Korte geschiedenis van het ras

Vergelijkbare documenten
Datum van publicatie van de geldige originele standaard:

Rasstandaard van de Dobermann

Rasstandaard Oudduitse Herder

Standaard van de Hongaarse Windhond (Magyar Agár).

Rasstandaard dashond

Rasstandaard. FCI-Standaard N 14 / / GB VÄSTGÖTASPETS (Zweedse Vallhund) Vertaling : Jos Dekker.

Korte geschiedenis van het ras

KLASSIFICATIE F.C.I. : Groep 1 Herders en veedrijvers (m.u.v. de Zwitserse Veedrijvende honden).

Korte geschiedenis van het ras

Finse Lappenhonden Vereniging Nederland

Datum van publicatie van de geldige originele standaard:

Classificatie F.C.I.: Group 7 Voorstaande honden Sectie 1.3 Continentale voorstaande hond van het griffontype Met werkproef

Korte geschiedenis van het ras

DE HUID De huid zit overal strak en is goed gepigmenteerd.

Korte geschiedenis van het ras:

FCI-Standaard No. 218/ /GB/Nederlandse vertaling CHIHUAHUA Standaard (Chihuahueño).

{ RÖVIDSZÖRÜ MAGYAR VIZSLA }

FCI rasstandaard Nr. 102 / / D. Kleiner Münsterländer / Heidewachtel

VERTALING RASSTANDAARD KUVASZ

FCI / / NL

Geschiedenis van het ras:

Drentsche Patrijshond

Korte geschiedenis van het ras

De Amerikaanse Cocker Spaniel

Korte geschiedenis van het ras:

Geschiedenis van het ras:

BRUSSELS GRIFFONNETJE (Griffon Bruxellois) BELGISCH GRIFFONNETJE (Griffon Belge)

Korte geschiedenis van het ras

Al zijn voorvaderen hebben duidelijk hun eigen specifieke kenmerken bijgedragen aan dit energieke, opgewekte brokje leven.

Berger de Beauce-Bas Rouge (Beauceron) Standard FCI N 44 /


Een mooie Mops is een gezonde Mops ook in de showring. Birgit Sluiter & Gerda Brouwer, 28 maart 2015 opleidingstraject keurmeestersexamen

FEDERATION CYNOLOGIQUE INTERNATIONALE (AISBL) SECRETARIAT GENERAL: 13, Place Albert 1er B 6530 Thuin (Belgique) COLLIE (LANGHAAR)

PARSON RUSSELL TERRIER

Korte geschiedenis van het ras:

Ras Specifieke Instructie

RASSPECIAL: DE BASSET FAUVE DE BRETAGNE

Korte geschiedenis van de Shar-Pei:

De Oudduitse Herdershond

Algemeen: De boxer is een middelgrote, vierkant gebouwde hond met sterke ledematen en krachtig ontwikkelde spieren.

KONINKLIJKE KYNOLOGISCHE UNIE SINT-HUBERTUS

Korte geschiedenis van het ras

Korte geschiedenis van het ras:

Poedel (Caniche) FCI -Standaard Nr / NL. Datum publicatie van de origineel geldende standaard Nr

RASSPECIAL: DE BERNER SENNENHOND

LINIAIRE KEURING EN BEOORDELING VAN OUESSANT SCHAPEN

Ras Specifieke Instructie

Als u wilt kiezen tussen een reu en een teef kan deze informatie u misschien helpen.

Korte geschiedenis van het ras

De Rasvereniging voor de Australian Shepherd Club in Nederland Rasstanddaard wat betekent een rasstandaard?

Korte geschiedenis van het ras:

LAND VAN HERKOMST: België.

Rasstandaard Mediterrane Minatuur ezel

SINT-HUBERTUSHOND (Chien de Saint-Hubert)

ARDENSE KOEHOND (Bouvier des Ardennes)

LAND VAN HERKOMST: België. KORTE GESCHIEDENIS VAN HET RAS:

Stabijhoun. Rasstandaard voor de Stabijhoun met een toelichting door de NVSW

Bouvier des Flandres Vlaamse Koehond

Van t Samaika Nest Rasinformatie

Geschiedenis van het ras:

Genetische symbolen voor driekleur zwart: Zie Rijnlander blz 171.

Trimschema Cesky Fousek

Belangrijke verhoudingen De lengte van het lichaam, van de verste voorpunt van de schouder tot de achterkant van de

Trimschema Cesky Fousek

Geschreven door Belgian Pug Dog Club woensdag, 12 maart :48 - Laatst aangepast zondag, 04 december :39

d) Type Sub-hypermetrisch. Medium proportionele. Subconvex.

