VLEERMUIZEN EN VISSEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN BESTEMMINGSPLAN HET PLAATJE TE SLIEDRECHT

Vergelijkbare documenten
Concept HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN ROND DE CONTREIE TE OOSTERHOUT

VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDING VAN BASISSCHOLEN DE AKKER EN DE DR. SCHAEPMANSCHOOL TE BARENDRECHT

HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DE BIEZENKAMP TE LEUSDEN

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND DE LOOCH TE VIANEN

Concept rapportage VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN NIEUWBOUWLOCATIE TE OUDEWATER

Eindrapportage HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN AAN DE MAATWEG 1 TE AMERSFOORT

HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN GAGELDIJK 71 TE MAARSSEN

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN...

Vleermuizen en de grote bonte specht in en rond het plangebied van drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN RECONSTRUCTIELOCATIE AAN DE BOUTENSLAAN TE EINDHOVEN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE VOERT 10 TE BERGEN

Concept rapportage ACTUALISEREND ONDERZOEK NAAR HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET GEBIED EN OMGEVING VAN GOLFCLUB HOOGE VORSSEL TE NISTELRODE

Tussenrapportage VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE J.P. GOUVERNEURLAAN 20 TE SASSENHEIM

Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN ROND STADSDEELHART ANKLAAR TE APELDOORN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN

Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND ZORGLOCATIE DOGGERSBANK TE HOOGVLIET

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND FIETSPAD BERNHARDSTRAAT TE RUCPHEN

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN VOGELS IN EN DIRECT ROND ACHTERVELD TE LEUSDEN

Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND BEELLANDSTRAAT 6, 8 EN 10 TE HEESCH

Concept rapport ACTUALISEREND VELDONDERZOEK VLEERMUIZEN EN VOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND TAXANDRIAWEG 3 TE WAALWIJK

ACTUALISATIE 2009 VAN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN, GROTE BONTE SPECHT EN STEENUIL IN EN ROND KORTENOORD TE WAGENINGEN

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ING. SMEDINGPLEIN 2 TE WIERINGERWERF

Eindrapport VLEERMUIZEN EN GIERZWALUWEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN SUPERMARKTLOCATIE TE KAATSHEUVEL

Resultaten veldbezoek vleermuizen en vogels Hotels van Oranje te Noordwijk

Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND DE MAKADO TE SCHAGEN

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND OPEN WAARD TE OUD BEIJERLAND

Eindrapport VLEERMUIZEN EN HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Eindrapport. Vleermuizen, broedvogels en vissen in en rond Bedrijventerrein Oost te Barendrecht

Eindrapport. VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND KRUISSTRAAT 3a TE KERKWIJK

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN VOORMALIGE SCHOOL AAN DE KLAAS KATERSTRAAT / DOCTOR KUYPERSTRAAT TE RIDDERKERK

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN WOONZORGCENTRUM AAN DE LOOWAARD 3 TE AMSTERDAM

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE

Eindrapport VLEERMUIZEN, RUGSTREEPPAD EN KLEINE MODDERKRUIPER IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIE- LOCATIE AAN DE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE

Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BESOYEN TE WAALWIJK

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN HET VOORMALIGE POLITIEBUREAU EN GEMEENTEHUIS VAN DE LIER

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN TWEETAL PROJECTLOCATIES TE BINNENMAAS

Concept rapport BESCHERMDE DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND PARK ZUID, FASE 2, TE LEIDSCHE RIJN (UTRECHT)

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN ROND WONINGBOUW T ZAND TE SCHAGEN

Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND GODELINDEHOF TE NIEUW-LOOSDRECHT

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BEBOUWING OP EEN WEGTRACÉ IN SINT WILLEBRORD SPRUNDEL

Vervolgonderzoek flora en fauna

Het voorkomen van vleermuizen en vissen op camping t Kalverland te Eck en Wiel

Eindrapport BESCHERMDE VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN PLANTEN IN EN DIRECT ROND DE TUIN VAN NOORD TE ROTTERDAM

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE WOONWIJK BUIJSE TE ZIERIKZEE

Tussen rapportage VELDONDERZOEK BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND KLAVERWEIDE TE BARNEVELD

Tussen rapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND JULIANASTRAAT 122 TE DONGEN

Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN IN EN DIRECT ROND BESTEMMINGSPLAN RUSTENBURG TE PUTTERSHOEK

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HOOGT TE DONGEN

VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS OP HET TERREIN VAN HET ASIELZOEKERSCENTRUM TE DRONTEN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND NIEUWE BEGRAAFPLAATS OUDDORP

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND TUINSTADWIJK TE LEIDEN

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN IN EN DIRECT ROND EEN LOCATIE AAN DE KERKSTRAAT, -SINGEL EN HEUVELSTRAAT TE DIESSEN

Eindrapport VLEERMUIZEN, VISSEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND SCHOOLLOCATIE BILWIJKERWEG TE STOLWIJK

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DORP 7 TE WAARDER

1. INLEIDING Inleiding Flora- en faunawet Opbouw rapport METHODE... 5

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN BESCHERMDE SOORTEN IN EN DIRECT ROND EEN DRIETAL RECONSTRUCTIELOCATIES TE NEDERHORST DEN BERG

Concept rapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ALBERT VERWEIJSTRAAT TE LEIDEN

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN OP EN ROND EEN VIERTAL GEBIEDEN VAN DE EFTELING

Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND MOLENSTRAAT TE ZEVENBERGEN

Concept rapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE KEIZERSWEG TE HEURNE, AALTEN

Eindrapport VLEERMUIZEN, RUGSTREEPPAD, HEIKIKKER EN RINGSLANG TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DORPELDIJK 1 TE HARMELEN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE SATURNUSSTRAAT TE APELDOORN

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET HORSTERWEG 151 TE ERMELO

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND S GRAVENWEG 28 TE NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL

INHOUDSOPGAVE. Het voorkomen van vleermuizen, amfibieën en vissen in het gebied van de stedelijke uitbreidingslocatie te Elst. 1 INLEIDING...

Eindrapport VERKENNEND ECOLOGISCH ONDERZOEK BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND EEN VOORZIEN PARKEERTERREIN VAN DE EFTELING

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND RONDWEG SINT WILLEBRORD SPRUNDEL

Concept rapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET GODELINDEHOF TE NIEUW-LOOSDRECHT

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET DEO GRATIAS TE DEN HAAG

Eindrapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN SLAPERDIJK 2 KOUDUM

Concept rapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RODE PAARD 1 EN 3 TE ENKHUIZEN

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VAN OLDEBARNEVELDWEG 17 TE OOSTERWOLDE

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET RIJERPARK TE RIDDERKERK

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SLOOP EN NIEUWBOUW NIJVERHEIDSSTRAAT 95 TE DORDRECHT

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN IN EN DIRECT ROND HET ZAND-WEST TE RIDDERKERK

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET CHRISTINASTRAAT 1 TE LISSE

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET ZUIDWESTELIJK DEELGEBIED DE VESTE TE BORNE

Concept rapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN RUINERWOLDSEWEG 4 UFFELTE

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BREEDSTRAAT 4 TE DONGEN

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BUITENWEG TE EMMEN

Eindrapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN WILLEM DE ZWIJGERSTRAAT TE HARLINGEN

Eindrapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN PATERSWEG TE DORDRECHT

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET LAAGDALEMSEWEG 20 TE GORINCHEM

Eindrapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN HERMAN HEIJERMANSSTRAAT TE HELLEVOETSLUIS

Eindrapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN JACOBA VAN BEIERENWEG 75 77

VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EEN INBREIDINGS- LOCATIE IN LOENEN, GEMEENTE APELDOORN

Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN ESCHWONEN EN DE MATEN TE BORNE

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET NOORDERHUIS TE NOORDERLOOS

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SMUTSLAAN TE BAARN

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET WONINGBOUW LANGERAK TE LEIDSCHE RIJN, UTRECHT

Concept rapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SUPERMARKT PRINS-WILLEM-ALEXANDERPARK TE VEENENDAAL

Eindrapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN MOLSHOEK TE HELLEVOETSLUIS

Bestemmingsplan Zijdeweg 20

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SLOOP LOODSEN RIJNSBURGERWEG 59A EN VALKENBURGERWEG TE OEGSTGEEST

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JULIANASTRAAT TE LISSE

Concept rapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOORTHUISENWEG TE FRANEKER

Concept rapport QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN BOEKHORSTERWEG 21 TE OOSTERWOLDE

Transcriptie:

