7, onder e; c. indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen; d. indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

pagina 5 artikel 10 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd. 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd. 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning. aanwezigheidsvergunning artikel 11 Ten aanzien van de aanwezigheidsvergunning gelden in elk geval de volgende voorschriften c.q. beperkingen: 1. Een aanwezigheidsvergunning kan maximaal voor twee speelautomaten per inrichting, als bedoeld in artikel 30c, lid 1, onder a en b van de wet worden verleend. 2. Voor hoogdrempelige inrichtingen kan maximaal voor twee speelautomaten, zijnde kansspelautomaten of behendigheidsautomaten per inrichting, een vergunning worden verleend. 3. Voor laagdrempelige inrichtingen kan maximaal voor twee behendigheidsautomaten per inrichting een vergunning worden verleend. Kansspelautomaten zijn daarin niet toegestaan. 4. Een vergunning, als bedoeld in lid 1, wordt verleend voor een periode van twee jaar. 5. Het is de exploitant van een inrichting, als bedoeld in artikel 30c, lid 1, onder a en b van de wet, verboden personen beneden de zestien jaar toe te staan gebruik te maken van een kansspelautomaat. strafbepaling artikel 12 Overtreding van de artikelen 2 en 11 van deze verordening en van de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie, alsmede openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. handhaving artikel 13 De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voorzover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

pagina 6 artikel 14 Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal en de inrichtingen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren: a. die en voorzover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening; b. die en voorzover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening; c. die en voorzover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening. overgangsbepaling artikel 15 1. Vergunningen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend voor het exploiteren van een speelautomatenhal blijven van kracht totdat op een aanvrage, ingevolge artikel 2 van deze verordening, is beslist. 2. De bestaande vergunning vervalt, indien geen aanvrage is ingediend binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. 3. De burgemeester kan bij de verlening van de vergunning als in artikel 2 van deze verordening bedoeld, voor een periode van maximaal zes maanden ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, onder b, van deze verordening. 4. Voor inrichtingen die voor de inwerkingtreding van deze verordening als hoogdrempelig werden aangemerkt, en die nu door de begripsomschrijving laagdrempelig zijn, wordt voor maximaal één jaar nog een vergunning voor twee kansspelautomaten verleend. aanhaling artikel 16 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening speelautomaten". inwerkingtreding artikel 17 Deze verordening treedt drie dagen na bekendmaking in werking.

pagina 7 Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gouda in de openbare vergadering van 23 januari 1995.. De raad van de gemeente voornoemd, drs. K.F. Broekens, voorzitter P. v.d. Brink, secretaris 1e wijziging: - raadsbesluit van 20 december 1993, met toepassing van artikel 202 Gemeentewet 2e wijziging: - raadsbesluit van 23 januari 1995 - afgekondigd op 8 februari 1995 - in werking getreden op 11 februari 1995

