ORDE VOOR DE MORGENDIENST op 25 december 2012 in de Open Hof Eerste Kerstdag Thema: GEBOREN voorganger organist m.m.v. ds. Helma van Loon dhr. Harrie van den Akker het Culemborgs mannenkoor o.l.v. Bas Kuijlenburg
VOORBEREIDING Lied op de drempel: Gezang 143 1 en 2: koor 3 allen: Stille nacht, heilige nacht! Vreed en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! (2x) Welkom: ouderling van dienst is mw. Angeniet van den Berg De kaarsen op tafel worden aangestoken aan de paaskaars en in de stilte bereiden wij ons voor op deze dienst. De kerstkaars wordt aangestoken Vier kaarsjes branden, het is feest: de grote kaars mag aan. En met de herders zullen wij naar Betlehem toe gaan. Profeten hadden t al gezegd: de Heer is ons nabij. Wij wonen in zijn vredesrijk die boodschap maakt ons blij! Lied: Gezang 26: 1 en 3 (de gemeente gaat staan) 1 Daar is uit s werelds duistre wolken een licht der lichten opgegaan. Komt tot zijn schijnsel, alle volken, en gij, mijn ziele, bid het aan! Het komt de schaduwen beschijnen, de zwarte schaduw van de dood. De nacht der zonde zal verdwijnen, genade spreidt haar morgenrood. 3 Wat heil, een Kind is ons geboren, een Zoon gegeven door Gods kracht! De heerschappij zal Hem behoren, zijn last is licht, zijn juk is zacht. Zijn naam is Wonderbaar, zijn daden zijn wondren van genaad alleen. Hij doet ons, hoe met schuld beladen, verzoend voor t oog des Vaders treên. 1
Bemoediging en groet V Onze hulp is de Naam van de Heer, die Naam is een belofte, voor licht, voor leven, nu en in alle eeuwigheid. A Amen. V Die Naam betekent genade en vrede, voor u, voor mij, voor heel deze wereld. A Amen. (de gemeente gaat zitten) Inleiding Kyriegebed Opmaat naar het gloria V De mensen die gaan in het duister, die wonen in t land van de dood, zij zullen het licht zien stralen; het hemelse morgenrood. A Ere zij God in de hoge en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. Glorialied: Gezang 135: 1 en 3 allen, 2 koor 1 Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer! Vreed op aarde, t is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem! Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer! 3 Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer! Gebed Moment voor jong en oud: de os en de ezel in gesprek 2
DE SCHRIFT Evangelielezing: Lucas 2: 1-14 (uit: de Bijbel in Gewone Taal) In die dagen werd er een bevel van keizer Augustus bekendgemaakt. Hij wilde alle inwoners van het Romeinse rijk laten tellen. Het was de eerste keer dat dit gebeurde. Het was in de tijd dat Quirinius de provincie Syrië bestuurde. Iedereen moest geteld worden in de plaats waar zijn familie vandaan kwam. Daarom gingen alle mensen op reis. Ook Jozef moest op reis. Hij ging van Nazaret in Galilea naar Betlehem in Judea. Want hij kwam uit de familie van David, en David kwam uit Betlehem. Jozef ging samen met Maria naar Betlehem. Maria zou met Jozef gaan trouwen, en ze was zwanger. Toen Jozef en Maria in Betlehem waren, werd het kind geboren. Het was Maria s eerste kind, een jongen. Maria wikkelde hem in een doek. En ze legde hem in een voerbak voor de dieren. Want er was voor hen nergens plaats om te slapen. Die nacht waren er herders in de buurt van Betlehem. Ze pasten buiten op hun schapen. Opeens stond er een engel tussen hen in. En het licht van God straalde om de herders heen. De herders werden bang. Maar de engel zei: Jullie hoeven niet bang te zijn. Want ik breng jullie goed nieuws. Het hele volk zal daar blij mee zijn. Vandaag is jullie redder geboren: Christus, de Heer. Hij is geboren in Betlehem, de stad van David. En zo kunnen jullie hem herkennen: het kind ligt in een voerbak en is gewikkeld in een doek. En plotseling was er bij de engel een hele groep engelen. Ze eerden God en zeiden: Alle eer aan God in de hemel. En vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt. Lied: (wordt nog bepaald) (Kinderen gaan naar de nevendienst) 3
Epistellezing: Filippenzen 2: 5-11 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: Jezus Christus is Heer, tot eer van God, de Vader. Lied: Vanwaar zijt Gij gekomen (TT 140): 1 Evangelielezing: Johannes 1: 1-14 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God. Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. Lied (koor): Es ist ein Ros entsprungen Verkondiging 4
Lied: Gezang 141 2 Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Eer ik een woord van U vernam, hebt Gij mij uitverkoren. Voor dat uw hand mij heeft gemaakt, werd Gij een kindje, arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven. 3 Temidden van de nacht des doods zijt Gij, mijn zon, verrezen. O zonlicht, mild en mateloos, uw gloed heeft mij genezen. O zon die door het donker breekt en t ware licht in mij ontsteekt, hoe heerlijk zijn uw stralen. TOEWIJDING Gebeden (dankgebed, voorbede, stil gebed) Lied (koor):... 5
De kinderen komen terug van de nevendienst Lied: Wees welkom (melodie: Gez. 145) Wees van harte welkom, pasgeboren kind, zo kwetsbaar, klein en weerloos, zo teerbemind. Wees van harte welkom in een wereld, diep verward, welkom in ons huis, in ons leven, in ons hart. Kom in ons hart. Collecten: 1. KiAC-project; 2. de kerk Lied (koor): Jul, Jul, Strålande jul Slotlied: Gezang 148: 1 (de gemeente gaat staan) 1 Wees wellekom, Immanuël, in vlees en bloed ons metgezel, ons Heiland en behoeder! Wees wellekom, o Godes Zoon, die komt vanuit uws Vaders troon, ons aller Heer en broeder! Welkom, welkom, die ons harten, onze smarten komt genezen, welkom moet ons Jezus wezen! Wegzending en zegen (gezongen Amen ) Lied (Koor en gemeente): Ere zij God A Ere zij God, ere zij God in den hoge! (3x) K Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. A Ere zij God in den hoge, ere zij God in den hoge! K Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. A Ere zij God, ere zij Gij in den hoge. K Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Amen. A Amen. De kaarsen op tafel worden gedoofd, de dienst in de kerk is ten einde, de dienst in de wereld gaat verder