Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 16 november 2018 Betreft Beantwoording vragen van de leden Geurts en Amhaouch over toename import in de EU van legbatterijeieren

Datum 30 juni 2014 Betreft Beantwoording vragen van de leden Van Dijk en Smaling (beide SP) over schaliegas in het vrijhandelsverdrag TTIP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 13 november 2015 Betreft Impact van TTIP op lage-inkomenslanden

Datum 3 oktober 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Hijink over de recente ontwikkelingen rondom CETA.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 28 juni 2016 Betreft Kabinetsreactie SER-advies TTIP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken over Handel (RBZ) van 11 november 2016 in Brussel.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

Datum 4 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Becker (VVD) over een Amerikaans onderzoek naar staalimporten/staaldumping

Datum 25 juli 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over de cholera-uitbraak in Jemen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 17 februari 2017 Betreft Beantwoording vragen over een handelsverdrag tussen de EU en Japan

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kennisdag EU-GHS AgentschapNL. 6 december Handhaving EU-GHS. A.A. Rog Senior inspecteur NVWA Afdeling Toezichtsontwikkeling

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 22 januari 2019 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Gijs van Dijk (PvdA)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 11 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Van Veldhoven (D66) over het rapport Dirty Diesel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 17 juni 2016 Betreft Beantwoording vragen over het bericht "Onkruidverdelger glyfosaat niet kankerverwekkend"

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 14 januari 2015 Betreft Signaal van enkele toezichthouders over de relatie tussen toezicht en certificatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Doelstellingen van het Nationaal Plan en algemene strategie van de toezichthouders.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 1 maart 2016 Betreft Transparantie van de Europese Unie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 20 juni 2018 Betreft Kamervragen van de leden Alkaya en Van Kent over minimumloon Sandd

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 5 oktober 2017 Betreft Toezeggingen dertigledendebat over het handelsakkoord tussen Japan en de EU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 4 april 2017 Betreft Beantwoording vragen over het faillissement van het Zeeuwse bedrijf Thermphos

Hierbij ontvangt u mijn antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over het verbod op het aanbinden van koeien.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

20 januari CP/TE/aw Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 juli 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2 Wat zijn volgens u de voornaamste oorzaken van de toename van wildlife crime in Nederland?

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN. In overeenstemming met de Minister van Financiën;

Verzoekcertificering (VCA-01) 3 juli 2014 Versie: DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED

Datum 3 juli 2019 Betreft Beantwoording vragen over het bericht 'Chinese webgigant AliExpress in strijd met Europese regels'

De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hierbij doen wij u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Smaling inzake wildlife crime.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 12 juni 2017 Betreft Kamervragen van het lid Van Dijk (SP) over de inzet van Oost-Europese uitzendkrachten bij sociale werkbedrijven

15.DEC2016 Reactie op uw conceptrapport 'Producten op de Europese markt: CE-markering ontrafeld'

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger

Datum 23 januari 2018 Betreft Kamervraag/vragen van het lid Özütok over werkdruk van buschauffeurs

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 19 september 2014 Betreft Beantwoording vragen van de leden van Laar en Sjoerdsma over de strijd tegen Ebola

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 4 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over voedsel- en landbouwbeleid voor Caribisch Nederland

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 4 februari 2013 Betreft Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over Visserij voor de kust van West Sahara

De antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen (SP) (nummer 2012Z15772, ingezonden 11 september 2012).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over Nederlandse patiëntgegevens in Belgische gevangenis (2016Z01580).

10 maart CP/ hc

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Transcriptie:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 4 oktober 2016 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper van Dijk en Smaling over de gevolgen van de vrijhandelsverdragen met Canada (CETA) en de VS (TTIP) voor asbesthoudende producten Uw Referentie 2016Z16452 Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Jasper van Dijk en Smaling over de gevolgen van de vrijhandelsverdragen met Canada (CETA) en de VS (TTIP) voor asbesthoudende producten. Deze vragen werden ingezonden op 13 september 2016 met kenmerk 2016Z16452. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen

en van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Jasper van Dijk en Smaling (SP) over de gevolgen van de vrijhandelsverdragen met Canada (CETA) en de VS (TTIP) voor asbesthoudende producten. Vraag 1 Bent u ervan op de hoogte dat het gebruik, bewerken en de verkoop van asbest en asbesthoudende materialen in de VS en Canada niet verboden is? Ja. Vraag 2 Deelt u de zorg dat asbesthoudende materialen als gevolg van TTIP en CETA mogelijk op de Europese markt terecht zouden kunnen komen? 1) Waarom wel/niet? Alle producten die uit Canada of de Verenigde Staten worden geïmporteerd in de EU moeten voldoen aan de producteisen die in de EU gelden. Conform de Europese stoffenverordening REACH is het in de handel brengen en het gebruik van asbest en van voorwerpen en mengsels waaraan asbest is toegevoegd, verboden. Deze producten mogen dus niet geïmporteerd worden. CETA brengt hierin geen verandering, evenmin als TTIP dat zou doen. De Sociaal-Economische Raad (SER) trekt dezelfde conclusie in het advies over de onderhandelingen over het EU-VS handelsakkoord (Transatlantic Trade and Investment Partnership TTIP). In een aparte casus licht de SER verschillen in wetgeving voor asbest in remvoeringen toe. Daarbij stelt de SER dat de EU de import van auto s met asbest in remvoeringen kan tegenhouden. CETA verandert niets aan deze situatie, evenmin als TTIP dat zou doen. 1 Vraag 3 Erkent u het risico dat wegens de wederzijdse erkenning van elkanders standaarden producten op de Europese markt kunnen belanden die asbest bevatten? Kunt u uw antwoord onderbouwen? Wederzijdse erkenning van standaarden wordt alleen toegepast bij producten waarbij de standaarden een gelijkwaardig niveau van bescherming voor mens, dier, plant en milieu bieden. Met betrekking tot asbesthoudende materialen heeft de EU een hogere standaard dan Canada en de Verenigde Staten. Wederzijdse erkenning is daarom op dit vlak niet mogelijk. Vraag 4 Op welke wijze controleert en garandeert de Europese Commissie en de Nederlandse overheid dat er geen asbesthoudende producten op de Europese markt belanden? 1 https://www.ser.nl/~/media/db_adviezen/2010_2019/2016/ttip.ashx, pagina 63

Vraag 5 Beschikken de Nederlandse inspectiediensten als de Douane, de Inspectie Leefomgeving en Transport, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) e.d. over de juiste middelen en bevoegdheden om illegale import van asbest en asbesthoudende materialen te onderscheppen en te voorkomen dat deze producten op de Europese en Nederlandse markt komen? Kunnen ze deze taken ook naar behoren uitvoeren na de eventuele (voorlopige) inwerktreding van CETA en TTIP? op vraag 4 en 5 De handhaving van de Europese stoffenverordening REACH wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband van de inspectiediensten: de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NWVA) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Het Staatstoezicht op de Mijnen en de Douane dragen ook bij aan de handhaving. De ILT is primair verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op de regelgeving voor asbesthoudende producten waaronder consumentenproducten en beschikt over de juiste middelen en bevoegdheden hiervoor. CETA brengt hierin geen verandering, evenmin als TTIP dat zou doen. Vraag 6 Zijn de verantwoordelijke autoriteiten en inspectiediensten in de andere EUlidstaten voldoende in staat deze taken naar behoren uit te voeren, zodat voorkomen kan worden dat Canadese en Amerikaanse bedrijven via andere lidstaten alsnog asbest en asbesthoudende producten naar Nederland kunnen exporteren? Elke EU-lidstaat is op basis van de Europese stoffenverordening REACH verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen, inclusief op het gebied van asbest en asbesthoudende producten. Vraag 7 Kan het vrije verkeer van goederen, dat CETA en TTIP nastreven, het mogelijk maken dat er ondanks een verbod toch asbest en asbesthoudende materialen naar de EU worden geëxporteerd vanuit de VS en Canada? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit te voorkomen? Zo neen, waar baseert u dit op? Nee, dat klopt niet. Zoals in het antwoord op vraag 2 al aangegeven moeten alle producten die uit Canada of de Verenigde Staten worden geïmporteerd in de EU voldoen aan de producteisen die in de EU gelden. Conform de Europese stoffenverordening REACH is het in de handel brengen en het gebruik van asbest en van voorwerpen en mengsels waaraan asbest is toegevoegd, verboden. Deze producten mogen dus niet geïmporteerd worden. CETA brengt hierin geen verandering, evenmin als TTIP dat zou doen. De Sociaal-Economische Raad (SER) trekt dezelfde conclusie in het advies over de onderhandelingen over het EU-VS handelsakkoord (Transatlantic Trade and Investment Partnership TTIP). In een aparte casus licht de SER verschillen in wetgeving voor asbest in remvoeringen toe. Daarbij stelt de SER dat de EU de

