BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil.

Vergelijkbare documenten
ONBEVAARBARE WATERLOPEN PROVINCIAAL REGLEMENT. Aan de Gemeentebesturen in de Provincie Antwerpen.

Koninklijk besluit houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen... 1

HOOFDSTUK I CLASSIFICERING VAN DE ONBEVAARBARE WATERLOPEN

Provinciaal Reglement betreffende de onbevaarbare waterlopen K.B. 03/03/1955 gewijzigd op 13/12/1957 en 14/04/1967

Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen Wet van 28 december 1967

28 DECEMBER 1967: WET BETREFFENDE DE ONBEVAARBARE WATERLOPEN

Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen... 1

BERG VAN BARMHARTIGHEID

28 DECEMBER 1967: WET BETREFFENDE DE ONBEVAARBARE WATERLOPEN

VERHAALBELASTING OP HET AANLEGGEN VAN RIOLEN (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

: Landsverordening uitvoering verdrag betreffende de burgerlijke. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) Artikel 1

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

Ieder voor zover zij daartoe bevoegd zijn,

REGLEMENT HERSTELLING OPENBARE RUIMTE NA INNAME OF WERKZAAMHEDEN

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december 2018)

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Hoofdstuk I. Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5.

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

DECREET van 19 november 1980, houdende machtiging tot oprichting van de Stichting Staatsziekenfonds (S.B no. 120).

zelf werken aan een waterloop een machtiging aanvragen

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

GEMEENTELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DE NIET-GEKLASSEERDE WATERLOPEN

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie

Verordening op het beheer en het gebruik van de gesloten gemeentelijke begraafplaatsen

==================================================================== Artikel 1

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

DE GEMEENTERAAD, BESLUIT:

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

Gemeente Zandhoven Liersebaan Zandhoven. Technische Dienst

Na wijziging A.V. van 20/03/2018 Goedgekeurd door VMM op

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 22 juni 2015)

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Dat dit reglement op de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014 door een beslissing van het College op 26 juni 2014 aangepast is;

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

FEDERATIE DER BELGISCHE DIAMANTBEURZEN V.Z.W. REGELEMENT VAN DE COMMISSIE VAN SCHULDVEREFFENING

==================================================================== Artikel 1

7. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 100% van de som van de verhaalbare uitgaven, verhoogd met de intresten.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

Reglement op het aanbrengen door verenigingen van publiciteit in de gemeentelijke infostanden en op de aankondigingsborden en -zuilen

De raad zendt hiervan binnen achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Geconsolideerde tekst. Lijst der wijzigende teksten :

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

Zij zullen daarenboven inhouden de aanwijzing voorgeschreven bij art. 13.

BESLUIT ONDERMANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING EL&I DIENST LANDELIJK GEBIED PROVINCIE DRENTHE 2012

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JOOST-TEN-NODE RENOVATIEPREMIES VOOR WONINGEN GEMEENTELIJK REGLEMENT

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JOOST-TEN-NODE PREMIES VOOR DE RENOVATIE VAN WONINGEN GELEGEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE GEMEENTE SINT-JOOST-TEN-NODE

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERDRAG BETREFFENDE DE BURGERLIJKE RECHTSVORDERING

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet ;

MONUMENTENVERORDENING 2006

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

==================================================================== Artikel 1

Reglement van INWENDIGE ORDE

Wijzigingen aan de wet onbevaarbare waterlopen: praktische implicaties en provinciale invulling

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 22ste maart 1994 ter uitvoering van artikel 358 van het burgerlijk wetboek. Datum ondertekening

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Hoofdstuk 1. Algemeen

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE

Provinciaal blad 2011, 15

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet ;

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Verhaalbelasting op het aanleggen van riolen voor de aanslagjaren , met ingang van 01/07/2016

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

COÖRDINATIE-OVEREENKOMST (MODEL I) Inzake de bouw van... (1) 1... (2) gevestigd te... (3) nader te noemen de opdrachtgever.