pagina 8 toelichting behorende bij speelautomatenverordening artikel 1 De gegeven omschrijving van "weg" is ruimer, dan die van de wegenverkeerswetgeving en omvat met name ook de kampeerplaatsen. De kampeerplaatsen worden in het bijzonder vermeld, omdat in kantines op campings speelautomaten mogen worden opgesteld, wanneer het inrichtingen betreft in de zin van artikel 30c van de wet. Het verdient de aandacht, dat de omschrijving van het begrip speelautomaat wordt gegeven in artikel 30 van de wet en alleen duidelijkheidshalve in deze verordening is opgenomen. Deze wettekst is in de herziening van de Wet op de kansspelen (wetsontwerp 16.481), gelijkluidend aan de tekst in artikel 1, onder c, van deze verordening. De aanpassing van de herziening van de Wet op de kansspelen (wetsontwerp 19.266) geeft een enigszins gewijzigde formulering, namelijk: speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening door één of enkele spelers van een spel, dat bestaat uit een mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het spelresultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen. Na inwerkingtreding van de aanpassingswet zal de verordening op dit onderdeel derhalve wijziging behoeven. De begrippen behendigheidsautomaat en kansspelautomaat zijn onder het regime van de herziening van de Wet op de kansspelen opgenomen in het Speelautomatenbesluit (KB van 24 november 1986, Stbl. 589), maar worden in de aanpassingswet omschreven in artikel 30. De begripsomschrijving blijft gelijkluidend aan artikel 1, onder d en e, van de verordening. Het begrip aanwezigheidsvergunning is overeenkomstig de omschrijving in het genoemde Speelautomatenbesluit. artikel 2 De bevoegdheid die de raad heeft geen speelautomatenhallen in de gemeente toe te laten door het vaststellen van de onderhavige verordening achterwege te laten, impliceert ook de bevoegdheid het aantal te beperken tot een bepaald maximum. De wetgevende bevoegdheid is gebaseerd op artikel 30c, eerste lid, onder c, van de wet. artikel 3 De ondernemer kan tevens eigenaar en beheerder zijn, maar het is ook mogelijk dat deze hoedanigheden niet samenvallen. De bescheiden die moeten worden overgelegd zijn afhankelijk van de concrete situatie die zich voordoet. De onder c bedoelde verklaring kan bijvoorbeeld een huurcontract zijn, waaruit de beschikkingsbevoegdheid blijkt. Het aangeven van het aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten in de plattegrond, als bedoeld onder a, staat in verband met artikel 21 van het Speelautomatenbesluit. Het staat los van het in

pagina 9 artikel 6, derde lid, onder c, bepaalde op grond waarvan in de exploitatievergunning beperkingen kunnen worden gesteld aan het aantal speelautomaten. Behoeft geen toelichting. artikel 4 Behoeft geen toelichting. artikel 5 artikel 6 Het is niet geoorloofd een voorwaarde op te nemen, inhoudende dat voorafgaan de aan de aanvrage voor een speelautomatenhalvergunning, beschikt wordt over een aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten. Een voorwaarde van die strekking verdraagt zich namelijk niet met artikel 30c, eerste lid, onder c en artikel 30f, eerste lid, onder b, van de wet. Het is wel mogelijk beide vergunningaanvragen gelijktijdig in behandeling te nemen. artikel 7 Het vereiste onder b dient om een speelautomatenhal duidelijk van de openbare weg af voor een ieder herkenbaar te maken. Tevens om te voorkomen dat in een achteraf lokaal van een gebouw, waarin bijvoorbeeld een horecabedrijf wordt uitgeoefend, een speelautomatenhal wordt geëxploiteerd en deze automatenhal mede of uitsluitend via het andere bedrijf bereikbaar zou zijn. Verwezen zij voorts naar de toegangseisen die in artikel 21 van het Speelautomatenbesluit zijn gesteld, wanneer in een hal zowel kansspel- als behendigheidsautomaten aanwezig zijn. Het criterium openbare orde wordt niet opgenomen in de verordening voor de exploitatie van speelautomatenhallen. De wet noemt dit criterium reeds in verband met de weigeringsgronden voor een aanwezigheidsvergunning van speelautomaten. De strekking van de verordening is het afwenden van een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving van de hal. In het bepaalde onder e komt tot uiting dat de vergunning dient te worden geweigerd, wanneer gevreesd moet worden dat de woon- en leefsituatie door de vestiging van (nog) een hal op ontoelaatbare wijze zal worden aangetast. Daarbij wordt rekening gehouden met het karakter van de straat, het winkelniveau aldaar en van de wijk waarin de speelautomatenhal is gelegen of zal komen te liggen. In de beoordeling van de aanvrage wordt de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan betrokken. Het is ook mogelijk om een vergunning te weigeren, wanneer er sprake is van een op ontoelaatbare wijze aantasten van het karakter van een (deel van) winkelstraat/-buurt/-centrum. Onder f is als weigeringsgrond opgenomen dat er geen sprake mag zijn van strijd met een geldend bestemmingsplan. In dit verband dient gewezen te worden op de mogelijkheden van vrijstelling of ontheffing die het bestemmingsplan nogal eens biedt, als ook de mogelijkheid van een anticipatieprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50, achtste lid, van de Woningwet. Deze mogelijkheden beperken de burgemeester niet in de weigeringsmogelijkheid, maar het lijkt een zaak van behoorlijk bestuur om, voordat tot weigering van de vergunning wordt overgegaan, de mogelijkheid van ontheffing, vrijstelling of anticipatie in overweging te nemen. Voor de toepassing van deze bepaling wordt handelen op grond van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan

pagina 10 beschouwd als handelen in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan. Doel van dit lid is de koppeling van de vereiste vergunning met het planologisch regime. Vereist is dus niet dat de lokatie waar vergunning voor wordt gevraagd is aangewezen als speelautomatenhal in het bestemmingsplan, maar dat een bestemmingsplan de vestiging niet mag uitsluiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat op basis van deze verordening een vergunning moet worden verleend, terwijl later op grond van strijd met het bestemmingsplan tegen de vestiging moet worden opgetreden. artikel 8 Indien een ondernemer de beheerder verliest, hetzij door overlijden, hetzij door vertrek, behoeft de ondernemer de bedrijfsuitoefening niet te staken, indien binnen de aangegeven termijn een nieuwe vergunning wordt aangevraagd. Het vervallen van de bestaande vergunning van rechtswege betekent dat belanghebbenden hiertegen geen bezwaar of beroep kunnen aantekenen, aangezien van een beschikking geen sprake is. Het verdient aanbeveling schriftelijk mededeling te doen van de constatering, dat niet meer wordt voldaan aan de eisen die aan een beheerder worden gesteld. Daarbij kan erop gewezen worden dat een situatie dreigt waardoor de vergunning kan vervallen. De vaststelling van de termijnen is arbitrair. Voor de in het tweede lid gestelde termijn is gezocht bij artikel 34, tweede lid, van de Drank- en Horecawet, waar voor een soortgelijke situatie een termijn van zes maanden wordt gesteld na het verlies van bedoelde hoedanigheid. artikel 9 Onderbreking van de exploitatie voor een periode langer dan in de bepaling genoemd, behoeft niet in alle gevallen aanleiding te geven om de vergunning in te trekken. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan verbouwingen die langere tijd blijken te vergen of aan campings die buiten het seizoen zijn gesloten. Met betrekking tot de in het eerste lid, onder b, genoemde intrekkingsgrond (intrekking in verband met gewijzigde omstandigheden of inzichten) zij opgemerkt, dat bij gebruikmaking daarvan de motivering aan zware eisen dient te voldoen. Het betreft immers omstandigheden waarop de betrokken ondernemer doorgaans geen invloed kan uitoefenen. Voorts mag hij erop vertrouwen dat een aan hem verleende vergunning normaal gesproken in stand blijft, temeer gelet op de financiële consequenties. Het in het tweede lid bepaalde is gelijk aan de procedure in artikel 30f, vierde lid, van de wet met betrekking tot intrekking van de aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten. artikel 10 Het eerste lid van het onderhavige artikel beoogt aan de erfgenamen bij overlijden van een ondernemer enig respijt te geven om zich te beraden over de al dan niet voortzetting van het bedrijf. Ingevolge het bepaalde in artikel 6, eerste lid, is de vergunning niet overdraagbaar en dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd door degene die de exploitatie voortzet. In afwachting hiervan behoeft de bedrijfsuitvoering niet te worden gestaakt, mits de aard van de inrichting en overige omstandigheden ongewijzigd blijven. Bij wisseling van ondernemerschap geldt eveneens dat de bedrijfsuitoefening niet behoeft te worden gestaakt gedurende de beslissingsperiode op een nieuwe aanvraag. Ook hier geldt als voorwaarde, evenals in het eerste lid, voor het voortzetten van de exploitatie dat de aard van de inrichting en de wijze van exploitatie ongewijzigd blijven.

