Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG



Vergelijkbare documenten
Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Datum 13 maart 2015 GVS rapport 15/04 dulaglutide (Trulicity )

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ s GRAVENHAGE

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 november 2006 Farmatec/P december 2006

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS beoordeling semaglutide (Ozempic ) Onze referentie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 juli 2011 Farma februari 2012

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ 's-gravenhage

Uw brief van Uw kenmerk Datum 9 februari 2007 Farmatec/P maart 2007

Datum 28 november 2017 Betreft GVS aanvraag geregistreerde FNA producten Onze referentie

niet heeft gereageerd op een behandeling met interferon β en glatirameer, of

Farmacotherapeutisch rapport natalizumab (Tysabri )

Uw brief van Uw kenmerk Datum 11 januari 2008 Farmatec/FZ februari 2008

Datum 24 maart 2016 Betreft alemtuzumab (Lemtrada ) bij multiple sclerose (MS) voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk

MS en medicatie Brigit de Jong neuroloog

In onze brief van 13 maart jl. hebben wij u geadviseerd over de opname van het middel umeclidinium (Incruse ) in het GVS via een marginale toetsing.

het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (art. 40 lid 1 Geneesmiddelenwet). Pagina 1 van 2

Onderhoudsmedicatie bij Multiple Sclerose

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

A two year, double-blind, randomized, multicenter, active-controlled study to evaluate the safety en efficacy of fingolimod administered orally once

Behandeling van MS ziekteverloop beïnvloeden

1 Te raadplegen via: httos:// eczeem Pagina 1 van 2

Behandeling. Schub behandelen

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling


Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Leven met MS. De behandelmogelijkheden

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

Nieuwe therapieën bij MS. Freek Verheul 5 november 2014

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport T.a.v. mevrouw Schippers Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE

o y Zorginstituut Nederland o 3 APR > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van

1 8 DEC Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Nederlandse Samenvatting. Chapter 5

Uw brief van Uw kenmerk Datum 10 juni 2013 Farma juni 2013

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport, Postbus 20350

Belangrijke risico-informatie over bèta-interferonen: risico op trombotische microangiopathie en nefrotisch syndroom

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen

De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

Medicamenteuze behandeling van MS

Datum 28 juni 2016 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet

Samenvatting Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose

Datum 18 juni 2019 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet... Zaaknummer Onze referentie

(naam) (voornaam) (aansluitingsnummer)

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ s GRAVENHAGE

Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 september 2006 Farmatec/P november 2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 juni 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2OnSo^3.5. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 februari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Geneesmiddelen met een therapeutische minderwaarde ten opzichte van andere in het pakket opgenomen behandelmogelijkheden. Hiervan is sprake indien

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Datum 9 mei 2019 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorg verzekeringswet Zaaknummer Onze referentie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 11 juni 2012 Farma januari 2013

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

ZOlöOIOft. Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

ZOtfOil <SCj. Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Om het risico op PML te verminderen wordt aanbevolen om de volgende acties te ondernemen:

Datum 12 september 2016 Betreft Definitief Advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet

Het Multipele Sclerose Formularium een praktische leidraad

Zorginstituut Nederland Contactpersoon Onze referentie

Datum 8 september 2015 Betreft GVS rapport 15/13 edoxaban (Lixiana ) bij veneuze trombo-embolie

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE. Datum 28 augustus 2018 Betreft GVS-beoordeling Biktarvy

Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 augustus 2006 Farmatec/P oktober 2006

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Datum 14 maart 2017 Betreft GVS rapport 17/01 methylaminolevulinaat (Metvix ) met daglicht fotodynamische therapie (FDT)

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Datum 26 april 2017 Betreft GVS beoordeling tenofovir alafenamide (Vemlidy ) Onze referentie

BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Datum 8 maart 2018 Betreft GVS beoordeling Pleinvue Onze referentie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ s Gravenhage

