Nestkasten Landgoed Dorth in 2014 Gerard en Wouter Boere, Marcel Hutten, Jacques Blaauw en Herman Hannink Nestkasten Monitoring Project; inclusief avond controles in de winter
Colofon Vogelwerkgroep de IJsselstreek 2015 Secretariaat: Tineke Hirschler Rouwenmaatpad 8 7421 EE Deventer vwgijsselstreek@gmail.com www.vwg-deijsselstreek.nl Ontwerp VWG huisstijl: Kaartmateriaal Dorth: Kaartmateriaal ligging Dorth: Tekst, tabellen, samenstelling: Vogels ringen: Eindredactie: Foto s omslag: Overige foto s: Jeroen Kuipers André Westendorp, Natuurmonumenten Kopie deel Falklandkaart Gorssel, 3e druk Herman Hannink, Gerard Boere Gerard en Wouter Boere Gerard Boere Herman Hannink en Wouter Boere Wouter Boere, Herman Hannink Foto s omslag: Landgoed Dorth, Rhododendron in bloei mei 2014 inzet, Glanskop op nest
VERSLAG Toelichting: In dit verslag, zijn de resultaten vermeld van het nestkastonderzoek 2014 op het Landgoed Dorth van Natuurmonumenten. De controles, zijn onder verantwoordelijkheid van Vogelwerkgroep De IJsselstreek uitgevoerd. Voor het 3e achteréénvolgende jaar is het onderzoek te splitsen in twee activiteiten n.l.: 1. De avondcontroles van nestkasten, op slapende vogels Een activiteit in de wintermaanden 2013 / 2014, na zonsondergang verricht. 2. Het Nestkasten Monitoring Project. Periodieke dagcontroles in het broedseizoen. 1. De avondcontroles: De avondcontroles van slapende vogels in nestkasten, geschiedt al vanaf de winter 2011 / 2012. Het doel van dit onderzoek is: Inzicht te verkrijgen in het gebruik van slaapplaatsen tijdens de wintermaanden in de aanwezige 60 nestkasten. Verder het verzamelen van gegevens omtrent: de soort, het gewicht, de vleugellengte, conditie, vetgraad en vooral het registreren en het opslaan van gegevens met betrekking tot ringnummers. Dit laatste levert tezamen met de vogels die op deze avonden alsnog geringd zijn, veel bruikbare informatie op over overleving, dispersie en plaatstrouw. Daardoor ontstaat er een goed overzicht van het gebruik van de kasten in de winter. Het is de bedoeling om de avond controles tenminste gedurende vijf winterseizoenen te houden. Na jaren van ringnummerregistratie, komt er langzamerhand een interessant overzicht inzake de herkomst, maar vooral ook over de regelmatige terugkeer van de vogels. Alle 60 nestkasten, zijn in de avonduren gecontroleerd tussen 18.45 en 22.00 uur. Op één controleavond wordt als regel, de helft van de totaal aanwezige 60 nestkasten gecontroleerd. Het streven is, elke kast 2 x in de winter te controleren n.l.: 1 x vóór- en 1 x na de jaarwisseling. Daar is aan voldaan, zoals ook uit de volgende tabel 1 blijkt. Indien bezet, werd er steeds 1 slapende vogel in een nestkast aangetroffen. Tabel 1: aantal bezette nestkasten met slapende vogels waarvan ( aantal ) ongeringd, van ring voorzien Controledatum: O3-12- 2013 09-12 - 2013 10-02 - 2014 17 02 2014 Nestkastnummer: 1 t/m 28 29 t/m 60 1 t/m 28 29 t/m 60 koolmees 21 ( 10 ) 26 ( 16 ) 21 ( 7 ) 26 ( 7 ) pimpelmees 2 3 2 3 ( 3 ) boomklever 1 1 1 1 nestkasten onbezet 3 2 4 2 nestkast nr. 21 1 verdwenen, na 03-12-2013 nieuwe nestkast geplaatst 1
