SCHOENMAKERS, GILDE-BRIE F,

Vergelijkbare documenten
Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (1)

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2)

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

REGLEMENT. Op het rijden van de Postwagen van. DEVENTER op ALMELO. a ^ 4 cj

In den naam Gods amen.

CO N D I T I E N, 1 q^i- HO. 'y? I'

Kasboek van de Branderij Sirag van Banken Lassis, 1821

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

KONDITIEN, Waar op, voor den tijd van zes Jaaren,' ingaande den 7 Meij 1788 en expirerende den 6 Meij 1794 is befteed, Aannemer

J: DIBBETZ WESTERWOUT. Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word,"

Instructie voor de moolenaars in de Starnmeer.

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN

" EXTRACT. RECES VAN DE EXTRAORDs. a?4 IN AUGUSTUS BINNEN DE STAD 4 RN HEM GEHOUDEN. T E A R N H E M,

ORDONNANTIE. a 288 N 1G GEAMPLIEERDE LEIDEN, By SAMUEL EN JOHANNES LUCHTMANS, OrdinaireStads., Drukkers, ^ " i mm ui t. " i 'i i.

Vonnis Sevenoaks. Ple. Wederzorg Suriname 22 Junij 1841 Vonnis a T. Sevenoaks

ZYDSCHE BOMMEN EN PINKEN.

PUBLICATIE» jpqwtofy Raden, in naamc

Het reglement van

juni Testament van Echtelieden die verklaarde beneeden ƒ 2000 gegoed te zijn en is hierin geen Fideicommis. Art 51

Den Twaalfden Augustus Achttienhonderd vijftien zijn voor ons President officier van den Burgerlijken Stant der Gemeente van Hendrik Ido Ambacht

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde

Korten inhoud van het spel onder de naam van De vrede hersteld

<Pag. 1, PU^B LI C A T IE. re Prince van Orange en Naffau, Erf-Stadhou- KONINKLIJKE pijwjothïex Verz. Pi-'--»

O P E E N TEKENING KOPERE PLAAT OECONOMISCHEN HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYË DER WEETENSCHAPPEN, TE HAARLEM, INGELEVERD DÓÓR

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1790

NT00164_520. Nadere Toegang op inv. nr 520. uit het archief van het. van het Gemeentebestuur Doorn, (1961) (164)

De Leidsche Schutterstukken.

Ordonnantie van borgemeesteren ende raadt, op de haven, van der A en de Krane, met annexen;

ORDONNANTIE WAAR NA VOORTAAN IN DEN QUARTIERE VAN NYMEGEN GEHEEVEN EN GEVORDERT ZAL WORDEN DEN IMPOST OP DE COFFY, THEE

Handwe?ken en Fabficqueft*

Nummer Toegang: Algemene Rekenkamer Inventaris van het archief van de Algemene Rekenkamer,

NIEUWE GEAMPLIEERDE, GEALTE REERDE EN GERENOVEERDE GILDEBRIEF, ORDONNANTIE,

L Y S T der Impofitien op de Middelen van Confumtie, welke van 'slands wege binnen het voormalig Gewest van Zeeland geheven worden.

Vervoer van granen in 1836

Bijlagen. Vel

Overlijdensaangifte Machiel Frederiks Wolters

De Instructie voor de Cherchers ofte Opsigters van de Molens in Stadt en Lande van 1755

Ambacht Weergors en Fortificatie Hellevoetsluis. No. 11 ( )

Resolutions of the Council of Policy of Cape of Good Hope Cape Town Archives Repository, South Africa

Resolutions of the Council of Policy of Cape of Good Hope Cape Town Archives Repository, South Africa

111. Herziening van het Wetboek van Koophandel (Boek I, Titel A en B; Boek II, Titels 8, 9 A, 9 B, 10 en 11.)

Het nieuwe christelyk en geestelyk uur-slag

FORMULIER. for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^

~ 1 ~ H A N D L E I D I N G BURGER WAPENHANDEL

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december Artikel 1.

BIJ KONING LODEWIJK, 1) (Dee, 1807).

Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap "Niftarlake" 1918

Extract uit het register van resolutien van de Gedeputeerden van de Staten van Overijssel. Zwol den 1 juny 1746.

De Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft,

Booker Zaandam juli 1802

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt

Ordonnantie, voor de schippers en beurtluiden van Hellevoetsluis op Rotterdam (1795)

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859

Rudolphus Oosterveld Jacomina Roering H.G. van Wartum

tol P I- A N ^^^^M GEWAPENDE BURGERMACHT, O R G A N I S A T I E A N

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer

REGLEMENT VOOR DE GEMEENTELIJKE BRANDWEER TE NIEUWER-AMSTEL.