Opschrift gewijzigd bij decreet van 12 februari 2004, art. 1 (inw. 29 maart 2004) (B.S )

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Artikel 1 1. Artikel 2

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Transcriptie:

BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil. Gelet op de beslissing van de provinciale raad van Antwerpen dd. 28 oktober 1954, houdende vaststelling van het provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen; Gelet op het advies van Onze Minister van Landbouw; Gelet op de wetten van 7 mei 1877, 15 maart 1950 en 16 februari 1954; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, HEBBEN WIJ BESLOTEN TEN BESLUITEN WIJ : Artikel 1. Voorenvermelde beslissing van de provinciale raad van Antwerpen dd. 28 oktober 1954 wordt goedgekeurd. Art. 2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Elisabethville, 27 mei 1955. BOUDEWIJN. Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. VERMEYLEN. De Provincieraad van Antwerpen, Gelet op de wet van 7 mei 1877 op de politie der niet bevaarbare en niet vlotbare waterlopen en op de wet van 15 maart 1950 tot wijziging van de wetgeving betreffende de onbevaarbare waterlopen, deze laatste gewijzigd door de wet van 16 februari 1954; Gelet op de verordening op de Provinciale Technische dienst dd. 12 april 1928, gewijzigd door opvolgende besluiten van de Provinciale Raad; Gelet op de noodzakelijkheid, die verordening in overeenstemming te brengen met de hierboven bedoelde wettelijke schikkingen; Gelet op de Provinciewet;

Besluit : De bepalingen van art. 38 tot 69 van Kapittel III van hoger aangehaalde verordening op de Provinciale Technische dienst zijn afgeschaft en vervangen door volgend provinciaal reglement op de onbevaarbare waterlopen. TITEL I. Gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken. Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. ART. 1. De waterlopen die het voorwerp uitmaken van het tegenwoordig reglement, zijn degene welke voorkomen of zullen ingeschreven worden in de beschrijvende tabellen bedoeld in art. 3 van de wet van 15 maart 1950 en gerangschikt zijn in een der drie categorieën voorzien onder art. 2 van bedoelde wet en in de gezamenlijke plans door de bestendige deputatie opgemaakt. ART. 2. De agenten bedoeld in de art. 4 en 6 der wet van 15 maart 1950, zijn deze van het Ministerie van Landbouw, de Hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Technische dienst en de door deze laatste aangeduide agenten van zijn dienst. ART. 3. Elk jaar tussen 1 juni en 15 september, behalve voor de waterlopen van 1 e categorie, waarvoor het onderzoek zal geschieden gedurende de maand maart, zullen de aangestelde agenten van de Provinciale Technische dienst zich ter plaatse begeven om, in gezelschap van een afgevaardigde van het Schepencollege, over te gaan tot het bezoek der waterlopen. Dit bezoek zal ten doel hebben te bepalen : a) aan welke waterlopen der gemeenten, gedurende het volgende begrotingsjaar de uitvoering van werken noodzakelijk is; b) het soort van werken dat zal moeten uitgevoerd worden; deze werken omvatten : Uitroeiing en verwijdering van wortels, boomtakken, houtgewas, bomen, waterplanten, kruidruiming. Het wegnemen van plaatselijke hindernissen, vrijmaken van de kunstwerken en hun toegangen (waterleidingen, overwelvingen, kanalisaties). Het terug onder profiel brengen, wegnemen van de aanslibbingen, bezinkingen, eilandjes, versterking van dijken, in regel brengen van bermen, derwijze dat overal de breedte en diepte van de waterloop behouden blijven, zoals bepaald in de beschrijvende tabellen. Deze werken zullen uitgevoerd worden bij openbare aanbesteding of in eigen bedrijf. ART. 4. Dit bezoek wordt gebracht door de door de directeur van de Provinciale Technische dienst aangewezen agenten. Als gevolg aan dit bezoek zal de Provinciale Technische dienst voor de waterlopen :