Ill II MPGSD 2009090413500076 GSD 04.09.2009 0076 VLEERMUIZEN EN VISSEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN BESTEMMINGSPLAN HET PLAATJE TE SLIEDRECHT september 2009 In opdracht van: Gemeente Sliedrecht Postbus 16 3360 AA Sliedrecht Adviesbureau Mertens B.V. Bureau voor natuur, ruimtelijke ordening en ecotoxicologie Bezoekadres: Dr. Willem Dreeslaan 1 te Bennekom Postadres: Postbus 367, 6700 AJ te Wageningen T: 0317-428694 M: 06-29458456 E: info@adviesbureau-mertens.nl I: www.adviesbureau-mertens.nl

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 1.1 INLEIDING 2 1.2 HET PLANGEBIED 2 1.3 OPBOUW RAPPORT 3 2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN 4 2.1 VLEERMUIZEN 4 2.2 VISSEN 5 3 METHODE 6 3.1 VLEERMUIZEN 6 3.2 VISSEN 6 4 RESULTAAT 7 4.1 VLEERMUIZEN 7 4.2 VISSEN 8 5 CONCLUSIE 9 GERAADPLEEGDE LITERATUUR 10 1. EXACTE LIGGING PLANGEBIED 11 2. BEGRIPPEN 12 Adviesbureau Mertens 1 Wageningen

1 INLEIDING 1.1 Inleiding Er bestaat het voornemen om de het gebied Het Plaatje te reconstrueren. Om deze reconstructie te kunnen uitvoeren wordt momenteel een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Deze reconstructie kan negatief zijn voor beschermde planten- en diersoorten. Op basis van beschikbare bronnen is ingeschat dat beschermde vleermuizen en vissen voor kunnen komen in en direct rond het plangebied. Op grond hiervan heeft de gemeente Sliedrecht aan Adviesbureau Mertens BV te Wageningen verzocht om deze beschermde soorten in beeld te brengen. Voor de gemeente is het dan mogelijk om met de beschermde soorten rekening te houden. In onderhavig rapport wordt verslag gedaan van een veldinventarisatie naar deze soortgroepen. 1.2 Het plangebied Het bestemmingsplangebied het Plaatje is gelegen langs de Merwede (zie figuur 1). In figuur 2 wordt een foto-impressie gegeven van het plangebied en in bijlage 1 wordt de exacte begrenzing weergegeven. Figuur f. Globale ligging van de het bestemmingsplangebied het Plaatje te Sliedrecht Adviesbureau Mertens Wageningen

Figuur 2. Foto-impressie van het plangebied en de directe omgeving van het bestemmingsplangebied het Plaatje te Sliedrecht 1.3 Opbouw rapport Na een korte uitleg over vleermuizen en vissen komen achtereenvolgens aan de orde: De onderzoeksmethoden. Een beschrijving van de aanwezigheid van vleermuizen en vissen. De conclusie over de betekenis van het plangebied voor vleermuizen en vissen. In Bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de gehanteerde begrippen. Adviesbureau Mertens Wageningen

