Onderzoeksrapport. Morele dilemma s voor de gerechtsdeurwaarder bij ontruiming van woningen.



Vergelijkbare documenten
Beoordeling. h2>klacht

IN OPDRACHT VAN STRUYCKEN ADVOCATEN. De gerechtsdeurwaarder en de betekening van het proces-verbaal.

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

betaald krijg? met beslag op mijn goederen. Kan ik dat voorkomen? beslag op mijn goederen. Kan ik dat voorkomen? Waar kan ik terecht? brengen?

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ECLI:NL:RBROT:2017:886

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

KLACHTENREGELING. Inleiding

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

1

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG);

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

ALGEMENE VOORWAARDEN. De onderhavige voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten die tussen partijen zijn gesloten; 1.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit College van BenW

Incasso Network Company Lawyers

Explootboekje. Zuyd Gerechtsdeurwaarders

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

Algemene voorwaarden en tarieven Haenen Gerechtsdeurwaarders te Maastricht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

Tarieven overzicht Van der Vleuten & Van Hooff Gerechtsdeurwaarders B.V.

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING ALFISURE 1. ALGEMEEN.

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

Algemene voorwaarden en tarieven Haenen Gerechtsdeurwaarders te Maastricht

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso)

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten

Algemene Voorwaarden Coöperatieve vereniging KasCoöperatie U.A.

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso)

ALGEMENE VOORWAARDEN KARANSINGH & PARTNERS GERECHTSDEURWAARDERS

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van:

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING JOHN VAN VLIET FINANCIEEL ADVIES OP HET TERREIN VAN VERZEKERINGEN, PENSIOENEN EN ANDERE EMPLOYEE BENEFITS

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e),

ALGEMENE VOORWAARDEN

1 Begrippen. Algemene voorwaarden

1.327,20 als hoofdsom in verband met achterstallige verzekeringspremies; 42,49 als tot op dat moment vervallen wettelijke rente over de hoofdsom;

W.W.M. (Wilbert) van de Donk, voorzitter KBvG. Afwegingskader executie / beslag roerende zaken

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

de incassowerkzaamheden, het geven van adviezen, het verlenen van rechtskundige bijstand, het voeren van procedures enz.

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

Algemene voorwaarden Van toepassing op de opdrachten verleend aan Boutkan Accountancy B.V. te Kwintsheul

1. Toepassingsgebied 2. Definities 3. Aanvaarding

ECLI:NL:RBNHO:2015:10543

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAKADI ASSURANTIEN C.V. OP HET TERREIN VAN RISK MANAGEMENT, VERZEKERINGEN EN EMPLOYEE BENEFITS

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv van 22 juli 2010

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten.

1. Inleiding Van wie wij gegevens verzamelen Waarom wij gegevens verzamelen Door ons verzamelde gegevens...

ECLI:NL:RBLEE:2010:BL7144

Volgens het overgangrecht blijven de huidige regels gelden als voor de datum van inwerkingtreding de executie is aangezegd

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen

2.1 HNL Incassodiensten B.V. is gevestigd te Lelystad. 2.2 Cliënten zijn opdrachtgevers die HNL Incassodiensten B.V. een opdracht verstrekken.

Algemene voorwaarden van HNL Debiteurenbeheer & Incasso C.V. te Lelystad. 1. Toepassingsgebied

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Rapport. Rapport over een klacht over gerechtsdeurwaarder X te Rotterdam. Datum: 6 april Rapportnummer: 2012/058

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân.

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2.2 Assurantie Service Jan van Veen behoudt zich het recht voor opdrachten zonder opgave van redenen te weigeren.

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

1. Algemeen. Gegevensbescherming

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAN NL PENSIOEN OP HET TERREIN VAN PENSIOENEN EN EMPLOYEE BENEFITS

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

Artikel 1 Verhaal van bijstand Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

SURINAME. WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 1962 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME NO. 106

1. ALGEMEEN. 2. OVEREENKOMST.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Algemene voorwaarden van de maatschap Deurwaarderskantoor Hanemaayer & De Boer

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

Groot en de Lange Boekhouden V.O.F.

Algemene Voorwaarden De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V.

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Tarievenblad Tussenpersoon en Syncasso

Een aanzegging is een gerechtelijke mededeling. Voorbeelden zijn een aanzegging tot ontruiming en aanzegging openbare verkoop van roerende zaken.

Transcriptie:

Onderzoeksrapport Morele dilemma s voor de gerechtsdeurwaarder bij ontruiming van woningen. Naam: J. S. Mariska Werbata Scarlett Kolenbrander Klas: Werken in procespraktijk B Docent: E.H. Schotman Opdrachtgever: Stichting Eropaf! Datum: 31 januari 2012 0

Voorwoord Dit onderzoeksrapport is geschreven in opdracht van Stichting Eropaf!. Stichting Eropaf! is een stichting die een versnelling beoogt in het tot stand brengen van de uitwisseling van kennis en ervaring tussen alle denkbare partijen en kan worden aangemerkt als een kenniscentrum voor diverse partijen. Voor deze stichting onderzoeken wij de morele dilemma s van de gerechtsdeurwaarders bij de ontruiming van woningen. Voor Stichting Eropaf! proberen wij inzicht te krijgen in de ontruimingsprocedure. Wij zullen hierbij vooral kijken naar verplichtingen die een gerechtsdeurwaarder heeft alsmede of een gerechtsdeurwaarder enige keuzevrijheid heeft binnen deze procedure. Hierdoor ontstaat een beter inzicht in de procedure en in de beslisruimte van gerechtsdeurwaarders. Om hierop een antwoord te vinden hebben wij een hoofdvraag opgesteld en deze luidt als volgt: In hoeverre heeft een gerechtsdeurwaarder beslisruimte bij de ten uitvoerlegging van een vonnis, m.b.t. de ontruiming van een woning, naast zijn verplichting tot het verrichten van ambtelijke diensten. Dit rapport is bedoeld voor Stichting Eropaf!. Zij kunnen ons onderzoek gebruiken bij bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten voor bewoners over ontruimingen van woningen of het kan geplaatst worden op de site van Stichting Eropaf! Het rapport is tevens bedoeld voor gerechtsdeurwaarders, medewerkers van een deurwaarderskantoor, huurders, verhuurders en andere geïnteresseerden die geïnformeerd willen worden over het ontruimen van woningen en de rol daarin van de gerechtsdeurwaarder, de verhuurder en de opdrachtgever. Amsterdam, januari 2012 J.S. Mariska Werbata Scarlett Kolenbrander 1

Inhoudsopgave Voorwoord blz. 1 Verklarende woordenlijst blz. 3 Afkortingenlijst blz. 4 Samenvatting blz. 5 Inleiding blz. 6 Hoofdstukken 1. De wettelijke regelingen bij een ontruimingsprocedure blz. 7 2. Bevoegdheden van een gerechtsdeurwaarder blz. 8 3. De ministerie- en zorgplicht van een gerechtsdeurwaarder blz. 12 4. De invloed van een opdrachtgever op een gerechtsdeurwaarder blz. 17 5. Het financiële belang van een gerechtsdeurwaarder bij een ontruiming blz. 18 6. De gedragscode van een gerechtsdeurwaarder blz. 19 7. De onderhandelingsruimte van een gerechtsdeurwaarder blz. 21 Conclusie blz. 22 Literatuur en Bronnen blz. 23 Bijlage blz. 26 2

