Plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in s-gravendeel

Vergelijkbare documenten
6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Plangebied Kreater, Rotterdam-Overschie

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Plangebied Nijkerkerweg-Tolboom

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Koedood 4A in Barendrecht

Plangebied Van de Spiegelstraat 23 en 23a in Den Haag

Plangebied Watertoren in Zwijndrecht

Plangebied Plantsoensingel Zuid te s-heerenberg

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Plangebied Kleihoogt 9, Berkel en Rodenrijs

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Plangebied Blokhoeve 7 te Nieuwegein

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Rosinkweg noord

Plangebied Sportterrein te Lippenhuizen

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

Plangebied Hengelosestraat/Noordsingel Gemeente Haaksbergen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp

Plangebied Evertsenstraat 132 te Rijnsburg

Plangebied Windturbines Kabeljauwbeek

Plangebied Melderstraat 30 te Didam

Plangebied Van den Endelaan 41 in Hillegom

Plangebied Nieuwelaan-Oost te Limmen

Plangebied Kerkebogerd en Waalseweg in Tull en t Waal

Plangebied Dijkhuizerzandweg

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Plangebied Visvijvers te Gendt

Plangebied Lichtenvoordseweg te Groenlo

Bijlage 4: Archeologisch vooronderzoek

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

4 Archeologisch onderzoek

Plangebied Lobbendijk 16 in Houten

RAAP-NOTITIE Plangebied Kotmanpark-Oost Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Plangebied Groenzoom Berkel en Rodenrijs

Wegomlegging N355 Zuidhorn- Noordhorn

Plangebied Griene Dyk te Sneek

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Plangebied Elst Centraal, deelgebied Bemmelseweg te Elst

Plangebied Burgemeester van Oostenweg in Bergschenhoek

Onderzoeksgebied Klaver 5 in Sevenum

Plangebied Uddelerveen 66 te Uddel

Plangebied Goudse Hout, Gouda

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Plangebied Eksterweg, IJsselstein

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Plangebied Arendlaan. Archeologisch. Advi esbureau RAAP-NOTITIE 5406

Plangebied Prins Hendrikkade 15a in Woerden

Plangebied Zijtak OZ 104 te Nieuw Amsterdam Gemeente Emmen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Vliegbasis Twenthe, oostelijk deel

Plangebied Lammermarkt in Leiden

Plangebied Molenpad te Oosterwolde

Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo

Plangebied Achterweg-Zuid 62 in Lisse

Plangebied Dorpsstraat 96, Aarlanderveen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Veilingterrein

Plangebied Jacoba van Beierenweg 95c en Torenlaan 3 te Voorhout

Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek

Archeologisch vooronderzoek GNIPA Aartswoud - Heerhugowaard, mod. 10 en 12 (definitief, versie 2)

Plangebied Amanietlaan-Varenlaan- Drieerweg Gemeente Ermelo Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Fort Vechten, kabels en leidingen bomvrije kazerne

RAAP-NOTITIE 4626 Plangebied De Cloese Gemeente Lochem Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Plangebied Zanddijk 18 te Mariënvelde

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Baggerprogramma 2017, deellocaties vijvers Oosterparkwijk in Groningen

Plangebied Klein Schelfhorst in Paterswolde

Plangebied Dokter Kijlstraweg 2 te Mûnein

Plangebied Zuidwendigeweg te Oosterwolde

Plangebied Natuurspeeltuin de Weijver

Plangebied Rootvlaas 2 te Bakel

Plangebied Chopinstraat

Aanvullend archeologisch onderzoek plangebied Canneveltstraat te Vollenhove

Plangebied Melkpad 4 in Hilversum

Plangebied Mozartlaan te Doorwerth

Plangebied Groeneweg/Homaat te Westerbork

Plangebied Rondobrug en Koedijk

Plangebied Hemmelhorst

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor het plangebied De Slaag te Maurik, gemeente Buren (Gld)

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Ballumerweg 23 in Nes

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Plangebied aan de Boezem te Gorinchem

Plangebied Schoordijk in Weert

Plangebied Ecologische parkzone te Oudehaske

Plangebied Tolhuispark in Dokkum

Bredeweg 96 te Breedeweg

Startingerweg 33-33a te Akersloot

Plangebied Tolsestraat te Dodewaard

Plangebied Reethsestraat 19 te Elst

Plangebied Oslolaan 2-4 te Urk

Plangebied Hogeweg 65 in Noordwijk

RAAP-NOTITIE Plangebied t Vaneker. Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een aanvullend inventariserend veldonderzoek

Transcriptie:

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 5133 Plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in s-gravendeel 3750 voor Chr. Gemeente Binnenmaas Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320 na Chr. Archeologisch Adviesbureau 250 na Chr. 1650 na Chr.

Colofon Opdrachtgever: LBP Sight B.V. Titel: Plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in s-gravendeel, gemeente Binnenmaas; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) Status: eindversie Datum: 9 juli 2015 Auteur: drs. S. Warning Projectcode: BMGD Bestandsnaam: NO5133_BMGD.docx Projectleider: drs. S. Warning Projectmedewerker: F. van der Wal ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 66048 Bewaarplaats documentatie: RAAP West-Nederland Autorisatie: drs. B. Jansen Bevoegd gezag: gemeente Binnenmaas ISSN: 0925-6369 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV Weesp Postbus 5069 1380 GB Weesp telefoon: 0294-491 500 telefax: 0294-491 519 E-mail: raap@raap.nl RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2015 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

