Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport. van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport. van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

AANGENOMEN TEKSTEN DEEL III. van de vergadering van. donderdag 23 april 2009 P6_TA-PROV(2009)04-23 VOORLOPIGE UITGAVE PE

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129,

15312/16 NAF/ev 1 DG D 1B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2005 (03.01) 15929/05 EDUC 197 STATIS 100

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

EVROPSKI PARLAMENT. Odbor za zaposlovanje in socialne zadeve OSNUTEK POROČILA

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten

GROEP GEGEVENSBESCHERMING ARTIKEL 29

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2003 (18.03) (OR. en) 7440/03 LIMITE TELECOM 40 SOC 127 EDUC 45 SAN 45 JAI 77 CODEC 315

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

16185/1/03 REV 1 CS/lm DG G II

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

*** ONTWERPAANBEVELING

2010/06 Structuur van het Publicatieblad - Aanpassing ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon Publicatieblad, L-serie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

De evolutie van de preventie in een Europees kader

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (31.10) (OR. fr) 14719/08 SOC 633 OTA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

C 337 E/172 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2272(INI) Ontwerpadvies Giles Chichester (PE v02-00)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 december 1997 over bestrijding van het tabaksgebruik 1,

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

*** ONTWERPAANBEVELING

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(98/C 364/01) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

*** ONTWERPAANBEVELING

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2004 (OR. en) 14297/04 COWEB 219

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2156(INI)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú

13395/2/01 REV 2 ADD 1 gys/hb/dm 1 DG I

IZ/BSB/2001/ De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

Transcriptie:

P5_TA(2002)0062 Analfabetisme en sociale uitsluiting Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI)) Het Europees Parlement, gelet op artikel 22 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 2, 3, 136 en 137, gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met name op artikel 14, lid 1: "Eenieder heeft recht op onderwijs,... " gezien de besluiten van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, gezien de besluiten van de Europese Raad van Nice van 7 t/m 10 december 2000, onder verwijzing naar zijn resolutie van 25 oktober 2000 over een agenda voor het sociaal beleid 1, gezien de mededeling van de Commissie "Bouwen aan een solidair Europa" (COM(2000) 79), gezien het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten ter bestrijding van sociale uitsluiting 2 en onder verwijzing naar zijn standpunt van 17 mei 2001 inzake het communautair actieprogramma ter bestrijding van sociale uitsluiting 3, gezien het Witboek van de Commissie Onderwijs en opleiding. Onderwijzen en leren. Naar een cognitieve samenleving (COM(1995) 590) en onder verwijzing naar zijn resoluties van 12 maart 1997 4 en 15 mei 2001 5 over Onderwijzen en leren, gezien Besluit 2001/63/EG van de Raad van 19 januari 2001 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2001 6 en onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 oktober 2000 over de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2001 7, 1 PB C 197 van 12.7.2001, blz. 180. 2 PB C 337 E van 28.11.2000, blz. 130. 3 Punt 1 van de aangenomen teksten. 4 PBC 115 van 14.4.1997, blz. 85. 5 Punt 17 van de aangenomen teksten. 6 PB L 22 van 24.1.2001, blz. 18. 7 PB C 197 van 12.7.2001, blz. 68.