a) aan elke gemeente een zo nauwkeurig mogelijke raming overmaken van de kosten der uit te voeren werken; hij waakt er op dat die ramingen op de gemeente toekomen voor de tijdstippen bepaald bij art. 139 der Gemeentewet voor de vaststelling der begrotingen, ten einde de gemeenteraden in staat te stellen in de begroting de nodige kredieten te voorzien tot uitvoering der werken; b) hij maakt vervolgens met de grootste zorg voor elke gemeente een gedetailleerd en definitief bestek op van de uit te voeren werken. Voor de waterlopen van 1 e categorie wordt dit bestek met het lastenkohier langs hiërarchische weg aan het Ministerie van Landbouw overgemaakt, derwijze dat dit Departement voor 1 mei in het bezit is van de ramingen der werken die in de loop van het volgend jaar dienen uitgevoerd; c) in verstandhouding met elk der belanghebbende gemeentebesturen doet hij overgaan tot de aanbesteding op grond van dit bestek en van het type lastenkohier bedoeld bij art. 5; de werken uit te voeren aan de waterlopen van 1 e categorie zullen slechts in aanbesteding gegeven worden, na goedkeuring van bestek en lastenkohier, door de heer Minister van Landbouw; d) hij maakt het dossier met zijn advies aan het gemeentebestuur over ter goedkeuring van het bestek en aanduiding van de uitvoerder der werken; e) na toewijzing door de gemeente, onderwerpt deze de bundel aan de bestendige deputatie, voor goedkeuring. De uitvoering van die pleegvormen zal volbracht worden derwijze dat de bestendige deputatie in het volledig bezit van het dossier zal gesteld worden ten laatste op 15 maart van het daaropvolgende jaar. ART. 5. De bestendige deputatie zal een type lastkohier opmaken voor alle ruimingswerken die bij aanbesteding dienen uitgevoerd. ART. 6. De bestendige deputatie zal ieder jaar het tijdvak bepalen tijdens hetwelk de gewone ruiming zal geschieden der waterlopen van 2 e en 3 e categorie. Dit besluit zal op de gebruikelijke wijze afgekondigd en in iedere gemeente aangeplakt worden, ten minste acht dagen voor de aanvang van de werken, behalve bij dringendheid, vast te stellen door de Hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Technische dienst. ART. 7. De jaarlijkse ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken te verrichten aan de onbevaarbare waterlopen der 2 e en 3 e categorie en hun aanhorigheden worden uitgevoerd door de zorgen der gemeentebesturen, onder het toezicht van de Provinciale Technische dienst. ART. 8. Voor het uitvoeren der gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken in de waterlopen van 2 e en 3 e categorie zullen de gemeentebesturen zich rechtstreeks verstaan met de Provinciale Technische dienst, en in gemeenschappelijk overleg de aard en de omvang der werken regelen. De bestendige deputatie zal, zo nodig, een bijzonder toezichter benoemen.