Evenals in voorgaande jaren zijn slechts een 3 tal vogelsoorten als slapers waargenomen. De nestkasten waren tijdens de controles, zoals uit tabel 1 blijkt, niet allen bezet. Totaal zijn 43 ongeringde vogels tijdens deze 4 controleavonden, van een ring voorzien. Slapende vogels, die al van een ring voorzien waren betroffen veelal vogels, die in de jaren 2011 t/m 2013 als nestjong of als broedvogel in Landgoed Dorth geringd waren. In de meeste gevallen waren het vogels in ouderdom van 1, +1 en van 2, +2 kalenderjaren, maar ook 1, 4 en +5 kalenderjaren in ouderdom zijn - in kleinere aantallen - waargenomen. Het gemiddelde gewicht van de vogels bleef na elke controleavond ongeveer constant. Koolmezen 19 gram, Pimpelmezen 12 gram en voor de boomklever 25 gram. Door deze constant blijvende gewichten is de conclusie, dat er deze gehele winterperiode voldoende voedsel voorradig was. De weersomstandigheden waren deze winter ook beslist in het voordeel van de vogels. Door het extreem zachte weer was het in feite geen winter. Ook deze winter is weer vastgesteld dat veel vogels nauwelijks van slaapplaats veranderen of nauwelijks daarvan afwijken. Bij elk van de 4 controleavonden, werd in ca. 30 % van de gecontroleerde kasten, steeds dezelfde slapende vogel in dezelfde kast aangetroffen, of is de vogel schuin overgestoken om op korte afstand daar een nestkast te bezetten. Deze constatering werd trouwens ook al gedaan in de winter 2012 / 2013. Ook blijkt, dat er tijdens de 4 controledata s geen veranderingen ontstaan in de vogelsoortbezetting. Het koolmezen blijven veruit de meerderheid vormen, daarna volgen op grote afstand de pimpelmezen en de boomklevers. In tabel 2, wordt een overzicht gegeven van de procentuele bezetting van slapende vogels in nestkasten op één controleavond over 2 winterperioden n.l. 2012 / 2013 en 2013 / 2014. Tabel 2: procentuele bezetting nestkasten, tijdens nachtelijke controles winterperiode: nachtelijke controle op: nestkast nummer: 1e controle 2e controle 2012 / 2013 27-11 - 2012 1 t/m 29 86.5 % - 11-12 - 2012 30 t/m 60-83.0 % 12-02 - 2013 1 t/m 29 79.5 % - 19-02 - 2013 30 t/m 60-64.5 % 2013 / 2014 03-12 - 2013 1 t/m 28 88.9 % - 09-12 - 2013 29 t/m 60-93.8 % 10-02 - 2014 1 t/m 28 85.7 % - 17-02 - 2014 29 t/m 60-93.8 % Nadat de percentages winterperiode 2012 / 2013 bekend waren, was er een voorzichtige veronderstelling dat naarmate de winter naar haar einde liep, het steeds maar dalende percentage kastbezetting in 2012/2013 zou zijn ontstaan doordat al vogels andere nestplaatsen opzochten. Het tegendeel is echter waar want de percentages in de winter 2013 / 2014 geven een geheel andere uitkomst: het percentage bezette kasten blijft vrijwel gelijk bij de controle in februari 2014. T.o.v. begin december 2013. De weersomstandigheden gedurende de beide winterperioden waren nagenoeg gelijk, m.a.w. daar zullen de verschillen tussen de 2 winterperioden niet door zijn ontstaan. Beide winters waren immers zacht van klimaat. 2
