Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Vergelijkbare documenten
Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gemeente Moerdijk

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2016 gemeente Geertruidenberg

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Heerhugowaard Stad van kansen. Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007;

Besluit individuele voorzieningen gemeente De Marne 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2012

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND JULI 2012

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit wet Maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard versie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Besluit maatschappelijke ondersteuning

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

aanpassing besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Besluit Voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Werkendam

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Pijnacker-Nootdorp - Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Maasgouw 2016

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2011

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Wetstechnische informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

AAN de voorzitter van de commissie Burgers en Samenleving. Geachte voorzitter,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Maasgouw

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Transcriptie:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal, BESLUIT: vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder a. Verordening: de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal; b. persoonsgebonden budget (pgb): een geldbedrag of gelijkwaardige verstrekking waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen individuele voorzieningen kan verwerven; c. financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager; d. echtgenoten: gehuwden, alsmede geregistreerde partners. Artikel 2 Verstrekking Pgb Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Hoofdstuk 2 Hulp bij het huishouden (Hbh) Artikel 3 Pgb De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van Hulp bij het huishouden bedraagt per uur: a. voor schoonmaakwerkzaamheden en uitvoeren van lichte huishoudelijke taken, 14,68; b. voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning van de organisatie in de huishouding, 17,65; c. voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen een ontregelde huishouding, 18,44.* * Het onder c genoemde tarief geldt enkel voor cliënten die op 1 januari 2010 over een indicatie voor Hbh3 beschikten, tot het moment van herindicatie. Artikel 4 Maximale eigen bijdrage per 4 weken 1. Voor ongehuwde personen jonger dan 65 met een inkomen van maximaal 22.636,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden 17,80 per vier weken. Voor ongehuwde personen jonger dan 65 met een inkomen hoger dan 22.636,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen. 2. Voor ongehuwde personen van 65 of ouder met een inkomen van maximaal 15.838,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden 17,80 per vier weken. Voor ongehuwde personen van 65 of ouder met een inkomen hoger dan 15.838,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen. 3. Voor gehuwde personen, die beiden of een van beide jonger zijn cq is dan 65, met een inkomen van maximaal 27.902,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden 25,40 per vier weken. Voor gehuwde personen, die beiden of een van beide jonger zijn cq is dan 65, met een inkomen hoger dan 27.902,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen. 4. Voor gehuwde personen die beiden 65 of ouder zijn met een inkomen van maximaal 22.100,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden 25,40 per vier werken. Voor gehuwde personen die beiden 65 of ouder zijn met een inkomen hoger dan 22.100,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen.

Tabel eigen bijdrage Kolom 1 2 3 A Ongehuwd en jonger dan 65 B Ongehuwd en ouder dan 65 C Gehuwd en jonger dan 65 D Gehuwd en ouder dan 65 Maximale eigen bijdrage per 4 weken voor personen beneden inkomensgrens 17,80 22.636,- 17,80 15.838,- 25,40 27.902,- 25,40 22.100,- Inkomensgrens, waarboven maximaal een 13 e deel van 15% van het meerinkomen bovenop de eigen bijdrage van kolom 2 mag worden geheven Artikel 5 Eigen bijdrage per uur De eigen bijdrage per uur Hulp bij het huishouden bedraagt: a. voor schoonmaakwerkzaamheden en uitvoeren van lichte huishoudelijke taken, 13,58; b. voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning van de organisatie in de huishouding, 17,65; c. voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen een ontregelde huishouding, 18,44.* * De onder c genoemde bijdrage geldt enkel voor cliënten die op 1 januari 2010 over een indicatie voor Hbh3 beschikten, tot het moment van herindicatie. Hoofdstuk 3 Woonvoorzieningen Artikel 6 Pgb Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopste en adequate voorziening gebaseerd op de offerte voor de realisering van de woonvoorzieningen. Artikel 7 Onderhoud, keuring en reparatie 1. Voor een vergoeding van kosten van onderhoud, keuring en reparatie zoals bedoeld in artikel 15, onder e, van de Verordening, komen in aanmerking de kosten gemaakt voor het onderhoud, de keuring en de reparatie van: a. stoelliften; b. rolstoel- of sta-plateauliften; c. woonhuisliften; d. hefplateauliften; e. balansliften; f. de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel; g. elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren. 2. In de kosten van keuring en onderhoud van de in het eerste lid onder a tot en met e vermelde voorzieningen wordt een forfaitaire vergoeding toegekend die als volgt is vastgesteld: Tabel keuringen: Keuring van liften Beginkeuring Kosten excl. btw Frequentie periodieke keuring Kosten excl. btw Stoelliften Ja 299,22 1 x per 4 211,13 Rolstoelplateauliften Ja 299,22 1 x per 4 211,13 Staplateauliften Ja 299,22 1 x per 4 211,13 Woonhuisliften nee begrepen in nieuwprijs 1 x per 1,5 311,92 Hefplateauliften Idem 1 x per 1,5 269,80 Balansliften worden niet meer nieuw gemaakt 1 x per 1,5 148,93