ART. 9. De ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken zullen stroomopwaarts gelijktijdig op de twee oevers uitgevoerd worden. Zij zullen de werken omvatten, uiteengezet in art. 3, litt. b). ART. 10. De grond voortkomende van de ruiming zal dienen om de dijken of de oevers te herstellen, te verhogen en te versterken desnoods met bijgebruik van rijswerk of ander materialen. De overblijvende grond zal worden neergelegd op minstens een meter afstand van de boorden. Overeenkomstig art. 10 van de wet van 15 maart 1950 kan door de bestendige deputatie in het lastenkohier der uit te voeren werken, in uitzonderlijk geval voorzien worden dat zekere oevers geheel of gedeeltelijk ontlast zullen worden van de producten van de ruiming. ART. 11. De oevers der waterlopen zullen hellend afgestoken worden, en waar noodzakelijk, van alle hout en struikgewas gezuiverd. ART. 12. - De afmetingen in breedte en diepte voor de waterlopen vastgesteld, hetzij door oude verordeningen of door het gebruik, hetzij door nieuwe akten der openbare overheid zullen behouden worden. ART. 13. Ongeacht de werken van jaarlijkse ruiming, mag de bestendige deputatie de gemeentebesturen en de bij art. 2 van tegenwoordig reglement bedoelde agenten gehoord, een bijzondere ruiming voorschrijven telkens de vrije afloop van de waters zal belemmerd zijn. De bijkomende ruimingen worden gedaan volgens dezelfde regelen zoals deze vastgesteld voor de gewone ruimingen. ART. 14. Bovendien zij de gemeentebesturen gehouden te allen tijde en volgens dezelfde regelen de onmisbare werken van onderhoud en herstelling te doen uitvoeren ter voorkoming hetzij van de dijkbreuken, hetzij van de vorming van hindernissen die schadelijk zijn voor de afloop van het water. Bij ongevallen of hindernissen van die aard, zullen ze ambtshalve en onmiddellijk voorzien in de passende werken en maatregelen treffen om aan de toestand te verhelpen. De aldus gedane uitgaven zullen verhaald worden als onkosten van gewone ruiming. ART. 15. Indien een gemeentebestuur zou verwaarloosd hebben de maatregelen te treffen nodig om de volledige uitvoering te verzekeren van de werken bedoeld bij art. 3, 13 en 14 hierboven vanaf de kennisgeving van het bezoek aan de waterlopen tot aan het verhaal van de ruimingskosten op de boordeigenaars in voorkomend geval -, mag de bestendige deputatie al de nodige maatregelen ambtshalve voorschrijven en een bijzonder commissaris gelasten te handelen in plaats van het in gebreke blijvend bestuur, overeenkomstig de bepalingen van art. 88 der Gemeentewet. ART. 16. De onderhouds- en herstellingswerken voorzien bij art. 9 der wet van 15 maart 1950 dienen uitgevoerd te worden met goede materialen, op een stevige wijze en overeenkomstig de regelen van goede constructie.

ART. 17. Indien de boordeigenaars of uitbaters van nijverheidsinstellingen, die krachtens art. 9 der wat van 15 maart 1950 bijzondere verplichtingen te dragen hebben, die voorgeschreven werken niet uitvoeren of ze slecht uitvoeren, zal de bestendige deputatie, en voor de waterlopen van 1 e categorie, het Ministerie van Landbouw, ze ambtshalve kunnen doen uitvoeren op kosten der nalatigen, door tussenkomst van de Provinciale Technische dienst. De onkostenstaten worden vastgesteld door de bestendige deputatie en hun bedrag wordt teruggevorderd zoals gezegd bij art. 22. ART. 18. De bijdragen van de boordeigenaars, uitbaters van nijverheidsinstellingen en andere gebruikers zijn eisbaar in geld. ART. 19. De gemeenten zullen in hun jaarrekeningen een bijzonder artikel inlassen voor de ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de voorschriften van het tegenwoordig reglement. Hoofdstuk II. Bepalingen betreffende de waterlopen der 1 e categorie. ART. 20. De uitgaven voortvloeiende uit de uitvoering der werken uitgevoerd aan de waterlopen der 1 e categorie zullen betaald worden aan de aannemers door de Provincie Antwerpen, die dit bedrag met 5 % zal verhogen als vergoeding voor ereloon en toezichtskosten. De Provincie zal aan de Staat en aan de belanghebbende gemeenten het bedrag van hun aandeel in de tussenkomst in de prijs der werken, verhoogd met bovenbedoelde 5 %, terugvorderen. Voor terugvordering van het aandeel van de Staat, zal de afrekening met bewijsstukken aan het Ministerie van Landbouw overgemaakt worden voor 1 maart van het jaar volgend op het jaar van uitvoering der werken. De terugbetaling van het aandeel der gemeente zal geschieden na overmaking van het besluit der bestendige deputatie tot omslag der kosten. ART. 20 (aanvulling) De terugvordering van de ruimingskosten voor waterlopen van 1 e categorie, om te slagen op grond van art. 8 van de wet van 15 maart 1950 zal geschieden overeenkomstig de regelen geldend voor de inning van de directe belastingen. Antwerpen in deputatiezitting van 18.05 1956 goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 26.06.1956. Hoofdstuk III. Beschikkingen betreffende de werken aan de waterlopen der 2 e en 3 e categorie. ART. 21. De werken uitgevoerd aan de waterlopen der 2 e rechtstreeks aan de aannemer betaald worden. en 3 e categorie zullen Voor de werken aan waterlopen der 2 e categorie zal de gemeente van de Provincie het aandeel van deze laatste vorderen. Zij zal bij haar aanvraag een exemplaar van de afrekening der werken toevoegen.