Disclosure belangen spreker

Uw brief van Uw kenmerk Datum 9 oktober 2007 Farmatec/FZ december 2007

oi 7^ 7 Zorginstituut Nederland Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) T.a.v. mevrouw mr. Postbus AG ZEIST

1 5 JAN Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Uw brief van Uw kenmerk Datum 10 februari 2012 Farma maart 2012

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

Waarde van MRI bij diagnose en behandeling

Zorginstituut Nederland

Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ S -GRAVENHAGE

Zo Z.01^1 19 JUL Z013. Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

Multiple Sclerose Informatieavond - Therapie

Interferon-Beta. Interferon-Beta. Dit is een uitgave van het Nationaal MS Fonds

Uw brief van Uw kenmerk Datum 10 oktober 2008 Farmatec/FZ mei 2009

2 ^/?. PQjOtf 3 OKT > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen. Zorginstituut Nederland

1112 XH Diemen Postbus AH Diemen. 6 april en 5 oktober 2018

Bijwerkingen en monitoring van nieuwe MS behandelingen

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

Multiple Sclerose Nieuwe medicamenteuze behandelmogelijkheden

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) T.a.v. de heer Postbus AG ZEIST

Datum 1 oktober 2013 Betreft Advies over het concept wetsvoorstel Langdurige Intensieve Zorg

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG 0530.2015030029 Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl T +31 (0)20 797 89 59 Contactpersoon mw. J.E. de Boer T +31 (0)20 797 85 23 Datum 13 maart 2015 Betreft GVS rapport 15/05 peginterferon β -1a (Plegridy ) Uw kenmerk RenK4-09022015 Onze referentie 2015030029 Geachte mevrouw Schippers, In uw brief van 9 februari 2015 heeft u Zorginstituut Nederland verzocht een marginale toetsing uit te voeren over de vergoedingsaanvraag voor het middel peginterferon β-1a (Plegridy ). Het Zorginstituut heeft de inhoudelijke beoordeling inmiddels via een marginale toetsing afgerond. De overwegingen hierbij treft u aan in het GVS-rapport dat als bijlage is toegevoegd. Peginterferon β -1a behoort tot de farmacotherapeutische groep van immunostimulerende geneesmiddelen en meer specifiek tot de chemische subgroep van interferonen. Het is geregistreerd voor de indicatie relapsing multiple sclerose. Het is beschikbaar als 63 of 94 µg peginterferon β-1a in 0,5 ml oplossing voor injectie. Uitkomst beoordeling Peginterferon β -1a kan op basis van de criteria van onderlinge vervangbaarheid als onderling vervangbaar worden beschouwd met de overige interferonen die voor de behandeling van relapsing remitting multiple sclerose zijn geregistreerd en opgenomen in het GVS, te weten interferon β-1a (Avonex, Rebif ) en interferon β-1b (Betaferon ). De genoemde interferonen zijn in het verleden (1999) geplaatst op bijlage 1B van de Rzv. Reden was dat op dat moment twijfel was of de GVS-systematiek met betrekking tot de vaststelling van de standaarddosis toereikend was bij geneesmiddelen die via recombinant-dna-technieken zijn geproduceerd. Inmiddels zijn echter DDD s vastgesteld voor deze producten. Advies Op grond hiervan adviseren wij u peginterferon β -1a op te nemen op bijlage 1A in een nieuw te vormen cluster met interferon β-1a (Avonex, Rebif ) en interferon β-1b (Betaferon ). De standaarddosis kan voor Plegridy worden vastgesteld op 8,9 microg, voor Avonex op 4,3 microg, voor Rebif op 18,9 microg en voor Betaferon op 4 milj.eenheden. Pagina 1 van 2

Wij adviseren u om aan de vergoeding van peginterferon β-1a (Plegridy ) dezelfde bijlage 2 voorwaarden te stellen als aan de overige interferonen. Hoogachtend, Zorginstituut Nederland Pakket Datum 13 maart 2015 Onze referentie 2015030029 Mw. mr. M. van der Veen-Helder Programmamanager Pakket Pagina 2 van 2