Samenvatting In opdracht van LBP Sight B.V. heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in april 2015 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 te s-gravendeel in de gemeente Binnenmaas. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie nieuwbouw te realiseren. Het onderzoek is nodig in het kader van een bestemmingsplanwijziging, aangezien naar verwachting eventueel aanwezige archeologische resten bij toekomstige graafwerkzaamheden in het gebied zullen worden verstoord. Een archeologische onderbouwing met betrekking tot de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden is derhalve verplicht conform het vigerend gemeentelijk beleid. Op basis van het bureauonderzoek werd verwacht dat het plangebied op de stroomgordel van het Oude Maasje ligt. Verwacht werd dat deze afzettingen afgedekt zouden zijn door overstromingsafzettingen, waarin archeologische resten uit de Middeleeuwen vanaf 1590 kunnen voorkomen. De verwachte overstromingsafzettingen zijn aangetroffen, maar de top is verstoord bij de bouw van het gemeentehuis. Voor eventueel aanwezige oeverafzettingen van het Oude Maasje gold een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) uit de periode Late IJzertijd t/m Late Middeleeuwen (tot 1421). Tijdens het veldonderzoek zijn geen oeverafzettingen aangetroffen. In de aangetroffen geulafzettingen zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats aangetroffen. Er zijn geen ontkalkte trajecten, archeologische indicatoren of een archeologische laag aangetroffen. De geulafzettingen hebben het Hollandveen en naar verwachting ook de onderliggende getijdeafzettingen van het Laagpakket van Wormer geërodeerd. Op basis van het veldonderzoek is de gespecificeerde archeologische verwachting bijgesteld. De lage archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) tot de Late IJzertijd blijft gehandhaafd. De hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) vanaf de IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd wordt bijgesteld naar laag. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de kans dat door de geplande werkzaamheden archeologische resten worden verstoord zeer klein geacht. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Over dit advies kunt u contact op nemen met de bevoegde overheid, in deze mevrouw Boortman, beleidsmedewerker van de gemeente Binnenmaas. Indien u dat wenst, kunnen wij u in dit overleg assisteren. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [3]

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inhoudsopgave... 4 Administratieve gegevens... 5 1 Inleiding... 6 1.1 Aanleiding... 6 1.2 Ligging van het plangebied... 6 1.3 Planomschrijving... 6 1.4 Doel- en vraagstelling... 6 1.5 Kwaliteit... 7 2 Bureauonderzoek... 8 2.1 Methode... 9 2.2 Aardkundige situatie... 9 2.3 Bewoningsgeschiedenis... 10 2.4 Archeologie... 11 2.5 Bodemverstoringen... 12 2.6 Gespecificeerde archeologische verwachting... 12 3 Veldonderzoek... 14 3.1 Methode... 14 3.2 Resultaten... 14 3.3 Synthese... 15 4 Conclusies en aanbevelingen... 16 4.1 Onderzoeksvragen... 16 4.2 Conclusies... 17 4.3 Aanbevelingen... 17 Literatuur... 18 Gebruikte afkortingen... 18 Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen... 19 Bijlage 1: Boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel)... 25 RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [4]

Administratieve gegevens Projectcode BMGD ARCHIS Onderzoeksmelding 66048 Type onderzoek Opdrachtgever Contactpersoon Onderzoekskader bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) LBP Sight B.V. de heer D. Verburg bestemmingsplanwijziging Locatie plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 Plaats Gemeente Provincie s-gravendeel Binnenmaas Zuid-Holland Oppervlakte plangebied circa 5.000 m² Kaartblad 44A Centrumcoördinaat 101.594/421.681 Bevoegde gezag Contactpersoon Adviseur bevoegd gezag gemeente Binnenmaas mevrouw N. Boortman Terra Archeologie, mevrouw C. Cohen Stuart Onderzoeksperiode april 2015 Afbakening onderzoeksgebied ARCHIS-vondstmelding ARCHIS-waarneming Tijdens het bureauonderzoek is het plangebied inclusief een zone van 500 m rondom het plangebied onderzocht. Het veldonderzoek (verkennende fase) is beperkt gebleven tot het plangebied. niet van toepassing niet van toepassing RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [5]

1 Inleiding 1.1 Aanleiding In opdracht van LBP Sight B.V. heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in april 2015 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase, door middel van boringen uitgevoerd in plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in de gemeente Binnenmaas. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie nieuwbouw te realiseren, waarvoor een bestemmingsplanwijziging nodig is. Op de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Binnenmaas ligt het plangebied een zone met een middelhoge verwachting. Het beleid voor deze zone schrijft voor dat er bij bodemingrepen groter dan 500 m 2 en dieper dan 30 cm -Mv een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. De omvang van de bodemingrepen bedraagt 5.000 m 2 en de diepte van de ingrepen is nog onbekend, maar zal naar verwachting meer dan 0,3 m -Mv bedragen. Het onderzoek is nodig aangezien naar verwachting eventueel aanwezige archeologische waarden bij toekomstige graafwerkzaamheden in het gebied zullen worden verstoord. 1.2 Ligging van het plangebied Het plangebied ligt ten zuiden van de Korte Smidsweg, ten noorden van de Azaleastraat en ten oosten van de Tulpstraat in de bebouwde kom van s-gravendeel (figuur 1). Op recente luchtfoto s in Google Earth is het plangebied afgebeeld als deels bebouwd en verhard en deels als groenvoorziening. Volgens de geraadpleegde topografische kaart en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; http://www.ahn.nl/) bedraagt de huidige maaiveldhoogte in het plangebied tussen 0,2 m +NAP en 0,35 m -NAP. 1.3 Planomschrijving De huidige bebouwing in het plangebied wordt gesloopt. De bestemming van het plangebied moet gewijzigd worden van Maatschappelijk naar Wonen. Indien deze wijziging goedgekeurd wordt, zullen 21 woningen in het plangebied gerealiseerd worden (figuur 2). De exacte bodemingrepen zijn nog niet bekend. 1.4 Doel- en vraagstelling De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied aan de hand van bestaande bronnen teneinde een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Het doel van het veldonderzoek is het toetsen en aanvullen van deze gespecificeerde verwachting. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies gegeven over de omgang met eventueel aanwezige archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden of archeologische resten. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [6]

