Model RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie

Vergelijkbare documenten
Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur

Installatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Micro Motion model 775

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

CE-vereisten P/N MMI , Rev. AA Januari Micro Motion 9739 MVD-transmitters CE-vereisten

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A Juli ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1500 en 2500

ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters

ATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X

Micro Motion CNG050 sensoren

Installatie van Micro Motion Sensors. Handleiding CE-vereisten MMI , Rev AB April 2014

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Installatie Instructies P/N , Rev. C Juni Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring

Micro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller

ATEX installatieinstructies. Micro Motion D- en DL-sensoren

Micro Motion model 3700 transmitter (MVD) of model 3350 randapparatuur

ATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors

Rosemount 5400 Series

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1700, 2700 en 2750

Micro Motion Voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel

Rosemount golfgeleide radar

Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

CE-vereisten MMI , Rev AA April Micro Motion -transmitters uit de en 2000-serie

Rosemount 5400 niveautransmitter

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E

Model 5700 transmitters Micro Motion. CE-vereisten MMI , Rev AA September 2014

Micro Motion Model 2400S transmitters

Magneetklep DN15 t/m DN150

ACS-30-EU-PCM2-x-32A

Micro Motion F-serie-sensor

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

MONTAGE & INSTALL ATIE. MultifunctioneleBUVA. Ergo-Motion MFB. besturingsmodule

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

HANDLEIDING. Scheidingstransformatoren. Scheidingstransformator 7000 W 230V/32A Artikel nummer: ITR

ComfoFan S 425 Handleiding voor de installateur Manuel de l installateur

ComfoFan S Handleiding voor de installateur

Rosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L

PS40 spanningsbron P/N B Inleiding. 2. Veiligheid. PS40 spanningsbron 1. - Dutch -

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

FACILA DP093. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Rosemount 415 Fire Pump

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems

Handleiding AP-UPR4 Lange afstandslezer

Video Intercom Systeem

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

SUI Bedieningspaneel

DTTH SCHAKELAAR VOOR TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID. Montage & gebruiksvoorschriften

Micro Motion Transmitters van model 2200S

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

Installatie instructies

Productnietlangerleverbaar'

DIODOR LED POWERHOUSE. Diodor Pro 120 W / 200 W LED-floodlights, modellen: DIO-FL120W-WM en DIO-FL200W- WM. Installatie- en bedieningsinstructies

Rub-Block RB100DN met PT100 sensor

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de zijkant van het product.

Terminator. ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Product information Scheidingsversterkers en Beveiliging

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

FACILA DP094. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Om de juiste PV-verdeler voor uw situatie te kunnen bepalen kunt u terecht op onze website of kijken in bijlage 4.

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

Lumination TM LED-verlichting (BL-serie Optie ononderbroken bedrading)

Ingebouwde integrator (met teller en gegevensopslag).

Rosemount 2140-trilvorkniveaudetector

AQUASNAP Bedieningspaneel

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Trilset voor hopper ProPass topdresser en materiaalleveringseenheid MH-400

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Technische documentatie

Instructies voor het bijwerken van de sensor Voor gasdetectiesensoren niveau 1

Handleiding. Explosieveilige SpotLED Type AR-040. II 3 G Ex na IIC T4 Gc II 3 D Ex tc IIIC T135ºC Dc

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

BES External Signaling Device

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Installatiehandleiding

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT

Installatietekeningen en instructies ATEX zone 2 en 22

Rosemount 753R externe indicator internetbewaking

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14

MIC Serie 500 PTZ camera MIC Series 500. Gebruikershandleiding

BELANGRIJKE KENNISGEVING

Lumination LED-lamp. GE Lighting Solutions. Installatiehandleiding. Hangende LED-eenheid (serie EP14) Kenmerken

Rosemount 144 pc-programmeerbare temperatuurtransmitters Productnietlangerleverbaar'

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

GPS repeater. Inleiding

SMTL1-30 AAN/UIT SCHAKELAAR MET LED INDICATIE. Montage & gebruiksvoorschriften

Adapter voor KNX en relais

Vekto.nl. Verdeler voor zonnepaneelomvormers. Omvormer aansluiten zonder nieuwe leidingen. Maakt elektrotechniek betaalbaar!