GVS-rapport 15/05 peginterferon beta-1a (Plegridy ) Datum 13 maart 2015 Status Defintief

Colofon Volgnummer 2015025182 Contactpersoon Afdeling R. Dupree +31 (0)20 797 85 83 Pakket Pagina 1 van 17

Inhoud Colofon 1 1 Inleiding 5 1.1 Peginterferon beta-1a (Plegridy ) 5 1.2 Voorstel fabrikant opname GVS 5 2 Beoordeling onderlinge vervangbaarheid 7 2.1 Beoordeling criteria onderlinge vervangbaarheid 7 2.1.1 Gelijksoortig indicatiegebied 7 2.1.2 Gelijke toedieningsweg 7 2.1.3 Bestemd voor dezelfde leeftijdscategorie 8 2.1.4 Klinische relevante verschillen in eigenschappen 8 2.2 Conclusie onderlinge vervangbaarheid 10 2.3 Standaarddosis 10 2.4 Conclusie plaatsing op lijst 1A 10 3 Conclusie plaatsing in GVS 11 4 Voorstel voor een FK-advies 13 5 Literatuur 15 Bijlage 1 17 Pagina 3 van 17

1 Inleiding In de brief van 9 februari 2015 (kenmerk RenK4-09022015) verzoekt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorginstituut Nederland een inhoudelijke toetsing uit te voeren over het geneesmiddel peginterferon beta-1a (Plegridy ). 1.1 Peginterferon beta-1a (Plegridy ) Samenstelling 63 of 94 µg peginterferon β-1a in 0,5 ml oplossing voor injectie Geregistreerde indicatie Behandeling van relapsing remitting multiple sclerose bij volwassen patiënten. Dosering 125 µg, om de twee weken s.c. Aanbevolen wordt om de behandeling te beginnen met 63 µg bij dosis 1, 94 µg bij dosis 2 en vanaf dosis 3 de volledige dosering van 125 µg te bereiken. 1.2 Voorstel fabrikant opname GVS De fabrikant van peginterferon beta-1a (Plegridy ) stelt dat peginterferon beta-1a onderling vervangbaar is met interferon beta-1a en interferon beta-1b, en daarom kan worden geplaatst op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (Rzv), samen met de andere genoemde middelen. Pagina 5 van 17

2 Beoordeling onderlinge vervangbaarheid Om de plaats van een geneesmiddel in het GVS te kunnen vaststellen, wordt eerst beoordeeld of het onderling vervangbaar is met reeds in het GVS opgenomen geneesmiddelen. Peginterferon beta-1a heeft als ATC-code L03AB13 en behoort tot de farmacotherapeutische groep van immunostimulerende geneesmiddelen en meer specifiek tot de chemische subgroep van interferonen. Overige interferonen die in Nederland op de markt zijn: interferon β-1a (Avonex, Rebif ) en interferon β-1b (Betaferon ). De genoemde interferonen zijn in het verleden (1999) geplaatst op bijlage 1B van de Rzv. Reden was dat op dat moment twijfel was of de GVSsystematiek met betrekking tot de vaststelling van de standaarddosis toereikend was bij geneesmiddelen die via recombinant-dna-technieken zijn geproduceerd. Inmiddels zijn echter DDD s vastgesteld voor deze producten. Op grond hiervan is het ministerie van VWS voornemens om deze interferon beta-producten te plaatsen op bijlage 1A. Aan de aanspraak op deze geneesmiddelen zijn nadere indicatievoorwaarden verbonden via bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. De fabrikant heeft een marginale toetsing aangevraagd voor opname van Plegridy in het cluster dat zal komen te bestaan uit de interferon beta-producten die momenteel nog op bijlage 1B staan. Er wordt voldaan aan het criterium voor marginale toetsing dat minstens twee producten in het GVS moeten zijn opgenomen welke structuuranaloga zijn. Voor toetsing van de onderlinge vervangbaarheid van peginterferon beta-1a komen daarom de genoemde interferonen die reeds zijn opgenomen in het GVS in aanmerking. 2.1 Beoordeling criteria onderlinge vervangbaarheid 2.1.1 Gelijksoortig indicatiegebied Rebif is geregistreerd voor de indicatie relapsing multiple sclerose. Avonex is geregistreerd voor de indicatie relapsing multiple sclerose en voor de behandeling van patiënten die een enkele periode van demyelinisatie met een actief ontstekingsproces hebben doorgemaakt (...). Betaferon is geregistreerd voor behandeling van patiënten met een eenmalig demyeliniserend voorval met een actief ontstekingsproces (...), voor de indicatie relapsing-remitting multiple sclerose en twee of meer recidieven gedurende de laatste twee jaar, en voor de indicatie secundair progressieve recidiverende multipple sclerose. In de beoordeling van terifluromide (Aubagio ) is reeds gesteld dat de hoofdindicatie van deze middelen relapsing remitting multiple sclerose is. Conclusie: Er is sprake van een gelijksoortig indicatiegebied. 2.1.2 Gelijke toedieningsweg Rebif, Avonex, Betaferon en Plegridy worden per injectie toegediend om een systemisch effect te bewerkstelligen. Conclusie: er is sprake van gelijke toedieningsweg. Pagina 7 van 17