Verklarende woordenlijst Conservatoir beslag beslaglegging vóór een executoriale titel om het vermogen zeker te stellen; Dwangmiddelen middelen die een gerechtsdeurwaarder kan gebruiken waarmee hij druk uitoefent om het vonnis te executeren; Dwangsom geldsom die wordt opgelegd indien een debiteur niet aan een veroordeling in het vonnis voldoet; Executant iemand die een vonnis ten uitvoer brengt, de opdrachtgever; Executietraject procedure die wordt gevolgd om te voldoen aan het vonnis; Executoriaal beslag beslag dat wordt gelegd om de vordering te voldoen; Exploot door de gerechtsdeurwaarder opgemaakt ambtelijk stuk; Onderhandelingsruimte de ruimtemogelijkheid die een gerechtsdeurwaarder heeft om te onderhandelen bij het uitvoeren van zijn ambtshandeling; Proces-verbaal ambtelijk stuk opgemaakt door een gerechtsdeurwaarder waarin hij zijn bevindingen heeft opgenomen; Roerende goederen goederen die je kunt verplaatsen en die niet staan ingeschreven in de openbare registers; Vergezelplicht de gerechtsdeurwaarder dient bijgestaan te worden door de politie, slotenmaker en verhuisbedrijf. 3

Afkortingenlijst Awbi BW GDW Jo. KBvG Rv. Algemene wet op het binnentreden Burgerlijk Wetboek Gerechtsdeurwaarderswet Juncto Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering 4

Samenvatting Wij hebben dit onderzoek uitgevoerd om te kijken of een gerechtsdeurwaarder enige beslisruimte heeft bij het uitvoeren van zijn ambtelijke diensten. Wij hebben dit onderzoek vooral toegespitst op de ontruimingsprocedure. Een gerechtsdeurwaarder is conform zijn ministerieplicht verplicht ambtshandelingen te verrichten. Dit vormt een zekere waarborg voor zijn opdrachtgever, er is dan ook weinig ruimte voor een gerechtsdeurwaarder om een ambtshandeling te weigeren. De gerechtsdeurwaarder dient de ambtshandeling, omdat hij een publieke functie als openbaar ambtenaar heeft, uit te voeren. Daarnaast is een gerechtsdeurwaarder als enige bevoegd om executiemaatregelen, zoals de maatregelen worden genoemd welke noodzakelijk zijn voor het ten uitvoerleggen van een vonnis, te nemen. Een opdrachtgever dient gebruik te maken van de ambtelijke diensten van een gerechtsdeurwaarder om, indien niet vrijwillig aan het vonnis wordt voldaan, het vonnis ten uitvoer te leggen. Een gerechtsdeurwaarder is verplicht om de ambtshandelingen uit te voeren, echter heeft hij wel de mogelijkheid om te bemiddelen met de opdrachtgever. Dit kan een gerechtsdeurwaarder doen indien hij het niet wenselijk acht om de ambtshandeling op dat moment uit te voeren. De gerechtsdeurwaarder kan het uitvoeren van de ambtshandeling dus alleen, tijdelijk, uitstellen. De gerechtsdeurwaarder is uiteindelijk, indien de opdrachtgever dit wenst, verplicht de ambtshandeling uit te voeren. 5

Inleiding Voor Stichting Eropaf! hebben wij een onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de morele dilemma s waar een gerechtsdeurwaarder bij het ontruimen van woningen tegenaan kan lopen. Stichting Eropaf! is een stichting die een versnelling beoogt in het tot stand brengen van de uitwisseling van kennis en ervaring tussen alle denkbare partijen en kan dus worden aangemerkt als een kenniscentrum voor diverse partijen. Het aantal huisuitzettingen neemt toe, dit komt voornamelijk door opgelopen huurachterstanden. Wanneer een huurder minimaal drie maanden huurachterstand heeft, kan bij de kantonrechter om ontbinding van de huurovereenkomst worden verzocht. Wanneer de ontbinding wordt toegewezen heeft dit vaak ontruiming van de gehuurde woning tot gevolg. Dit kan leiden tot ernstige problemen voor het aantal mensen dat hierdoor op straat komen te staan. Deze mensen kunnen niet allemaal worden opgevangen door zorginstanties. In dit onderzoeksrapport zal de procedure met betrekking tot de ontruiming worden uitgewerkt. Uit de wet vloeien verplichtingen voort voor de gerechtsdeurwaarder met betrekking tot de ontruimingsprocedure, enerzijds zal naar deze verplichtingen worden gekeken en anderzijds zal worden gekeken in hoeverre een gerechtsdeurwaarder enige invloed/beslisruimte heeft binnen deze procedure. Het doel van dit onderzoek is om de ontruimingsprocedure onder de loep te nemen en hierbij vooral te kijken naar verplichtingen die een gerechtsdeurwaarder heeft alsmede of een gerechtsdeurwaarder enige keuzevrijheid heeft binnen deze procedure. Hierdoor ontstaat een beter inzicht in de procedure en in de beslisruimte van gerechtsdeurwaarders. Uiteindelijk schrijven wij dit rapport om aan te geven waar een gerechtsdeurwaarder beslisruimte heeft naast zijn ambtelijke verplichtingen. De vraag die in dit onderzoek centraal staat luidt als volgt: In hoeverre heeft een gerechtsdeurwaarder beslisruimte bij de ten uitvoerlegging van een vonnis, m.b.t. de ontruiming van een woning, naast zijn verplichting tot het verrichten van ambtelijke diensten. 6

Hoofdstuk 1. De wettelijke regelingen bij een ontruimingsprocedure In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de regelingen van een ontruimingsprocedure. Hierbij bekijken wij de procedure van het begin tot het eind. Verder zullen wij bekijken wat de rol is van de gerechtsdeurwaarder in deze procedure. Volgens art. 3 Gerechtsdeurwaarderswet (GDW) is een gerechtsdeurwaarder bevoegd tot het verrichten van ambtshandelingen op het grondgebied van Nederland. Een handeling is een ambtshandeling als de gerechtsdeurwaarder een opdracht krijgt van de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder is altijd verplicht om ambtshandelingen te verrichten als de opdrachtgever hem dit verzoekt, tenzij dit niet van hem kan worden verlangd, vanwege persoonlijke omstandigheden of wanneer de gerechtsdeurwaarder niet bereid is om de ambtshandelingen te voldoen, ex art. 11 GDW. Hij mag geen ambtshandelingen verrichten: Tegen zichzelf, zijn echtgenoot of een persoon met wie hij een duurzame relatie onderhoudt en samenwoont; zijn bloed- of aanverwanten, in rechte lijn onbepaald en in de zijlijn tot en met de derde graad. Indien de gerechtsdeurwaarder deze ambthandelingen wel verricht, zijn de handelingen nietig. De gerechtsdeurwaarder mag geen ambtshandelingen verrichten als de minister hem geen aanzegging heeft gedaan. Een aanzegging is een gerechtelijke mededeling, een bekendmaking bij een exploot. De aanzegging staat in de Staatscourant. Het exploot van de gerechtsdeurwaarder dient duidelijk, onder afkortingen en in overeenstemming met de wettelijke voorschriften te zijn opgesteld. Het exploot is gedateerd en ondertekend door de gerechtsdeurwaarder, tevens worden de verschuldigde kosten onderaan het exploot vermeld. Het originele exploot overhandigt de gerechtsdeurwaarder aan de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder dient wel een afschrift te bewaren van dit exploot, ex. art. 15 GDW. Wanneer de gerechtsdeurwaarder de opdracht krijgt tot het binnentreden van een woning of een ander gebouw, is hij verplicht zich te legitimeren, alvorens hij binnentreedt, ex. art. 13 GDW. Tevens is een gerechtsdeurwaarder verplicht, alvorens hij overgaat tot de ontruiming, de burgemeester en wethouders daarvan in kennis te stellen conform art. 14 GDW. 7