Onderzoeksvragen 1. Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend? 2. Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? 3. Zijn in het plangebied archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden of archeologische resten aanwezig die (mogelijk) bedreigd worden door de geplande inrichting? 4. Op welke diepte bevinden zich de archeologisch interessante lagen? 5. Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? 6. Welke methoden zouden bij het archeologisch vervolgonderzoek ingezet kunnen worden? 7. Op welke manier dient bij eventuele graafwerkzaamheden met archeologische waarden te worden omgegaan? 1.5 Kwaliteit Het onderzoek is uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl). Voorafgaand aan het veldonderzoek is een Plan van Aanpak (PvA) opgesteld en ter informatie aan mevrouw Boortman van gemeente Binnenmaas voorgelegd. Voor de in deze notitie genoemde archeologische perioden wordt verwezen naar tabel 1. Daarnaast is achter in dit rapport een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [7]

Geologische perioden Archeologische perioden Tijdvak Chronozone Datering Tijdperk Datering Holoceen Laat Subatlanticum Vroeg Subatlanticum Subboreaal Atlanticum Boreaal Preboreaal Weichselien Pleniglaciaal Laat Glaciaal Laat Midden Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling Vroegste Dryas Denekamp Hengelo -1150 na Chr. -0-450 voor Chr. -3700-7300 -8700-9700 -11.050-11.500-12.000-12.500-13.500-30.500-60.000 Recente tijd Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd Prehistorie IJzertijd Bronstijd Neolithicum (Nieuwe Steentijd) Mesolithicum (Midden Steentijd) - 1945 C - 1850 B - 1650 A - 1500 Laat B - 1250 Laat A - 1050 D: Ottoonse tijd -900 C: Karolingische tijd -725 B: Merovingisch tijd -525 A: Volksverhuizingstijd -450 Laat Midden Vroeg -270-70naChr. - 15 voor Chr. Laat -250 Midden -500 Vroeg -800 Laat - 1100 Midden - 1800 Vroeg - 2000 Laat - 2850 Midden -4200 Vroeg -4900/5300 Laat -6450 Midden -8640 Vroeg -9700 Vroeg Laat -12.500 Jong B -16.000 Jong A -35.000 Pleistoceen Vroeg Vroeg Glaciaal Moershoofd Odderade Brørup -71.000 Paleolithicum (Oude Steentijd) Midden Eemien Saalien II Oostermeer Saalien I Belvedère/Holsteinien Glaciaal x Holsteinien Elsterien -114.000-126.000-236.000-241.000-322.000-336.000-384.000-416.000 Oud -250.000 463.000 tabel1_standaard_geobioarcheo_raap_2014 Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [8]

2 Bureauonderzoek 2.1 Methode Tijdens het bureauonderzoek wordt aan de hand van verschillende bronnen informatie verzameld om inzicht te krijgen in de genese van het landschap, de (lokale) opbouw van de bodem en de sporen die de mens in het landschap heeft achtergelaten. Om een beeld te vormen over het voormalige landschap is onder andere gebruik gemaakt van verschillende geologische, geomorfologische en bodemkundige kaarten. Voor informatie omtrent het reliëf in en rondom het plangebied is het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN) geraadpleegd (www.ahn.nl). Om de bekende archeologische gegevens te inventariseren zijn de beleidsadvieskaart van de gemeente Binnenmaas, de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid- Holland, de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) en het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS II) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geraadpleegd. Om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van eventuele bebouwing en/of bodemverstoringen in het plangebied zijn onder andere historisch kaartmateriaal (www.watwaswaar.nl) en het Bodemloket (www.bodemloket.nl) geraadpleegd. Voor een volledig overzicht van de geraadpleegde bronnen wordt verwezen naar de literatuurlijst achter in dit rapport. 2.2 Aardkundige situatie Het plangebied maakt deel uit van het zuidwestelijke zeekleigebied van Nederland. Dit gebied is voornamelijk gevormd in het Holoceen. In het Holoceen (vanaf ca. 10.000 jaar geleden) werd het klimaat geleidelijk warmer waardoor het landijs smolt en de zeespiegel in snel tempo steeg. Dit resulteerde in een verslechterde ontwatering, waardoor gunstige omstandigheden ontstonden voor veengroei (het zgn. Basisveen; Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket, Basisveen laag). Tevens breidde de Noordzee zich uit. Door de uitbreiding van de Noordzee en de verder stijging van de zeespiegel ontstond een getijdengebied (afzettingen van het Laagpakket van Wormer). Aan het begin van de IJzertijd (rond 800 voor Chr.) werd door de vorming van strandwallen de invloed van de zee steeds minder. Het getijdengebied verlandde en de vorming van het Hollandveen (Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket) begon (Huizer, e.a., 2009). Door de ontginning en de ontwatering van het Hollandveen (Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket) in de Romeinse tijd en de daarmee gepaard gaande daling van het maaiveld, kreeg de zee vanuit de monding van de Maas steeds meer vat op het veengebied. Dit resulteerde in de vorming van een nieuw getijdengebied (afzettingen van het Laagpakket van Walcheren; Huizer, e.a., 2009). Uit de paleogeografische reconstructie blijkt dat s Gravendeel op de stroomgordel van het Oude Maasje ligt (figuur 3). Hoewel door de aanwezige bebouwing lastig te zien, lijkt het plangebied op het AHN in een relatief hoger gelegen zone te liggen. Dit duidt op de aanwezigheid van de stroomgordel in de ondergrond van het plangebied. De haven van s Gravendeel is onderdeel van de RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [9]