2.1.3 Bestemd voor dezelfde leeftijdscategorie De vier middelen zijn toepasbaar bij volwassen patiënten. Conclusie: De genoemde geneesmiddelen zijn bestemd voor dezelfde leeftijdscategorie. 2.1.4 Klinische relevante verschillen in eigenschappen De weging van het criterium klinisch relevante verschillen in eigenschappen berust met name op een beoordeling van de gunstige en ongunstige effecten van peginterferon beta-1a ten opzichte van de reeds beschikbare geneesmiddelen. Verschillen in de toepasbaarheid en het gebruiksgemak worden wel in de weging meegenomen maar hebben alleen een doorslaggevende rol indien dit tot een klinisch relevante verandering in (on)gunstige effecten leidt. Gunstige effecten (tabel 1) Plegridy is een gerandomiseerde studie onderzocht in vergelijking met placebo, de ADVANCE studie, maar niet in gerandomiseerde vergelijkende studies met andere interferon-beta middelen. Er is daarom een indirecte vergelijking nodig. In het farmacotherapeutisch rapport van Aubagio heeft Zorginstituut Nederland reeds een indirecte vergelijking gemaakt met de interferon-beta middelen bij RRMS. In de voorliggende beoordeling wordt deze indirecte vergelijking wat betreft de interferonbeta middelen gebruikt voor een indirecte vergelijking met Plegridy. Plegridy is onderzocht in de placebogecontroleerde RCT ADVANCE en de langetermijn follow-up studie daarvan. De kenmerken van de studies zijn weergegeven in bijlage 1. In de ADVANCE-studie zijn 1512 patiënten met RRMS van 18-65 jaar en EDSS 5 geïncludeerd. Patiënten dienden tenminste twee klinisch gedocumenteerde relapses te hebben gehad in de afgelopen 3 jaar, waarvan ten minste 1 in het afgelopen jaar. Patiënten werden gerandomiseerd naar placebo, naar pegifn-b1a 125 µg elke twee weken en 125 µg pegifn-b1a elke vier weken. De vierwekelijkse arm wordt gezien het doseringsadvies van tweewekelijkse toediening buiten beschouwing gelaten. Primaire uitkomstmaat was het aantal relapses, annualised relapse rate (ARR), na 48 weken. Secundaire uitkomstmaten was onder andere verschil in ziekteprogressie op 48 weken. Van de geïncludeerde patiënten was 17% eerder behandeld; met glatirameer (5%), interferon beta-1b (1%), interferon beta-1a (<1%) en overig (11%). Van de 512 patiënten die in de 2-wekelijkse pegifn-b1a-arm waren opgenomen, waren 438 patiënten na 1 jaar nog in de studie. Bij deze patiënten daalde de ARR naar 0,178 (95% BI: 0,136-0,233), ten opzichte van de ARR bij deze patiënten (PPpopulatie) na 1 jaar, welke 0,230 was (95% BI: 0,183-0,291). Discussie De afname in ARR van pegifn-b1a vergeleken met placebo is vergelijkbaar met die zoals gevonden bij de interferon-beta middelen Rebif en Betaferon en in mindere mate Avonex. Ook is er een statistisch significante afname gevonden in verschil in ziekteprogressie van pegifn-b1a en placebo. De vergelijking tussen pegifn-b1a en de niet-gepegyleerde interferon-beta middelen wordt echter bemoeilijkt omdat de middelen niet in direct vergelijkende studies zij onderzocht, pegifn-b1a ook als tweedelijnsmiddel in de studie is toegepast, en de follow-up van het placebogecontroleerde deel van de ADVANCE-trial met pegifn-b1a slechts 1 jaar is. Pagina 8 van 17