Transcriptie:

Beknopte handleiding P/N 3002233, Rev. D Februari 2003 Model RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie Voor technische ondersteuning via Internet kunt u gebruik maken van het EXPERT 2 systeem op www.expert2.com. Als u een medewerker van de klantenservice wilt spreken, kunt u bellen met de dichtstbijzijnde vestiging. In Nederland, tel. 070-413 6607 In België, tel. 02-716 77 11 In Amerika, tel. 1-800-522-MASS (1-800-522-6277) In Canada en Latijns Amerika, tel. (303) 530-8400 In Azië, tel. (65) 6770-8155 TM Micro Motion

VOORDAT U BEGINT Wat vindt u in deze handleiding Deze beknopte handleiding bevat algemene richtlijnen voor installatie van de RFT9739 transmitters van Micro Motion. Voor verdere informatie over intrinsiek veilige toepassingen verwijzen wij u naar de instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX. Voor volledige instructies voor configuratie, onderhoud en service van de transmitter, verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing die met de transmitter is meegeleverd. Installatie in Europa De producten van Micro Motion voldoen aan alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen indien zij op de juiste wijze, volgens de instructies uit deze beknopte handleiding, zijn geïnstalleerd. In de EG-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op een bepaald product De EG-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen, alsmede de volledige tekeningen en instructies voor installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via Internet op www.micromotion.com/atex of via de klantenservice van uw plaatselijke vestiging. 2003, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. Micro Motion is een gedeponeerd handelsmerk van Micro Motion, Inc. De logo's van Micro Motion en Emerson zijn handelsmerken van Emerson Electric Co. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren. 1

WAARSCHUWING Ondeugdelijke installatie in een explosiegevaarlijke omgeving kan een ontploffing veroorzaken. Informatie over explosiegevaarlijke toepassingen is te vinden in de instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA en ATEX. Deze worden meegeleverd met de transmitter of zijn verkrijgbaar via de Micro Motion-website. WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Installeer de transmitter en breng alle bedrading aan vóórdat u de voeding inschakelt. WAARSCHUWING Ondeugdelijke installatie kan leiden tot meetfouten of storingen in de flowmeter. Volg alle instructies op om zeker te zijn van een goede werking van de transmitter Opties voor installatie De RFT9739 transmitters voor rek- en veldmontage kunnen met een 9- draads Micro Motion-kabel worden aangesloten op een sensor uit de series D, DL, DT, ELITE en F van Micro Motion. 2

STAP 1. Locatiekeuze Kies een locatie voor de transmitter op basis van de eisen hier beneden omschreven Eisen aan de omgeving Installeer transmitters voor rekmontage en transmitters voor veldmontage met LCD-uitlezing op een plaats waar de omgevingstemperatuur ligt tussen 0 en +50 C. Transmitters voor veldmontage zonder LCD-uitlezing moeten worden geïnstalleerd op een plek waar de omgevingstemperatuur binnen de 30 en +55 C blijft. Voeding De transmitter moet worden aangesloten op een gelijkspannings- of wisselspanningsvoeding. Transmitter voor rekmontage De transmitter voor wisselspanning kan werken met een voeding van 110/115 of 220/230 VAC. De transmitter voor gelijkspanning werkt met een voeding van 12-30 VDC. Transmitter voor veldmontage De transmitter voor wisselspanning werkt met een voeding van 85 tot 250 VAC. De transmitter voor gelijkspanning werkt met een voeding van 12-30 VDC. Lengte flowmeterkabel De kabel tussen de sensor en de transmitter mag niet langer zijn dan 300 meter. 3