laatste restgeul, net als de Binnenbedijkte Maas een eind naar het westen. Het begin van sedimentatie van het Oude Maasje wordt rond 150-250 na Chr. gedateerd. Het einde van sedimentatie rond 1230-1270 na Chr. door de afdamming van het Oude Maasje bij Hedikhuizen (Berendsen & Stouthamer, 2001).Verwacht wordt dat de stroomgordel van het Oude Maasje het onderliggende Hollandveen en mogelijk ook de afzettingen van het Laagpakket van Wormer heeft geërodeerd. Geo(morfo)logie Het plangebied maakt deel uit van de bebouwde kom van s-gravendeel. Op basis van de geomorfologische informatie rondom de bebouwde kom ligt het plangebied in een vlakte van getijafzettingen of op welvingen van getijafzettingen (geraadpleegd via ARCHIS; codes 3L20 of 2M35). Verwacht wordt dat de geologische opbouw van het plangebied bestaat uit getijafzettingen van het Laagpakket van Walcheren op Hollandveen op mariene afzettingen van het Laagpakket van Wormer. Als het plangebied inderdaad op de stroomgordel van de Oude Maas ligt, worden oever-, geul- en beddingafzettingen verwacht. Bodem Het plangebied maakt deel uit van de bebouwde kom van s-gravendeel. Op basis van de bodemkundige informatie rondom de bebouwde kom bestaat de bodem in het plangebied uit kalkrijke poldervaaggronden (geraadpleegd via ARCHIS; code MN25A). Mogelijk is door de ligging in de bebouwde kom en de daarmee gepaard gaande bodemverstoringen (bebouwing, verharding, kabels en leidingen) sprake van een recent verstoord of opgebracht pakket. Poldervaaggronden zijn kleigronden met een grijze, roestig gevlekte bovengrond. De bovengrond is humusarm en stevig (De Bakker, 1966). Op de bodemkaart staat in de directe omgeving van het plangebied grondwatertrap V aangegeven. Een dergelijke grondwatertrap wijst erop dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand minder dan 40 cm -Mv en de laagste grondwaterstand meer dan 120 cm -Mv bedraagt. Een dergelijk variërende grondwaterstand betekend dat eventueel aanwezige organische archeologische resten (zoals hout en bot) tot 120 cm -Mv niet goed geconserveerd zullen zijn. Anorganische archeologische resten kunnen daarentegen nog wel in goede staat in de bodem aanwezig zijn. 2.3 Bewoningsgeschiedenis (Cultuur)historische achtergrond Over de situatie in het plangebied voorafgaand aan de Middeleeuwen is naast de bovengenoemde aardkundige ontwikkelingen weinig bekend. Uit de wijdere omgeving is wel bekend dat op de hogere delen van de getijdengebieden (oeverwallen en getij-inversieruggen) bewoning heeft plaatsgevonden. In de Late Middeleeuwen maakte het plangebied deel uit van een grote bedijkte polder, de Groote Waard. Als gevolg van meerdere dijkdoorbraken en overstromingen is deze gehele polder in de periode 1421 en 1424 overstroomd geraakt (de zogenaamde St. Elisabethvloeden). Het plangebied ligt in de polder Nieuw Bonaventura. Deze polder is in 1590 na inpoldering ontstaan. s-gravendeel zelf is in 1594 gesticht. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [10]

Historisch landgebruik Om inzicht te verkrijgen in het grondgebruik in het plangebied in de Nieuwe tijd biedt de analyse van historische kaarten een goede invalshoek. Op de Kaart van Holland uit 1681 van Jacob Aertsz. Colom staat s -Gravendeel als dorp langs een kreek aangegeven. In het plangebied zelf is geen bebouwing afgebeeld (Sijmons & Van Eeghen, 1990). Op topografische kaarten uit de 19e eeuw is de bebouwing van s-gravendeel geconcentreerd rondom de kreek. Het plangebied ligt buiten deze bebouwing. Op deze kaarten staat de Smidsweg aangegeven. De Korte Smidsweg is een restant van deze weg (Wolters-Noordhoff, 1990). De kadastrale minuut uit de periode 1811-1832 en de topografische kaarten uit circa 1850 en 1900 laten in het gebied een identieke situatie zien (Robas Producties, 1989; www.watwaswaar.nl). Tot in de jaren 80 van de 20e eeuw staat geen bebouwing in het plangebied afgebeeld. Daarna staat het voormalige gemeentehuis (de huidige bebouwing aangegeven (www.watwaswaar.nl). Dit komt overeen met de bouwtekeningen die uit 1982 dateren (bron: opdrachtgever). 2.4 Archeologie Archeologische verwachting Op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Binnenmaas ligt het plangebied in een zone met een middelhoge verwachting voor de periode IJzertijd t/m Nieuwe tijd. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging van het plangebied buiten de historische kern van s-gravendeel in een vlakte van getijafzettingen (Huizer e.a., 2009). Op de IKAW ligt het plangebied in een zone met een lage kans op het aantreffen van archeologische waarden. Deze waardering is gebaseerd op de ligging van het plangebied in een vlakte van getijafzettingen of op welvingen van getijafzettingen (Deeben, 2008; zie www.cultureelerfgoed.nl). Op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland ligt het plangebied in een zone met een kleine kans op het aantreffen van archeologische resten (figuur 1: lichtgroen). Bewoning is volgens de CHS mogelijk vanaf de Middeleeuwen (http://geo.zuid-holland.nl/geoloket/html/atlas.html?atlas=chs). Bekende archeologische resten Circa 500 m ten zuidwesten van het plangebied ligt een terrein van hoge archeologische waarde (Monumentnummer 16176; ARCHIS-waarnemingsnummer 24736). Het betreft een terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen. De oude woongrond met laat-middeleeuws aardewerk is afgedekt door een dikke kleilaag, gevormd door de St. Elizabethsvloed. Op de oevers van het Oude Maasje zijn vondsten uit de Romeinse tijd en Middeleeuwen bekend (ARCHIS-waarnemingsnummer 24736, 27232, 57594, 127289, 127290, 411189, 414747, 414749, 415352, 436272, 438715 en 445086). Er zijn ook enkele vondsten uit de Late IJzertijd aangetroffen (Berendsen & Stouthamer, 2001). Dit suggereert een oudere begindatering dan 150-250 na Chr. (zie 2.2). RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [11]