Hoofdstuk 2. Bevoegdheden van een gerechtsdeurwaarder In dit hoofdstuk worden de bevoegdheden van een gerechtsdeurwaarder weergegeven. Hierbij zal grotendeels van de Gerechtsdeurwaarderswet gebruik worden gemaakt. Dit heeft als reden dat in deze wet uitgewerkt is wat de bevoegdheden zijn van een gerechtsdeurwaarder. Deze wet is het uitgangspunt voor de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft verschillende taken. Dit zijn onder andere: - Uitbrengen van de dagvaarding; - opmaken van akten; - betekenen van juridische stukken; - vonnissen ten uitvoer leggen. De rechter wijst, bij het ten uitvoerleggen van het vonnis, de vordering toe door middel van een schriftelijk vonnis. Vervolgens komt dit vonnis bij de gerechtsdeurwaarder terecht die het vonnis dient te betekenen aan de debiteur en het daarbij overhandigt; - beslagleggen; - executeren van een vonnis; - toezicht houden bij openbare verkopen; - orde in de rechtszaal handhaven. Dit zijn de zogenoemde ambtelijke taken van de gerechtsdeurwaarder, art. 7 jo. 8 jo. 14 Gerechtsdeurwaardersreglement. Wanneer de gerechtsdeurwaarder ook zelfstandig ondernemer is, heeft hij ook niet-ambtelijke taken. Niet-ambtelijke taken zijn onder andere: - Buitengerechtelijke incasso van geldvorderingen; - juridisch advies verstrekken; - juridische bijstand in kantongerecht procedures verschaffen; - opstellen van algemene voorwaarden. De dagvaarding: Om een procedure aanhangig te maken bij de rechtbank dient een dagvaarding te worden uitgebracht. Het dagvaarden van de gedaagde wordt door een gerechtsdeurwaarder gedaan. Dit garandeert dat de gedaagde de dagvaarding daadwerkelijk ontvangt. De gerechtsdeurwaarder brengt de dagvaarding uit door middel van een exploot. Hierdoor wordt de gedaagde geacht kennis te hebben genomen van de procedure die tegen hem is gestart. Art. 1 Gerechtsdeurwaardersregelement stelt: - De gerechtsdeurwaarder begeeft zich naar de gedaagde en deelt hem mede, wie eist, wat er geëist wordt en waarom geëist wordt; - van dit relaas maakt de gerechtsdeurwaarder (zijnde een openbaar ambtenaar) een authentieke akte op, als bedoeld in art. 1:905 Burgerlijk Wetboek (BW); - de oorspronkelijke akte behoudt de gerechtsdeurwaarder, doch hij geeft het afschrift aan de gedaagde. 8

In de praktijk verloopt dit vaak op een andere manier. Allereerst wordt de dagvaarding ten kantore van de advocaat opgesteld. De dagvaarding wordt nu in tweevoud verzonden aan de gerechtsdeurwaarder. Het origineel en het afschrift zijn nu op zegel, zoals dat wordt genoemd. De gerechtsdeurwaarder gaat vervolgens naar de gedaagde en betekent aan hem de dagvaarding. Hij geeft het afschrift, het origineel houdt de gerechtsdeurwaarder zelf, aan de gedaagde in persoon of aan één van de huisgenoten. Dit wordt door de gerechtsdeurwaarder ook aangegeven op het afschrift. Volgens art. 46 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) overhandigt de deurwaarder de dagvaarding aan degene voor wie het is bestemd in persoon. Tevens mag de deurwaarder de dagvaarding aan een huisgenoot of een andere persoon die zich in de woning bevindt overhandigen, als deze zal zorgen dat de juiste persoon de dagvaarding tijdig ontvangt. Heeft de persoon voor wie de dagvaarding is bestemd geen bekende woonplaats, dan geschiedt de betekening ter plaatse van hun werkelijk verblijf, ex art. 54 Rv. Is ook de verblijfplaats niet bekend dan zal de betekening geschieden aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het gerecht waar de zaak moet dienen, ex art. 54 lid 2 Rv. Art. 54 lid 4 Rv vermeldt overigens dat de betekening geschiedt aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de verzoeker zijn woonplaats of werkelijk verblijf heeft, onder vermelding van de naam en het kantooradres van de gerechtsdeurwaarder. Is er geen bekende woon- of verblijfplaats dan geschiedt de betekening aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de rechtbank te s-gravenhage. Betekenen De gerechtsdeurwaarder betekent officiële stukken, maar ook vonnissen van de rechter. Door de betekening wordt degene tegen wie het vonnis is gericht geacht bekend te zijn met de inhoud. Als er een vonnis is tot betaling van een geldsom en dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, dan kan de gerechtsdeurwaarder het vonnis betekenen en hierbij een bevel tot betaling doen. Dit is de eerste daad van de tenuitvoerlegging. Dit mag direct geschieden. Executie Als een vonnis door de rechter is uitgebracht en dit vonnis een executoriale titel heeft, en de persoon aan wie het vonnis is gericht niet voldoet aan het bevel van de gerechtsdeurwaarder, kan de gerechtsdeurwaarder deze persoon dwingen tot uitvoering van het vonnis, art. 434 Rv. Ontruimingsprocedure Als de executie is gerealiseerd en het pand is verkocht aan een ander en deze persoon heeft de eigendom verkregen, maar de geëxecuteerde zit nog steeds in het verkochte pand, dan zal het pand gedwongen ontruimd moeten worden, art. 525 lid 3 Rv. De gerechtsdeurwaarder hoeft alleen maar het proces-verbaal te laten zien. De ontruiming geschiedt zoals vermeldt in de artt. 556 Rv jo. 557 Rv. Artt. 712 Rv jo. 734 Rv jo. 444 Rv geven aan hoe de gerechtsdeurwaarder moet handelen bij beslag in geval van: Gesloten deuren, art. 444 Rv: De gerechtsdeurwaarder heeft toegang tot elke plaats die nodig is voor de uitoefening van zijn taak. Voor het binnentreden in een woning bij afwezigheid van de beslagenen of zonder toestemming van de bewoner behoeft de gerechtsdeurwaarder en belastinggerechtsdeurwaarder niet een schriftelijke machtiging als bedoelt in de Algemene wet op het binnentreden indien en voorzover de wet daartoe de bevoegdheid verleent, art. 1 lid 1 Algemene wet op het binnentreden (Awbi). Wel geldt de vergezelplicht, lid 2. Deze plicht geldt bij conservatoir beslag, executoriaal beslag, gedwongen ontruiming, in gijzeling stellen van de schuldenaar en houdt in dat de gerechtsdeurwaarder vergezeld moet zijn van de burgemeester of een hulpofficier van justitie die hem vertegenwoordigt. Dit alleen bij afwezigheid van de beslagene. 9