STAP 2. Montage van de transmitter Transmitter voor rekmontage De RFT9739 voor rekmontage voldoet aan DIN-norm 41494 inzake 19- inch configuratie voor apparatuur in de regelkamer. De 19-inch cassette past in een 19-inch rek met een Eurokaart van 220 mm diep. De afmetingen van de transmitter worden weergegeven in figuur 1. Als er meerdere transmitters in één rek worden geplaatst, is er geforceerde luchtkoeling van 15 Watt per transmitter nodig. Raadpleeg de handleiding die met de transmitter is meegeleverd voor gegevens over de benodigde tussenruimte. VVOORZICHTIG VOORZICHTIG Als de omgevingstemperatuur niet binnen onderstaand maximum wordt gehouden, kan dit leiden tot storingen in de werking en schade aan het product. Installeer de transmitter in een omgeving met voldoende ventilatie om de omgevingstemperatuur beneden +50 0 C te houden. Connectoren CN1 en CN2 zijn verkrijgvaar in twee uitvoeringen: De standaard rechte uitvoering is geschikt voor krimpstekkerverbinding of soldeeraansluitingen. De optionele Y-vormige connectoren hebben schroefklemmen die geschikt zijn voor draden tot wel 2,5 mm 2. 4

Figuur 1. Afmetingen van RFT9739 voor rekmontage Afmetingen in mm 140,4 Achterpaneel met DIN 41612 mannelijke Y-vormige schroefklemmen 66 13TE Achterpaneel met DIN 41612 mannelijke krimpstekkerverbinding of / soldeerklemmen 66 13TE 141,7 28TE Met schroefklemmen 281,9 Met krimpstekkerverbinding of / soldeerklemmen 255,6 127 25TE 4x M2,5x11 234,6 212,3 122,4 128,4 3HE 111,1 18,7 4,7 5

Transmitter voor veldmontage Hanteer onderstaande richtlijnen voor installatie van een transmitter voor veldmontage Gebruik wartels die de doorvoeropeningen hermetisch kunnen afdichten. Laat indien mogelijk de doorvoeropeningen van de transmitter naar beneden wijzen. Als dat niet mogelijk is, dicht u de doorvoeropening af om te voorkomen dat condensatie of ander vocht in de behuizing komt. Bij een transmitter met display staat het display alleen in de juiste stand als de doorvoeropeningen naar beneden wijzen. Raadpleeg figuur 2 en onderstaande richtlijnen als u een transmitter voor veld-montage aan een wand wilt monteren: Gebruik vier M8-bouten (niet meegeleverd). Maak de bouten niet vast aan spanten, balken, stijlen etc. die onafhankelijk kunnen bewegen. Raadpleeg figuur 2 en onderstaande richtlijnen als u een transmitter voor veldmontage op een paal wilt monteren: De paal moet minstens 300 mm boven een vaste ondergrond uitsteken, en de maximale diameter is 50 mm. Gebruik voor een paal van 50 mm twee M8 U-beugels en vier M8 moeren (niet meegeleverd) die geschikt zijn voor de toepassing. 6

Figuur 2. Afmetingen van RFT9739 voor veldmontage Afmetingen in mm 4x Ø 9 71 Optioneel display 213 233 115 Minimale vrije ruimte voor verwijdering van deksel zonder display 292 met display 355 232 184 Optioneel display 185 3x 3/4"-14 NPT doorvoeropening 5 60 60 39 7

STAP 3. Bedrading van de transmitter naar de sensor WAARSCHUWING Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie. De sensorbedrading is intrinsiek veilig. Houd intrinsiek veilige sensorbedrading gescheiden van de bedrading van de voeding en de uitgang. Voor intrinsiek veilige sensorinstallatie hanteert u dit document samen met de instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX. Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa, raadpleegt u norm EN 60079-14 als er geen landelijke normen van toepassing zijn. Bij transmitters voor veldmontage moet u erop letten dat de veiligheidsscheidingswand aangebracht is voordat u de transmitter laat werken. Zie figuur 5. VVOORZICHTIG VOORZICHTIG Een ondeugdelijk aangebrachte kabel of beschermbuis kan leiden tot meetfouten of storingen in de flowmeter. Houd de kabel uit de buurt van apparatuur die krachtige magnetische velden creëert, zoals transformatoren, motoren en hoogspanningsleidingen. 8