16 december 2018 SinterClausWinterwandeling!!!!!!

Herkomst en geschiedenis

RASSENCOMMISSIE Bleu du Maine Kleine Herkauwers Vlaanderen vzw

IJsselshow te ZWOLLE 10 oktober 2010 Keurmeester: Dhr. J. Andringa Beste van het Ras: Parel fan t Suydevelt

Verzorging van de Newfoundlander

Showklaar maken van de Zwarte Russische Terriër

RASSPECIAL: DE NOVA SCOTIA DUCK TOLLING RETRIEVER:

Boston Terrier. FCi-groep 9: Gezelschaps- en dwerghonden Sectie 10: kleine dogachtigen 53.

Mw. T. Pillement-Heyden

algemeenheden aftekening overige exterieurkenmerken hoogtematen

Amsterdam WINNER. Reuen

Maastricht, 27 september 2014 Keurmeester: Hr. W.P.G. Hochstenbach

WINNER SHOW AMSTERDAM

Korte geschiedenis van het ras:

UITSLAGEN CLUBKAMPIOENSCHAP VIJHN

Mw. T. Pillement-Heyden

Standaard van de Bi- en Particolor Poedel STANDAARD VAN DE BI- EN PARTICOLOR POEDEL

Keeshonden De lachende Hollanders

Africhten een vak apart. Een echte cob. De Epagneul Breton is een gepassioneerd jager. Het. Het woord cob stamt uit Engeland

Jonge honden 20 september Keurmeester: B. Scholten. 49 Viviannelund Beardies Hazy Brown

Serama. Raskenmerken haan:

NEDERLANDS PIEMONTESE STAMBOEK

Piet Roks Jongehonden- en Veteranen dag Beoordelaars: Mw. Anne Bouman reuen en rood-wit, Mw. Anne Jansen teven

Gelet op artikel 73 en artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Stb. 1992, 585);

HUISHOUDELIJK FOKREGLEMENT VAN DE VERENIGING HET NEDERLANDS EZELSTAMBOEK

Eindhoven 1 februari 2013 Keurmeester: Mevr. T.A. Pillement-Heijden,

Korte geschiedenis van het ras:

Ras: Zwitserse Witte Herdershond Categorie: Open klasse. Keurmeester: Dhr. M. Wisman Keuringsdatum:

BELGISCHE KLEINE MUNSTERLANDERVERENIGING, v.z.w. (Afgekort BKMV, v.z.w) FOKBELEID

REUEN JEUGDKLASSE TUSSENKLASSE OPENKLASSE. IJsselshow ZWOLLE 6 oktober 2013 Keurmeester Mw. F.L. Mensink Beste van het Ras Yssy- Nynke v.d.

Weeks Animal Analysis. Verband tussen Vorm & Functie sinds 1950

Amsterdam Winner 2018

Opmeten van de hond en analyseren van de omtrekken voor de overall. 1. Ruglengte wordt gemeten vanaf de schoft tot de staart aanzet, terwijl de hond

Transcriptie:

Andere naam: Zwergschnauzer Oorsprong: Duitsland Gehouden als: Waak en gezinshond Grootte: Ongeveer 30-35 cm Gewicht: 6-7 kg Kleur: Peper en zout, zwart, wit en zwart met zilveren aftekeningen Vachtsoort: Ruwe en harde bovenvacht en zachte ondervacht Gem. Leeftijd: 14 Jaar Korte geschiedenis van het ras Het ras heeft een bonte achtergrond. Zijn voorgangers kunnen worden opgespoord tot in de zestiende eeuw, toen hij in zijn toenmalige vorm werd teruggevonden op een koperstuk uit die tijd. De eerste keer dat hij werd beschreven was in 1886, toen men verklaarde dat de Schnauzer een kruising was tussen een Poedel en een Mopshond. Later werd beweerd dat het een ruwharige pinscher was, die een bastaard was tussen een Keeshond en een Bolognezer. Gedurende lange tijd waren de verschillen tussen de Pinscher en de Schnauzer vaag. Ze werden beschouwd als haarsoortvarieteiten van elkaar. Pas in 1907 werd een eigen Duitse club voor Schnauzers opgericht, en vanaf dat moment kwam er orde in het fokwerk. Over het ontstaan van de rasnaam bestaat veel onenigheid. De Schnauzer Middenslag en de Dwergschnauzer worden over de gehele wereld hoog gewaardeerd als gezelschaps- en tentoonstellingshond. 1 / 13