gezien Aanbeveling 2001/64/EG van de Raad van 19 januari 2001 inzake de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten 1, gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld Memorandum over levenslang leren (SEC(2000) 1832 C5-0192/2001), onder verwijzing naar zijn resolutie van 21 april 1993 over de uitroeiing van het analfabetisme in de lidstaten van de Europese Gemeenschap 2, gelet op artikel 163 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport (A5-0009/2002), A. overwegende dat kunnen lezen en schrijven een grondrecht is, B. overwegende dat eenieder de mogelijkheid om te leren en schrijven als een grondrecht moet worden aangeboden, en dat leerkrachten en ouders hun plicht moeten onderkennen om ervoor te zorgen dat deze mogelijkheid door iedereen wordt benut, C. overwegende dat de bestrijding van analfabetisme absoluut noodzakelijk is omdat zo de individuele vrijheid wordt bereikt en versterkt en voor eenieder gelijke toegang tot de grondrechten wordt gecreëerd, D. overwegende dat de bestrijding van het analfabetisme niet alleen een zaak is van opvoeders en leerkrachten, maar een verplichting van de maatschappij als geheel en met name van alle overheden, en de lidstaten herinnerend aan de hun door de Verdragen toegekende verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderwijs en de organisatie van het onderwijsstelsel, E. overwegende dat de Unie de samenwerking tussen de lidstaten dient te ondersteunen en de uitwisseling dient te bevorderen van beste praktijken en vernieuwende benaderingen en dat zij de resultaten tezamen met de betrokken actoren en belanghebbende personen dient te evalueren, F. overwegende dat de Raad van Lissabon heeft besloten dat op het terrein van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting een open coördinatiemethode dient te worden toegepast, G. overwegende dat volgens de beschikbare gegevens 10 tot 20% van de bevolking van de Unie en tot 30% van de bevolking van de kandidaatlandne niet in staat is de gedrukte en geschreven teksten te begrijpen en te gebruiken die noodzakelijk zijn om in de samenleving te kunnen functioneren, de persoonlijke doelstellingen te verwezenlijken, de eigen kennis te verruimen en het individueel potentieel te vergroten, en dat deze cijfers nog hoger zouden uitvallen als ook rekening wordt gehouden met de instroom uit derde landen, H. overwegende dat statistieken en nauwkeurige gegevens betreffende analfabetisme op Europees niveau nog steeds ontbreken, in het bijzonder met betrekking tot de definitie van het verschijnsel, de indicatoren, de initiatieven op dit terrein en de beste praktijken in de 1 PB L 22 van 24.1.2001, blz. 27. 2 PB C 150 van 31.5.1993, blz. 99.

lidstaten, I. overwegende dat het Europees beleid inzake de bestrijding van analfabetisme tot op heden geen samenhang en continuïteit heeft vertoond en dat het niet is aangepast aan de ontwikkelingen en de nieuwe noden in de maatschappij; dat bij het ontwerpen van de communautaire actieprogramma's niet kan worden voorbijgegaan aan de behoeften van personen met beperkte basisvaardigheden en onvoldoende technologische kennis, J. overwegende dat ter bescherming van de menselijke waardigheid en ter bestrijding van sociale uitsluiting ook actie moet worden ondernomen tegen het regressief analfabetisme dat vooral voorkomt bij ouderen die als gevolg van dit verlies aan autonomie hun toevlucht moeten nemen tot een beschermde omgeving die hen definitief vervreemdt van hun familieverband en sociaal-cultureel milieu, K. overwegende dat deelname aan de cognitieve samenleving en sociale integratie in de eerste plaats gebaseerd zijn op het kunnen lezen en schrijven, en dat analfabetisme de toegang tot de markt en de mogelijkheden om werk te vinden en zich aan een samenleving en een economie in verandering aan te passen, beperkt, L. overwegende dat het analfabetisme en de gebrekkige basisvaardigheden van veel werknemers enerzijds het risico op arbeidsongevallen verhoogt en anderzijds hun vermogen tot herscholing (of omscholing) aantast, M. in de mening dat, aangezien in Lissabon als doel is gesteld van Europa de meest competitieve en dynamische kenniseconomie te maken, in staat tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een grotere maatschappelijke cohesie, met daarbij bevordering van een bewustere politieke participatie en bevordering van de kennis bij de burgers van hun rechten en het vermogen om er gebruik van te maken, het niveau van geletterdheid in Europa moet worden opgevijzeld, N. van oordeel dat rekening moet worden gehouden met de uitgangspunten zoals in Nice door de Europese Raad goedgekeurd ten aanzien van de gemeenschappelijke doelstellingen op het vlak van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en de bevordering van deelname aan het arbeidsproces en de beschikbaarheid voor eenieder van hulpmiddelen, rechten, goederen en diensten, zodat het gevaar van marginalisering wordt afgewend, waarbij vooral de risicogroepen baat moeten hebben, 1. verzoekt de Commissie in het kader van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de open coördinatiemethode in de strijd tegen armoede en uitsluiting alsmede in het kader van onderwijs en opleiding, concrete indicatoren en benchmarks voor te stellen op het terrein van het analfabetisme en dit te doen in nauwe samenwerking met de sociale actoren, in het bijzonder die actoren die spreken namens de minst bedeelde bevolkingsgroepen; 2. verzoekt de Commissie ter kennis te nemen dat analfabetisme en rekenonkunde, in aansluiting op het door de Europese Raad in Lissabon genomen initiatief te streven naar totstandbrenging van een "kenniseconomie", voortaan niet afzonderlijk mogen worden bezien; 3. verzoekt de Commissie het Parlement en de Raad zo spoedig mogelijk een Groenboek inzake analfabetisme, rekenonkunde en sociale uitsluiting voor te leggen en dit Groenboek vergezeld te doen gaan van een tijdspad van concrete stappen, naar het voorbeeld van de