ART. 22. De opvordering van de aandelen, vastgesteld voor het verhalen van een gedeelte van de ruimingskosten ten laste gelegd van de boordeigenaars, uitbaters van nijverheidsinstellingen of andere gebruikers, zal geschieden overeenkomstig de regelen van kracht voor de opvordering der rechtstreekse staatsbelastingen zonder afbreuk te doen aan de beschikkingen van art. 18 van par. 2 der wet van 15 maart 1950, hogervernoemd. De gemeenteraad zal te dien einde, volgens het model vastgesteld door de bestendige deputatie en binnen de 15 dagen volgend op het besluit inzake afrekening der werken, een verdelingsrol opmaken, waarbij het kostenaandeel der betrokkenen wordt aangeduid. Deze verdelingsrol dient door de bestendige deputatie uitvoerbaar verklaard, overeenkomstig de bepalingen van art. 7 der wet van 15 maart 1950. TITEL II. Verbeterings- en rechtmakingswerken. Omslag der onkosten. ART. 23. De uitvoering van de buitengewone verbeterings- en rechtmakingswerken aan de onbevaarbare waterlopen geschiedt onder de leiding van de Provinciale Technische dienst, op kosten van de aanvragers, desgevallend met geldelijke tussenkomst van Provincie en Staat, met inachtneming van de bepalingen van art. 11 tot en met 15 van de wet van 15 maart 1950. De plannen zullen gedurende vijftien dagen neergelegd worden in iedere gemeente op wier grondgebied de uitvoering van de werken is voorzien. De nederlegging dezer plannen zal vooraf door het Schepencollege aangekondigd worden door een bericht dat zal uitgehangen worden. Na verloop van de termijn beraadslagen de gemeentebesturen over de ingediende bezwaren en zenden deze met hun met redenen omkleed advies aan de bestendige deputatie, die het ontwerp voor koninklijke goedkeuring aan de heer Minister van Landbouw voorlegt. ART. 24. De bestendige deputatie zal de verdeling der kosten bepalen, overeenkomstig art. 79 der provinciewet. De verdeling zal voor grondslag hebben de uitgestrektheid overstroombare grond onder iedere gemeente gelegen, volgens afzonderlijke plannen door de Provinciale agenten opgemaakt. Die plannen zullen ter inzage der belanghebbenden nedergelegd worden, overeenkomstig de voorschriften van art. 23. Daarbij zullen de eigenaars van gronden, op de plannen als overstroombaar aangeduid, door de zorgen der gemeentebesturen bij middel van aangetekende brieven verwittigd worden. Hun reklamen zullen gebeurlijk binnen de vijftien dagen bij die gemeentebesturen moeten ingediend worden. Deze zullen die bezwaren met hun advies verzenden naar de bestendige deputatie die er uitspraak zal over doen, onder voorbehoud van eventuele toepassing der bepalingen van art. 12 der wet van 15 maart 1950. ART. 25. De gemeenten zullen plaatselijk belastingen mogen stellen teneinde hun uitgaven geheel of gedeeltelijk te verhalen.

