Communicatieen. Informatiewetenschappen

Vergelijkbare documenten
Speech and Language Pathology

Toegepaste Taalwetenschap

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Romaanse Talen en Culturen

Engelse Taal en Cultuur

Duitse Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Talen en Culturen van het Midden-Oosten

Speech and Language Pathology

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Talen en Culturen van het Midden-Oosten

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Romaanse Talen en Culturen

Engelse Taal en Cultuur

Algemene Taalwetenschap

Slavische Talen en Culturen

Nederlandse Taal en Cultuur

Finoegrische Talen en Culturen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en ExamenRegeling Masteropleiding. American Studies

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en ExamenRegeling Master-opleiding. Kunstgeschiedenis

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Kunsten, Cultuur en Media

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en ExamenRegeling Master-opleiding. Kunstgeschiedenis

Kunsten, Cultuur en Media

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Modern and Contemporary History Transformation and Acceptance

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Scandinavische Talen en Culturen

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding. Mediastudies. Croho (60831)

Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling

Engelse Taal en Cultuur

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en ExamenRegeling Masteropleiding. Neerlandistiek CROHO 60849

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Kunsten, Cultuur en Media

Engelse Taal en Cultuur

Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Duitse Taal en Cultuur

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Kunsten, Cultuur en Media

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Communicatieen. Informatiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Nederlandse Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Spaanse Taal en Cultuur

Franse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Faculteit der. Model Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

Slavische Talen en Culturen

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding. Journalistiek

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

%& '( & () -& +,) .& ") & 1 ( & )( Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding ATW, pagina 1

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

Internationale Betrekkingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013. Masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

'( )* ( *+ ,( -.+ /( -.+ 0( #+ 1( 2 ( 3 * 8. +* Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur, pagina 1

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

Engelse Taal en Cultuur

Franse Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling Master Onderwijskunde & Pedagogiek

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Historische Wetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

Spaanse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

Kunst- en Cultuurwetenschappen CROHO 60087

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taalwetenschap (Linguistics)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

BIJLAGE E ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER IK

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

" #$ '( )* ( *+ ,( " -+ .( " -+ /( #+ 0( 1 ( 2 * ( +* Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Duits, pagina 1

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Transcriptie:

Faculteit der Letteren Onderwijs- en ExamenRegeling 2008-2009 Masteropleiding Communicatieen Informatiewetenschappen Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Opbouw van de opleiding 3. Tentamens en examen van de opleiding 4. Toelating 5. Inschrijving voor colleges en studiebegeleiding 6. Overgangs- en slotbepalingen Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 1

Paragraaf 1 Algemene Bepalingen. Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en het examen van de masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Artikel 1.2 Begripsbepalingen. In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; c. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; d. tentamen: formele afsluiting van een onderdeel; e. deeltentamen: indien het tentamen van een onderdeel bestaat uit verschillende delen wordt gesproken van deeltentamens. f. minor: een voorgeschreven combinatie van onderdelen met een totale omvang van 20 ECTS. De minor maakt deel uit van de bachelorfase. g. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een scriptie; - het maken van een of een proefontwerp; - het uitvoeren van een onderzoekopdracht; - het deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het doorlopen van een stage; - het actief deelnemen aan een werkcollege of computerpracticum; - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; h. doorstroommaster-opleiding: de opleiding waarvoor van rechtswege toegang wordt verleend op grond van een daartoe aangewezen bacheloropleiding; i. examen: het masterexamen van de opleiding; j. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. k. duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7 van de wet. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd dat de student een zodanige academische vorming verwerft in termen van gespecialiseerde kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de communicatie- en informatiewetenschappen, dat de student in staat is tot het met succes uitoefenen van functies waarvoor academische kennis en vaardigheden op mastersniveau op bovengenoemd gebied vereist dan wel wenselijk zijn. Artikel 1.4 Vorm van de opleiding De opleiding wordt zowel voltijds als duaal verzorgd. De afstudeerrichting Communicatie- en Informatiewetenschappen wordt voltijds verzorgd, de afstudeerrichting Computercommunicatie duaal. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 2

Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding. Artikel 2.1 Studielast 1. De opleiding heeft een studielast van 60 ECTS, waarbij één ECTS studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie. 2. De studielast wordt uitgedrukt in hele ECTS studiepunten. Artikel 2.2 Wetenschappelijke vorming De opleiding van de student dient voldoende elementen te bevatten ten dienste van de wetenschappelijke vorming van de student. Hier volgt een overzicht van de eindtermen van de opleiding. Vakgerelateerde kennis en vaardigheden De student moet t.b.v. het masterdiploma CIW: a) beschikken over kennis van (tenminste een deel van) het vakgebied van de CIW, rakend aan het voorfront van de kennis; hieronder worden verstaan de nieuwste theorieën, interpretaties, methoden en technieken; b) in staat zijn de structuur van het vakgebied en de samenhang tussen deelgebieden te begrijpen; c) in staat zijn de wijze waarop waarheidsvinding en theorievorming in beweging zijn, te volgen, te interpreteren en te evalueren; d) voldoende vaardigheid bezitten in het toepassen van methoden en technieken bij het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek en begrip hebben voor het gebruiken van de uitkomsten voor verdere theorievorming, of voor het ontwikkelen van praktijktoepassingen; e) in staat zijn op één of enkele deelgebieden van de CIW een originele bijdrage aan de kennis te leveren; f) blijk geven van originaliteit en creativiteit in de behandeling van het vakgebied; g) de specifieke bij het specialisatiegebied behorende methoden en technieken bezitten en kunnen toepassen. Algemene academische vaardigheden Meer in het algemeen zijn bezitters van een Masterdiploma in staat: a) op systematische en creatieve wijze met complexe vraagstukken om te gaan, zich gefundeerde oordelen te vormen, en hun conclusies op heldere wijze te communiceren tegenover een publiek van specialisten en niet-specialisten; b) aan te tonen dat zij zelf richting kunnen geven aan het met originaliteit ter hand nemen en oplossen van problemen, en zelfstandig taken kunnen plannen en uitvoeren op een professioneel of daaraan gelijkwaardig niveau; c) hun kennis en begrip voortdurend uit te breiden, en nieuwe vaardigheden tot op een hoog niveau te ontwikkelen. Verder beschikken Master-gediplomeerden over de kwaliteiten en overdraagbare vaardigheden die beroepsmatig nodig zijn, waarbij vereist is: d) het tonen van initiatief en persoonlijke verantwoordelijkheid; e) het kunnen nemen van beslissingen in complexe en onvoorspelbare situaties; f) het vermogen om zelfstandig te studeren met het oog op een voortgezette professionele ontwikkeling; g) communicatieve competentie die maatschappelijk ruim toepasbaar is: de afgestudeerde heeft een contextgevoelige houding en is in staat zowel zelfstandig als in teamverband producten en diensten af te stemmen op de beoogde doelgroep. Artikel 2.3 Afstudeerrichting(en) De opleiding kent de volgende afstudeerrichting(en): nr. afstudeerrichting 1 Communicatie- en Informatiewetenschappen 2 Computercommunicatie Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 3

Artikel 2.4 Samenstelling afstudeerrichting(en) afstudeerrichting Communicatie- en Informatiewetenschappen nr. onderdeel omvang 1 Interactie in organisaties A** 10 2 Document Design* 10 3 Computer communicatie A** 10 4 Taal, communicatie en cultuur** 10 5 Media en discourse A** 10 6 Tekst in professionele communicatie A** 10 7 Ma-scriptie CIW 20 8 Ma-stage CIW* 10 9 Diagnose en advisering in organis.comm.* 10 10 Ontwerp & eval. interc.comm.trainingen* 10 11 Computer communicatie B** 10 12 Media en discourse B** 10 13 Tekst in professionele communicatie B** 10 14 Interactie in organisaties B** 10 * Professioneel-specialiserende onderdelen. ** Theorie-onderdelen Het examenprogramma dient minimaal twee theorie-onderdelen te bevatten. duaal traject Computercommunicatie nr. onderdeel omvang 1 Interactie in organisaties A** 10 3 Computer communicatie A* 10 4 Taal, communicatie en cultuur** 10 5 Media en discourse A** 10 6 Tekst in professionele communicatie A** 10 11 Computer communicatie B* 10 12 Media en discourse B** 10 13 Tekst in professionele communicatie B** 10 14 Interactie in organisaties B** 10 15 Werkperiode CompComm (Duaal traject) 10 16 Ma-scriptie CompComm 20 * De student dient mnistens één onderdeel Computercommunicatie (A of B) te volgen. ** De student kiest uit deze zeven keuzevakken. Artikel 2.5. Praktische oefeningen 1. De volgende onderdelen omvatten (een) praktische oefening(en) in de daarbij aangegeven vorm: nr. onderdeel vorm praktische type college oefening 1 Interactie in organisaties A werkcollege 2 Document Design, schriftelijk tentamen hoorcollege werkcollege 3 Computer communicatie A computeropdrachten, referaat/spreekbeurt, schriftelijk tentamen computerpracticum, hoorcollege 4 Taal, communicatie en cultuur werkcollege 5 Media en discourse A werkcollege 6 Tekst in professionele communicatie A schriftelijk tentamen, schriftelijke hoorcollege, Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 4