sociale agenda, waarin de op Europees niveau te nemen maatregelen nauwkeurig omschreven staan; 4. verzoekt de Commissie het Parlement zo spoedig mogelijk een Groenboek en een actieplan voor te leggen op basis van de artikelen 137 en 150 van het Verdrag, die ten minste de volgende elementen dienen te bevatten: a) een gemeenschappelijke definitie van de diverse vormen van analfabetisme gebaseerd op onderling tussen de lidstaten overeenstemmende en samenhangende indicatoren waarmee de huidige situatie van analfabeten alsmede de uit veranderingen in alle aspecten van het sociaal-economische en gezinsleven voortvloeiende ontwikkelingen op middellange termijn kunnen worden verkend; b) de open coördinatie van het beleid inzake de bestrijding van analfabetisme met het beleid inzake de gelijke toegang van eenieder tot de grondrechten alsmede met het beleid op het terrein van werkgelegenheid en sociale bescherming, non-discriminatie en gelijke kansen, levenslang leren en onderzoek; c) de jaarlijkse evaluatie, tezamen met de betrokken personen, van het resultaat van de communautaire en nationale beleidsmaatregelen op het terrein van de bestrijding van analfabetisme alsmede van het sociaal beleid; d) de actieve deelname van alle betrokken sociale actoren, in het bijzonder de minst bedeelde bevolkingsgroepen zelf, bij het communautair beleid inzake de bestrijding van analfabetisme; e) de oprichting van een netwerk voor de uitwisseling van beste praktijken dat voor alle betrokken actoren toegankelijk is alsmede de oprichting van een database met statistische gegevens betreffende analfabetisme in de Unie en in de kandidaatlanden; f) speciale ondersteuning van de regio's in de Europese Unie die het meest getroffen worden door deze vorm van sociale uitsluiting alsmede van de kandidaatlanden bij de opstelling van alfabetiseringsprogramma s in combinatie met een opleiding; g) het feit dat migrerende werknemers die hun eigen taal kunnen lezen en schrijven niet als analfabeet mogen worden beschouwd omdat zij niet kunnen communiceren en werken in de officiële taal van de lidstaat, en dat adequate opleiding moet worden geboden om te voldoen aan hun behoefte volledig in de maatschappij te integreren; h) ondersteuning van de kandidaatlanden bij het onderzoek naar de behoefte aan en de tenuitvoerlegging van alfabetiseringsprogramma s; i) herziening van de bestaande richtlijnen of verordeningen teneinde de doelstelling van bestrijding van analfabetisme en sociale uitsluiting te integreren in het beleid van de Unie; j) mainstreaming van de strijd tegen analfabetisme als oorzaak voor de sociale uitsluiting in de beleidsdomeinen van de Unie; 5. verzoekt de Commissie het Europees Parlement en de Raad zo spoedig mogelijk een voorstel voor een aanbeveling aan de lidstaten voor te leggen, waarin onder andere de volgende elementen opgenomen zijn:

a) de ontwikkeling van alfabetiseringsmodules in alle programma s en acties voor beroepsonderwijs ten behoeve van volwassenen, met inachtneming van met name de behoeften van migrerende werknemers, alsmede de invoering van een financieel en materieel kader ten behoeve van op de werkplek ten uitvoer te leggen alfabetiseringsmaatregelen (met de mogelijkheid het akkoord betaald educatief verlof toe te passen); b) de definitie van prioritaire criteria aan de hand waarvan de toegang tot programma s voor scholing en persoonlijke ontwikkeling gewaarborgd kan worden voor volwassenen die een gebrek aan basisvaardigheden hebben, alsmede van op de behoeften van deze personen aansluitende methodes; c) de bevordering op lokaal, regionaal en nationaal niveau van initiatieven zoals "bibliotheken op straat" en begeleiding op school alsmede van alle initiatieven ter bevordering van de alfabetisering van personen die hieraan behoefte hebben, onafhankelijk van hun status van loontrekkende, die gericht zijn op sociale integratie; d) overleg met en actieve deelname van de betrokken sociale actoren bij de vaststelling en de tenuitvoerlegging van de programma s ten behoeve van de bestrijding van analfabetisme op alle beslissingsniveaus; e) nauwe samenwerking tussen de bevoegde diensten op nationaal, regionaal en lokaal vlak die zorgdragen voor de tenuitvoerlegging van de acties in het kader van de structuurfondsen, de diensten die verantwoordelijk zijn voor het beleid inzake de bestrijding van sociale uitsluiting en integratie in het beroepsleven en de diensten die belast zijn met het beleid inzake de bestrijding van analfabetisme; f) de erkenning dat onwetendheid omtrent de computer ook tot maatschappelijke uitsluiting kan leiden en derhalve moet worden aangepakt; 6. verzoekt de Commissie en de Raad bij het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP) in Thessaloniki een Europees Waarnemingscentrum voor analfabetisme op te richten dat tot taak heeft op Europees niveau studieprogramma s en diploma s te ontwikkelen; 7. verzoekt de Commissie het Parlement jaarlijks een schriftelijk, met cijfers onderbouwd overzicht te doen toekomen betreffende de verwezenlijking van de doelstellingen van de strijd tegen analfabetisme en sociale uitsluiting, zulks in nauwe samenwerking met degenen die hebben deelgenomen aan de scholingsprogramma s; 8. is verheugd over het rapport van de Raad aan de Europese Raad van Stockholm over de concrete toekomstige doelstellingen van de onderwijsstelsels ; is van mening dat de instellingen van de Gemeenschap een nuttige rol kunnen spelen door de lidstaten te helpen bij het implementeren van een werkprogramma op lange termijn dat het kennisniveau in Europa moet verhogen door de kwaliteit van de opleiding voor leraren en trainers te verbeteren en door specifieke inspanning op het gebied van kunnen lezen, schrijven en rekenen; 9. verzoekt de Commissie de ontwikkeling en het vasthouden van geletterdheid te ondersteunen door programma's zoals Socrates, Leonardo en Youth alsook door speciale

door de structuurfondsen gesteunde projecten; 10. verzoekt de Commissie om geletterdheidprojecten op te nemen in een Europees Jaar van het boek of van het lezen; 11.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, het Economisch en Sociaal Comité alsmede aan de Europese platforms van nietgouvernementele organisaties die werkzaam zijn ten behoeve van de minst bedeelden.