2. Het Nestkasten Monitoring Project. In de maanden naar aanloop van het broedseizoen 2014, waren de weersomstandigheden boven verwachting, uitstekend. Stabiel hoge lenteachtige temperaturen volgden elkaar steeds weer op met veel zonneschijn. De vogels hadden er duidelijk zin in, het was in de natuur al vroeg een activiteit en getjilp van jewelste. Daardoor werd het onderhoud en het schoonmaken van nestkasten vergeleken bij voorgaande jaren, vervroegd uitgevoerd op 10 en 17 maart. Op 10 maart werd in 4 nestkasten zelfs al nestbouw geconstateerd. Door deze vroege start, was het misschien interessant een vergelijk te maken met de start in de jaren 2013 en 2012. In onderstaande tabel 3, wordt de start van het broedseizoen 2014 met die van de jaren 2013 en 2012 vergeleken. Voor een correct overzicht is de voorwaarde, dat de controledag en de maand van elk der 3 jaren ongeveer dicht bij elkaar liggen. In deze situatie is dat gelukt, n.l. op 5, 7 en 10 mei. Hierdoor ligt de peildatum ergens tussen 5 en 10 mei en bepalend is voor een vergelijk. Nesten vermeld in de kolom geen nestcontrole, daarvan zijn geen aantallen geteld om geen verstoring te veroorzaken. Door de niet gecontroleerde 11 nesten in 2012, zal de werkelijkheid van de daarin vermelde aantallen, eieren en pulli enigszins hoger uitvallen. maar dan nog blijft het totale aantal eieren en pulli tezamen, veruit beneden het aantal van 2014. Tabel: 3: situatie kort na start broedseizoen broedseizoen aantallen controledatum geen nest controle bijzonderheden: eieren + pulli = totaal 2014 124 436 560 0 nesten 2013 357 4 361 2 nesten Situatie: 3e controledatum, 5 mei - pulli overwegend 4 á 6 dagen oud Situatie: 1e controledatum, 10 mei - 4 pulli zijn boomklevers 2012 93 235 328 11 nesten Situatie: 1e controledatum, 7 mei - pulli gevarieerd 1-9 dagen oud Uit tabel 3 blijkt, dat 2014 een zeer vroeg startjaar is geweest met betrekking tot het op dat moment gelegde aantal eieren en geboren pulli. Het voorlopige aantal jongen en eieren in 2014 n.l., 560, staat op dat moment al ver voor ten opzichte van de aantallen met ongeveer dezelfde peildatum van de jaren 2013 en 2012, respectievelijk met aantallen van 361 en 328. Een verschil van ruim 200 eieren en jongen. Op de peildatum, was het al de 3e controlebeurt in 2014, terwijl dit de 2 jaren ervoor de 1e controlebeurt betrof. Voor aanvang van het broedseizoen, zijn de nestkasten nr s 28 en 47 vervangen, elk met een vliegopening van 40 mm diameter met als doel, dat beide nestkasten bezet zouden worden door spreeuwen. Immers 2014, was uitgeroepen voor Het jaar van de Spreeuw. 3
Helaas geen spreeuwen gezien en beide nestkasten zijn bezet door de mezen. In nestkast nr. 15, lag tijdens de 4e controle een dode adulte bonte vliegenvanger tussen 11 actieve jonge koolmezen, die op punt van uitvliegen waren. Het aantal 2e legsels bedroeg dit broedseizoen 8. In 2013 en 2012 was dit aantal iets hoger n.l., elk 12 legsels. Dit jaar was er in nestkast nr. 47 sprake van predatie van het 2e legsel. Dit nest werd tijdens de 6e controle niet teruggevonden. Mogelijk is de grotere diameter van de vliegopening, bestemming spreeuwenkast, de oorzaak van de mislukking. afb. 1: Dorth, mei 2014 nestkast nr. 22, 7 pulli bonte vliegenvangers, ca. 7 á 9 dagen oud Overzicht gebruikte afkortingen bij tabel 4: Gebruikte afkortingen: Verklaring celkleur: K = Koolmees nb = nestbouw 2e legsel P = Pimpelmees nv = nest verlaten, mislukt BK = Boomklever gv = geen verstoring nest van ring voorzien ZM = Zwarte mees go = geen onderzoek BV = Bonte Vliegenvanger? = vogelsoort onbekend pulli uitgevlogen GK = Glanskop * = verwijzing kolom bijzonderheden 4