opdracht(en), werkcollege 7 Ma-scriptie CIW scriptie -- 8 Ma-stage CIW stageverslag, zelfstudie 9 Diagnose en advisering in organis.comm zelfstudie (begeleid), werkcollege 10 Ontwerp & eval. interc.comm.trainingen werkcollege, zelfstudie 11 Computer communicatie B schriftelijk tentamen, hoorcollege, werkcollege 12 Media en discourse B werkcollege 13 Tekst in professionele communicatie B schriftelijk tentamen, hoorcollege, werkcollege 14 Interactie in organisaties B werkcollege 15 Werkperiode ComputerCommunicatie (duaal traject) stageverslag individuele begeleiding 16 Ma-scriptie ComputerCommunicatie (duaal traject) scriptie veldwerk 2. Het tentamen van een onderdeel genoemd in het eerste lid van dit artikel kan niet worden afgelegd dan nadat de desbetreffende praktische oefening(en) met voldoende resultaat is/zijn gevolgd. Hieronder wordt tenminste verstaan het actief deelnemen aan minimaal 80% van de werkcolleges. 3. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de praktische oefening(en) als het behalen van het desbetreffende tentamen: nr. onderdeel 1 Interactie in organisaties A 4 Taal, communicatie en cultuur 5 Media en discourse A 7 Ma-scriptie CIW 8 Ma-stage CIW 9 Diagnose en advisering in organis.comm. 10 Ontwerp & eval. interc.comm.trainingen 12 Media en discourse B 14 Interactie in organisaties B 15 Werkperiode ComputerCommunicatie (duaal traject) 16 Ma-scriptie ComputerCommunicatie (duaal traject) 4. Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven op welke wijze het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de daarvoor geldende onderwijs- en examenregeling bepaalde van toepassing. Paragraaf 3 Tentamens en examen van de opleiding Artikel 3.1 Algemeen 1. Het tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij/zij de gestelde leerdoelen zal bereiken respectievelijk heeft bereikt. Hij/zij wordt daarbij geadviseerd over zijn/haar verdere deelname aan het betreffende programma. 2. Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in afgeronde cijfers op een schaal van 10 (tien) uitgedrukt: 6 (zes) of hoger, respectievelijk 5 (vijf) of lager. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 5

Artikel 3.2 Toegang tot en verplichte volgorde van tentamens 3.2.1 Toegang tot tentamens Alle ingeschreven studenten moeten zich via ProgRESS-WWW aanmelden voor de tentamens die zij willen afleggen. De intekening voor het eerste en tweede semester vindt plaats in week 12 tot en met 15 van deze semesters. De intekening voor een tentamen in de leesweek (week 8) vindt plaats in week 5 tot en met 7 van beide semesters. De intekening voor hertentamens in augustus vindt plaats in de 5e tot en met 2e week voorafgaand aan de hertentamenperiode. 3.2.2. Verplichte volgorde van tentamens Aan het tentamen van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat het tentamen van de daarbij vermelde onderdelen is behaald: n.v.t. Artikel 3.3 Tijdvakken en frequentie tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de in artikel 2.4 genoemde onderdelen wordt tweemaal per studiejaar de gelegenheid gegeven. 2. Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven hoeveel malen per studiejaar het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de daarvoor geldende onderwijsen examenregeling bepaalde van toepassing. Artikel 3.4 Vorm van de tentamens 1. De onderdelen, genoemd in artikel 2.4, worden getoetst met alleen een schriftelijk tentamen, met uitzondering van de volgende onderdelen, die op de hieronder aangegeven wijze worden getoetst: nr. onderdeel vorm tentamen 1 Interactie in organisaties A 2 Document Design, schriftelijk tentamen 3 Computer communicatie A computeropdrachten, referaat/spreekbeurt, schriftelijk tentamen 4 Taal, communicatie en cultuur 5 Media en discourse A 6 Tekst in professionele communicatie A schriftelijk tentamen, schriftelijke opdracht(en), 7 Ma-scriptie CIW scriptie 8 Ma-stage CIW stageverslag, 9 Diagnose en advisering in organis.comm 10 Ontwerp & eval. interc.comm.trainingen 11 Computer communicatie B schriftelijk tentamen, 12 Media en discourse B 13 Tekst in professionele communicatie B schriftelijk tentamen, 14 Interactie in organisaties B 15 Werkperiode ComputerCommunicatie (duaal traject) stageverslag 16 Ma-scriptie ComputerCommunicatie (duaal traject) scriptie Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 6