2.5 Bodemverstoringen Gebouwen en funderingen In het plangebied staat het voormalige gemeentehuis van s-gravendeel. Op basis van diverse bouwtekeningen is gekeken naar de manier en diepte van funderen van dit gebouw. Reden om de funderingen en bouwtekeningen van het bestaande gebouw te bekijken, is een poging om uitspraken te doen over de mate van verstoring door de aanleg van de huidige panden. Uit de verschillende bronnen blijkt dat er sprake is van een fundering op heipalen. De heipalen zijn tot 16,0 of 17,0 m -NAP geslagen. De palen staan onder de buitenwanden van het gebouw en onder de aanwezige kelder. De kelder (9,5 x 32,8 m ) is onder het raadzaalcomplex tot circa 2,8 m -Peil ingegraven (figuur 4). Peil ligt in dit geval iets boven maaiveld. Verwacht wordt dan ook dat de bodem in dit deel van het plangebied tot minstens 2,0 m -Mv verstoord zal zijn. In het overige deel van het plangebied worden geen grootschalige verstoringen verwacht (bron: informatie opdrachtgever). 2.6 Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van het bureauonderzoek wordt verwacht dat het plangebied op de stroomgordel van het Oude Maasje ligt. De stroomgordelafzettingen kunnen afgedekt zijn door overstromingsafzettingen uit de 15e eeuw. Op basis hiervan geldt een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) tot de Late IJzertijd en een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) vanaf de IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd. Vindplaatsen uit de periode Late IJzertijd t/m Middeleeuwen tot 1421 kunnen in oeverafzettingen van het Oude Maasje onder een eventueel overstromingsdek aanwezig zijn. Het gaat daarbij om vindplaatsen met een oppervlakte van circa 500 tot 2.000 m² die worden gekenmerkt door een vondstspreiding van aardewerk en de aanwezigheid van veraard veen. Het zal voornamelijk gaan om losse huisplaatsen/boerderijen of een verzameling van enkele boerderijen/huisplaatsen bij elkaar. Binnen de vindplaatsen kan, naast aardewerk, ook hout(skool), natuursteen en metaal voorkomen. Mogelijk kunnen er ook sporen voorkomen van agrarisch gebruik van de locatie, zoals greppelsystemen en sporen van percelering. Deze sporen zijn echter met een booronderzoek niet of nauwelijks op te sporen. Vindplaatsen uit de Middeleeuwen vanaf 1590 kunnen in de top van de overstromingsafzettingen van het Laagpakket van Walcheren, direct aan het oppervlak voorkomen. Het gaat daarbij om vindplaatsen met een oppervlakte van circa 500 tot 2.000 m² die worden gekenmerkt door een vondstspreiding van aardewerk en de aanwezigheid van een archeologische laag. Het zal voornamelijk gaan om losse huisplaatsen/boerderijen of een verzameling van enkele boerderijen/of huisplaatsen bij elkaar. Binnen de vindplaatsen kan, naast aardewerk, ook hout(skool), natuursteen en metaal voorkomen. Mogelijk kunnen er ook sporen voorkomen van agrarisch gebruik van de locatie, zoals greppelsystemen en sporen van percelering. Deze sporen zijn echter met een booronderzoek niet of nauwelijks op te sporen. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [12]

Op grond van de historische kaarten worden geen overblijfselen (funderingen) van gebouwen uit de Nieuwe tijd (periode 16e-20e eeuw) in het plangebied verwacht. Hoe diep de resten uit de verschillende archeologische perioden te verwachten zijn, is vanwege de onbekendheid met de diepteligging van de verschillende afzettingen en ontbreken van gegevens over de bodemopbouw niet bekend. Dit zal middels archeologisch booronderzoek worden vastgesteld. Om de specifieke archeologische verwachting te toetsen en om vast te stellen waar de oorspronkelijke bodemopbouw intact is gebleven en waar niet, wordt een verkennend booronderzoek uitgevoerd waarbij de boringen in een grid van 30x35 m gezet worden. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [13]