Karakter: Zijn karaktertrekken komen overeen met die van de Schnauzer en worden beïnvloed door het bij een dwerghond behorende temperament en gedrag. Schranderheid, onverschrokkenheid, uithoudingsvermogen en waakzaamheid maken de Dwergschnauzer tot een prettige huishond en ook als waak- en begeleidingshond, die zonder problemen in een kleine woning kan worden gehouden. ALGEMEEN VOORKOMEN Klein, krachtig, eerder gedrongen dan slank, ruwharig, elegant, de verkleinde versie van de Schnauzer, zonder de voor dwergrassen typische gebreken. BELANGRIJKE VERHOUDINGEN Vierkante bouw, waarbij de schofthoogte ongeveer overeenkomt met de romplengte. 2 / 13

De totale lengte van de kop (neuspunt tot achterhoofdsknobbel) komt overeen met de helft van de ruglengte (schoft tot staartaanzet). HOOFD Schedel: is krachtig en langgestrekt, zonder sterk afgetekende achterhoofdsknobbel. Het hoofd moet bij de substantie van de hond passen. Het voorhoofd is vlak en verloopt zonder rimpels parallel ten opzichte van de neusrug. Stop: wordt door de wenkbrauwen duidelijk benadrukt. Neus: de neusspiegel is goed gevormd en altijd zwart. Lippen: zwart, strak en glad aanliggend aan de kaken, mondhoek gesloten. Kaken/gebit: krachtige boven- en onderkaak. Het volledige schaargebit (42 elementen gelijk aan de gebitsformule) is krachtig ontwikkeld, goed sluitend en zuiver wit. De kauwspieren zijn krachtig ontwikkeld, maar mogen niet zo sterk tonen, dat de bakken de rechthoekige hoofdvorm (met baard) verstoren. Ogen: middelgroot, ovaal, naar voren gericht, donker, met levendige uitdrukking, oogleden goed gesloten. 3 / 13

Oren: hangoren, hoog aangezet V-vormig, de binnenkant tegen de wangen aanliggend, gelijkmatig en naar voren in de richting van de slapen gedragen, waarbij de parallelle vouwen niet boven de schedel uit mogen komen. HALS De sterke, gespierde nek heeft een naar boven verlopende welving. De hals gaat harmonisch over in de schoft. Krachtig geplaatst, slank, edel gebogen en bij de substantie van de hond passend. De keelhuid ligt strak aan, zonder plooien. LICHAAM Bovenbelijning: van de schoft naar achteren, licht hellend verlopend. Schoft: vormt het hoogste punt van de bovenbelijning. Rug: krachtig, kort en stevig. Lendenen: kort, krachtig en diep. De afstand van de laatste rib tot aan de heup is kort, waardoor de hond een gedrongen verschijning heeft. Bekken: licht afgerond verlopend, onmerkbaar overgaand in de staartaanzet. 4 / 13

Borst: matig breed, in doorsnee ovaal, tot de elleboog reikend. De voorborst wordt door de borstbeenpunt duidelijk markant gevormd. Onderbelijning en buik: flanken niet overmatig opgetrokken, met de onderzijde van de borstkas een mooi gebogen lijn vormend. STAART Natuurlijke staart. LEDEMATEN VOORHAND Algemeen: de voorbenen zijn van voren bezien, stevig, recht en niet nauw gesteld. De onderarmen staan, van opzij bezien, recht. Schouders: het schouderblad ligt stevig tegen de ribbenkast aan, is aan beide kanten van de schouderbladkam goed gespierd en steekt boven de doornuitsteeksels van de borstwervels uit. Zo schuin en goed teruggelegen als mogelijk bedraagt de hoek t.a.v. de horizontaal ongeveer 50o. 5 / 13

Opperarm: goed tegen de romp aanliggend, krachtig en gespierd, hoek t.a.v. het schouderblad ongeveer 95 â 105o. Ellebogen: goed aanliggend, noch naar binnen, noch naar buiten uitdraaiend. Onderarm: van alle kanten bezien volledig recht, krachtig ontwikkeld en goed gespierd. Polsgewricht: krachtig, stabiel, slechts onmerkbaar van de structuur van de onderarm afwijkend. Voormiddenvoet: van voren bezien loodrecht, van opzij bezien iets schuin geplaatst, krachtig en licht verend. Voeten: kort en rond, tenen nauw tegen elkaar aan liggend en gewelfd (katvoet), met korte, donkere nagels en stevige voetzolen. ACHTERHAND Algemeen: van opzij bezien schuin geplaatst, van achteren bezien parallel verlopend, niet nauw gesteld. Bovenbeen: matig lang, breed en krachtig gespierd. Knie: noch naar binnen noch naar buiten gedraaid. 6 / 13