Er zijn echter voldoende argumenten om aan te kunnen nemen dat pegifn-b1a en de andere interferonmiddelen gelijkwaardig effectief zijn. De extensiestudie van de ADVANCE-trial laat namelijk zien dat de afname in ARR en ziekteprogressie consistent is (bij de patiënten die na 1 jaar nog in de studie zaten) en het aandeel patiënten die eerder zijn behandeld met andere eerstelijns middelen relatief laag is (17%). Geconcludeerd kan dus worden dat de gunstige effecten van peginterferon beta-1a overeenkomen met die van interferon beta-1a en interferon beta-1b. Tabel 1: Gemiddelde 2-jaars uitkomsten in RCT s bij RRMS ten opzichte van placebo Studie, jaar van publicatie, followup, n Geneesmiddel, dosering Uitgangswaarden Uitkomst op vermindering t.o.v. placebo EDSS ARR Verschil in ARR Verschil in ziekteprogressie Relatief (%) Absoluut Relatief (%) Absoluut Avonex MSCRG INF 1a 6 MIU (30 2,4 1,2-18(ns) -0,15-37 a -13 a 1996; 104 wk; g) i.m. 1x/week (ns) n=301 Rebif PRISMS; 1998; 2 jaar n=560 Betaferon INFB; 1995 2 jr; n=372 INF 1a 12 MIU(44 g) s.c 3x/week IFN 1b 8 MIU s.c.om de dag 2,5 1,5-32 -0,32-30 -12 3,0 1,7-34 -0,43-29(ns) -10 (ns) ADVANCE 2014; pegifn-1a (Plegridy) 2,5 1,6-36 -0,14-38? 48 wk, n=1512 125 µg, om de twee wk RR 95% BI: 0,50-0,83 HR 95% BI: 0,40-0,97 ** * gemeten naar een verslechtering met tenminste 1 EDSS-punt die tenminste 3 maanden aanhield. a gemeten naar een verslechtering met tenminste 1 EDSS-punt die tenminste 6 maanden aanhield ** gemeten naar een verslechtering met tenminste 1 EDSS-punt die tenminste 6 maanden aanhield, of 1,5 EDSS-punt wanneer de uitgangswaarde 0 EDSS-punten bedroeg Afortingen: RRMS: relapsing-remitting multiple sclerose; EDSS: Expanded disability Status Scale; ARR: annual relapse rate; RR: relatief risico; HR: hazard ratio Ongunstige effecten In de ADVANCE-studie is bij de tweewekelijkse toediening van pegifn-b1a een incidentie van 94% ongunstige effecten gevonden ten opzichte van 83% bij placebo (zonder MS-relapses). Erytheem (62% en 7%) en pijn (15% en 3%) op de injectieplaats, griepachtige ziekte (47% en 13%), koorts (45% vs 15%), hoofdpijn (44% en 33%), myalgie (19% en 6%), rillingen (17% en 5%) trad vaker op (>10%) in de pegifn-b1a vs Placebo groep. Ongunstige effecten leidde bij 5% in de pegifn-b1a-groep en 1% van de placebogroep tot staken van de behandeling. Ernstige ongunstige effecten kwamen bij een even grote proportie patiënten voor (5% in beide groepen). Zeer ernstige ongunstige effecten, gedefinieerd als beperkend voor dagelijkse levensverrichtingen, opname in ziekenhuis, staken van studiemedicatie of behandeling van bijwerkingen, kwam voor bij 18% in de pegifnb1a- en 11% in de placebo-arm. De ongunstige effecten die zijn gerapporteerd bij de 2-jaarsfollow-up zijn vergelijkbaar met die gerapporteerd na het 1-jaars placebogecontroleerde deel van de trial. De meest op de voorgrond tredende Pagina 9 van 17