Onrechtmatige executie De tenuitvoerlegging en het beslag steunen op de wet. Het is echter mogelijk dat deze dwangmiddelen onrechtmatig worden toegepast, zodat degene die ze hanteert een onrechtmatige daad pleegt jegens de geëxecuteerde of beslagene. Het kan zijn dat de gerechtsdeurwaarder de wet onjuist heeft toegepast of dat de wijze van executie niet geschiedt zoals is voorgeschreven. Bijvoorbeeld een persoon die door dreiging van executie van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis een veroordeelde tot betaling dwingt, handelt onrechtmatig en is schadeplichtig wanneer het vonnis met de veroordeling wordt vernietigd, dit is door de Hoge Raad uitgemaakt in het arrest: HR 19 februari 1999, NJ 1999, 367. Een ander voorbeeld is: HR 19 mei 2000, NJ 2000, 603. Degene aan wie onverschuldigd is betaald, is dan zonder nadere ingebrekestelling in verzuim en wettelijke rente verschuldigd vanaf het tijdstip dat aan hem is betaald. Dit geldt ook voor degene die vrijwillig aan een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis voldoet. Beslag Wanneer iemand zijn betalingsverplichting niet nakomt kan de gerechtsdeurwaarder beslag leggen op de goederen. Indien de rechter in zijn vonnis stelt dat er moet worden ontbonden en de debiteur niet voldoet aan dit vonnis, dan kan de woning door een gerechtsdeurwaarder worden ontruimd. In sommige gevallen wordt de ontruiming toegewezen op straffe van een dwangsom bij het nalaten van de ontruiming. Indien de debiteur niet aan het vonnis voldoet kan de gerechtsdeurwaarder de dwangsommen opeisen. In het geval de debiteur alsnog niet overgaat tot zijn verplichting kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot gijzeling. Hier heeft de gerechtsdeurwaarder wel toestemming van de rechter voor nodig. Gijzeling is alleen toegestaan als de geëxecuteerde in staat is om aan het vonnis te voldoen. Voor geldbedragen mag echter niet gegijzeld worden, ex. art. 599 Rv. Er wordt een proces-verbaal van de gijzeling opgemaakt, ex. art. 602 Rv. Conservatoir beslag Wanneer een gerechtsdeurwaarder geen aanwijzingen heeft dat de vordering op de debiteur kan worden verhaald, dan kan hij alvast beslag leggen op de goederen van de debiteur. Daartoe moet de rechter wel verlof verlenen. De rechter verleent dit verlof altijd. De goederen mogen nu niet meer verkocht worden. Maar de gerechtsdeurwaarder mag ze ook niet executeren. Dit heet conservatoir beslag. Pas als er een executoriale titel is, kan een bewarend beslag geëxecuteerd worden. Als een debiteur een schuldsanering heeft aangevraagd bij de rechter mag de gerechtsdeurwaarder geen executiemaatregelen meer nemen. Tenuitvoerlegging vonnis Een vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard kan ten uitvoer worden gelegd door de gerechtsdeurwaarder. Een vonnis dat niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard kan wel geëxecuteerd worden, ook voordat het in kracht van gewijsde is gegaan. Een vonnis is in kracht van gewijsde gegaan als er geen rechtsmiddelen meer openstaan, zoals verzet, hoger beroep en cassatie. De rechtspositie van de gerechtsdeurwaarder tegenover de opdrachtgever kan je zien als een lasthebber en een lastgever. Te denken valt aan art. 7:400 lid 2 BW, de executant is de lastgever. Art. 434 Rv verbindt aan de last een onherroepelijk karakter. Hieruit vloeit voort dat de executant geen verdere aanwijzing mag geven met betrekking tot de executie. De executant moet het recht hebben om de executie, voordat het wordt aangevangen, te beperken tot bepaalde goederen, want ten aanzien van de door hem van de executie uitgezonderde goederen vindt geen tenuitvoerlegging van het vonnis plaats. 10

Als eenmaal beslag is gelegd, heeft de gerechtsdeurwaarder de verdere afwikkeling in handen. Conform art. 469 Rv heeft de executant hier geen invloed op. De executant is wel bevoegd om de executie te beëindigen als hij dit nodig acht. De gerechtsdeurwaarder heeft hier geen zeggenschap over. De positie van de gerechtsdeurwaarder wordt bepaald aan de hand van de voorschriften omtrent de executie. Hij oefent zijn ambt uit als openbaar ambtenaar ten verzoeke van de executant. De gerechtsdeurwaarder moet de executant op de hoogte houden van zijn werkzaamheden ter uitvoering van de opdracht. De executant moet de gerechtsdeurwaarder vertrouwen dat hij dit als een goed gerechtsdeurwaarder zal uitvoeren en hem op de hoogte zal houden, ex. art. 7:403 BW jo. art. 6:32 BW. In art. 7:401 BW staat dat de gerechtsdeurwaarder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. Uit de artt. 17 Rv jo. 58 Rv jo. 96 Rv vloeit de aansprakelijkheid van de gerechtsdeurwaarder voort jegens zijn opdrachtgever voor alle verzuimen en fouten, welke hij in zijn zaak mocht begaan. Tegenover de geëxecuteerde en de derde wordt zijn aansprakelijkheid bepaald door voorschriften uit de wet, zoals in de artt. 58 Rv jo. 96 Rv. Volgens de artt. 58 Rv jo. 96 Rv moet de gerechtsdeurwaarder zijn ambt uitoefenen, ongeacht de geëxecuteerde of een derde hierdoor onrechtmatig wordt benadeeld. 11

Hoofdstuk 3. De ministerie- en zorgplicht van een gerechtsdeurwaarder Voor het onderzoek is het belangrijk om te onderzoeken wat de ministerieplicht van een gerechtsdeurwaarder inhoudt. Dit is van belang omdat de ministerieplicht een verplichting oplevert voor de gerechtsdeurwaarder bij het uitvoeren van ambtshandelingen. Het is van belang om te onderzoeken of er naast de ministerieplicht ruimte is voor een gerechtsdeurwaarder om het uitvoeren van een ambtshandelingen te weigeren. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk de zorgplicht van een gerechtsdeurwaarder bij de ontruiming van woningen behandeld. Ministerieplicht Een gerechtsdeurwaarder heeft zowel een ministerie- als een zorgplicht maar wat houdt dat nu eigenlijk in? Conform art. 11 GDW is de gerechtsdeurwaarder te allen tijde verplicht in het gehele arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen ambtshandelingen te verrichten, wanneer hij hiertoe wordt verzocht. Dit betekent dat een gerechtsdeurwaarder wanneer hij de opdracht krijgt van zijn opdrachtgever te allen tijde verplicht is (alleen in het arrondissement waarin de gerechtsdeurwaarder is gevestigd) ambtshandelingen te verrichten. Ambtshandelingen kunnen zijn, het uitbrengen van een dagvaarding, het leggen van beslag op de roerende zaken maar ook het ontruimen van woningen. De ambtshandelingen zijn weergegeven in artikel 2 GDW. Het is denkbaar dat een gerechtsdeurwaarder van zijn opdrachtgever een ontruimingsvonnis krijgt en daarbij de opdracht om de woning te ontruimen. De gerechtsdeurwaarder is in dit geval verplicht om deze ambtshandeling uit te voeren. De ministerieplicht van de gerechtsdeurwaarder houdt in dat een gerechtsdeurwaarder verplicht is zijn medewerking te verlenen aan een handeling waartoe alleen hij bevoegd is, hij is een (onafhankelijk) openbaar ambtenaar. Er zijn echter uitzonderingen deze zijn weergegeven in sub a en b van art. 11 GDW: Sub a met het oog op zijn persoonlijke omstandigheden dit redelijkerwijs niet van hem kan worden verwacht Sub b de verzoeker niet bereid is krachtens deze door de gerechtsdeurwaarder aan hem gevraagde voorschot voor het verrichten van de ambtshandeling te voldoen. Een gerechtsdeurwaarder is verplicht om ambtshandelingen waartoe hij bevoegd is te verrichten tenzij, met het oog op zijn persoonlijke omstandigheden, dit redelijkerwijs niet van hem kan worden verwacht, of wanneer zijn opdrachtgever niet bereid is om het voorschot te voldoen. De tweede uitzondering is helder, een gerechtsdeurwaarder kan het uitvoeren van een ambtshandeling weigeren, indien er geen voorschot door de opdrachtgever wordt betaald. Dit voorschot bestaat uit de ambtelijke kosten, kosten die zijn vastgesteld, en die door een gerechtsdeurwaarder worden gemaakt. Het zijn de kosten voor het uitvoeren van de ambtshandeling en deze kosten zijn voor iedere ambtshandeling vastgesteld. 12