Onderbeen: lang en krachtig, pezig, overgaand in een krachtig spronggewricht. Spronggewricht: duidelijk gehoekt, krachtig, stabiel, noch naar binnen, noch naar buiten gericht. Hak: kort en loodrecht op de bodem staand. Voeten: tenen kort, gewelfd en nauw tegen elkaar aan liggend, nagels kort en zwart. GANGWERK Elastisch, elegant, wendbaar, vrij en uitgrijpend. De voorbenen grijpen zover als mogelijk uit, de achterhand geeft ver uitgrijpend en verend de nodige stuwkracht. Het voorbeen van de ene en het achterbeen van de andere zijde worden gelijktijdig naar voren geplaatst.â Rug, spierbanden en gewrichten zijn vast. HUID Nauw aansluitend aan het hele lichaam. 7 / 13

VACHT Structuur: Het haar moet draadachtig hard zijn en dicht ingeplant. Het bestaat uit een dichte onderwol en in geen geval te kort, hard dekhaar, dat goed aanligt. Het dekhaar is ruw, lang genoeg om de textuur aan te kunnen tonen en is noch ruig, noch golvend. Het haar aan de benen heeft de neiging niet zo hard te zijn. Op de schedel en aan de oren is het kort. Als typisch kenmerk geldt een niet te zachte baard aan de voorsnuit en borstelige wenkbrauwen, die de ogen licht overschaduwen. KLEUR Zuiver zwart met zwarte onderwol. Peper en zout. Zwart/zilver. 8 / 13

Zuiver wit met witte onderwol. Voor peper en zoutkleurig geldt als fokdoel een gemiddelde schakering van gelijkmatig over het lichaam verdeelde goed gepigmenteerde pepering en grijze onderwol. Toegelaten zijn de kleurnuances van donder ijzergrauw tot zilvergrijs. Bij alle kleurnuances behoort een donker masker, dat de uitdrukking accentueert en die in harmonie moet zijn met de te onderscheiden kleurslag. Duidelijk lichte aftekeningen aan het hoofd, op de borst en aan de benen zijn ongewenst. Voor de zwart/zilver geldt als fokideaal zwart dekhaar met zwarte onderwol, witte aftekeningen boven de ogen, aan de bakken, aan de baard, aan de keel, aan de voorzijde van de borst twee aparte driehoeken, aan de middenvoet van de voorbenen, aan de voeten, aan de binnenzijde van de achterbenen en rond de anus. Schedel, nek en buitenkant van de oren moeten net als het dekhaar zwart zijn. GROOTTE EN GEWICHT Schofthoogte reuen en teven: tussen 30 en 35 cm. Gewicht reuen en teven: ongeveer 4,5 tot 7 kg. FOUTEN 9 / 13

Iedere afwijking van de bovengenoemde punten moet als fout worden aangemerkt en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet. In bijzonder: Zware of ronde schedel. Gerimpeld voorhoofd. Korte, spitse of smalle voorsnuit. Tanggebit. Te sterk ontwikkelde bakken of jukbeenderen. Lichte, te grote of ronde ogen. Laag aangezette of zeer lange, verschillend gedragen oren. Losse keelhuid. Wammen, hertenhals. 10 / 13

Te lange, opgetrokken of zwakke rug. Karperrug. Afvallende croupe. Naar het hoofd gerichte staartaanzet. Lange voeten. Telgang. Te kort, lang, zacht, golvend, ruig, zijdeachtig haar. Bruine onderwol. Bij peper en zoutkleurige: aalstreep of zwart zadel. Niet zuiver van elkaar gescheiden driehoeken op de borst bij zwart/zilver. Boven- of ondermaat tot 1 cm. 11 / 13

ZWARE FOUTEN Plompe of lichte, laaggestelde of hoogbenige bouw. Omgekeerd geslachtstype (b.v. reuachtige teef). Naar buiten gedraaide ellebogen. Steile of o-benige achterhand. Te lang onderbeen. Naar binnen gedraaid spronggewricht. Te korte hak. Witte of gevlekte beharing bij de kleuren zwart en peper en zout. Gevlekte beharing bij de kleuren zwart/zilver en wit. Boven- of ondermaat van meer dan 1 cm en minder dan 2 cm. 12 / 13

DISKWALIFICERENDE FOUTEN Misvormingen van welke aard ook. Gebrekkig type. Gebitsfouten zoals bovenvoorbeet, ondervoorbeet, kruisgebit. Grove fouten in de onderscheiden onderdelen als lichaamsfouten, vacht- of kleurfouten. Boven- of ondermaat van meer dan 2 cm. Schuw, agressief, boosaardig, overdreven wantrouwig, nerveus gedrag. NB Reuen moeten duidelijk twee normaal ontwikkelde teelballen hebben, die geheel in het scrotum zijn ingedaald. 13 / 13