Tabel 4: Broedresultaten 60 nestkasten per bezoekdatum. nest kast nr. soort ouder vogel kolom 1, 4, 6 en 7 = 1 x onderzoek van nestkasten, verdeeld over 2 bezoekdata s 7 + 8 23 5 19 + 20 2 9 + 16 april april Mei mei juni Juni 23 + bijzonder- 30-jun heden: 1 2 3 4 5 6 ei pull ei pulli ei pulli ei pulli ei pulli ei pulli pulli 1 P nb 12 12 12 2 BK gv 7 7 7 7 3 K nb 9 9 9 4 K nb 8 8 8 5 P 3 12 12 12 6 K 1 10 7 P nb 8 18 18 *10 7 *nv mislukt rest 10 ei *rest 4 ei 7? 12 4 7 *4 8 ^groeiachterstand ^1 8 K nb 9 9 9 9 K 3 10 10 10 9 K 8 8 8 10 10 P 3 6 11 11 *rest 1 dode pulli *1 11 K nb 8 8 8 12 K 4 10 4 8 4 8 *4 8 *rest 4 ei 13 P nb 9 1 9 *1 9 *rest 1 ei 14 K 3 9 9 9 15 K nb 11 11 11 11 *1 dode BV * In kast 16 K 3 9 9 9 17 P 4 11 11 11 18 K nb 7 *8 nv. mislukt *rest 8 ei 5 18 P 2 4 6 *rest 1 dode pulli *1 19 K nb 10 1 10 *1 10 *rest 1 ei 20 K 1 9 9 9 21 K nb 4 2 4 *2 *4 *nv.rst 2 ei 4 pullidood 22 BV leeg nb 7 7 7 zie afb.: 3 23 P 1 9 9 9 24 K 1 10 1 10 *1 10 *rest 1 ei 25 K 1 5 1 4 *1 4 *rest 1 ei 26 BK nb 7 7 7 7 27 K gv 10 10 10 10 28 P 4 12 12 12 spreeuwen-kast 29 K nb 8 8 8 8 30 P 2 12 12 12 12 31 K 4 12 12 12 31 K 5 5 *5 nv. *rest 5 ei 32 K leeg 9 9 9 9 33 K nb 6 1 5 1 5 *1 5 *rest 1 ei 34 K nb 10 1 9 *1 9 *rest 1 ei 35 P 5 10 10 10 5
36 K 2 10 10 *10 37 K nb 11 13 13 `13 38 K 4 13 13 13 39 K 2 8 8 8 40 K nb 9 9 9 41 P 7 gv 8 8 42 K 8 8 8 8 43 P 3 11 11 11 11 44 K 1 14 14 *14 nv. *rest 10 ei nv. *rest 14 ei 45 K 2 8 8 *adult BV 8 * op nest K 46 P 3 10 10 10 47 K 7 7 7 7 47 K gv 6 *6 *rest 6 ei *nest niet teruggevonden. vermoedelijk predatie.vliegopening 40 mm diam. bestemming spreeuwenkast 48 K 2 9 1 8 9 49 K nb 10 10 10 10 50 K 4 11 11 11 50 k 7 7 7 3 *rest 3 pulli 51 K 1 6 6 *3 dood 52 P nb 6 11 3 8 *3 8 *rest 3 ei 53 P 6 10 7 3 10 53 K 6 6 *6 nv. mislukt *rest 6 ei 54 BK nb 3 3 3 3 55 P 5 13 1 12 *1 12 *rest 1 ei 56 P 3 12 12 12 12 57 P 1 9 1 9 *1 9 *1 9 *rest 1 ei 58 BK nb 7 7 7 7 59 P 2 10 10 10 10 60 K 2 10 14 *14 nv. mislukt 14 ei *rest 60 K 6 1 5 *1 5 5 *rest 1 ei Afb. 2: Dorth, mei 2014. Bezetting nestkast nr.58 door een paartje boomklevers. De klei / modder, die de boomklever rond de vliegopening smeert en hierdoor de vliegopening vernauwt, dient waarschijnlijk om de concurrentie met andere holenbroeders te verminderen, als het om bezit van nestgelegenheid gaat. Ook wordt klei / modder gebruikt om scheuren en onregelmatigheden te dichten. 6
Waren er in 2013 nog 9 nestkasten bezet door paartjes bonte vliegenvangers, dit jaar stak was alleen nestkast nr. 22 bezet door een bonte vliegenvanger. Misschien ligt de oorzaak van de mindere bezetting 2014 in de vroege start van het broedseizoen, waardoor de nestkasten met name door de mezen al bezet waren vóórdat de bonte vliegenvangers zich op Dorth lieten zien. Ook is er in 2014 in het broedseizoen geen enkele leegstand van de 60 nestkasten geweest. Door vroegtijdige nestverlating, zijn 9 nesten geheel verloren gegaan. De nesten waren allen van paartjes koolmezen, waarvan 6 van het 1e - en 3 van het 2e legsel. In 2013 was het verlies door nestverlating 8, waarvan 3 x koolmees 2e legsel, 2x bonte vliegenvanger 1e legsel en 3x pimpelmees 1e legsel. Vanzelfsprekend werden er in het broedseizoen weer volop vogels van een ring voorzien, waarvan in tabel 5 een overzicht wordt gegeven. Tabel 5: vogels van ring voorzien vogel soort adult + pulli = totaal P 11 63 74 K 9 65 74 BK 2 10 12 BV 1 7 7? 0 7 7 aantal 23 + 152 = 175 afb. 3: middelste bonte specht 7