ongunstige effecten die bekend zijn bij gebruik van interferon-beta, zoals griepachtige ziekte, huidreacties bij de injectieplaats, komen ook zeer vaak voor. Er zijn geen aanwijzingen dat er klinisch relevante verschillen zijn tussen pegifn-b1a en de niet-gepegyleerde interferonen-beta. In de EPAR wordt geconcludeerd dat hoewel er geen directe vergelijkende studies beschikbaar zijn, kan worden geconcludeerd dat de beschikbare veiligheidsgegevens erop wijzen dat de ongunstige effecten van peginterferon beta-1a overeen komen met die van interferon beta-1a en interferon beta-1b (tabel 2). Conclusie: Geconcludeerd kan worden dat er geen klinisch relevante verschillen in eigenschappen zijn tussen peginterferon beta-1a en Rebif, Avonex en Betaferon. 2.2 Conclusie onderlinge vervangbaarheid Peginterferon beta-1a (Plegridy ) is onderling vervangbaar Rebif, Avonex en Betaferon. 2.3 Standaarddosis Er is geen DDD voor Plegridy vastgesteld door de WHO. De aanbevolen onderhoudsdosering is 125 µg, eens per twee weken. De standaarddosis kan daarmee worden vastgesteld op 8,93 µg per dag. Voor interferon β-1a (Avonex, Rebif ) en interferon β-1b (Betaferon) is een DDD vastgesteld. Voor interferon β-1a bedraagt deze 4,3 mcg, voor interferon β-1b 4 milj. eenheden. Voor Betaferon kan de DDD worden aangehouden als standaarddosis, omdat deze valt binnen de aanbevolen dosering (0,25 mg (8 milj. IE) iedere 2 dagen s.c. ). Voor Avonex kan eveneens de DDD worden aangehouden als standaarddosis, omdat deze valt binnen de aanbevolen dosering van Avonex, nl.30 microg (6 milj. IE) 1 /week i.m. De aanbevolen dosering van Rebif (44 microg (12 milj IE) driemaal per week s.c.) valt echter buiten de DDD. In de SmPC van Rebif wordt opgemerkt dat de s.c. of i.m toediening gelijkwaardig is bij equivalente doseringen in IE. Dit zou betekenen dat voor Rebif 18,9 microg als standaarddosis kan worden aangehouden. 2.4 Conclusie plaatsing op lijst 1A Plegridy kan op bijlage 1A worden geplaatst in een cluster met Rebif, Avonex en Betaferon. Pagina 10 van 17

3 Conclusie plaatsing in GVS Plegridy kan op bijlage 1A worden geplaatst in een cluster met Rebif, Avonex en Betaferon. De standaarddosis kan daarmee voor Plegridy worden vastgesteld op 8,9 microg, voor Avonex op 4,3 microg, voor Rebif op 18,9 microg en voor Betaferon op 4 milj.eenheden. Pagina 11 van 17

