Onderhoudshandleiding

Onderhoudshandleiding

SNAREN VERVANGEN Snaren verouderen na verloop van tijd en kunnen zorgen voor fret buzz of krijgen een onnauwkeurige toonhoogte. Vervang de snaren wanneer ze beginnen te roesten of verkleuren. We bevelen u aan alle snaren tegelijkertijd als set te vervangen. Verbogen, verdraaide of beschadigde snaren produceren niet de juiste geluidskwaliteit. Gebruik deze snaren daarom niet. Wind de snaar twee of drie keer rond de stemknop en zorg ervoor dat u de draad van boven naar onder opwindt. Wind ongeveer 5 tot 7 cm snaar op voor een gitaar en 8 tot 10 cm voor een basgitaar. Wind de snaar niet over zichzelf heen. De snaren moeten één voor één worden vervangen. Verwijder niet alle snaren tegelijk. Hierdoor voorkomt u dat er druk wordt uitgeoefend op de hals en vermindert u het risico dat de tremolo uit balans raakt. De methode voor het verwijderen en plaatsen van snaren op een tremolo/brug is afhankelijk van het type tremolo/brug. Voor meer informatie raadpleegt u de sectie voor de tremolo/brug op uw gitaar. STEMMEN In de fabriek worden gitaren van Ibanez gestemd zoals in de volgende tabel. Guitar 1st 2nd 3rd 4th 5th 6th 7th 8th 9th 6-strings E B G D A E - - - 7-strings E B G D A E B - - 8-strings D# A# F# C# G# D# A# F - 9-strings E B G D A E B F# C# Bass 1st 2nd 3rd 4th 5th 6th 4-strings G D A E - - 5-strings G D A E B - 6-strings C G D A E B Voor sommige modellen gelden uitzonderingen. Ga naar onze website (http://www.ibanez.com) voor meer informatie. Gebruik een stemapparaat of stemvork om het geluid van elke open snaar af te stemmen op de bovenstaande frequenties. Als de toon hoger is dan de bovenstaande frequentie, draai de snaar dan losser om de toon te verlagen. Draai de snaar voorzichtig strakker om de toon te verhogen. Dit is een eenvoudige manier om de gitaar te stemmen. Mogelijk moet u de hals of de intonatie aanpassen als u uw gitaar op andere toonhoogtes wilt stemmen dan de toonhoogtes in deze tabellen, of als u snaren van een andere dikte gebruikt. Let op: als u de gitaar te strak stemt of snaren gebruikt die niet bedoeld zijn voor een elektrische gitaar, kunnen onderdelen breken en kan dit leiden tot onverwacht letsel. 1

SNAARHOOGTE Actie betekent de afstand tussen de fretten en de snaar. Als u de actie wilt meten, stemt u de gitaar eerst nauwkeurig af. Vervolgens plaatst u een meetlat op de 14e fret en meet u de afstand van de bovenkant van de fret tot de onderkant van de snaar. In het algemeen is de beste afstand 1,5 tot 1,7 mm voor de eerste snaar en 2,0 mm tot 2,2 mm voor de zesde snaar. Voor een gitaar met zeven snaren is de beste afstand voor de zevende snaar 2,2 mm tot 2,4 mm. Voor een gitaar met acht en negen snaren is de beste afstand van de achtste snaar 2,4 mm tot 2,6 mm. Voor goede speelbaarheid van een basgitaar is de beste afstand ongeveer 2,0 mm bij de 12e fret voor de hoge snaren en ongeveer 2,5 mm voor de lage snaren. Voor andere snaren dan de hierboven genoemde snaren past u de actie aan zodat de afstand steeds groter wordt van de eerste snaar richting de laagste snaar. Als de actie te hoog is, wordt het moeilijk om op het instrument te spelen. Als de actie te laag is, kunnen snaren zorgen voor fret buzz, worden noten gedempt of is de sustain slecht. Als de actie correct is aangepast en u nog steeds merkt dat de snaren brommen of noten worden gedempt, moet u mogelijk de hals aanpassen. De methode voor het aanpassen van de actie is afhankelijk van het type tremolo/brug op uw gitaar. Ga voor meer informatie naar de sectie voor de juiste tremolo/brug. HALS AANPASSEN De hals draagt voortdurend de spanning van de snaren. De boog van de hals kan licht variëren door de afstemming en de dikte van de snaren, maar ook door schommelingen in de temperatuur of luchtvochtigheid. Als u zelfs na het aanpassen van de actie en stemming problemen hebt, fret buzz of gedempte noten, moet u de ronding van de hals controleren en aanpassen. 1. De ronding van de hals controleren. Nadat u de gitaar nauwkeurig hebt gestemd, houdt u de gitaar in de positie om te spelen. Druk vervolgens op de eerste snaar op de eerste fret en ook op de fret bij de plek waar de hals aansluit op de body, en meet de afstand tussen de snaar en de fret bij de achtste fret. Meet deze afstand ook op deze manier voor de laagste snaar en doe aanpassingen zodat de afstand 0,3 mm tot 0,5 mm is. 8th fret 2. Als de afstand minder dan 0,3 mm is, gebruikt u de inbussleutel of dopsleutel die is meegeleverd met de gitaar en draait u de moer van de halspen (bij de kop van de hals of onderaan de hals) in richting A, zodat de hals iets ronder wordt. 2