Klemmenblokken kunnen worden losgekoppeld om ze gemakkelijker te kunnen bedraden. Breng de kabel en de bedrading zodanig aan dat zij voldoen aan de plaatselijke voorschriften. Er kan een schakelaar worden aangebracht in de voedingsleiding. Een schakelaar is verplicht als de installatie moet voeldoen aan Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG. Installeer de voedingskabel niet in dezelfde beschermbuis of -goot als de flowmeterkabel of de uitgangsbedrading. Transmitter voor rekmontage 1. Maak de kabel gereed en houd u daarbij aan alle aanwijzingen in de instructies in de Handleiding voor voorbereiding en installatie van de 9-aderige Micro Motion flowmeterkabel. 2. Steek de gestripte uiteinden van elk van de draden in de klemmen. Er mogen geen blanke draden zichtbaar blijven. Bij de sensor sluit u de bedrading binnenin de aansluitdoos aan. Raadpleeg de handleiding van de sensor voor verdere informatie. Bij de transmitter sluit u de draden aan op de klemmen op connector CN1, zoals afgebeeld in figuur 3. 9

Figuur 3. Aansluitingen achterpaneel RFT9739 voor rekmontage CN1 Krimpstekkerverbinding/soldeerconnector CN1 Schroefconnector Rood B2 Geel B4 Oranje B6 Wit B8 Grijs B10 Z2 Bruin Z4 Zwart (Aarde) Z6 Violet Z8 Groen Z10 Blauw Rood B2 Geel B4 Oranje B6 Wit B8 Grijs B10 Z2 Bruin Z4 Zwart (Aarde) Z6 Violet Z8 Groen Z10 Blauw Transmitter voor veldmontage VVOORZICHTIG VOORZICHTIG Condens of overmatig vocht dat de transmitter binnendringt, kan schade aan de transmitter veroorzaken en leiden tot meetfouten of storing in de flowmeter. Overtuig u ervan dat pakkingen en O-ringen goed aansluiten. Monteer de transmitter niet met de kabeldoorvoeropeningen omhoog. Breng afdruipvoorzieningen aan in de leiding of kabel. Dicht alle doorvoeropeningen af. Draai het transmitterdeksel volledig vast. 10

Om te voldoen aan de ATEX-richtlijn voor installatie in explosiegevaarlijke zones in Europa, moet aan de volgende voorwaarden voor veilig gebruik worden voldaan: Gebruik 3/4"-NPT kabelwartels met EEx d IIC classificatie en certificatie door een bevoegd testcentrum. De drukvaste kabelwartels van Micro Motion voldoen aan deze eisen. Ongebruikte doorvoeropeningen moeten worden afgedicht met type PLG-2 pluggen. Voor installatie in een niet-explosiegevaarlijke zone mogen nietdrukvaste kabelwartels worden gebruikt. RFT9739 transmitters die voldoen aan de ATEX-richtlijn hebben een beveiligingsklem op de behuizing. Zie figuur 4. De klem biedt extra beveiliging tegen ongewenste toegang tot de voedingsklemmen, en is voorgeschreven in de ATEX-richtlijn. Figuur 4. Beveiligingsklem voor transmitters met ATEX-goedkeuring Deksel behuizing Klem Lip Montageschroef Kapje Schroefgat Onderstuk behuizing 11

Volg onderstaande stappen voor het bedraden van de transmitter op de sensor. 1. Verwijder het transmitterdeksel door het los te schroeven van het onderstuk. (Bij transmitters met ATEX-goedkeuring moet de beveiligingsklem worden verwijderd voordat het deksel kan worden geopend.) 2. Ontgrendel het doorzichtig plastic moduledeksel en maak het los van de veiligheidsscheidingswand. 3. Verwijder de veiligheidsscheidingswand zodat de voedingsklemmen van de transmitter zichtbaar worden. Zie figuur 5. 4. Maak de kabel gereed en houd u daarbij aan alle aanwijzingen in de instructies in de Handleiding voor voorbereiding en installatie van de 9-aderige Micro Motion flowmeterkabel. 5. Steek de gestripte uiteinden van elk van de draden in de klemmenblokken. Er mogen geen blanke draden zichtbaar blijven. Bij de sensor sluit u de bedrading binnenin de aansluitdoos aan. Raadpleeg de handleiding van de sensor voor verdere informatie. Bij de transmitter sluit u de bedrading aan op de intrinsiek veilige klemmen 0-9 zoals afgebeeld in figuur 5. 6. Draai de schroeven vast om de draden op hun plaats houden. 12