Pagina 12 van 17

4 Voorstel voor een FK-advies Voor (peg)interferon β is aangetoond dat het bij ambulante patiënten met 'relapsing remitting multiple sclerose' de frequentie en de ernst van de exacerbaties vermindert. Gepleit wordt voor een zorgvuldige toepassing van (peg)interferon β bij multiple sclerose, omdat de effecten op het ziekteverloop onvoldoende bekend zijn en de kosten hoog. Pagina 13 van 17

Pagina 14 van 17

5 Literatuur 1 EPAR Plegridy 2 SmPC Plegridy 3 GVS-rapport teriflunomide (Aubagio) 4 Calabresi PA, Kieseier BC, Arnold DL et al. Pegylated interferon beta-1ª for relapsing-remitting multiple sclerosis (ADVANCE): a randomised, phase 3, double-blind study. Lancet Neurol 2014 5 Kieseier BC, Arnold DL et al. Peginterferon beta-1ª in multiple sclerosis: 2-year results from ADVANCE. Multiple Sclerosis J: p. 1-11; 2014 Pagina 15 van 17

Pagina 16 van 17

Bijlage 1 Tabel 1. Gecontroleerde studies van gepegyleerd interferon β-1a en interferon β-1a en 1-b bij relapsing remitting multiple sclerose 1 e auteur en onderzoeksopzet Patiënten interventie en controle jaar van publicatie (niveau van bewijs) ADVANCE Fase III RCT RRMS pegifn-b1a 125 ITT (A2) n=1512 µg, om de twee wk pegifn-b1a 125 µg, om de vier wk follow-upduur 48 wk (2 jr extensie met crossover placebo ->pegifn) belangrijkste uitkomstmaten ARR, tijd tot ziekteprogressie placebo MSCRG 1996; (Avonex) PRISMS 1998; Rebif INFB; 1995; Betaferon Fase III RCT ITT (A2) Fase III RCT ITT (A2) Fase III RCT ITT (A2) RRMS n=301 RRMS n=560 RRMS n=372 INF 1a 6 MIU (30 g) i.m. 1x/week Placebo INF 1a 6 MIU(22 g) s.c. 3x/week INF 1a 12 MIU(44 g) s.c 3x/week Placebo IFN 1b 1,6 MIU s.c.om de dag IFN 1b 8 MIU s.c.om de dag Placebo 104 wk Tijd tot ziekteprogressie 2 jaar ARR 2 jaar ARR TFLNM =teriflunomide IFNB= interferon bèta GA= glatirameer pegifn-b1a=gepegyleerd interferon beta 1a (Pegridy ) ARR= aantal exacerbaties op jaarbasis (Annual Relapse Rate). Aanhoudende ziekte-of invaliditeitsprogressie is gedefinieerd als 1-punt toename in EDSS, bevestigd na 3 maanden. Bij ADVANCE is de definitie gemeten naar een verslechtering met tenminste 1 EDSS-punt die tenminste 6 maanden aanhield, of 1,5 EDSS-punt wanneer de uitgangswaarde 0 EDSS-punten bedroeg FIS: Fatigue Impact Scale RRMS= relapsing remitting multiple sclerose. EDSS= Expanded Disability Status Scale. De EDSS is een niet-lineaire schaal die loopt van 0 (= geen neurologische afwijkingen) tot 10 (= overleden door MS) a bron: EPAR; deze geeft geen nadere specificatie wat de aanpassingen waren. b bron: EPAR; deze geeft aan dat 1 aanpassing het tijdstip voor aanhoudende ziekteprogressie betrof, die werd veranderd van 24 naar 12 weken. d Definitie van falen: eerste optreden van een bevestigde exacerbatie of staken van de behandeling ongeacht de reden. Pagina 17 van 17