Uitzondering persoonlijke omstandigheden In de Memorie van Toelichting op dit artikel wordt de centrale functie van de ministerieplicht nader uitgewerkt. De ministerieplicht vormt een zogenaamde waarborg. Een gerechtsdeurwaarder is namelijk een openbaar ambtenaar belast met een aantal taken, bijvoorbeeld de ontruiming van een woning. De ministerieplicht is een waarborg in zoverre dat wanneer een burger of bedrijf is aangewezen op de ambtelijke diensten van een gerechtsdeurwaarder, de gerechtsdeurwaarder deze ambtelijke diensten ook daadwerkelijk moet verlenen. Het vormt een zekerheid. Wanneer een vonnis is gewezen, is dit vonnis, wanneer hierom is verzocht in de dagvaarding, uitvoerbaar bij voorraad. Dit betekent dat alle mogelijke executiemaatregelen kunnen worden ondernomen die ervoor zorgen dat aan het vonnis wordt voldaan. Mogelijke executiemaatregelen zijn het leggen van beslag onder een derde bijvoorbeeld een werkgever of een bank, beslag op roerende zaken of onroerende zaken, ontruiming, wanneer ontruiming is toegewezen. Alle executiemaatregelen dienen tot voldoening van de vordering. De gerechtsdeurwaarder is als enige bevoegd om executiemaatregelen te treffen, dit betekent dat wanneer de partij niet vrijwillig voldoet aan het vonnis er nimmer aan het vonnis zal worden voldaan. Executiemaatregelen zijn niet vrijwillig en kunnen alleen door de gerechtsdeurwaarder worden uitgevoerd. Deze maatregelen dwingen als het ware betaling of ontruiming, indien dit in het vonnis is toegewezen, af. Indien niet vrijwillig aan het vonnis wordt voldaan, zal de debiteur moeten worden gedwongen. Dit kan door middel van executiemaatregelen die alleen een gerechtsdeurwaarder kan uitoefenen. In het geval de partij niet vrijwillig aan het vonnis voldoet zal er een gerechtsdeurwaarder moeten worden ingeschakeld, vandaar dat er de waarborg, zoals eerder genoemd, is ontstaan. Op het moment dat een gerechtsdeurwaarder een opdracht ontvangt en er is geen sprake van een uitsluitingbevoegdheid conform art. 11 sub a of sub b GDW, dan is de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarder een feit en dient hij de ambtshandeling te verrichten. De uitzondering vermeldt onder sub a de persoonlijke omstandigheden dienen blijkens de Memorie van Toelichting op de GDW eng te worden genomen. Er dient sprake te zijn van omstandigheden die niet samenhangen met de beroepsuitoefening, de relatie met de opdrachtgever nog de omstandigheden van de opdrachtgever zijn niet in het geding. Gedacht kan worden aan omstandigheden waarbij de gerechtsdeurwaarder ambtshandelingen dient te verrichten die in het nadeel zijn van bijvoorbeeld zijn eigen moeder of vader, dan heeft de gerechtsdeurwaarder de mogelijkheid om af te zien van zijn ministerieplicht. Blijkens de Memorie van Toelichting op de GDW is er slechts ruimte voor de gerechtsdeurwaarder bij de wijze waarop de ambtelijke diensten worden vervuld. De gerechtsdeurwaarder is wel verplicht de ambtelijke diensten uit te voeren echter de wijze waarop laat nog enige ruimte open voor de gerechtsdeurwaarder. Deurwaardersrenvooi Wanneer een gerechtsdeurwaarder het absoluut niet eens is met een bepaalde gang van zaken en hij van mening is dat hij een ambtshandeling niet kan uitvoeren (bijvoorbeeld wanneer een ontruimingsvonnis meer dan een jaar oud is en hier nooit enige actie is ondernomen. In dit geval wordt de indruk gewekt dat de woning niet zal worden ontruimd) kan hij conform art. 438 lid 4 Rv een deurwaardersrenvooi starten. Conform art. 438 lid 4 Rv: een gerechtsdeurwaarder die met de executie is belast en daarbij op een bezwaar stuit dat een onverwijlde voorziening nodig maakt, kan zich met een daarvan door hem opgemaakt proces-verbaal bij de voorzieningenrechter vervoegen ten einde deze in kort geding tussen de betrokkenen partijen te doen beslissen. De voorzieningenrechter zal de behandeling aanhouden tot de partijen zijn opgeroepen, tenzij hij, gelet op de aard van het bezwaar, een onmiddellijke beslissing geboden acht. De gerechtsdeurwaarder die zijn voormelde bevoegdheid zonder instemming van de executant uitoefent, kan persoonlijk in de kosten worden veroordeeld, indien deze uitoefening nodeloos was. 13

De gerechtsdeurwaarder, belast met de executie, kan dus indien hij op een bezwaar stuit en dus de uitvoering van de executie niet mogelijk acht een zogenaamd deurwaardersrenvooi starten. Middels een proces-verbaal vangt een kort geding bij de voorzieningenrechter aan. In dit kort geding bepaalt de rechtbank of de ambtshandeling wel of niet dient te worden uitgevoerd, als de rechtbank besluit in het voordeel van de gerechtsdeurwaarder dan is het voor de opdrachtgever niet mogelijk om de gerechtsdeurwaarder aansprakelijk te stellen. In de volgende situatie is het voor een gerechtsdeurwaarder mogelijk een deurwaardersrenvooi te starten. De gerechtsdeurwaarder ontvangt van zijn opdrachtgever een ontruimingsvonnis, echter de huurtermijnen worden weer voldaan en voor de achterstallige huurtermijnen wordt een regeling getroffen, deze regeling wordt nagekomen. Wanneer de opdrachtgever de gerechtsdeurwaarder de opdracht geeft om tot ontruiming over te gaan kan de gerechtsdeurwaarder een deurwaardersrenvooi starten. Met het aangaan van de regeling en mede gezien het feit dat de huurtermijnen weer worden voldaan heeft de opdrachtgever de debiteur de indruk gegeven dat hij kan blijven wonen in het gehuurde. In deze situatie is het niet fair om tot ontruiming over te gaan en kan de gerechtsdeurwaarder een deurwaardersrenvooi starten om te voorkomen dat hij tot ontruiming dient over te gaan. In verruit de meeste gevallen is een gerechtsdeurwaarder verplicht de ambtelijke opdracht uit te voeren. Dit is een waarborg, omdat een gerechtsdeurwaarder belast is met een publieke taak en als openbaar ambtenaar als enige de mogelijkheid heeft om ambtshandelingen te verrichten. Burgers moeten er dus op vertrouwen dat de gerechtsdeurwaarder de ambtshandelingen uitvoert. Hierop zijn echter enkele uitzonderingen. Deze uitzonderingen zijn geregeld in art. 11 GDW. Naast de hierboven genoemde uitzonderingen levert ook overmacht een uitzondering op. Wanneer een gerechtsdeurwaarder onderweg bijvoorbeeld een ongeluk krijgt en daardoor de ambtelijke opdracht niet kan uitvoeren, dan kan hij door de opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld. Zorgplicht De zorgplicht voor gerechtsdeurwaarders is geregeld in art. 7:401 BW. Dit is een algemeen artikel voor opdrachtnemers, in dit geval de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder is tevens een opdrachtnemer, hij ontvangt van zijn opdrachtgever een vonnis en hij krijgt de opdracht deze ten uitvoer te leggen. De opdracht bestaat uit de executie van het vonnis. De opdrachtnemer, de gerechtsdeurwaarder, moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. Het is een uitwerking van de redelijkheid en billijkheid, art. 6:248 BW, die bij de uitvoering van een overeenkomst betracht moet worden. In art. 7:402-404 BW wordt de zorgplicht - niet limitatief - uitgewerkt. Deze artikelen hebben betrekking op de informatie, reken- en verantwoordingsplicht. Informatieplicht De informatieplicht houdt voor een gerechtsdeurwaarder concreet in dat hij zijn opdrachtgever voorziet van de nodige informatie. Dit betekent dat de gerechtsdeurwaarder zijn opdrachtgever op de hoogte houdt met betrekking tot de voortgang van de ten uitvoerlegging van het vonnis. Is er een regeling getroffen en welke ambtshandelingen zijn er tot op heden verricht. Tevens dient een gerechtsdeurwaarder, indien dit bij hem bekend is, zijn opdrachtgever te informeren omtrent de verhaalsmogelijkheden van de betreffende debiteur. Indien bij de gerechtsdeurwaarder bekend is dat de debiteur geen verhaal biedt dan dient hij dit aan zijn opdrachtgever kenbaar te maken, dit om onnodige kosten te voorkomen. Rekenplicht Voor het verrichten van ambtshandelingen zijn vaste tarieven opgesteld, de zogenaamde ambtelijke kosten. De gerechtsdeurwaarder is verplicht zich aan de vaste tarieven te houden en kan hiervoor geen extra kosten in rekening brengen. De gerechtsdeurwaarder dient deze tarieven kenbaar te maken aan zijn opdrachtgever, dit kan hij bijvoorbeeld doen door deze tarieven op te nemen in zijn Algemene Voorwaarden en daarnaast kan hij deze tarieven plaatsen op zijn website. 14