Deze belastingen zullen ingevoerd worden onder vorm van omslagbelastingen en ten laste gelegd van de eigenaars der gronden welke voorkomen op de plans van het verbeteringsontwerp. De naar deze gegevens opgestelde rollen worden vastgesteld door de gemeenteraad; alle formaliteiten voor heffing van omslagbelastingen o.m. onderzoek en uitvoerbaarverklaring, dienen nageleefd. De inning der belasting geschiedt zoals inzake rechtstreekse omslagbelastingen. TITEL III. Politie. Hoofdstuk I. Bouwen of planten langsheen of op een waterloop. ART. 26. Het is verboden op een afstand van minder dan 12 m van de waterlopen te bouwen of te planten zonder voorafgaande toelating van het College van Burgemeester en Schepenen, dat de lijnrichting voorschrijft, behoudens beroep bij de bestendige deputatie binnen de maand te rekenen van de betekening der beslissing; van deze mogelijkheid van beroep zal kennis gegeven worden in de betekening. In algemene regel wordt de lijnrichting als volgt vastgesteld: a) gebouwen, bomen en stronken op minstens 1,50 m van de boord; b) afsluitingen, hagen en schaarhout op minstens 1 m ervan. Geen beplanting mag op de oevers, noch onmiddellijk tegen de boorden gedaan worden zonder voorgaande machtiging der bestendige deputatie. Alle werk of beplanting in tegenstrijd met deze verordening opgericht of uitgevoerd zal op kosten van de overtreders afgebroken of weggeruimd worden. ART. 27. Geen molen, fabriek, brug, sluis, versperring, keerdam en in het algemeen geen blijvend of tijdelijk werk van aard om enige invloed uit te oefenen op de loop van het water, mag opgericht, weggeruimd of gewijzigd worden zonder voorafgaande machtiging van de bestendige deputatie, die de voorwaarden en de aard der vergunning regelt. ART. 28. In het machtigingsbesluit zal altijd uitdrukkelijk bedongen worden dat, zo er aan de voorgeschreven voorwaarden niet voldaan wordt, de toelating zal kunnen ingetrokken worden en dat er nooit, onder welk voorwendsel ook, schadeloosstelling of vergoeding door de verkrijger of door zijn vertegenwoordigers geëist zal kunnen worden, wanneer het Staatsbestuur, de provincie of de gemeente het passend zou oordelen werken te verrichten aan de waterloop waarop het gebouw gelegen is. ART. 29. De besluiten door de bestendige deputatie te nemen luidens art. 27 en 31 worden voorafgegaan van een onderzoek van commodo et incommodo in de betrokken gemeenten.

De onkosten van het administratief onderzoek waartoe de oprichting, de wegruiming of de verandering der door particulieren uitgevoerde werken, zullen aanleiding geven, vallen ten laste van de verzoekers en worden eventueel geïnd, na vaststelling en uitvoerbaarverklaring door de bestendige deputatie van de verdelingsrol, zoals in zake van rechtstreekse belastingen ten bate van het Rijk. ART. 30. Eigenaars en genothebbers zijn verplicht aan hun waterverlaten de door de bestendige deputatie bepaalde opening te geven en te behouden. De kleppen en draaiwerken der molens en fabrieken zullen in dier voege gemaakt en desnoods gewijzigd worden dat het onderste gedeelte der schoven altijd boven het gewone peil van het water kan opgehaald worden. Het is verboden boven de toegestane of erkende sluizen of schoven, stroombalken of andere voorwerpen, die de loop van het water zouden stremmen, te plaatsen. ART. 31. De bestendige deputatie zal aan de fabrieken en andere versperringen de peilspijkers doen plaatsen die zij nodig acht. De hoogte van het peil moet de onveranderlijke lijn uitmaken boven welke de waters nooit mogen opgehouden worden. Wanneer het water boven de hoogte van het peil klimt, zal de eigenaar of de genothebber gehouden zijn, de schoven op te halen en het water te laten zakken tot op de hoogte van het door de bestendige deputatie opgelegde peil. ART. 32. Eigenaars en genothebbers zijn gehouden voor het openen en sluiten der sluizen en dezer val- en vleugeldeuren, zich te gedragen naar de bevelen van de bestendige deputatie. Zij zijn insgelijks gehouden, in geval van nood of wanneer het water boven het peil stijgt, te gehoorzamen aan de bevelen van het gemeentebestuur of van de agenten, die gelast zijn met het vaststellen of het aangeven der overtredingen. ART. 33. Eigenaars en genothebbers zijn verantwoordelijk voor alle schade welke het water zou veroorzaken aan de openbare wegen of aan de eigendommen van particulieren, door de te hoge stand van het verlaat of anderszins, zelfs dan wanneer het water de hoogte van het peil niet zou hebben overtroffen. Om deze schade te doen ophouden of om de terugkeer ervan te voorkomen, zal de bestendige deputatie de uitvoering van de nodige werken voorschrijven of ook de hoogte van de peilspijker verminderen. ART. 34. De uitbaters van nijverheidsinstellingen en andere gebruikers zijn, bij toepassing van de beschikkingen van art. 25 en 26 der wet van 7 mei 1877 gehouden persoonlijk de werken te bewaren die hun waterophoudingen inhouden, en er over te waken, zonder dat hun dienaangaande enig bevel dient te worden gegeven, dat het peil niet overschreden wordt en zelfs dat de tegenstroom, die zou ontstaan stroomopwaarts van hun