VOOR DE N WISSEL-WAGEN UTRECHT EN DEVENTER. Te DEVENTER, Gedrukt by J. DE LANGE, Stads-drukker aan den Brink, 1781.

HUG-Ö DE &E.OOT, W A M 33 V 1 S J E 5 M E T Z E L A A R, STE1N, U I T H E T HUIS V A N ABRAHAM DAATSELAAR G E G A A N E N V E R V O L G E N S

Inventories of the Orphan Chamber Cape Town Archives Repository, South Africa

STADS BESTUUR, REGL EMEN T, OP HET JUSTITIE, ZIERIKZEE? COLLEGIEN EN DER A MP TEN, BESTEL EN DE UITOEFFENING

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

D E R ELECTRICITEIT.

KEUR EN ORDONNANTIE OP DE DRAAYPLANK IN DE VRIJE EN LAGE BOECKHORST.

Resolutions of the Council of Policy of Cape of Good Hope Cape Town Archives Repository, South Africa

Omtrent het dragen en geeven van Rouw

L. Bijl. Rotterdam 2013.

Het timmermansgilde te Woerden, door C. Hamoen

OMSCHRIJVING BIJZONDERE BEPALINGEN (ERFDIENSTBAARHEDEN / KWALITATIEVE VERPLICHTINGEN / KETTINGBEDINGEN ETC) Locatie Hengelo (Het Broek Noord)

Parochiaal Armbestuur van Leiden

akte nr. 4048: eerder weduwenaar van Gerritje Opmerkingen Bloos Rotterdam 1849 e028 Index trouwendistrict XIII.

VERGADERING van Schout, Ambagtsbewaarders en

ORDONNANTIE, WAAR N A VOORTAAN IN DEN COFFY, T H E E -CHOCOLADE, V E L U W E. a 10 \ No. 16

GELYKHEID, VRYHEID. (onderstond) In kennisse van my Secretaris, (getekend)

Wet en reglementen van 1833, tot invoering van een accijns op het gemaal

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

KLEIN ZEGEL? FRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. WAAR NA IN DEN QUARTIERE VAN NYMEGEN GEHE VEN EN BETAALD ZAL WORDEN 'T RECHT VAN 'T

De belasting op het gemaal en de admodiatie

FORMULIER AANDELENOVERDRACHT. 2. Achternaam : Burgerlijke staat : gehuwd / ongehuwd / geregistreerd partner *

Een nieuw lied Of de klaagende dochter

KORTE VERHANDELING VAN GOD / DE MENSCH EN DES ZELFS WELSTAND

Waarachtig verhaal van een gruwelyke moord

Gelezen enz. EXTRACT UIT HET VERBAAL van het Verhandelde bij den Postmeester - Generaal der Vereenigde Nederlanden. (CIRCULAIRE, N. 10.

Gruwel moord, gepleegd door zekeren, Basurini

[1] Jacobus de Bruijn

Afscheids-lied van een jonkman aan zyn beminde, dewelke zig op het schip bevind, en met de expeditie moet tegen Engeland

ORDONNANTIE» KRAANGELD. By A. VAN GOOR en ZOON, Stads-Drukkers. GEHEVEN ZAL WORDEN. ut LU X. 0 «ld - M - r " S 2 " ; 2> CO" z

Kind Cornelis van der Stoel Vader onbekend Moeder Jannetje van der Stoel Plaats Katendrecht Geboortedatum Bron Katendrecht

De remotie van de kerkeraad van de Hervormde Gemeente te Monnickendam op 11 augustus 1788

De zegenpraal der liefde

Vergadering der provifioneele Repraefentanten van het Volk van Holland, gehouden op Maandag den 30 Maart 1795.

Een tentoonstelling van Oudheden te Voorschoten.

Aandoenlyke geschiedenis, voorgevallen te Edenburg, in het Duitsche Ryk

DE TININDUSTRIE TE LEIDEN IN 1592

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

BROEDERSCHAP! In den Bofch den 23 September h e t derde jaar der Bataaffche

Transcriptie:

SCHOENMAKERS, LOOJERS EN LEERVERKOPERS GILDE-BRIE F, In dato den 24. Maart 1774. In'sGRAAVENHAAGK, BY JACOBUS VAN K A R N E B E E K, *S Lands-Kleinzegel en Stads-Drukker, op de Paviljoens-Gracht 1789.