2. Op schriftelijk verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. Van de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen kan door de examencommissie vrijstelling worden verleend. In dat geval bepaalt de examencommissie dat de praktische oefening op een andere, door haar te bepalen wijze, wordt verricht. 3. Studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 4. Indien ten aanzien van een onderdeel in deze regeling niet is aangegeven op welke wijze het tentamen kan worden afgelegd, omdat het onderdeel betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de daarvoor geldende onderwijs- en examenregeling bepaalde van toepassing. Artikel 3.5 Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Een mondeling tentamen wordt schriftelijk, analoog of digitaal vastgelegd. Bij schriftelijke vastlegging is de aanwezigheid van een tweede examinator vereist. Artikel 3.6 Deeltentamens Als een onderdeel is opgesplitst in meerdere subonderdelen, waarvan de minimale omvang tenminste 5 ECTS per onderdeel is, dan wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen gemiddelde van de deeltentamens. Deelcijfers dienen voldoende te zijn. Artikel 3.7 Beroepsoriënterende stage Voorafgaand aan de stage wordt een stageplan opgesteld, dat een omschrijving van de doelstellingen, de inhoud van de stage en een activiteitenplan omvat. Dit plan wordt goedgekeurd door de begeleiders. De beoordeling van de stage wordt verricht door een begeleider vanuit de opleiding en een begeleider vanuit de stagegever, die als examinator zijn aangewezen door de examencommissie. De stage wordt afgesloten met een stageverslag dat wordt beoordeeld door de begeleider vanuit de opleiding en ter kennis wordt gesteld van de stagegever. Artikel 3.8 Scriptie 1. De scriptie wordt beoordeeld door twee door de examencommissie aan te wijzen examinatoren. 2. Indien een student twee opleidingen volgt, dient de student in beginsel een zelfstandige scriptie per opleiding in te leveren. 3. De scriptie mag alleen dan in een andere taal dan het Nederlands worden gesteld, indien daartoe door de examencommissie toestemming is verleend. Artikel 3.9 Fraude en plagiaat 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn/haar kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. Onder plagiaat wordt verstaan: a. het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding; b. het opnemen van een vertaling of parafrase van andermans werk zonder verwijzing; c. het indienen van eenzelfde of vergelijkbare tekst voor opdrachten van meerdere opleidingsonderdelen. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 7

3. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examinator de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. 4. In geval van fraude met een tentamen kan de examencommissie besluiten de examinandus uit te sluiten van deelname aan het tentamen voor een door haar vast te stellen periode. Deze periode is maximaal een jaar. 5. In geval van plagiaat in een praktische oefening kan de examencommissie besluiten de examinandus uit te sluiten van deelname aan de praktische oefening voor de duur van een door haar vast te stellen periode. Deze periode is maximaal een jaar. 6. In voorkomende gevallen van plagiaat kan de examencommissie behandeling daarvan in handen geven van de facultaire plagiaatcommissie. 7. De examencommissie neemt een beslissing inzake uitsluiting naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de surveillant van de door hem/haar geconstateerde fraude, en na het horen van de examinandus. 8. De examencommissie/facultaire plagiaatcommissie neemt een beslissing inzake uitsluiting naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de examinator van de door hem/haar geconstateerde fraude respectievelijk het door hem/haar geconstateerde plagiaat, en na het horen van de examinandus. 9. Een uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het desbetreffende tentamen of de praktische oefening. 10. De examencommissie/facultaire plagiaatcommissie stelt het faculteitsbestuur op de hoogte van gevallen van fraude en/of plagiaat. Artikel 3.10 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De maximale nakijktermijn bedraagt in principe tien werkdagen na de dag waarop een tentamen is afgelegd of een is ingeleverd. In geval van een tentamen met essayvragen dat door meer dan 50 studenten is gemaakt kan deze termijn worden verlengd tot vijftien werkdagen. 2. Indien de resterende tijd tussen tentamen/ en bijstelling studieplanning korter is dan 10 resp. 15 werkdagen, geldt een termijn van uiterlijk één dag voor de sluiting van de planningsmodule in ProgRESS-WWW. 3. In afwijking van het gestelde in het eerste lid stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt hij/zij de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 4. Bij de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.12, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 5. Aan een onderdeel c.q. tentamen dat met voldoende resultaat is afgesloten kan niet opnieuw worden deelgenomen. 6. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. Artikel 3.11 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is maximaal vier jaar vanaf het moment dat het onderdeel met succes is afgesloten. 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan de examencommissie m.b.t. een onderdeel waarvan het tentamen langer dan vier jaar geleden is behaald, dit onderdeel alsnog erkennen, indien de verworven leerstof nog steeds relevant is, dan wel een aanvullend of vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van een examen. Artikel 3.12 Inzagerecht 1. Gedurende ten minste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 8

2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. Artikel 3.13 Vrijstelling 1. De examencommissie kan de student op diens schriftelijk ingediende verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. Artikel 3.14 Examen 1. Een student die alle examenonderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel alle onderdelen van het door de examencommissie goedgekeurde programma met goed gevolg heeft afgelegd, dient uiterlijk binnen vier weken na afloop hiervan het getuigschrift aan te vragen. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. 2. Indien de student het getuigschrift na de in het vorige lid bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. 3. Tot het afleggen van het examen wordt tenminste tien maal per jaar de gelegenheid geboden. Artikel 3.15 Graad 1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Arts verleend. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Artikel 3.16 Cum Laude-regeling 1. Aan de uitslag van het Masterexamen kan het predikaat cum laude worden verbonden indien voor de scriptie ten minste het onafgeronde cijfer 9 is behaald en voor de overige onderdelen behorend bij het examen gemiddeld ten minste het onafgeronde cijfer 8 is behaald. 2. Alle onderdelen dienen gewogen te worden meegeteld, d.w.z. dat bij het bepalen van het gemiddelde elk vak evenveel keren moet meetellen als het aantal studiepunten dat ervoor is behaald. 3. Extra vakken worden desgewenst niet meegeteld. De student mag zelf bepalen welke vakken buiten het vastgestelde masterprogramma (masterexamen) als extra vak dienen te worden aangemerkt. 4. Indien een student voor het Masterdiploma in aanmerking wil komen voor het predicaat cum laude, dient het aantal onderwijseenheden dat van een cijfer is voorzien: - voor een 60 ECTS Masterprogramma tenminste 50 van de 60 ECTS studiepunten te omvatten; - voor een 90 ECTS Masterprogramma tenminste 75 van de 90 ECTS studiepunten te omvatten; - voor een 120 ECTS Masterprogramma tenminste 100 van de 120 ECTS studiepunten te omvatten. Onder bovengenoemde onderwijseenheden valt tenminste de scriptie. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 9