3 Veldonderzoek 3.1 Methode Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een booronderzoek verkennende fase. Het doel van het veldonderzoek door middel van boringen is om de in het bureauonderzoek opgestelde specifieke archeologische verwachting te toetsen en waar nodig aan te passen. Tijdens het veldonderzoek wordt vastgesteld waar de oorspronkelijke bodemopbouw intact is gebleven en waar niet. Daarnaast wordt vastgesteld of het bodemprofiel en eventuele archeologische indicatoren aanleiding geven te veronderstellen dat archeologische resten aanwezig kunnen zijn in het plangebied. In het plangebied zijn zes boringen verricht in een grid van 30 bij 35 m (figuur 5). Ten behoeve van de optimale spreiding verspringen de boorpunten ten opzichte van de volgende raai 12,5 m van elkaar, waardoor een systeem van gelijkbenige driehoeken ontstond. Er is geboord tot maximaal 5,0 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) digitaal beschreven in het boorbeschrijvingssysteem van RAAP (Deborah 2; bijlage 1). Alle boringen zijn ingemeten met behulp van een RTK-GPS (x-, y- en z- waarden). Het opgeboorde materiaal is in het veld door middel van verbrokkeling en versnijding gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). 3.2 Resultaten Bodemopbouw Tijdens het veldonderzoek is vanaf maaiveld een 10 tot 25 cm dikke bouwvoor aangetroffen. De bouwvoor bestaat uit donkerbruingrijs, zwak zandige, zwak humeuze klei. Deze klei gaat naar beneden toe over in (donker)bruingrijze, sterk zandige klei met klei- en/of zandbrokken. Dit is geïnterpreteerd als verstoord pakket. Overstromingsafzettingen Onder het verstoorde pakket is in de boringen 2 en 3, vanaf respectievelijk 0,6 en 0,45 m -Mv (0,74 en 0,78 m -NAP), licht(bruin)grijs, sterk kleiig zand aangetroffen. Het zand is uiterst fijn en bevat schelpgruis. De dikte van deze zandlaag varieert van 15 tot 20 cm. Dit zand gaat abrupt over in lichtbruingrijs, sterk zandige klei. Deze klei is in de boringen 1, 4 en 6 direct onder het verstoorde pakket aangetroffen op een diepte variërend van 0,75 tot 1,1 m -Mv (0,8 en 1,23 m -NAP). De dikte van dit kleipakket varieert van 20 tot 45 cm. De klei is kalkrijk en is stevig. In boring 3 is waargenomen dat de basis van dit pakket bestaat uit zwak zandige, zwak humeuze, donkergrijze klei. Deze klei is kalkrijk en 15 cm dik (0,9 en 1,05 m -Mv) Zowel het zand als de klei is geïnterpreteerd als overstromingsafzettingen van het Laagpakket van Walcheren (in de bijlage aangegeven als dijkdoorbraakafzettingen). RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [14]

Kreekafzettingen De overstromingsafzettingen gaan vanaf 1,05 à 1,5 m -Mv (1,08 à 1,63 m -NAP) abrupt over in zwak siltig, uiterst fijn, grijs zand met enkele kleilagen. In boring 5 is dit zand direct onder het verstoorde pakket, vanaf 1,2 m -Mv (1,08 m -NAP) aangetroffen. Naar beneden toe wordt het pakket gelaagd met klei- en detrituslagen. Dit zand is geïnterpreteerd als geulafzettingen van het Oude Maasje. Archeologische indicatoren Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. 3.3 Synthese Op basis van het bureauonderzoek werd verwacht dat het plangebied op de stroomgordel van het Oude Maasje zou liggen. Deze verwachting wordt door het veldonderzoek bevestigd. De stroomgordelafzettingen zijn afgedekt door overstromingsafzettingen. Op grond van de wisselende samenstelling van de overstromingsafzettingen kan mogelijk geconcludeerd worden dat sprake is geweest van meerde overstromingen. Op grond van onderhavig booronderzoek is dat echter niet met zekerheid vast te stellen. De top van de overstromingsafzettingen is verstoord. Zeer waarschijnlijk is dit met de bouw van het gemeentehuis gebeurd en eventueel aanwezige archeologische resten uit de Middeleeuwen vanaf 1590 zullen hierbij verstoord zijn geraakt. De gespecificeerde archeologische verwachting voor vindplaatsen uit deze periode wordt bijgesteld naar laag. De stroomgordelafzettingen van het Oude Maasje bestaan uit geulafzettingen. In deze geulafzettingen zijn geen aanwijzingen, in de vorm van ontkalkte trajecten, archeologische indicatoren of een archeologische laag, voor de aanwezigheid van archeologische resten aangetroffen. Op grond hiervan wordt niet verwacht dat sprake is van de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Middeleeuwen tot 1421 en wordt de gespecificeerde archeologische verwachting voor deze periode bijgesteld naar laag. Hollandveen is binnen de geboorde diepte (max. 5,0 m -Mv) niet aangetroffen. Verwacht wordt dat het veen door de geulafzettingen geërodeerd is. Op basis hiervan wordt de gespecificeerde archeologische verwachting gehandhaafd. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [15]

4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Onderzoeksvragen In deze paragraaf worden de conclusies gegeven in de vorm van de antwoorden op de specifieke onderzoeksvragen (zie 1.4). 1. Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend? Uit het plangebied zelf zijn geen archeologische waarden bekend. 2. Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? In het plangebied zijn kreekafzettingen van het Laagpakket van Walcheren afgedekt door overstromingsafzettingen van het Laagpakket van Walcheren aangetroffen. De top van de overstromingsafzettingen zijn verstoord en afgedekt door een bouwvoor. 3. Zijn in het plangebied archeologisch relevante geo(morfo)logische eenheden of archeologische resten aanwezig die (mogelijk) bedreigd worden door de geplande inrichting? Nee: de top van de overstromingsafzettingen is verstoord. Zeer waarschijnlijk is dit met de bouw van het gemeentehuis gebeurd en eventueel aanwezige archeologische resten uit de Middeleeuwen vanaf 1590 zullen hierbij verstoord zijn geraakt. In de top van de geulafzettingen is geen ontkalkt traject of archeologische laag waargenomen. 4. Op welke diepte bevinden zich de archeologisch interessante lagen? Niet van toepassing. 5. Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt geen vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Binnen 5,0 m -Mv zijn geen archeologisch relevante lagen aangetroffen. 6. Welke methoden zouden bij het archeologisch vervolgonderzoek ingezet kunnen worden? Niet van toepassing. 7. Op welke manier dient bij eventuele graafwerkzaamheden met archeologische waarden te worden omgegaan? Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [16]