2. ECOLOGIE 2.1 Vleermuizen Vleermuizen zijn vliegende zoogdieren die zich voeden met insecten. Per nacht wordt een grote hoeveelheid voedsel gegeten. Vleermuizen zijn aangewezen op een grote diversiteit aan ecotypen, welke een groot en constant voedselaanbod opleveren. Daarnaast zijn vleermuizen afhankelijk van landschapselementen. Door de landschapselementen (bomenlanen, huizenrijen, houtwallen e.d.) kunnen vleermuizen zich oriënteren door middel van het uitzenden van geluiden. Open landbouwgebieden zijn daarom bijvoorbeeld onaantrekkelijk voor vleermuizen. Vleermuizen verblijven overdag, gedurende het zomerseizoen, in kleine ruimten als spouwmuren of gaten in bomen. Afhankelijk van de soort, bewonen vleermuizen bomen of gebouwen. Alleen de grootoorvleermuis maakt gebruik van zowel bomen als gebouwen. Vooral vrouwtjes zitten veel bij elkaar, in een kolonie. Hier worden de jongen in groot gebracht. Als de schemering valt vliegen de vleermuizen uit en gaan via vaste routen, de vliegrouten, naar de foerageerplaatsen. Soms liggen foerageerplaatsen en kolonies wel meer dan 10 km uit elkaar. Op de foerageerplaatsen wordt gedurende de gehele nacht gefoerageerd. Bij het aanbreken van de dag vliegen de vleermuizen via de vliegrouten weer terug naar de kolonie. Tegen de herfst breekt het paarseizoen aan. Vleermuizen leven dan solitair of in kleine groepjes. Enkele maanden later, als de winter aanbreekt, trekken de vleermuizen naar ruimten met een stabiel klimaat als (ijs)kelders, grotten en bunkers om daar door middel van de winterslaap de winter door te brengen. De paring vindt in de herfst plaats, in tegenstelling tot de meeste andere zoogdieren. De jongen worden in het daarop volgende voorjaar geboren. De vleermuizen leven in de herfst nagenoeg niet meer in kolonies, maar solitair. Voor de paring worden paarplaatsen gebruikt die vaak afwijken van de kolonieplaatsen. Vaak worden in de herfst ook andere soorten en aantallen vleermuizen aangetroffen. Een voorbeeld hiervan is de ruige dwergvleermuis. Daarnaast worden in de herfst vaak andere foerageerplaatsen gebruikt. De vleermuizen zijn immers niet meer gebonden aan de kolonieplaats. Vleermuizen gebruiken verblijfplaatsen eveneens in de winter, wanneer zij hun winterslaap houden. De plaatsen zijn donkere, koele ruimten met een constant microklimaat. Afhankelijk van de soort zijn dit gebouwen (bunkers, grotten e.d.) of bomen. Slechts zeer sporadisch komen de winterverblijfplaatsen overeen met de zomerverblijfplaatsen. Doordat vleermuizen voor hun oriëntatie gebruik maken van echolocatie zijn vleermuizen gevoelig voor ingrepen in het landschap. Oriëntatie vindt plaats aan de hand van opgaande elementen als bijvoorbeeld bomenlanen en houtwallen. Verlies daarvan resulteert in verminderde oriëntatiemogelijkheden. Oriëntatie is noodzakelijk om van kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en om voedsel te vinden. Bij de afweging van de effecten van ruimtelijke ingrepen in natuur en landschap spelen derhalve opgaande elementen een belangrijke rol. Vleermuizen worden meer en meer betrokken bij de besluitvorming rond ingrepen in het landelijk en stedelijk gebied. Dit is ook zeer noodzakelijk: de meeste soorten zijn bedreigd of ernstig bedreigd en alle soorten zijn nationaal en internationaal wettelijk beschermd via de Flora- en faunawet en de Habitatrichtlijn. Adviesbureau Mertens 4 Wageningen

2.2 Vissen In Nederland zijn ongeveer 50 vissoorten aangetroffen. Een groot deel van deze soorten is inheems en komt voor in zoetwater. Ongeveer vijf soorten leven in brak water en vijf soorten zijn exoten. Een exoot is een soort die door menselijk toedoen zich heeft kunnen vestigen. Veel soorten stellen eisen aan het watertype; kleine - grote wateren, stromend - stilstaand, veel - weinig waterplanten en daarnaast is de temperatuur een belangrijke factor omdat de temperatuur (in samenhang met planten) het zuurstofgehalte in het water bepaald. Adviesbureau Mertens 5 Wageningen

3 METHODE 3.1 Vleermuizen Ten behoeve van de inventarisatie van vleermuizen zijn drie inventarisatieronden uitgevoerd op 19 juni, 14 juli en 31 augustus 2009. Daarbij is de onderstaande methode gebruikt. Vleermuizen zijn geïnventariseerd door middel van batdetector-onderzoek (Petterson D-240). Met de batdetector worden de, voor mensen onhoorbare, ultrasone geluiden van vleermuizen omgezet naar de voor het menselijk oor hoorbare geluiden. Soorten kunnen door de geluiden (frequentie, ritme en klank) en zichtbeelden worden onderscheiden. Door interpretatie hiervan kan tevens het gedrag afgeleid worden en kunnen onder andere foerageerplaatsen, vliegroutes en kolonies worden opgespoord. Er is in de avonden / nachten gelet op uitvliegende vleermuizen uit het gebouw, vliegroutes en foerageerplaatsen. Daarnaast is gelet op zwermende dieren die een indicatie vormen voor een eventuele kolonieplaats. Naast het inventariseren met een batdetector zijn de bomen onderzocht op gaten waarin zich eventueel vleermuizen zouden kunnen ophouden. De methode voor het inventariseren van vleermuizen sluit aan bij het Inventarisatie Protocol van het Netwerk Groene Bureaus (Netwerk Groene Bureaus, 2009). Aangezien het gebied (gedeeltelijk) moeilijk toegankelijk is, is op 19 juni 2009 het gehele terrein afgezocht op sporen van verblijfplaatsen van vleermuizen. 3.2 Vissen Voorafgaand aan het vleermuisonderzoek op 14 juli en 31 augustus 2009 is het bestemmingsplangebied geïnventariseerd op vissen. Gedurende deze bezoeken zijn de oevers in het gebied bevist met een schepnet dat geleverd wordt voor professionele inventarisaties. Met dit net worden relatief kleine vissen gevangen die een representatief beeld geven van de aanwezige vissen. De methode wordt landelijk gebruikt en wordt uitgedragen door Stichting RAVON te Nijmegen (Spikmans & Jong, 2006). Met het schepnet is het water integraal bemonsterd vanaf de oever, zonodig met waadbroek vanuit het water. De methode wordt erkend door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Dienst Regelingen; de organisatie die ontheffingen Flora- en faunawet verleend). Het is een methode die met name geschikt is voor kleinere wateren, vandaar dat aanvullend aan deze methode een inschatting is gedaan. Adviesbureau Mertens 6 Wageningen