SCHOENMAKERS, LOOJERS EN LEERVERKOPERS GILD E B R I E F, S In dato den 24. Maart 1774. chout, Burgemeefteren en Scheepenen van 'sgraavenhaage, gelet hebbende op het verzoek aan Haar Ed. Achtb. by regte gedaan, door Deeken en Hooftmannen van het Cnfpyns of Schoenmakers, Loojers en Leerverkoopers Gilde, tendeereade ten einde tot voorkooming van alle critiques en duisterheid, derzelver Gildebrief van dato den 12 GQLOber ihp- e n opgevolgde Ampliatie van den 24-.February 1752? verandert en in plaatfe van dien een nieuwe aan hun verleent mogte werden, hebben in plaatze van de voorfchreeve Gildebrief en Ampliatie aan dezelve op nieuws geaccordeert, gelyk geaccordeert worden by deeze de navolgende Articulen. ARTICUL I. Zullen geen vreemdelingen vermoogen In den Haag op te zetten een Schoenmakerswinkel, Loojeryen of Leerverkooperyen, ten zy dezelve alvoorens hun Burgerfchap behoorlyk gewonnen hebben en hun Burgerbrief aan Deeken en Hooftmannen van 't voorö A 2 fchrevee

fcbreeve Gilde vertoont zullen hebben, en indien be- Vbnden werd, dat iemand tot Vrymeester zonder zyn Burgerrecht verkreegen, en als vooren vertoont te hebben door Deeken en Hooftmannen zal zyn geadmitteert, zullen als dan zodanige Deeken ~en Hooftmannen van hunne voorfchreeve bedieninge aanftonds werden gedimitteert, en nooit meer daar toeeligibel zyn. I I. Dat van nu'voortaan 't getal van Meesters Schoenmakers verminderd op een honderd perfoonen, welke vermindering zal gefchieden door uitfterving, zullende echter de Weduwe van Meesters gehouden, en die met Weduwe van Meesters komen te trouwen ( na het doen van de Proef en betaaling van 'c verfchuldigde Gildegeld) aangenomen werden als vrye Meesters, zoo wel in dien tusfehen tyd dat het bepaalde getal daar nog niet is als daar naar, en zal wyders geduurende de uitfterving als'er vyf Meesters zullen geftorven zyn of het Gilden gequiteert hebben, wederom een de eerfte aan de tour alsproefmeefterftaande,aangenomen werden, voor welke tour niemand zal mogen voorgaan dan wanneer een Meester komt te fterven, welke een Zoon heeft die willens is zyns overleeden Vaders winkel op te vatten, en in ftaat bevonden word tot de ordinaire Proef, en eindelyk wanneer 't voorfchreeve getal daar is zal telkens by 't overleiden van een Meester op voorenftaande manier gehandeld en het honderd tal vol gehouden worden. I I I. Een Vreemdeling buiten de zeven Pro vin tien gebocr- " ren^

ren, voortaan Meester Schoenmaker willende worden, en alvoorens geen twee jaaren als Schoenmakers knecht alhier hebbende gewerkt, zal voor Gildengeld moeten betaalen twee honderd gulden, dog zodanig een vreemdeling alhier als Schoenmakers knegt twee of meerder jaaren gewerkt hebbende, en Meester Schoenmaker willende werden, zal maar voor Gildegeld moeten betaalen een honderd Guldens. I V. Een Vreemdeling binnen de zeven Provintien gebooren Meefter Schoenmaker willende worden, en alvoorens geen twee jaaren als Schoenmakers knegt alhier gewerkt hebbende zal betaalen voor zyn Gildengeld een honderd Guldens, dog zodanig een vreemdeling alhier als Schoenmaakers knegt twee of meer jaaren gewerkt hebbende, en Meefter Schoenmaker willende worden, zal maar voor Gildegeld moeten betaalen zeftig Guldens. V. Een inboorling van den Haage het Schoenmaken alhier geleerd en het Gildegeld als Leerjongen betaald hebbende, Meester Schoenmaker zullende worden; zal ten behoeve van het Gilde betaalen zes-en-dertig Guldens, dog zodaanig een Inboorling zyn Gildegeld als: Leerjongen bevoorens niet betaald hebbende, zal alsdan betaalen zeftig Guldens. V L Een Inboorling, zynde een Meester Schoenmakers- A'3 Zoon.

Zoon alhier en het Gildegeld als Leerjongen voldaan hebbende, Meester Schoenmaker zullende worden, zal maar betaalen ten behoeven van 't Gilde agt - entwintig Guldens, dog die het Gildegeld als Leerjongen niet heeft voldaan zal moeten betaalen agt- en; veertig Guldens. V I I. Een Vreemdeling buiten de zeven Provintien geboren, voortaan een Loojerye, of Leerverkooperye al-, hier willende opzetten, zal voor Gildegeld moeten betaalen twee honderd Guldens: Een Vreemdeling binnen de zeven Provintien gebooren een honderd Guldens, een Inboorling van den Haage zes-en-dertig Guldens, en een Zoon zynde van een Loojer of Leeryerkooper agt-en-twintig Gulden. V I I I. In het voorfchreeve Gilde zal niemand tot keester Schoenmaker werden geadmitteert, ten zy hy ten genoegen van Deeken, en Hooftmannen, ten huize van den Deeken zal hebben gefneeden en opgemaakt, een mans. Laars, een mans Schoen, en een vrouwe Muyl, dewelke zullen moeten pasfen, volgens de maat die daar van genomen is, en zoodanige Proef gemaakt en by den Deeken en Hooftmannen voor goed opgenomen zynde, zullen Deeken en Hooftmannen, mitsgaders de Gildeknegt, uit de betaalde Gildegelden eens te zamen genieten twintig Guldens, als namelyk den Deeken vier Guldens, ieder Hoofdman vyftigftuivers, en de Gilde knsgt dertig ftuivers, en de overige vier Guldens tien ftuivers voor de kosten. IX.