fabrieken door de handhaving van het water op hoogte van het peil, niet schadelijk wordt voor de hoger gelegen eigendommen. ART. 35. Alle afdamming die van ambtswege zou geopend zijn, zal niet mogen gesloten worden dan na een formele en geschreven machtiging van de agent die de opening ambtshalve zou bevolen hebben of van een ambtenaar van hogere graad. In geen geval zullen de afdammingen, geopend ter gelegenheid van een waterstijging, terug mogen gesloten worden alvorens er door de bevoegde dienst werd vastgesteld dat die sluiting niet kan schaden aan het droogmaken van de overstroomde gronden binnen de kortst mogelijke tijd. Hoofdstuk II. Vuile waters. Tappingen. ART. 36. Lozingen van afvalwaters niet voortkomend van gemeenteriolen mogen slechts gevestigd worden, mits machtiging der bestendige deputatie, in de gevallen en in de voorwaarden voorzien bij de wet van 11 maart 1950, op de bescherming der waterlopen tegen verontreiniging. ART. 37. Al wie een watertapping zal instellen om er gebruik van te maken overeenkomstig de bepalingen van art. 64 van het burgerlijk wetboek, zal gehouden zijn een buis met schof of een sluis met klep te doen maken, opdat de waters kunnen aflopen zonder de aanpalende eigendommen te benadelen. TITEL IV. Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. ART. 38. Het is verboden, zonder voorafgaande toelating der bestendige deputatie, de bedding van een waterloop te verleggen. ART. 39. Het is insgelijks verboden, zonder voorafgaande toelating van de bestendige deputatie : 1 grond van een waterloop in te palmen of schade toe te brengen aan zijn gewone en regelmatige staat door wegneming van graszoden, aarde, slijk, zavel, kiezelzand of andere materialen; 2 de boorden of de dijken te beschadigen, te verlagen of te verzwakken op welke wijze ook; 3 de waterlopen te verstroppen, er om het even welke voorwerpen in te storten of neer te leggen, die de vrije loop kunnen belemmeren; 4 de peilspijkers weg te nemen of te verplaatsen, ophoogbalken te gebruiken of op welke wijze ook de wettige staat der molens, fabrieken of waterafleidingen te veranderen;