In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten van keuring door het Liftinstituut (50%) en de kosten van de noodzakelijks assistentie door de onderhoudsfirma (eveneens 50%) Tabel onderhoud van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen Onderhoud van Frequentie periodiek onderhoud Kosten excl. Btw Stoelliften 1 x per 155,43 Rolstoelplateauliften 1 x per 155,43 Staplateauliften 1 x per 155,43 Woonhuisliften 2 x per 224,66 Hefplateauliften 2 x per 155,43 Balansliften 1 x per 155,43 Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven: 50% voor installaties geplaatst buiten de woning 50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen 50% voor installaties uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch weg klapbare raildelen. Artikel 8 Eigen bijdragen 1. De hoogte van de eigen bijdrage zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening wordt voor woonvoorzieningen op basis van het bepaalde in artikel 4.1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning als volgt samengesteld: Tabel eigen bijdrage woonvoorzieningen Kolom 1 2 3 A Ongehuwd en jonger dan 65 B Ongehuwd en ouder dan 65 C Gehuwd en jonger dan 65 D Gehuwd en ouder dan 65 Maximale eigen bijdrage per 4 weken voor personen beneden inkomensgrens 17,80 22.636,- 17,80 15.838,- 25,40 27.902,- 25,40 22.100,- Inkomensgrens, waarboven maximaal een 13 e deel van 15% van het meerinkomen bovenop de eigen bijdrage van kolom 2 mag worden geheven 2. Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt wordt gedurende een periode van 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht, dan wel wordt bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 5 van de verordening vastgestelde bedrag in mindering gebracht. 3. Indien een voorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager, wordt gedurende een periode van 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht, dan wel wordt bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 5 van de verordening vastgestelde bedrag in mindering gebracht. Hoofdstuk 4 Verhuizen en inrichten Artikel 9 Primaat van de verhuizing 1. Indien aanpassing van de woning van de aanvrager meer dan 7.268,00 bedraagt, zal in ieder geval, gelet op de sociale en fysieke omstandigheden van de aanvrager, gezocht worden naar een geschikte beschikbare woning.

2. Indien een dergelijke woning beschikbaar is, zal aanpassing van de woning van de aanvrager achterwege blijven. Artikel 10 Verhuis- en inrichtingskosten De vergoeding zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening bedraagt 3.353,00. Artikel 11 Tijdelijke huisvesting De vergoeding bedoeld in artikel 15 onder f van de Verordening wordt toegekend tot het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van 500,92 per maand. Artikel 12 Huurderving 1. In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan 7.268,00 is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden na de eerste maand huurderving die niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op de werkelijke kosten per maand, doch maximaal op het bedrag van de maximale subsidiabele huur op grond van de Wet op de huurtoeslag. Artikel 13 Antispeculatiebeding 1. De eigenaar-bewoner, die krachtens de Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van vijf jaren na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden binnen een week na het passeren van de akte, het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald tot maximaal het door de gemeente gesubsidieerde bedrag voor de in de woning getroffen voorzieningen. 2. De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt: a. voor het eerste 100% van de meerwaarde; b. voor het tweede 90% van de meerwaarde; c. voor het derde 80% van de meerwaarde; d. voor het vierde 70% van de meerwaarde; e. voor het vijfde 60% van de meerwaarde. f. in alle gevallen minus het percentage van de kosten van getroffen voorzieningen, dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen. Hoofdstuk 5 Verplaatsen en vervoeren Artikel 14 Pgb rolstoelen Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld: a. als tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening in natura, verhoogd met het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare rolstoelen in het één na vorige kalender; of b. aan de hand van de goedkoopst-adequate huurprijs inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald. Artikel 15 Sportrolstoelen Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een forfaitair budget en bedraagt 2.695,00 welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in de aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie. Artikel 16 Pgb overige vervoersvoorzieningen Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld: a. op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het voorafgaand aan het laatste volle kalender voor de toekenning van de voorziening; of b. op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst-adequate voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 17 Inkomensgrenzen 1. Voor ongehuwde personen jonger dan 65 met een inkomen van maximaal 22.636,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor een vervoersvoorziening 17,80 per vier weken. Voor ongehuwde personen jonger dan 65 met een inkomen hoger dan 22.636,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen. 2. Voor ongehuwde personen van 65 of ouder met een inkomen van maximaal 15.838,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor een vervoersvoorziening 17,80 per vier weken. Voor ongehuwde personen van 65 of ouder met een inkomen hoger dan 15.838,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen. 3. Voor gehuwde personen, die beiden dan wel een van beide jonger zijn cq is dan 65, met een inkomen van maximaal 27.902,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor een vervoersvoorziening 25,40 per vier weken. Voor gehuwde personen, die beiden dan wel een van beide jonger zijn cq is dan 65, met een inkomen hoger dan 27.902,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen. 4. Voor gehuwde personen die beiden 65 of ouder zijn met een inkomen van maximaal 22.100,00 bedraagt het maximale bedrag aan eigen bijdrage voor een vervoersvoorziening 25,40 per vier werken. Voor gehuwde personen die beiden 65 of ouder zijn met een inkomen hoger dan 22.100,00 geldt tevens een eigen bijdrage van een 13 e deel van 15% van het meerinkomen. Tabel inkomensgrenzen vervoersvoorzieningen Kolom 1 2 3 A Ongehuwd en jonger dan 65 B Ongehuwd en ouder dan 65 C Gehuwd en jonger dan 65 D Gehuwd en ouder dan 65 Maximale eigen bijdrage per 4 weken voor personen beneden de inkomensgrens Inkomensgrens, waarboven maximaal een 13 e deel van 15% van het meerinkomen bovenop de eigen bijdrage van kolom 2 mag worden geheven 17,80 22.636,- 17,80 15.838,- 25,40 27.902,- 25,40 22.100,- Artikel 18 Vervoer per auto 1. Het bedrag dat per verstrekt wordt voor het gebruik van een (eigen) auto bedraagt 961,95. 2. Het bedrag dat per verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt 961,95. 3. Het bedrag dat per verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt 1496,00. 4. Een bedrag voor de noodzakelijke kosten van aanpassing van de eigen auto, op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst en adequate voorziening. Artikel 19 Echtgenoten Indien beide echtgenoten in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 18, leden 1, 2 en 3 van dit Besluit bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming per persoon maximaal 75% van het normbedrag als bedoeld in dat artikel.