Paragraaf 4 Toelating Artikel 4.1 Nederlandse taal 1. Conform artikel 7.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) wordt het onderwijs gegeven en worden de examens afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd: a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft; b. wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt, of; c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode. 2. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal. Artikel 4.2 Vooropleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over kennis van, inzicht in en vakspecifieke vaardigheden betreffende de communicatie- en informatiewetenschappen op universitair bachelorniveau. 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen of van een andere Nederlandse universiteit, alsmede de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Communicatiewetenschappen van een andere Nederlandse universiteit, alsmede de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Informatiekunde van de Rijksuniversiteit Groningen of van een andere Nederlandse universiteit wordt geacht te beschikken over de kennis, inzicht en vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 3. Toelating als bedoeld in de leden 1 en 2 geeft recht op inschrijving in de opleiding. Artikel 4.3 Toelating afstudeerrichtingen Voor de verschillende afstudeerrichtingen van deze opleiding gelden, in aanvulling op het in artikel 4.2 bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden: N.v.t. Artikel 4.4 Voorlopige toelating 1 Op schriftelijk verzoek van de kandidaat, die zich voorbereidt op het afsluitend examen van de in art. 4.2, tweede lid, genoemde bacheloropleiding, kan de toelatingscommissie zoals bedoeld in artikel 4.5 hem voorlopig toelaten tot de opleiding, mits: - hij van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 10 ECTS-punten moet behalen, en - hij de BA-scriptie met voldoende resultaat heeft afgerond. 2 Een voorlopige toelating dient binnen zes maanden te worden vervangen door een toelating krachtens art. 4.2. Artikel 4.5 Toelatingscommissie 1. De toelating tot de opleiding is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleiding. Deze wordt gevormd door: - een lid, tevens voorzitter, aangewezen uit de hoogleraren die met onderwijs in de opleiding zijn belast; - twee leden aangewezen uit het wetenschappelijk personeel dat met onderwijs in de opleiding is belast. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 10

2. De toelatingscommissie kiest uit haar midden een secretaris. 3. De aanwijzing geschiedt door de examencommissie, die tevens het toelatingsreglement vaststelt. Artikel 4.6 Procedure voor de toelating tot de opleiding Met het oog op de toelating tot de opleiding, als bedoeld in art. 4.2, eerste lid, stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op gecertificeerde schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. Artikel 4.7 Toelatingsonderzoek: tijdstippen 1. Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats m.b.t. het begin van de opleiding in het eerste en het tweede semester. 2. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt voor 1 maart resp. 15 september ingediend bij de toelatingscommissie. 3. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie een na de in het tweede lid genoemde sluitingsdatum ingediend verzoek in behandeling nemen. 4. De toelatingscommissie beslist voor 1 juni resp. 1 december over het verzoek. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 4.5 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. In de schriftelijke verklaring omtrent toelating wordt de student gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Paragraaf 5 Inschrijving voor colleges en studiebegeleiding Artikel 5.1 Inschrijving voor colleges 1. Alle ingeschreven studenten dienen vóór 1 juli ten behoeve van instroom in het eerste semester zich in te schrijven in ProgRESS-WWW voor de colleges die zij gaan volgen in het nieuwe academische jaar. Alle ingeschreven studenten die instromen in het tweede semester dienen vóór 15 december in ProgRESS-WWW aan te geven welke colleges zij gaan volgen in het tweede semester. De studenten hebben de gelegenheid wijzigingen hierin aan te brengen gedurende de eerste drie weken van een semester. 2. De college-inschrijving omvat alle studieonderdelen en alle (her)toetsen. Onder (her)toets wordt verstaan een tentamen of dat deel uitmaakt van de toetsing van een onderdeel en dat gebonden is aan de jaarlijkse vastgestelde toetsingsperioden. 3. De college-inschrijving van nieuwe studenten voor een doorstroomprogramma, van nietletterenstudenten of van studenten van andere vooropleidingen dient vóór 1 september ten behoeve van instroom in het eerste semester of vóór 1 februari ten behoeve van instroom in het tweede semester schriftelijk te worden ingeleverd bij Bureau Studentzaken, waarna Bureau Studentzaken zorgt voor invoering in ProgRESS-WWW. Artikel 5.2 Studievoortgangsadministratie 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor de registratie van de individuele studieresultaten van de studenten. 2. Het faculteitsbestuur verschaft elke student ten minste eenmaal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. Artikel 5.3 Studiebegeleiding 1. In het kader van de toelatingsprocedure draagt het faculteitsbestuur zorg voor een afspraak met de student over de individuele inrichting van het door hem te volgen programma. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 11

2. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een introductieprogramma voor de student bij de aanvang van zijn opleiding. 3. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen van het programma in het belang van de aansluiting op de wetenschapsbeoefening of de beroepsuitoefening buiten de universiteit. Paragraaf 6 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: - het onderwijsprogramma zoals vastgesteld in artikel 4.2; - enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 6.2 Bekendmaking 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 6.3 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2008. Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 1 juli 2008. Onderwijs- en Examenregeling Master CIW, pagina 12