Verantwoordingsplicht Een gerechtsdeurwaarder heeft tevens een verantwoordingsplicht ten opzichte van zijn opdrachtgever. Hij dient zijn keuze, met betrekking tot het gekozen executietraject, te verantwoorden aan zijn opdrachtgever. Het is hierbij tevens van belang dat hij voldoet aan zijn informatieplicht en daarbij intensief contact heeft met zijn opdrachtgever. De verantwoordingsplicht houdt tevens in dat de gerechtsdeurwaarder alle gemaakte kosten naar zijn opdrachtgever kan verantwoorden, het is dus van belang om de kosten die zijn gemaakt te verantwoorden naar de opdrachtgever. Dit kan door middel van een gespecificeerde nota en kopieën van ambtelijke stukken. Verordening beroeps- en gedragsregels voor de gerechtsdeurwaarders Naast art. 7:401 BW is er de verordening beroeps- en gedragsregels voor de gerechtsdeurwaarders, hierna de verordening, deze verordening is opgesteld door de Staatssecretaris van Justitie. In art. 1 van de verordening is bepaald dat de gerechtsdeurwaarder zich gedraagt zoals een goed gerechtsdeurwaarder zich betaamt. Hiermee is nog niet direct duidelijk hoe een gerechtsdeurwaarder zich dient te gedragen. Art. 1 van de verordening is het algemene artikel en in de daarop volgende artikelen worden de beroeps- en gedragsregels verder uitgebreid. Art. 2 stelt dat de gerechtsdeurwaarder zijn beroep zo uitoefent dat zijn onafhankelijkheid en ambtelijke onpartijdigheid niet in gevaar komen. Art. 3 van de verordening stelt dat de gerechtsdeurwaarder oefent zijn beroep zodanig uit dat een goede vervulling van zijn ambtelijke plichten is gewaarborgd. Dit betekent dat een gerechtsdeurwaarder ervoor zorgt dat hij goed bereikbaar is, dat hij voldoende personeel heeft om de ambtelijke diensten voor te bereiden. Hierbij valt te denken aan het opstellen van de exploten, het aannemen van opdrachten, het behandelen van dossiers e.d.. Daarnaast dient een gerechtsdeurwaarder ervoor te zorgen dat hij genoeg capaciteit heeft, dus voldoende kandidaten of andere gerechtsdeurwaarders in dienst heeft om de ambtelijke dienst uit te voeren. Dit is van belang omdat wanneer er te weinig gerechtsdeurwaarders in dienst zijn, de ambtelijke diensten niet kunnen worden uitgevoerd. De gerechtsdeurwaarder kan dan niet aan zijn ambtelijke plichten voldoen, wat weer in strijd is met de ministerieplicht. We kunnen concluderen dat het verrichten van zijn ambtelijke verplichtingen voorop staat. Dit blijkt uit de ministerieplicht die een waarborg oplevert voor de burgers. De waarborg, voor natuurlijk personen en bedrijven, houdt in dat zij ervan op aan kunnen, indien niet vrijwillig aan het vonnis wordt voldaan, dat het gewezen vonnis ten uitvoer kan worden gelegd. De ten uitvoerlegging wordt gedaan door middel van executiemaatregelen, de gerechtsdeurwaarder is als enige bevoegd deze executiemaatregelen te nemen. Van belang is echter dat de gerechtsdeurwaarder te allen tijde zijn onafhankelijkheid waarborgt. Zorgplicht De zorgplicht van de gerechtsdeurwaarder is minder concreet en niet expliciet geregeld in de wet of in een verordening. De gerechtsdeurwaarder is, met het oog op de zorgplicht, verplicht degene die wordt ontruimd te vragen of hij een adres heeft waar hij terecht kan. Is dit niet het geval dan dient een gerechtsdeurwaarder hem of haar te wijzen op de hulpverlenende instanties. Daarnaast dient een gerechtsdeurwaarder de debiteur, zoals deze wordt genoemd, te wijzen op zijn rechten, bijvoorbeeld het recht om in verzet te gaan e.d.. Het recht op verzet, bestaat wanneer het een verstekvonnis betreft. Een verstekvonnis is een vonnis gewezen door de rechter, en wordt gewezen indien de rechter van mening is dat de vordering, welke door de eiser is ingesteld, hem niet ongegrond voorkomt. De debiteur is in dit geval niet verschenen ter terechtzitting om zich te verdedigen. Verzet kan alleen worden ingesteld tegen een verstekvonnis, de verzettermijn bedraagt vier weken ná betekening van het vonnis art. 143 Rv. Het instellen van verzet heropent als het ware de procedure en zal de ontruiming opschorten en wellicht zal de ontruiming, indien de debiteur gegronde redenen heeft, kunnen worden voorkomen. 15

Met betrekking tot de zorgplicht van een gerechtsdeurwaarder kan bij de ontruiming van een woning worden gedacht, aan het zorgvuldig omgaan met de spullen van degene die wordt ontruimd. Tevens dient een gerechtsdeurwaarder bij de ontruiming van een woning waarin een vrouw met twee kleine kinderen woonachtig is, zich af te vragen, indien de vrouw nergens terecht kan, of hij er wel goed aan doet om dit gezin op straat te zetten. De gerechtsdeurwaarder kan in zo n situatie overleg plegen met de opdrachtgever en hem ervan overtuigen dat de ontruiming dient te worden uitgesteld. 16