Figuur 5. Sensor- en uitgangsklemmen van RFT9739 voor veldmontage Wit Violet Groen Oranje Bruin I.S. aardklemmen Veiligheidsscheidingswand VF+ Freq+ Retour ma1+ ma1 ma2+ ma2 ma vdg uit Grijs Blauw Geel Rood Zwart Sensorbedrading Nul+ Alarm Sign aarde Temperatuur Buisfrequentie 485B 485A ma sign in Uitgangsbedrading Doorvoeropening sensorkabel Doorvoeropening voedingskabel Doorvoeropening uitgangssignaalkabel STAP 4. Aarding van de transmitter WAARSCHUWING Als de sensor in een explosiegevaarlijke omgeving is geïnstalleerd zonder dat er is voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie. De transmitter moet op de juiste wijze worden geaard. Volg onderstaande instructies op voor het aarden van de transmitter als de sensor in een nietexplosiegevaarlijke zone is geïnstalleerd. Voor intrinsiek veilige sensorinstallatie gebruikt u de desbetreffende instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX. 13

Als er geen landelijke normen van kracht zijn, houdt u zich aan onderstaande richtlijnen voor aarding, die gelden voor transmitters voor zowel rek- als veldmontage. Gebruik voor het aarden koperen draad van 2.5 mm² of dikker. Houd alle aarddraden zo kort mogelijk, met minder dan 1 ohm impedantie. Transmitter voor rekmontage Als de sensor in een explosiegevaarlijke zone is geïnstalleerd, hanteert u de desbetreffende instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX. Voor installatie buiten Europa, waar geen landelijke normen van kracht zijn, raadpleegt u figuur 6. Houd u bij het aarden aan de algemene richtlijnen op pag. 13 en onderstaande aanwijzingen: Sluit de intrinsiek veilige aardklemmen rechtstreeks aan op de aardklemmen van de voeding. Sluit de voedingsaarde rechtstreeks aan op het aardpunt. Indien er een apart intrinsiek veilig aardingsschema wordt gebruikt met een hoge integriteit, houdt u zich aan de normen van de fabriek in plaats van aan deze norm. Voor installatie in Europa raadpleegt u figuur 6. Houd u bij het aarden aan de algemene richtlijnen op pag. 13 en onderstaande aanwijzingen: De door de fabriek aangebrachte aarddraad, die de intrinsiek veilige aarde verbindt met de aardklemmen van de voeding, mag niet worden losgemaakt. Sluit de voedingsaarde rechtstreeks aan op het aardpunt. Indien er een apart intrinsiek veilig aardingsschema wordt gebruikt met een hoge integriteit, houdt u zich aan de normen van de fabriek in plaats van aan deze norm. Om potentiaalvereffening te realiseren en te voldoen aan de ATEXnormen voor installatie in explosiegevaarlijke zones in Europa, moet de aardklem van de voeding binnen de explosiegevaarlijke zone worden aangesloten op de juiste aardklemmen, met gebruikmaking van een potentiaalvereffeningsleiding. Hanteer hierbij norm EN 60079-14 als richtlijn. 14

Figuur 6. Aarding van RFT9739 voor rekmontage Aarddraad Aarde Transmitter voor veldmontage Voor installatie in explosiegevaarlijke zones hanteert u de desbetreffende instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX. Voor installatie buiten Europa, waar geen landelijke normen van kracht zijn, raadpleegt u figuur 7. Houd u bij het aarden aan de algemene richtlijnen op pag. 13 en onderstaande aanwijzingen: Sluit de intrinsiek veilige aardklemmen rechtstreeks aan op de inwendige aardklem van de behuizing. Verbind de aarddraad van de voedingsaardklem rechtstreeks met het aardpunt. Indien er een apart intrinsiek veilig aardingsschema wordt gebruikt met een hoge integriteit, houdt u zich aan de normen van de fabriek in plaats van aan deze norm. 15