3. Als de afstand groter is dan 0,5 mm draait u de inbussleutel of dopsleutel in richting B, zodat de hals iets vlakker wordt. (Voor 6 snarige gitaren) Draai de moer van de halspen telkens een kwartslag en controleer de afstemming terwijl u dit doet. U moet goed opletten wanneer u de hals aanpast. Door geforceerde aanpassingen kan uw gitaar beschadigd raken. Als u de hals niet op de juiste manier kunt aanpassen, neem dan contact op met uw handelaar.. INTONATIE Als u snaren met een andere dikte gebruikt of als u uw gitaar gebruikt met een andere stemming, moet u de lengte van de snaar (intonatie) aanpassen om ervoor te zorgen dat de snaar de juiste toonhoogte aangeeft op alle 12F frets. Nadat u de gitaar nauwkeurig heeft gestemd, houdt u de gitaar in de positie om te spelen en vergelijkt u de toonhoogte van elke snaar wanneer u de 12e fret indrukt met de toonhoogte van de flageolet op de 12e fret. Als de toonhoogte van de gefrette noot op de 12e fret lager is dan de flageolet op die fret, plaats het zadel van de tremolo/brug dan naar voren om de snaar korter te maken. Als de toonhoogte van de gefrette noot hoger is dan de toonhoogte van de flageolet, verplaatst u het zadel naar achteren om de snaar langer te maken. Gebruik een stemapparaat om de intonatie nauwkeurig aan te passen. De methode voor het aanpassen van de zadelpositie is afhankelijk van het model van de tremolo/brug. Voor meer informatie raadpleegt u de sectie voor de tremolo/brug op uw gitaar. REINIGEN Na het spelen veegt u zweet en olie van de metalen onderdelen zoals de onderkant van de snaren, de frets, brugzadels en de kam. Dit voorkomt roest. Vuil of stof dat blijft plakken aan metalen onderdelen kunnen ertoe leiden dat de onderdelen minder goed functioneren. Verwijder hardnekkig vuil met een zachte doek die is voorzien van een klein beetje olie. Gebruik geen vluchtige of agressieve schoonmaakmiddelen om het afgewerkte oppervlak schoon te maken. Veeg het oppervlak schoon met een zachte doek met een poetsmiddel dat speciaal is gemaakt voor muziekinstrumenten. Als u vuil wilt verwijderen dat is blijven plakken aan een met olie afgewerkte body of hals, gebruikt u een potloodgum, fijn schuurpapier met korrel #1000 of fijner, of #0000 staalwol. U kunt voorkomen dat de gitaar uitdroogt door hem één of twee keer per jaar te poetsen met een kleurloze olie voor de afwerking van meubilair en #0000 staalwol of een doek. Een toets zonder afwerking veegt u voorzichtig schoon met een doek en een klein beetje toetsolie of citroenolie van hoge kwaliteit. Veeg hierbij voorzichtig tot de randen van de frets. 3

Als de arm van de tremolo piept tijdens het draaien, breng dan een beetje smeer aan op de groef aan de kortere kant van de arm. BATTERIJ Als uw gitaar een ingebouwde voorversterker of equalizer heeft, dan werkt deze op een batterij. Vervang de batterij wanneer u merkt dat het volume lager is geworden of wanneer het geluid wordt vervormd. Voor sommige modellen hebt u een 9V-batterij (006P) nodig en voor andere modellen gebruikt u twee AA-batterijen (1,5 V). Controleer welk type batterijen wordt gebruikt in uw gitaar en vervang ze door hetzelfde type batterijen. De batterijen zitten in het batterijvak op de achterzijde van de body. Bij modellen met een batterij functioneert de uitgang ook als stroomschakelaar; als u een plug in de uitgang steekt, wordt de gitaar ingeschakeld. Om te voorkomen dat de batterij leegloopt, verwijdert u de stekker uit de uitgang als u de gitaar langere tijd niet gebruikt. 4