Röntgenonderzoek en behandeling van de slagaders
Introductie Onlangs heeft u met uw behandelend arts besproken dat u binnenkort een onderzoek en/of behandeling van één of meerdere arteriën (slagaders) krijgt bij de afdeling Interventieradiologie van het Radboudumc. In deze folder wordt informatie verstrekt over dit onderzoek en over de behandelingen. Er worden verschillende behandelingen besproken. Deze hoeven niet allemaal voor u van toepassing te zijn. Voorbereiding Voor dit onderzoek is veel voorbereiding nodig. Er zijn een aantal zaken die van te voren besproken moeten zijn, namelijk: Medicatie Het is erg belangrijk dat uw behandelend arts op de hoogte is van de medicijnen die u gebruikt. Dit geldt voornamelijk voor bloedverdunnende medicatie (Aspirine, Sintrom, Marcoumar), daarnaast zijn ook tabletten voor de behandeling van suikerziekte (Metformine) van belang. Bespreek met de arts de medicamenten die u gebruikt, zodat het duidelijk is of u deze kan blijven slikken voor het onderzoek. Contrastvloeistof Met behulp van contrastvloeistof worden de arteriën (slagaders) afgebeeld. Het kan zijn dat u eerder op de röntgenafdeling met een contrastmiddel in aanraking bent gekomen en dat u hier een allergische reactie op hebt gehad. Een dergelijke allergie is belangrijk om te melden, een reactie kan voorkomen worden met de juiste voorbereiding. Slechte nierfunctie De contrastvloeistof heeft een belastende werking op uw nieren, als u een slechte nierfunctie heeft is het belangrijk om dit te melden bij uw arts. Bij een (te) slechte nierfunctie moeten er extra voorbereidende maatregelen genomen worden, namelijk pre- en/of post-hydratie. Ook wordt u aangeraden om, als u een goede 1
nierfunctie heeft, veel te drinken na het onderzoek (1 tot 1,5 liter). Zwangerschap Wanneer u zwanger bent of er bestaat de mogelijkheid dat u zwanger bent, is het belangrijk dit door te geven aan uw arts. Tijdens het onderzoek wordt er gewerkt met röntgenstraling en contrastmiddel, dit kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. In overleg zal besloten worden of een onderzoek/behandeling kan wachten tot na de zwangerschap. Nuchter Voorafgaand aan het onderzoek moet u minimaal zes uur nuchter zijn. Indien een maaltijd gebakken of vet voedsel/vlees bevat moet een periode van acht uur aangehouden worden. Nuchter betekent: niet eten, drinken en roken. Tot twee uur voor het onderzoek mag u nog heldere vloeistof drinken, bijvoorbeeld koffie/thee (zonder melk), sap zonder pulp, water of aanmaaklimonade. Vervoer Het is belangrijk dat u vervoer regelt voor de terugreis; het is niet toegestaan om zelf naar huis te rijden. Onderzoek Over het algemeen is er bij een onderzoek van de arteriën bij de Interventieradiologie sprake van een dag/nachtopname. U meldt zich volgens afspraak bij de verpleegafdeling, waar de verpleegkundigen al de eerste voorbereidingen treffen. U krijgt een OK-jasje aan en u wordt verzocht alle sieraden af te doen. Als het een behandeling betreft krijgt u tevens een infuus, waar in geval van nood medicatie door toegediend kan worden. Vanuit de verpleegafdeling zult u naar de afdeling Interventieradiologie gebracht worden door een medewerker van patiënten transport. Het is mogelijk dat u niet stipt op het afgesproken tijdstip wordt geholpen, doordat er spoedgevallen tussendoor kunnen komen. Op de afdeling Interventieradiologie ontvangt een radiodiagnostisch laborant u. De laborant neemt het onderzoek nog met u door en u kunt gerust vragen stellen. 2
Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug op de onderzoekstafel. Er wordt bij dit onderzoek volledig steriel gewerkt. Uw liezen worden gedesinfecteerd en vervolgens wordt u afgedekt met een steriel doek, waarbij uw hoofd onbedekt blijft. Het is belangrijk om uw armen onder dit doek te houden om de steriliteit te bewaren. De Interventieradioloog (specialistisch arts) verdooft het liesgebied. Slechts in specifieke omstandigheden en in overleg met de Interventieradioloog krijgt u algehele narcose. Mocht hier in uw geval sprake van zijn, dan bent u daarvan op de hoogte gesteld en hebt u al een afspraak op de afdeling Anesthesiologie gehad. Vervolgens prikt de Interventieradioloog de arterie in de lies aan, om een toegangsbuisje (sheath) te plaatsen. Deze sheath vormt de toegang tot de arteriën en via dit buisje worden verschillende katheters, met verschillende functies opgevoerd. Met behulp van contrastmiddel worden de arteriën afgebeeld. Het contrastmiddel geeft een warm en soms prikkelend gevoel in het onderzochte gebied. Dit gevoel trekt vrij snel weer weg. Het is belangrijk om stil te blijven liggen, met name voor het beeld, maar ook in verband met het buisje in de lies. Als de Interventieradioloog klaar is met het onderzoek moet de sheath uit de lies verwijderd worden. De punctieplaats, waar de sheath zich bevond, moet actief gedicht worden, met name omdat het een slagader is. Het vat wordt tien tot vijftien minuten met de hand afgedrukt, om vervolgens een drukverband aan te leggen, of er wordt een zogenaamd closure device gebruikt om het vat te dichten. Behandelingsmogelijkheden PTA/Stentplaatsing Eén van de behandelingsmogelijkheden is een PTA (Percutane Transluminale Angioplastiek), ook wel dotteren genoemd. Voor deze procedure wordt een katheter met een ballonnetje eraan via de sheath ingebracht. Dit ballonnetje wordt op de plaats van de vernauwing opgeblazen, waardoor de vernauwing opgerekt wordt. Dit kan pijnlijk zijn. Het resultaat wordt altijd gecontroleerd met een contrast opname en het dotteren kan een aantal keren herhaald worden. De katheter met het ballonnetje wordt na afloop verwijderd. Het kan zijn dat het resultaat van de PTA onvoldoende is. In dit geval kan men overgaan op een stentplaatsing. Een stent is een hol buisje gemaakt van een spe- 3
ciaal soort gaas. Deze stent wordt met een speciale katheter ingebracht en op de plaats van de vernauwing ontplooit. Deze stent blijft achter in de arterie, waardoor het behandelde vat open blijft. Embolisatie Bij een embolisatie gaat het om het afsluiten (emboliseren) van een vat. Er zijn verschillende materialen die hiervoor gebruikt worden, afhankelijk van de situatie wordt er gekozen voor bepaalde materialen. Men kan emboliseren met coils (metalen spiraaltjes), partikels (kleine plastic bolletjes) of met lijm. Deze materialen worden via een katheter ingespoten. Nazorg Meestal wordt het resultaat meteen na afloop van het onderzoek met u besproken. Het kan zijn dat de interventieradioloog de uitslag eerst moet bespreken met andere specialisten voordat hij/zij een uitspraak kan doen. Na afloop van het onderzoek gaat u terug naar de afdeling, waar u nog vijf uur bedrust heeft, waarvan de eerste vier uur platte bedrust met het drukverband. U mag dan niet rechtop zitten in verband met het risico op nabloeden en bovendien moet het betreffende been gestrekt blijven. De verpleegkundige controleert u regelmatig. De afdelingsarts bepaalt of u weer naar huis mag. Over het algemeen moet u een nacht blijven. U mag pas vanaf een week na de procedure weer sporten of zwaar tillen. 4
09-2016-1108 Adres Interventieradiologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 762 6525 GA Nijmegen Contact Tijdens kantooruren: 024-361 66 55 Contact buiten kantooruren (spoed): Bel 024-361 11 11 en laat u doorverbinden met de dienstdoende arts-assistent van de afdeling Radiologie Radboud universitair medisch centrum