Hoofdstuk 4. De invloed van een opdrachtgever op een gerechtsdeurwaarder Bij het verrichten van de taken die de gerechtsdeurwaarder uitvoert bij het ontruimen van woningen moet er ook gekeken worden naar de rol van de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder en in hoeverre de opdrachtgever invloed heeft op een gerechtsdeurwaarder. Zoals eerder aangegeven is de gerechtsdeurwaarder een openbaar ambtenaar, de gerechtsdeurwaarder is als enige bevoegd ambtshandelingen te verrichten, denk aan het uitbrengen van een dagvaarding en de executie van een vonnis. De ministerieplicht, welke inhoudt dat een gerechtsdeurwaarder verplicht is ambtshandelingen te verrichten, is een zekere waarborg voor de burger en voor bedrijven. De ministerieplicht is ontstaan zoals eerder gezegd als waarborg, de eisende partij (de opdrachtgever) van de gerechtsdeurwaarder heeft voordat een vonnis is verkregen al genoeg kosten gemaakt, denk aan advocaten/ gerechtsdeurwaarderkosten, een vordering die niet door de debiteur wordt voldaan en eventueel proceskosten. De ministerieplicht is een zekerheid voor de opdrachtgever dat er executiemaatregelen, en daarmee maatregelen worden genomen om aan het vonnis te voldoen, worden uitgevoerd. De opdrachtgever heeft een belangrijke stem bij de tenuitvoerlegging van een vonnis, indien de opdrachtgever bepaalde executiemaatregelen wenst, bijvoorbeeld ontruiming, dan dient de gerechtsdeurwaarder de ambtshandeling in het kader van zijn ministerieplicht uit te voeren. De gerechtsdeurwaarder kan dit niet weigeren, behoudens eerder genoemde uitzonderingen. Echter de gerechtsdeurwaarder kan wel bemiddelen, indien hij de ambtshandeling op dit moment niet wenselijk acht. Hij kan dan de opdrachtgever uitleggen waarom op dit moment niet moet worden ontruimt. Tevens kan hij bemiddelen tussen de opdrachtgever en de debiteur om een regeling te treffen. Een gerechtsdeurwaarder kan de ambtshandelingen dus niet weigeren maar hij kan ze wel uitstellen omdat hij de betreffende ambtshandeling op dit moment niet wenselijk acht. We kunnen concluderen dat de wensen van de opdrachtgever met betrekking tot de executiemaatregelen moeten worden uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder kan de ambtshandeling niet weigeren hij kan wel optreden als bemiddelaar en de ambtshandeling opschorten, uiteindelijk dient de gerechtsdeurwaarder de ambtshandeling wel te verrichten, tenzij er een regeling is getroffen met de wederpartij. 17

Hoofdstuk 5. Het financiële belang van een gerechtsdeurwaarder bij ontruiming Wij onderzoeken of gerechtsdeurwaarders een financieel belang hebben bij het verrichten van ambtshandelingen zoals ontruiming van woningen. Ook behandelen wij in dit hoofdstuk het dilemma tussen het individuele en het publieke belang. De gerechtsdeurwaarder handelt in eerste instantie in het belang van de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder verricht de taken die hij van de opdrachtgever krijgt opgedragen. De opdrachtgever is tenslotte de klant van de gerechtsdeurwaarder en zonder klanten heeft de gerechtsdeurwaarder geen werkzaamheden om te verrichten. Bij het uitvoeren van de ambtelijke taken wordt vooral naar het individuele belang gekeken en niet naar het publieke belang. Het publieke belang wordt nauwelijks nagestreefd, dit is tevens in strijd met het individuele belang van de gerechtsdeurwaarder zelf. Het publieke belang houdt in dat wanneer een gerechtsdeurwaarder overgaat tot bijvoorbeeld huisuitzetting, hij rekening houdt met de gevolgen die hierdoor ontstaan in de maatschappij. De gevolgen van het maatschappelijk belang uiten zich in de toename van het aantal daklozen. Tevens zal de vraag naar hulpverlenende instanties toenemen. Dit zal leiden tot extra kosten voor de maatschappij, nu de daklozen niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen en zich niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Het individuele belang wordt boven het publieke belang verkozen, omdat zoals reeds eerder besproken een opdrachtgever al genoeg schade heeft geleden. De schade bestaat uit de openstaande vordering en reeds gemaakte kosten om een executoriale titel te verkrijgen. Daarnaast is het voor een gerechtsdeurwaarder niet haalbaar om naar het publieke belang te kijken, de gerechtsdeurwaarder is, zoals eerder aangegeven, naast een openbaar ambtenaar tevens een ondernemer. Hij dient dus ook winst te maken om zijn onderneming voort te zetten. Indien een gerechtsdeurwaarder zich specifiek richt op het publieke belang zullen zijn eigen inkomsten in ernstige mate afnemen en zal de onderneming niet voortgezet kunnen worden. 18

Hoofdstuk 6. De gedragscode van een gerechtsdeurwaarder Voor het onderzoeken van dit hoofdstuk gaan wij vooral gebruik maken van de verordening Beroeps- en gedragsregels. Hieruit zal duidelijk worden wat de gedragscode van een gerechtsdeurwaarder is. Verder zullen wij onderzoeken of een gerechtsdeurwaarder rechtvaardig handelingen verricht. Handelt een gerechtsdeurwaarder conform de verplichtingen uit de wet of uit hulpvaardigheid? Beroeps- en gedragsregels Het handelen of nalaten van een gerechtsdeurwaarder wordt getoetst aan de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. De gerechtsdeurwaarders zijn hierdoor gebonden aan de in de beroeps- en gedragsregels neergelegde normen. Deze verordening is ontstaan uit kracht van de GDW. Hierin zijn regels bepaald waar de gerechtsdeurwaarder zich bij de uitoefening van zijn ambt aan moet houden. Wanneer gerechtsdeurwaarders deze beroeps- en gedragsregels niet naleven kan de tuchtrechter worden ingeschakeld. Tuchtrecht is een vorm van rechtspraak voor mensen met een vrij beroep, zoals in dit geval gerechtsdeurwaarders. Zij oefenen hun beroep zelfstandig uit, maar mogen niet zomaar dingen doen waardoor de eer van hun beroep wordt aangetast. Daarom moeten ze zich houden aan de regels die zijn afgesproken binnen de organisatie waarbij zij zijn aangesloten. Tuchtcolleges kunnen straffen opleggen zoals het verbod om het beroep uit te oefenen. De tuchtrechter beoordeelt twee verschillende soorten werkzaamheden van de gerechtsdeurwaarder. Allereerst beoordeelt de tuchtrechter de ambtelijke taken van een gerechtsdeurwaarder en vervolgens de niet-ambtelijke taken. De Kamer van de Gerechtsdeurwaarder die als tuchtrechter handelt, kan maatregelen opleggen wanneer gerechtsdeurwaarders de beroeps- en gedragsregels niet naleven. Deze maatregelen kunnen geldboetes zijn, schorsing voor een bepaalde periode of zelfs ontzetting uit het ambt. Om een goed overzicht te krijgen van de regels waaraan een deurwaarder zich moet houden zullen de belangrijkste regels uit de Verordening beroeps- en gedragsregels worden opgesomd: Artikel 2 De gerechtsdeurwaarder oefent zijn beroep zo uit dat zijn onafhankelijkheid en ambtelijke onpartijdigheid niet in gevaar komen. Artikel 5 De gerechtsdeurwaarder verwerkt vertrouwelijke gegevens die in de uitoefening van zijn beroep te zijner kennis zijn gekomen, niet verder of anders, en aan die gegevens geeft hij niet verder of anders bekendheid, dan voor de zorgvuldige vervulling van zijn beroep wordt vereist en hem bij of krachtens de wet is toegestaan. Artikel 8 De gerechtsdeurwaarder oefent geen druk uit door het aankondigen van maatregelen, welke hij niet uit hoofde van zijn opdracht, de wet en de hem verstrekte titel daadwerkelijk kan nemen. Artikel 10 De gerechtsdeurwaarder handelt nauwgezet en zorgvuldig in financiële aangelegenheden. Hij maakt geen onnodige kosten. In art. 57 GDW staat vermeld dat de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders tot taak heeft om de goede beroepsuitoefening en de vakbekwaamheid van de leden te bevorderen (lid 1) en de beroeps- en gedragsregels uit te voeren(lid 2). Kwaliteitsnormen Een gerechtsdeurwaarder dient ook te voldoen aan de gestelde kwaliteitsnormen. Deze kwaliteitsnormen zijn in een Verordening opgenomen genaamd: De Verordening KBvG normen voor kwaliteit. De kwaliteitsnormen die door externe auditors worden beoordeeld hebben betrekking op de toegankelijkheid, continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening. Dit alle wordt bekeken vanuit vier invalshoeken, namelijk 19