4 RESULTAAT 4.1 Vleermuizen Er zijn verspreidt foeragerende gewone dwergvleermuizen vastgesteld. Boven de Merwede zijn enkele keren foeragerende meervleermuizen vastgesteld. Er zijn geen aanwijzingen voor het voorkomen van vliegroutes, kolonies of paarplaatsen. In figuur 3 worden de resultaten weergegeven. Figuur 3. Aangetroffen foerageerplaatsen van vleermuizen in het plangebied en de omgeving van bestemmingsplan het Plaatje te Sliedrecht Binnen het gebied zijn geen sporen aangetroffen van verblijfplaatsen als kolonies. Het voorkomen van kolonies van bouwbewonende soorten wordt ook niet verwacht omdat in de gebouwen geen geschikte plaatsen zijn aangetroffen (wanden enkelwandig, te koud, geen geschikte openingen). Daarnaast zijn in de woonbebouwing ten noorden van het Plaatje volop mogelijkheden voor verblijfsplaatsen. De kans op het voorkomen van kolonies van boombewonende soorten in de bomen in het bestemmingsplangebied is nihil doordat in de bomen geen (geschikte) gaten aanwezig zijn. Alle vleermuizen zijn zwaar beschermd onder de Flora- en faunawet, maar de gewone dwergvleermuis is niet bedreigd volgens de Rode lijst. Adviesbureau Mertens Wageningen

4.2 Vissen Gedurende onderhavig onderzoek zijn geen beschermde vissen aangetroffen. Wel zijn karper, rietvoorn en brasem aangetroffen. De kans op het voorkomen van beschermde vissen wordt ook zeer klein geacht. Van de beschermd vissen zou meerval en rivierdonderpad in potentie voor kunnen komen. De meerval heeft groot water nodig en schuilgelegenheid in de vorm van diepe gaten, overhangende oevers in rivieren en boomstronken. Deze schuilgelegenheden zijn ter plaatse van het bestemmingsplangebied afwezig waardoor verblijfplaatsen worden uitgesloten. Rivierdonderpad komt voor in grotere wateren op stenige oevers. De waterkwaliteit dient goed te zijn; wateren dienen onvervuild en met zuurstof verzadigd te zijn. Deze eigenschappen zijn ter plaatse zeer marginaal. Tezamen met het niet vangen van de soort is het voorkomen uitgesloten. Adviesbureau Mertens Wageningen

5 CONCLUSIE Het bestemmingsplangebied van het Plaatje en directe omgeving vormt marginaal foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis. Boven de Merwede is daarnaast de meervleermuis vastgesteld. Het is niet aannemelijk dat er op de vleermuizen effecten gaan ontstaan aangezien belangrijk foerageergebied ontbreekt en er geen vaste rust en verblijfplaatsen voorkomen. In het gebied zijn geen beschermde vissen aangetroffen. De kans hierop wordt ook niet aannemelijk geacht, aangezien er ontbrekende factoren zijn voor het voorkomen van beschermde vissen. Adviesbureau Mertens 9 Wageningen