pagina 11 artikel 11 Dit artikel is gebaseerd op artikel 30d, eerste lid, van de wet. Per inrichting worden maximaal twee speelautomaten toegestaan. Door middel van spreiding van de automaten wordt getracht te bevorderen dat de speelautomaten een ondergeschikte functie vervullen in de inrichtingen. De limiet van twee automaten geldt voor horeca-inrichtingen. Het toegestane aantal automaten op of aan de openbare weg bij tijdelijke gelegenheden van openbaar vermaak (artikel 30c, lid 1, onder d, van de wet) kan per geval worden bezien. Met het bepaalde in lid 3 wordt getracht te voorkomen dat personen beneden de 16 jaar gebruikmaken van een kansspelautomaat. Het is immers mogelijk dat personen beneden de 16 jaar onder geleide een horeca-inrichting betreden, in welke inrichting kansspelautomaten zijn opgesteld. Behoeft geen toelichting. artikel 12 artikel 13 In artikel 30w, tweede lid, van de wet wordt aan B.en W. de bevoegdheid toegekend ambtenaren aan te wijzen die met het toezicht op de naleving van de speelautomatenvergunningen worden belast. De in artikel 141 Sv. genoemde ambtenaren (o.a. de ambtenaren van de gemeentepolitie) hebben een algemene opsporingsbevoegdheid. Ingevolge artikel 142 Sv. kunnen met de opsporing van de strafbare feiten ook zijn belast zij aan wie bij verordening de handhaving of de zorg voor de naleving daarvan is toevertrouwd. Zonodig kan aan speciale opsporingsambtenaren het toezicht op de naleving van de speelautomatenvergunningen worden opgedragen. Behoeft geen toelichting. artikel 14 artikel 15 Voor de vestiging en exploitatie van speelautomatenhallen bevatte de wet vóór de herziening van de Wet op de kansspelen geen specifieke regeling. De daarvoor verleende vergunningen vonden een basis in artikel 30 (oud) en in de Verordening op inrichtingen van vermakelijkheden (overlastvergunning). De overgangsregeling in artikel V van de wet is dan ook niet op de speelautomatenhallen van toepassing, maar betreft, voorzover in het kader van deze verordening van belang: 1. vergunningen, die op het moment van inwerkingtreding van de wet van kracht zijn op grond van artikel 30 (oud); speelautomaten die op het moment van inwerkingtreding op basis van de onder 1 genoemde vergunningen zijn opgesteld. ad 1 Op grond van artikel V, tweede lid, van de wet gelden vergunningen, gebaseerd op artikel 30 (oud) zolang zij niet zijn vervallen of ingetrokken, als een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30b van de wet.

pagina 12 Deze vergunningen zijn op voet van artikel 30 (oud) verlengbaar tot uiterlijk 2 jaar na de inwerkingtreding van de herziene wet. Binnen die periode kan de vergunning derhalve aflopen of worden ingetrokken. ad 2 De toelatingsregeling in de artikelen 30m en 30t treedt op grond van artikel V, eerste lid, pas twee maanden na het van kracht worden van de wet in werking. Het verbod inzake niet-toegelaten speelautomaten is dan ingevolge artikel V, vierde lid, nog niet van toepassing op de speelautomaten die op de voet van de oude regeling zijn opgesteld. Op grond van de overgangsbepalingen (artikel 24 van het Speelautomatenbesluit) mogen behendigheidsautomaten, als in het vorenstaande bedoeld, mits voorzien van een "sticker" in totaal uiterlijk 32 kalendermaanden zijn opgesteld. Twee jaar op de voet van artikel 30 (oud) en 8 maanden op basis van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de wet. Voor kansspelautomaten, waarvan de inzet niet meer dan 0,25 per spel bedraagt en die zodanig zijn ingericht dat de inworp slechts in de vorm van geldige Nederlandse pasmunt kan worden gedaan, geldt een overgangstermijn, mits voorzien van een "sticker", tot uiterlijk 26 kalendermaanden. Behoeft geen toelichting. artikel 16 Behoeft geen toelichting. artikel 17