4.2 Conclusies Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de kans dat er door de geplande werkzaamheden archeologische resten worden verstoord zeer klein geacht. Op basis van het bureauonderzoek werd verwacht dat het plangebied op de stroomgordel van het Oude Maasje ligt. Verwacht werd dat deze afzettingen afgedekt zouden zijn door overstromingsafzettingen, waarin archeologische resten uit de Middeleeuwen vanaf 1590 kunnen voorkomen. De verwachte overstromingsafzettingen zijn aangetroffen, maar de top is verstoord bij de bouw van het gemeentehuis. Voor eventueel aanwezige oeverafzettingen van het Oude Maasje gold een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) uit de periode Late IJzertijd t/m Late Middeleeuwen (tot 1421). Tijdens het veldonderzoek zijn geen oeverafzettingen aangetroffen. In de aangetroffen geulafzettingen zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats aangetroffen. Er zijn geen ontkalkte trajecten, archeologische indicatoren of een archeologische laag aangetroffen. De geulafzettingen hebben het Hollandveen en naar verwachting ook de onderliggende getijdeafzettingen van het Laagpakket van Wormer geërodeerd. Op basis van het veldonderzoek is de gespecificeerde archeologische verwachting bijgesteld. De lage archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) tot de Late IJzertijd blijft gehandhaafd. De hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (archeologische resten) vanaf de IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd wordt bijgesteld naar laag. 4.3 Aanbevelingen Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Over dit advies kunt u contact op nemen met de bevoegde overheid, in deze mevrouw Boortman, beleidsmedewerker van de gemeente Binnenmaas. Indien u dat wenst, kunnen wij u in dit overleg assisteren. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [17]

Literatuur Bakker, H. de, 1966. De subgroepen van het systeem van bodemclassificatie voor Nederland. Boor en spade: verspreide bijdragen tot de kennis van de bodem van Nederland. Stichting voor Bodemkartering/Pudoc, Wageningen. Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, 2001. Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Van Gorcum, Assen. Deeben, J.H.C. (red.), 2008. De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), derde generatie. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort (info: www.cultureelerfgoed.nl). Huizer, J., M. Benjamins & S. van der A, 2009. De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de Hoeksche Waard. ADC-rapport H034. ADC Heritage BV, Amersfoort. Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. ROBAS Producties,1989. Historische Atlas Zuid-Holland; Chromotopografische Kaart des Rijks; schaal 1:25.000. Den Haag. Sijmons, A.H. & I.H. van Eeghen, 1990. Jacob Aertsz. Colom's kaart van Holland 1681. Canaletto, Alphen aan den Rijn. Vos, P., in voorbereiding. Palaeogeographical maps of the Netherlands: Compilation of the Holocene palaeogeographical maps of the Netherlands. In: Origin of the Dutch coastal landscape Long-term landscape evolution of the Netherlands during the Holocene. Utrecht. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990. Grote Historische Atlas van Nederland, schaal 1:50.000; Deel I: West-Nederland 1839-1859. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, Groningen. Gebruikte afkortingen AHN AMK ARCHIS CHS IKAW KNA -Mv NAP PvA SIKB Actueel Hoogtebestand Nederland Archeologische Monumenten Kaart ARCHeologisch Informatie Systeem Cultuurhistorische Hoofd Structuur Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie beneden maaiveld Normaal Amsterdams Peil Plan van Aanpak Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [18]

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen Figuur 1. De ligging van het plangebied (gearceerd), omliggende ARCHIS-waarnemingen (rood) en AMK-terreinen (blauw) geprojecteerd op de CHS kaart 1a; inzet: ligging in Nederland (ster). Figuur 2. Impressie van de toekomstige situatie. Figuur 3. Het plangebied (ster) op de drie kaarten van de paleogeografische kaart van Nederland (schaal 1:200.000; naar Vos e.a., 2011). Linksonder de ligging van het plangebied met als ondergrond het Actueel Hoogtebestand Nederland (schaal 1:25.000; www.ahn.nl). Figuur 4. Bouwtekeningen gemeentehuis. Figuur 5. Boorpuntenkaart. Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.. Bijlage 1. Boorbeschrijvingen. RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [19]

102 103 423 423 101 422 422 420280 420280 420280 420280 420280 127290 127290 127290 127290 127290 421 16197 16197 16197 16197 16197 24736 24736 24736 24736 24736 24736 16176 16176 16176 24741 24741 24741 24741 24741 421 Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2015 408442 408442 408442 408442 408442 408442 234034 234034 234034 234034 234034 420753 420753 420753 420753 420753 60210 60210 60210 60210 60210 16177 16177 16177 16177 16177 413170 413170 413170 413170 413170 8 8 49859 49859 49859 49859 49859 101 102 103 Figuur 1. De ligging van het plangebied (gearceerd), omliggende ARCHIS-waarnemingen (rood) en AMK-terreinen (blauw) geprojecteerd op de CHS kaart 1a; inzet: ligging in Nederland (ster).

Figuur 2. Impressie van de toekomstige situatie.

500 500 v. v. Chr. Chr. 100 100 n. n. Chr. Chr. 800 800 n. n. Chr. Chr. Figuur 3. Het plangebied (ster) op de drie kaarten van de paleogeografische kaart van Nederland (schaal 1:200.000; naar Vos e.a., 2011). Linksonder de ligging van het plangebied met als ondergrond het Actueel Hoogtebestand Nederland (schaal 1:25.000; www.ahn.nl).

Figuur 4. Bouwtekeningen gemeentehuis.