GERAADPLEEGDE LITERATUUR EEG, 1979. Richtlijn 79/43/EEG inzake het behoud van de Vogelstand. Publicatieblad Europese Gemeenschap, nummer L. 103. EEG, 1992. Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van wilde flora en fauna. Publicatieblad van de Europese Gemeenschap, nummer L. 206/7. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit. Rode lijsten diverse soortgroepen. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, 1998. Wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten en diersoorten (Flora en Faunawet). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 402,1-37. Netwerk Groene Bureaus, 2009. Vleermuisinventarisatie-protocol; Introductie, toelichting en tabel. Odijk. RBOI. Bestemmingsplanparagraaf Ecologie het Plaatje te Sliedrecht. Rotterdam, 1-5. Spikmans, F, Jong, T. de, 2006. Het waarnemen van zoetwatervissen, Nijmegen, 1-55. Adviesbureau Mertens 10 Wageningen

BIJLAGE 1. EXACTE LIGGING PLANGEBIED

BIJLAGE 2. BEGRIPPEN Foerageergebied Foerageerplaats Kolonie Migratieroute Paarplaats Verblijfplaats Vliegroute Voorbijvliegend Een gebied waar een vleermuis of een groep van vleermuizen foerageert Dat gebied wordt regelmatig bezocht door vleermuizen om in te foerageren en dat doorgaans meerdere foerageerplaatsen kent die langere tijd worden gebruikt. Plek (jachtplek) waar wordt gejaagd door vleermuizen. De plek kan in de directe omgeving van de kolonieplaats liggen maar ook kilometers verderop. Groep vleermuizen (kleine groep mannetjes of meestal grotere groep vrouwtjes, soms gemengd (soorten, geslacht)) die in het voorjaar tot de herfst bijeen blijven. De groep kan zich vestigen in gebouwen (in spouwmuren of onder daklijsten e.d.) of bomen (spechtengaten, scheuren). Een groep vrouwelijke vleermuizen wordt ook wel aangeduid als een kraamkolonie. In zo'n groep worden jongen geboren en grootgebracht. Een kolonie maakt vaak gebruik van meerdere verblijfplaatsen die soms gelijktijdig worden gebruikt. Een vaste route van zomerverblijfplaats naar winterverblijfplaats en visa versa (zie ook vliegroute). Territorium van territoriale mannetjes. Voorde ruige dwergvleermuis en de rosse vleermuis is dit doorgaans te vinden in boomholten. Voor de laatvlieger en de dwergvleermuis is dit te vinden in gebouwen. Voor de watervleermuis is dit te vinden in bomen en later, tegen de winter, zijn ze te vinden in overwinteringverblijven. Het mannetje vormt een harem met meerdere vrouwtjes. De paartijd valt in de herfst (uitgezonderd de grootoorvleermuis waarbij het in april valt (vroege voorjaar). De hier geschetste situatie van de paring wordt in dit rapport omschreven als "herfst situatie". Een object (huis, boom, bunker, grot, kast en dergelijke) waarin een of meerdere vleermuizen verblijven (overdag of 's winters permanent). Route die door vleermuizen elke avond wordt gebruikt om van de kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en visa vers (zie ook migratieroute). Vrouwtjes met jongen keren soms midden in de nacht terug om de jongen te zogen en gebruiken dan de route. Vliegroutes liggen over het algemeen langs lijnvormige (landschaps)elementen als bomenlanen, huizenrijen e.d. De functies zijn beschutting bij winderig en koud weer, oriëntatie in verband met de echolokatie-geluiden en het vinden van voedsel. Vleermuizen die voorbijvliegen, niet via een vaste route. Het betreft meestal zwervers of trekkers. Zwermen Direct na het uitvliegen, naar vooral voor het invliegen bij een kolonie zwermt een deel van de kolonie rond de kolonieplaats. Zwermgedrag is derhalve een indicatie voor een eventuele kolonieplaats. Winterverblijfplaats Een verblijfplaats waar in de winter een of meerdere vleermuizen in winterslaap (hybernation) gaan. Deze ruimte is doorgaans donker, heefteen hoge luchtvochtigheid en temperatuurwisselingen zijn nihil. Zomerverblijfplaats Een verblijfplaats die gebruikt wordt door vleermuizen die niet in winterslaap zijn waarvan niet aangetoond is dat het een kraamverblijfplaats dan wel een paarverblijfplaats is. In sommige gevallen vormen bijvoorbeeld mannetjes kleine groepjes.