Artikel 20 Taxi Het in artikel 22 aanhef en onder a van de Verordening bedoelde collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer bestaat uit het zogenaamde Deeltaxi-systeem volgens de hierna volgende opzet: a. aan de aanvrager die in aanmerking komt voor het deeltaxi-systeem wordt een Deeltaxipas verstrekt op vertoon waarvan rechthebbende gebruik kan maken van de deeltaxi tegen betaling van de voor de betreffende rit benodigde strippen; b. voor de tarifering van het deeltaxisysteem wordt dezelfde zone-indeling en strippensysteem gehanteerd als bij het openbaar busvervoer; c. het vervoer wordt naar afstand onderscheiden in intern en extern vervoer. Buiten het extern vervoersgebied is gebruik van de deeltaxi onmogelijk; d. voor elke rit is een bijdrage gebaseerd op een basistarief van één strip van 0,55 verschuldigd vermeerderd met een strip van 0,55 per zone. De betaling van de ondersteuningsvrager wordt door de vervoerder in ontvangst genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt; e. een aanvrager kan zich door één begeleider laten vergezellen. Voor de begeleider is een basistarief verschuldigd van 0,55 vermeerderd met een strip van 0,55 per zone, tenzij de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is. In dat geval is het vervoer van de begeleider gratis. Hoofdstuk 6 Motivering, verantwoording en terugvordering Artikel 21 Onderzoek 1. Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies van artikel 32 van de Verordening indien van toepassing aandacht besteed aan: a. de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager; b. de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek; c. de woning en de woonomgeving van de aanvrager; d. het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager; e. de sociale omstandigheden van de aanvrager. 2. Bij de besluitvorming en de motivering van de beschikking wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten. Artikel 22 Afwijzende beschikking Pgb Verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats, indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, er de overtuiging bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget, vanwege een of meerdere medische en/of psycho- sociale contra-indicaties, gebleken misbruik of oneigenlijk gebruik. Artikel 23 Verantwoording 1. De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college kan plaats vinden: a. bij besteding van het persoonsgebonden budget aan hulp bij het huishouden aan het einde van iedere maand; b. in andere gevallen een maand na verstrekking. 2. Het college kan steekproefsgewijs nagaan of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is, waarbij de steekproef geschiedt binnen 6 maanden na de verstrekking. De budgethouder dient daarbij de stukken te overleggen als genoemd in hoofdstuk 1 van het Verstrekkingenboek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Roosendaal. Artikel 24 Intrekking Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2010, vastgesteld op 26 januari 2010, wordt ingetrokken. Artikel 25 Overgangsrecht Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking ten aanzien van een verstrekking krachtens het Besluit als bedoeld in artikel 24 wordt beslist met toepassing van het Besluit bedoeld in artikel 24.

Artikel 26 Inwerkingtreding Dit Besluit treedt in werking op de derde dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2011, met uitzondering van de tarieven die betrekking hebben op de Hulp bij het huishouden uit hoofdstuk 2 van dit besluit. Voor deze tarieven geldt dat dit besluit terugwerkt tot en met 3 januari 2011, zijnde de startdatum eerste periode van het CAK. Artikel 27 Citeertitel Dit Besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2011. Vastgesteld ter vergadering van het college van 1 februari 2011. De secretaris, De burgemeester,