de integriteit, professionaliteit, commerciële kwaliteit en continuïteit van de onderneming. Deze verordening is van toepassing op iedere in Nederland gevestigde gerechtsdeurwaarder. Hierbij wordt er geen verschil gemaakt in de omvang van de organisatie en het dienstenpakket. Met ingang van 1 januari 2010 dienen alle gerechtsdeurwaarders aan deze normen te voldoen. Iedere twee jaar zullen de externe auditors de gerechtsdeurwaarders op deze kwaliteitsnormen beoordelen en dit met behulp van een daarvoor bestemde Toetsingscriteria KBvG Normen voor Kwaliteit. Externe auditors zijn onafhankelijke personen die beoordelen of aan de kwaliteitcriteria binnen een bepaalde organisatie is voldaan. Indien de gerechtsdeurwaarder niet aan de normen voldoet, kan door de externe auditor de tuchtrechter worden ingeschakeld. Een voorbeeld dat een gerechtsdeurwaarder zich niet aan de normen van de criteria KBvG Normen voor kwaliteit houdt is wanneer een gerechtsdeurwaarder weinig tot nooit bereikbaar is voor de opdrachtgever. Onafhankelijkheid gerechtsdeurwaarder Net zoals de beroeps- en gedragsregels en de kwaliteitsnormen van een gerechtsdeurwaarder, is de onafhankelijkheid van een gerechtsdeurwaarder ook opgenomen in een verordening, namelijk de Verordening Onafhankelijkheid van de Gerechtsdeurwaarder. In art. 2 lid 1 van deze verordening staat dat een gerechtsdeurwaarder zorgt dat de aanvaarding en de uitvoering van opdrachten nimmer worden bepaald of beïnvloed door andere rollen of verantwoordelijkheden. Het gevolg van de verordening is dat opdrachtgevers en verzekeraars geen zeggenschap meer hebben over de kantoren van de gerechtsdeurwaarders. Op deze manier krijgt een gerechtsdeurwaarder meer vrijheid in de overwegingen bij het uitvoeren van zowel de ambtelijke als de niet-ambtelijke werkzaamheden. Redelijkheid en billijkheid Wanneer de gerechtsdeurwaarder zowel de ambtelijk taken als de niet-ambtelijke taken verricht is het de bedoeling dat hij deze functie adequaat en zorgvuldig uitoefent. Hierbij moet de gerechtsdeurwaarder zich houden aan zijn verantwoordelijkheden en de geldende regels uit de wet en verordeningen. Een gerechtsdeurwaarder moet bij het verrichten van zijn werkzaamheden integer handelen. De ambtelijke taken krijgt een gerechtdeurwaarder opgedragen door zijn opdrachtgever. Het is hierbij noodzakelijk dat hij zich verantwoordelijk opstelt en zich hierbij aan de regels houdt. In het volgende hoofdstuk is te lezen of er een mogelijkheid bestaat dat een gerechtsdeurwaarder een eigen onderhandelingsruimte heeft bij het verrichten van zijn werkzaamheden. Deze eigen onderhandelingsruimte heeft vooral te maken met de redelijkheid en billijkheid van een gerechtsdeurwaarder op het moment dat hij integer moet handelen. 20

Hoofdstuk 7. De onderhandelingsruimte van een gerechtsdeurwaarder In dit hoofdstuk bekijken wij de onderhandelingsruimte van een gerechtsdeurwaarder bij het verrichten van zijn ambtshandelingen. Wij onderzoeken of een gerechtsdeurwaarder hierbij een eigen beslisruimte heeft of dat het vooral opdrachten zijn vanuit de opdrachtgever. Een gerechtsdeurwaarder is een ambtenaar en een zelfstandig ondernemer, maar hij is wel verplicht om bepaalde handelingen uit te voeren. Dit zijn onder andere het betekenen van gerechtelijke bevelen en het beslag leggen op basis van een rechterlijke uitspraak. Deze ambtelijke taken worden door de gerechtsdeurwaarder uitgevoerd. Dit maakt een gerechtsdeurwaarder een uitvoerder namens de opdrachtgever en dit is verplicht bij de wet. In de deelvraag is al uitgebreid besproken wat de ministerieplicht van de gerechtsdeurwaarder inhoudt. Om kort terug te komen op deze deelvraag zullen wij nogmaals kort de ministerieplicht bespreken. De ministerieplicht van een gerechtsdeurwaarder staat opgenomen in art. 11 GDW. Hierin staat vermeld dat een gerechtsdeurwaarder te allen tijde verplicht is om ambtshandelingen te verrichten, wanneer hij hiertoe wordt verzocht. Deze ambtshandelingen die een gerechtsdeurwaarder opgedragen krijgt, komen van de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. Kort samengevat houdt de ministerieplicht in dat een gerechtsdeurwaarder verplicht is zijn medewerking te verlenen aan ambtshandelingen waartoe alleen hij bevoegd is als onafhankelijk openbaar ambtenaar. Eigen onderhandelingsruimte deurwaarder In de literatuur is er onvoldoende bruikbare informatie te vinden over de eventuele eigen onderhandelingsruimte van een gerechtsdeurwaarder bij het uitvoeren van ambtelijke taken. In de wet staat duidelijk aangegeven in art. 11 GDW dat een gerechtsdeurwaarder de plicht heeft om de opgedragen ambtshandelingen uit te voeren. In dit artikel zijn naast deze verplichting ook de twee uitzonderingen opgenomen, die reeds besproken zijn in de deelvraag wat wordt verstaan onder de ministerie- en zorgplicht van de gerechtsdeurwaarder?. Om op hoofdstuk 7 een goed antwoord te krijgen, hebben wij gezamenlijk een gesprek aangevraagd bij het deurwaarderskantoor Van der Hoeden/Mulder. In dit gesprek heeft de heer Boudewijn meer duidelijkheid geschapen over deze eventuele eigen onderhandelingsruimte. Een deurwaarder heeft een publieke taak en is als enige bevoegd om vonnissen te executeren. Dit geldt ook als een soort waarborg voor de eisende partij, want de verplichting van een gerechtsdeurwaarder om deze ambtshandelingen uit te voeren, biedt een zekerheid dat het vonnis wordt geëxecuteerd. Tijdelijke uitstel van ambtshandelingen Gerechtsdeurwaarders hebben een soort eigen onderhandelingsruimte op het moment dat zij in plaats van het uitvoeren van de ambtshandelingen deze tijdelijk uitstellen. Dit kunnen situaties zoals bijvoorbeeld kraambed en sterfbed etc. zijn. Wanneer een gezin uit huis moet worden gezet en de vrouw staat op het punt van bevallen, kan het zijn dat de gerechtsdeurwaarder de ontruiming uitstelt. In dit soort situaties is de gerechtsdeurwaarder verplicht om de ambtshandelingen uit te voeren, maar bestaat er de mogelijkheid om met de opdrachtgever te bemiddelen tot uitstel. Deze bemiddeling betekent ook daadwerkelijk een uitstel en geen afstel. Vaak vindt uitstel plaats rond de feestdagen, zoals in de maand december, waardoor er geen woningontruimingen plaatsvinden, maar pas in de maand januari. In jurisprudentie 1 is bepaald dat een ontruimingsvonnis moet plaatsvinden binnen één jaar nadat het vonnis is uitgesproken. 1 Rb. Alkmaar 3 januari 2008, LJN BC1122 (voorbeeld binnen één jaar ontruiming) 21