Voor installatie in Europa raadpleegt u figuur 7. Houd u bij het aarden aan de algemene richtlijnen op pag. 13 en onderstaande aanwijzingen: De door de fabriek aangebrachte aarddraad, die de intrinsiek veilige aarde verbindt met de inwendige aardklemmen in de behuizing, mag niet worden losgemaakt. Verbind de aarddraad van de voedingsaardklem rechtstreeks met het aardpunt. Indien er een apart intrinsiek veilig aardingsschema wordt gebruikt met een hoge integriteit, houdt u zich aan de normen van de fabriek in plaats van aan deze norm. Om potentiaalvereffening te realiseren en te voldoen aan de ATEXnormen voor installatie in explosiegevaarlijke zones in Europa, moet de uitwendige aardklem binnen de explosiegevaarlijke zone worden aangesloten op de juiste aardklemmen, met gebruikmaking van een potentiaalvereffeningsleiding. Hanteer hierbij norm EN 60079-14 als richtlijn. Figuur 7. Aarding van RFT9739 voor veldmontage I.S. aardklemmen Inwendige aardklem behuizing Voedingsaardklem Externe aardklem Aarde 16

STAP 5. Voeding aan de transmitter leveren Transmitter voor rekmontage Sluit de voeding als volgt aan: Sluit de voedingskabel aan op de voedingsklemmen die zijn aangegeven in figuur 8. De transmitter kan werken met een voeding van 110/115 of 220/230 VAC. Raadpleeg het etiket in de bovenhoek van figuur 8. Sluit de wisselspanningsvoeding aan op connector CN3, of de gelijkspanningsvoeding op CN2, klem D32 en Z32. Aard de voeding bij de aardschroef (GND) boven CN3. Elke RFT9739 transmitter voor rekmontage kan werken met een gelijkspanningsvoeding, of er nu wel of niet op het achterpaneel staat dat de transmitter geconfigureerd is voor wisselspanningsvoeding. Om van de geconfigureerde spanning over te schakelen op gelijkspannings-voeding, raadpleegt u de handleiding die met de transmitter is meegeleverd. Figuur 8. Aansluitingen achterpaneel RFT9739 voor rekmontage Etiket met voedingsspanning Aarding ACspanning Klemmen ACvoedingsspanning Klemmen DCvoedingsspanning 17

Transmitter voor veldmontage Sluit de voeding als volgt aan: 1. Sluit de kabelwartel of de afgedichte kant van de kabelbuis aan op de middelste doorvoeropening in de transmitterbehuizing (zie figuur 5). Overtuig u ervan dat de fittingen hermetisch zijn afgedicht. 2. Sluit de voedingskabel aan op de twee klemmen met etiketten, zoals aangegeven in figuur 9. Als er "L" (leiding) en "N" (nul) op deze etiketten staat, installeert u een voeding van 85 tot 250 VAC. Als er "+" (plus) en "-" (min) op de etiketten staat, installeert u een voeding van 12 tot 30 VDC. Figuur 9. Voedingsklemmen van RFT9739 voor veldmontage Aarding apparatuur Aarding apparatuur Doorvoeropening voeding 85-250 VAC voeding L N 12-30 VDC voeding + Voedingsklemmen STAP 6. Bedrading van transmitteruitgangen Onderstaande richtlijnen gelden voor transmitters voor zowel rek- als veldmontage Voor de uitgangsbedrading is een afgeschermde kabel met getwiste paren vereist. Bij 0,3 mm² bedrading is de maximale lengte 150 m, bij 0,1 mm² is dat 15 m. 18

Dit zijn echter slechts schattingen. Voordat u de transmitter in bedrijf neemt, raden wij u aan om een looptest uit te voeren, om te bepalen of de uitgangssignalen goed worden ontvangen door het ontvangende instrument. Transmitter voor rekmontage Voor het maken van de uitgangsaansluitingen van de transmitter, hanteert u bovenstaande algemene richtlijnen en sluit u de uitgangsbedrading aan op klemmen CN2, zoals aangegeven in figuur 10 en in tabel 1. Figuur 10. Uitgangsklemmen 19