import van auto s met asbest in remvoeringen kan tegenhouden. CETA verandert niets aan deze situatie, evenmin als TTIP dat zou doen. 2 Vraag 8 Deelt u de mening dat het ter discussie staan en de (mogelijke) verzwakking van het Europese voorzorgsbeginsel door de invoering van TTIP en CETA erin zal resulteren dat het in de toekomst zeer problematisch of zelfs onmogelijk wordt om de wet- en regelgeving aan te passen of een verbod door te voeren op materialen met vergelijkbare eigenschappen als asbest zoals keramische vezels, koolstofnanobuisjes en in mindere mate glas- en steenvezel, waarover momenteel discussie bestaat over de veiligheid en mogelijke gezondheidsrisico's? 2) De toepassing van het voorzorgsprincipe is geborgd in CETA. In de TTIPonderhandelingen stond en staat het voorzorgsprincipe evenmin ter discussie. Dit principe is onderdeel van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en van de afspraken in de WTO. Een nadere toelichting vindt u in de beantwoording op Kamervragen van het Kamerlid Thieme (Vergaderjaar 2015-2016, aanhangselnummer 1970). Aanscherping van wet- en regelgeving blijft mogelijk. Vraag 9 Kunt u verklaren waarom er in CETA geen expliciete verwijzing is opgenomen naar mogelijkheden om op basis van het voorzorgsprincipe toekomstige veiligheids- en gezondheidsmaatregelen te nemen, terwijl dit in het geval van TTIP wel het geval is? 3) Erkent u dat het ontbreken van een dergelijke bepaling de kans vergroot dat bij mogelijke toekomstige gesprekken met Canada, bijvoorbeeld over de gevaarlijke stoffen zoals benoemd in vraag 8, de Canadese overheid niet bereid zal zijn nieuwe voorzorgsmaatregelen of verboden van de EU te accepteren en/of hieraan mee te werken? Kunt u uw antwoord onderbouwen? Het voorzorgsprincipe is stevig verankerd doordat CETA expliciet refereert aan verschillende wetten en verdragen, waaraan de Europese Unie is gebonden, zoals het sanitair en fytosanitair akkoord van de WTO 3. Ook refereert CETA aan het voorzorgsprincipe in het milieuhoofdstuk 4, en herbevestigt CETA de Rioverklaring 5, waarin het voorzorgsprincipe eveneens staat opgenomen 6. Het kabinet is van mening dat het voorzorgsprincipe op deze wijze goed is geborgd in CETA. Ter verduidelijking heeft Nederland de Europese Commissie verzocht om het voorzorgsprincipe voor toekomstige veiligheids- en gezondheidsmaatregelen ook op te nemen in een juridisch bindende verklaring die moeten worden vastgesteld tijdens de ondertekening van CETA. 1) http://www.globaljustice.org.uk/resources/race-bottom-regulatorycooperation-ttip-blueprint-corporate-domination 2 https://www.ser.nl/~/media/db_adviezen/2010_2019/2016/ttip.ashx, pagina 63 3 CETA - hoofdstuk 5, artikel 4 (p. 22 van Engelse versie) 4 CETA - hoofdstuk 24, artikel 8 (pp. 109-195 van Engelse versie) 5 CETA - hoofdstuk 22, artikel 1 (p. 180 van Engelse versie) 6 Rio-verklaring - principe 15 (pp. 3, 4)

2) https://www.foodwatch.org/en/press/press-release-study-on-precautionaryprinciple-in-ttip-and-ceta-28-06-2016/ 3) TTIP, artikel x1 lid 3 sub c, inclusief voetnoot waarin verwezen wordt naar het Verdrag van Rome: Nothing in this Chapter shall affect the ability of each Party to ( ) apply its fundamental principles governing regulatory measures in its jurisdiction, for example in the areas of risk assessment and risk management http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/march/tradoc_154377.pdf