5 in een waterloop te werpen of te lossen vaste of vloeibare stoffen, welke het water kunnen bederven of besmetten, er kemp of vlas te laten in wijken of rotten; 6 mesthopen neder te leggen op de dijken of de boorden der waterlopen. ART. 40. Indien een waterloop verscheidene gemeenten van dezelfde provincie aanbelangt, wordt er, ingeval van geschil tussen de gemeentebesturen omtrent de vraagpunten betreffende het beheer ervan, door de bestendige deputatie uitspraak gedaan overeenkomstig de bepalingen van art. 79 der provinciale wet. Wanneer een waterloop meer dan een provincie, of gemeenten horende bij meer dan een provincie, aanbelangt, wordt er, ingeval van geschil, uitspraak gedaan door de Koning. Hoofdstuk II. Gebeurlijk beroep tegen de beslissingen van de bestendige deputatie. ART. 41. Er kan bij de Koning beroep aangetekend worden tegen de beslissingen van de bestendige deputatie, genomen krachten de art. 17, 22, 23, 24, 25, 27, 30, 33. Hoofdstuk III. Toezicht en politie. Overtredingen en verantwoordelijkheid. ART. 42. De in art. 17 van de wet van 15 maart 1950 bedoelde behoorlijk beëdigde agenten van het Ministerie van Landbouw, alsmede de heer Hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Technische dienst en de door hem aangeduide agenten van zijn dienst hebben ten zelfden titel als de agenten der gerechtelijke politie, het recht de overtredingen inzake politie op de waterlopen vast te stellen en proces-verbaal ervan op te maken. Ook de beambten van het beheer van bruggen en wegen kunnen de overtredingen van de art. 27 en 32 vaststellen. Al de overtredingen op de bepalingen van het tegenwoordig reglement zullen bewezen en vervolgd worden zoals inzake van eenvoudige politie. Het openbaar ministerie zal van ambtswege kunnen vervolgen op grond van de door hem ontvangen processen-verbaal. ART. 43. De overtreders van het onderhavig reglement zullen gestraft worden met boete van eenvoudige politie, ongezien de zwaardere straffen, door het strafwetboek voorzien. ART. 44. Buiten de toezending ervan aan het Bestuur der Registratie voor het innen der boeten, wordt elk vonnis van veroordeling waarbij het herstel van de overtredingen wordt bevolen, door de zorgen van het Openbaar Ministerie bij de Politierechtbank, aan het gemeentebestuur toegezonden, dat het zal moeten uitvoeren binnen de voorgeschreven termijn. Het gemeentebestuur zal een dubbel der door de gerechtelijke overheid genomen beslissing toezenden aan de Provinciale Technische dienst.

Uittreksels der beslissingen, die de verdwijning der constructies of de wegneming der beplantingen zullen bevelen, zullen overgemaakt worden aan de bevoegde Procureur des Konings. ART. 45. Ten einde herstel te bekomen van alle aan de waterlopen berokkend nadeel kunnen de gemeenten een burgerlijke rechtsvordering inspannen. Indien zij in gebreke blijven, kan de bestendige deputatie een bijzonder commissaris gelasten in haar naam te handelen, overeenkomstig art. 88 der gemeentewet. ART. 46. Wanneer de voorgeschreven werken, de gegeven bevelen of de uitgesproken vonnissen niet uitgevoerd worden, doet de bestuurlijke overheid zulks van ambtswege op kosten van de overtreders. De onkosten worden ingevorderd volgens een rol zoals inzake rechtstreekse belastingen ten bate van het Rijk. Hoofdstuk IV. Allerlei. ART. 47. Het tegenwoordig reglement vervangt de vroegere reglementen terzake en heft de bepalingen op van de artikelen 8, 9, 11 en 13 van de verordening op de Provinciale Technische dienst, in zover zij betrekking hebben op het regiem van de onbevaarbare waterlopen. ART. 48. De beschikkingen van dit reglement doen geen afbreuk aan de reglementen van de Polders en Wateringen. Zo het voordeel van art. 19 van de wet van 15 maart 1950 op de onbevaarbare waterlopen werd verkregen, zal voor de verrichtingen welke van de Provinciale Technische dienst uitgaan met betrekking tot de controle op de uitvoering van de gewone en verbeteringswerken aan de waterlopen in de omschrijving van Polders en Wateringen, na overleg, met de besturen dezer verenigingen worden gehandeld. ART. 49. Dit reglement zal onderworpen worden aan de goedkeuring van de Koning. Vastgesteld door de Provinciale Raad van Antwerpen, in zitting van 28 oktober 1954. Bij verordering : De Provinciale Griffier, Rob. PICAVET De Voorzitter, P.-A. ROMMENS