101550 101600 101650 2015 1 421650 421700 Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2015; Microsoft Bing 2015 Microsoft Corporation 0 10 20 2 6 30 m 40 50 1:1.000 3 4 5 legenda 3 boring boornummer grens plangebied kabel- en leidingstraten 421700 421650 JS1/bmgd_bp 101550 101600 101650 Figuur 5. Boorpuntenkaart.

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel) RAAP-notitie 5133 / eindversie, 9 juli 2015 [25]

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: BMGD-1 beschrijver: SW/FW, datum: 16-4-2015, X: 101.589,99, Y: 421.707,61, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,13, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Binnenmaas, plaatsnaam: 's-gravendeel, opdrachtgever: LBP Sight, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,13 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 25 cm -Mv / 0,38 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, zwak humeus, bruingrijs, kalkrijk Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 65 cm -Mv / 0,78 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, zwak grindig, lichtbruingrijs, kalkrijk Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Opmerking: kachelslik 80 cm -Mv / 0,93 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, zwak grindig, lichtbruingrijs, zand- en kleibrokken, kalkrijk Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord 110 cm -Mv / 1,23 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, lichtbruingrijs, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: dijkdoorbraakafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 150 cm -Mv / 1,63 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, veenbrokken, uiterst fijn, schelp compleet, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 170 cm -Mv / 1,83 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 180 cm -Mv / 1,93 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, grijs, uiterst fijn, schelpengruis, spoor plantenresten, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 270 cm -Mv / 2,83 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detritus- en kleilagen, uiterst fijn, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 305 cm -Mv / 3,18 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, veel dunne detritus- en kleilagen, uiterst fijn, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Einde boring op 500 cm -Mv / 5,13 m -NAP 1

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: BMGD-2 beschrijver: SW/FW, datum: 16-4-2015, X: 101.560,46, Y: 421.690,42, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,14, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Binnenmaas, plaatsnaam: 's-gravendeel, opdrachtgever: LBP Sight, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,14 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 20 cm -Mv / 0,34 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, kleibrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 60 cm -Mv / 0,74 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, kleiig, lichtgrijs, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: dijkdoorbraakafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 80 cm -Mv / 0,94 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, stevig, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: dijkdoorbraakafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 105 cm -Mv / 1,19 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 150 cm -Mv / 1,64 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 165 cm -Mv / 1,79 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detritus- en kleilagen, uiterst fijn, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 200 cm -Mv / 2,14 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 280 cm -Mv / 2,94 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detritus- en kleilagen, uiterst fijn, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Einde boring op 385 cm -Mv / 3,99 m -NAP 2

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: BMGD-3 beschrijver: SW/FW, datum: 16-4-2015, X: 101.593,85, Y: 421.686,70, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: -0,18, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Binnenmaas, plaatsnaam: 's-gravendeel, opdrachtgever: LBP Sight, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,18 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 0,33 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, bruingrijs, kleibrokken Bodemkundig: interpretatie: verstoord 45 cm -Mv / 0,63 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, kleiig, lichtbruingrijs, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: dijkdoorbraakafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 60 cm -Mv / 0,78 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, grijs, schelpengruis, spoor plantenresten, kalkrijk, interpretatie: dijkdoorbraakafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 90 cm -Mv / 1,08 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkergrijs, kalkrijk, interpretatie: dijkdoorbraakafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 105 cm -Mv / 1,23 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, veel dunne kleilagen, uiterst fijn, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Opmerking: dy brokjes in top, erg rommelig 115 cm -Mv / 1,33 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 200 cm -Mv / 2,18 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, spoor plantenresten, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 230 cm -Mv / 2,48 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, veel dunne detritus- en kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, spoor plantenresten, kalkrijk, interpretatie: zandige/ kleiige geulafzettingen 350 cm -Mv / 3,68 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, veel dunne kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, spoor hout, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Einde boring op 400 cm -Mv / 4,18 m -NAP 3

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: BMGD-4 beschrijver: SW/FW, datum: 16-4-2015, X: 101.620,43, Y: 421.683,91, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: 0,12, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Binnenmaas, plaatsnaam: 's-gravendeel, opdrachtgever: LBP Sight, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,12 m +NAP Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 0,03 m -NAP Lithologie: klei, sterk zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs, kleibrokken Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord 40 cm -Mv / 0,28 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, bruingrijs, zand- en kleibrokken Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 100 cm -Mv / 0,88 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: dijkdoorbraakafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 120 cm -Mv / 1,08 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, kleiig, lichtbruingrijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 160 cm -Mv / 1,48 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 185 cm -Mv / 1,73 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpfragment, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 210 cm -Mv / 1,98 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, spoor plantenresten, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 280 cm -Mv / 2,68 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detritus- en kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 300 cm -Mv / 2,88 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, veel dunne detritus- en kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 375 cm -Mv / 3,63 m -NAP Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, veel dunne detritus- en kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, spoor hout, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Einde boring op 400 cm -Mv / 3,88 m -NAP 4

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen boring: BMGD-5 beschrijver: SW/FW, datum: 16-4-2015, X: 101.631,32, Y: 421.667,46, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 44A, hoogte: 0,12, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Binnenmaas, plaatsnaam: 's-gravendeel, opdrachtgever: LBP Sight, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,12 m +NAP Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 0,02 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, bruingrijs, zand- en kleibrokken Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 120 cm -Mv / 1,08 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, kleiig, lichtbruingrijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 150 cm -Mv / 1,38 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelp compleet, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 220 cm -Mv / 2,08 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele detritus- en kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 300 cm -Mv / 2,88 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detritus- en kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen 360 cm -Mv / 3,48 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, veel dunne humus- en kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, spoor hout, kalkrijk, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen Einde boring op 400 cm -Mv / 3,88 m -NAP 5