Nu duidelijk is, dat de aanvang van het broedseizoen in 2014 vervroegd is ten opzichte van de jaren daarvoor, is het misschien interessant te zien of de vroege start ook consequenties heeft gehad in het vervolg tot aan het eind van het broedseizoen. Daardoor is in tabel 6 ter vergelijking, een totaal overzicht van een geheel broedseizoen over 4 jaren gegeven. Daaruit blijkt dat veruit de meest eieren zijn gelegd in 2014. Worden deze aantallen vergeleken met het aantal uitgevlogen pulli, dan komen de resultaten van 2014 en 2011 al zeer dicht bij elkaar en dat is o.a. te verklaren door het zeer geringe aantal mislukte broedsels in 2011. Opvallend is dat bij de koolmezen in 2014 een grote uitval is geweest (restinhoud 92 = 24,3 %), terwijl de restinhoud in 2013 en 2012 respectievelijk 38 = 11,7 % en 52 = 16,5 % bedroeg. De pimpelmezen hebben in 2014 een restinhoud van 8 in aantal; het beste resultaat van deze mees over genoemde 4 jaren. De geringe hoeveelheid mislukkingen in 2011, wijkt sterk af van de overige 3 jaren, waar de uitvalpercentages ongeveer aan elkaar gelijk, maar uit ervaring wel aannemelijk zijn. Extra naslagwerk over de uitval in 2011 wijst er op dat deze cijfers correct zijn. Uit de 4 jaaroverzichten blijkt, dat in de jaren 2014 en 2011, uiteindelijk de beste resultaten zijn behaald. 3. Tot slot: Doordat sinds 3 jaar het avondvangen is toegevoegd aan het al bestaande Nestkasten Monitoring Project, is het al met al een afwisselend en tijdrovend werk geworden, maar ontegenzeggelijk komt er daardoor ook interessante informatie beschikbaar in relatie tot de broedpopulatie en uiteindelijk is dat ook de bedoeling. Om dit alles mogelijk te maken, een woord van dank aan de terreinbeheerder van Natuurmonumenten, dhr. André Westendorp, voor het verstrekken van de vereiste vergunningen om beide onderzoeken op landgoed Dorth te kunnen uitvoeren. Afb. 4: De beroemde eik.! 8
Tabel 6: Jaaroverzichten broedresultaten 2014, terug naar 2011. 2014 aantallen vogel- volgorde gelegde uitgevlog en soort legsels legsels eieren pulli restinhoud nesten - mislukt - mislukkingen in procenten van totaal aantal gelegde eieren eieren pulli 1e legsel 2 e legsel 1 e 19 212 205 6 1 P 2 e 1 6 5 0 1 K 1 e 36 340 266 67 7 2 e 6 38 20 18 0 BK 1 e 4 24 24 0 0 BV 1 e 1 7 7 0 0? 2 e 1 12 8 4 0 totaal 68 639 535 95 9 13,90% 41,10% P 1 e 18 161 127 26 8 2 e 0 1 e 30 275 260 15 0 K 2 e 10 49 26 15 8 BK 1 e 2 10 10 0 0 BV 1 e 9 50 35 9 6? 1 e 1 8 8 0 0 totaal 70 553 466 65 22 12,70% 46,90% 2012 P 1 e 23 231 183 37 11 2 e 1 7 4 3 0 h K 2013 1 e 35 236 219 4 13 2 e 11 79 44 31 4 BK 1 e 2 12 12 0 0 totaal 72 565 462 75 28 13,60% 44,20% 2011 P 1 e 24 236 223 2 11 1 e 30 295 276 17 2 K 2 e 4 21 15 5 1 BK 1 e 2 15 15 0 0 GK 1 e 1 10 10 0 0? 1 e 3 4 0 4 0 totaal 64 581 539 28 14 6,50% 28,60% 9