Tabel 1. Toewijzing klemmen voor uitgangsbedrading transmitter voor rekmontage CN2 klemnummer Functie CN2 klemnummer Functie D4, Z2 en Z4 Aarding Z6 DC-voeding naar druk- of verschildruktransmitter D10 en D12 Uitgang optocoupler Z10 en D26 Tweekanaals (90% D14 en Z14 Aarding signaal faseverschuiving) frequentie-uitgang, kanaal A D16 en D14 Scrollen blokkeren Z12 en D26 Tweekanaals (90% D18 en D14 Nullen blokkeren faseverschuiving) frequentie-uitgang, kanaal B D20 en D26 Ingang voor nullen op Z16 en Z14 Uitgang buisfrequentie afstand D22 en Z22 RS-485 I/O Z18 en Z14 Temperatuuruitgang D24 en D26 Frequentie- /pulsuitgang Z20 ma-ingang van druk- of verschildruktransmitter D28 en Z28 ma-uitgang Z24 en D26 Alarmuitgang secundaire variabele (SV) D30 en Z30 ma-uitgang primaire variabele (PV) Z26 Frequentie-uitgang, DCvoedingsspanning D32 en Z32 Ingang DCvoedingsspanning Transmitter voor veldmontage Voor het maken van de uitgangsaansluitingen van de transmitter, hanteert u de algemene richtlijnen op pagina 18en onderstaande aanwijzingen. Sluit de kabelafscherming aan op de kabelwartel of buisfitting. U hoeft de afscherming niet helemaal rondom aan te sluiten. De afscherming mag niet binnen de transmitterbehuizing worden aangesloten. Sluit de kabelwartel of de afgedichte kant van de kabelbuis aan op de rechter doorvoeropening in de transmitterbehuizing (zie figuur 5). Overtuig u ervan dat de fittingen hermetisch zijn afgedicht. Sluit de uitgangsbedrading aan op klem P, S en 14 t/m 27, zoals aangegeven in figuur 5 en in tabel 2. 20

Tabel 2. Toewijzing klemmen voor uitgangsbedrading transmitter voor veldmontage Klemnummer Functie 14 Frequentie-uitgang, DC-voedingsspanning 15 en 16 Frequentie-/pulsuitgang 17 en 18 ma-uitgang primaire variabele (PV) 19 en 20 ma-uitgang secundaire variabele (SV) 21 en 16 Ingang voor nullen op afstand 22 en 16 Alarmuitgang 23 Aarding signaal 24 en 23 Temperatuuruitgang 25 en 23 Uitgang buisfrequentie 26 en 27 RS-485 I/O P DC-voeding naar druk- of verschildruktransmitter S ma-ingang van druk- of verschildruktransmitter Nadat u de bedrading hebt aangesloten gaat u als volgt te werk: 1. Plaats de veiligheidsscheidingswand terug. Zie figuur 5 op pag. 13. 2. Vergrendel het doorzichtig plastic moduledeksel op de veiligheidsscheidingswand. 3. Breng het deksel van de transmitterbehuizing weer aan, en draai het zodanig vast dat de behuizing hermetisch is afgesloten. STAP 7. Opstarten van de transmitter Voor opstartprocedures verwijzen wij u naar de handleiding die met de transmitter is meegeleverd. 21

22

2003, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden P/N 3002233, Rev. D *20000794* Bezoek onze Internet pagina: www.micromotion.com Micro Motion Nederland Emerson Process Management Fisher-Rosemount BV Patrijsweg 140 2289 EZ Rijswijk T +31 (0) 70 413 6607 F +31 (0) 70 413 6603 www.emersonprocess.nl MicroMotionBelgie Emerson Process Management nv/sa De Kleetlaan 4 1831 Diegem T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be Micro Motion Europa Emerson Process Management Wiltonstraat 30 3905 KW Veenendaal Nederland T +31 (0) 318 495 670 F +31 (0) 318 495 689 MicroMotionInc.USA Wereldwijd hoofdkantoor 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301, VS T (303) 530-8400 (800) 522-6277 F (303) 530-8459 MicroMotionAsia Emerson Process Management 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republiek Singapore T (65) 6777-8211 F (65) 6770-8003 Micro Motion Japan Emerson Process Management Shinagawa NF Bldg. 5F 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokio 140-0002 Japan T (81) 3 5769-6803 F (81) 3 5769-6843 TM Micro Motion