I X Alle de Meesters Schoenmakers, Loojers en Leerverkoopers, zullen voor een Jaarpenning betaalen twee Guldens. X. Deeken en Hooftlieden zullen voortaan ieder Meester Schoenmaker ten zynen koste ter hand Hellen een Penning, welke Penning ten allen tyden, wanneer een Schoenmakers Baas of iemand van zynent weegen by een Leerverkooper eenig Leer hier gefpecificeerd, namelyk een paar geheele overleeren, of in het geheel onder ftoffagie, ofwel een paar geheele Schoenen of Muylen laat uitfny den door denzei ven Baas, of die van jtynent weegen komt, zal moeten werden vertoont, zullende zonder vertoon van dezelve Penning geen Leerverkoopers aan iemand wie het ook zy, eenig Leer in voegen voorgemeld moogen verkoopen of de«biteeren, en zal den geenen 't zy Meefter Schoenmaker of Leerverkoper die contrarie deezes zal werden bevonden gedaan te hebben, verbeuren een boete van twaalf Guldens voor den Armen deezer Stad, en zes Guldens voor 't Gilde, alleen zal een Meester Schoenmaker, indien een van zyne knegts voor zyn perfoon of huishouding Schoenen of Muylen nodig heeft, den voorfchreeven Penning daar toe geeven, onder die bepaaling : dat den voorfchreeve het te maken werk op zyne gewoone werkplaats vervaardigt. Zullende echter den knegt onder dit prsetext niet mogen beunnayën of den Meester't zelve helpen bevorderen, op verbeurte van voorgemelde boeten, zoo by den Meester als by den knegt contrarie deezes doende te verbeuren.

X I. Niemand wie hy ook zy buiten de vrye Meesters zal vermogen eenig Schoenmakers werk te maken op een boete van drie Guldens, telken reize te verbeuren. X I I. Een Leerverkooper vermag ten allen tyde aan lieden buiten den Haage woonagtig uitfnyden en verkoopen, echter wanneer geprsefumeerc en bevonden word, dat onder dat pretext tegen de voorfchreeve Articuls gehandeld werd, en den Leerverkooper op 'c woord-van een eerlyk man niet kan verklaaren zoodanige lieden voor wezentlyk buiten den Haage woonagtig te kennen, of beweezen werd willens en weetens verkeerdelyk gehandeld te hebben, zal denzei ven Leerverkooper Verbeuren de boetens Are. 10. vermeld, XIII. Geen Meester Schoenmaker zal vermogen te houden meer als een werkplaats het zy aan zyn eigen wooning of in een expres daar toe gehuurt of gekogt Vertrek zonder, onder wat pretext het ook zoude moogen weezen, op beide plaatze te gelyk hoe genaamt te mogen laaten maaken, op verbeurte van de boetens Art. 10. vermeld; en zal geen Meester Schoenmaker vermogen eenig Werk hoe genaamd buiten zyn werkplaats, invoege voorgemeld, doen maaken, dan door noodlydende Meesters, of Meesters die zonder werk zyn, mitsgaders door Knegts die door gebreeken buiten Haat zyn om ergens anders als haar eigen wooning te werken; mits zulke knegts eerst geëxamineerd en als onbekwaam

bekwaam om op een Winkel te werken, zullen verklaard worden door den Doctor, of Chirurgyn, welke Deeken en Hooftlieden daar voor zullen aangenomen hebben, en daar van Atteftatiën door Deeken en Hoofdlieden aan zoodanig een Knegt of Knegten gegeeven zyn, op verbeurte van de boetens Art. 10. vermeit. X I V. 'Geen Meester'Schoenmaker zal vermogen meerder aan te nemen dan een Leerjongen, en dat voor den tyd van twee Jaaren valt; dog wanneer denzeive Leerjongen een jaar by zodanig een Meester het handwerk zal hebben geleerd, zo zal den Meester als dan, en niet eerder een andere Leerjongen mogen aanneemen, op een boete van drie Guldens, te verbeuren by den Meester contrarie deezes doende. X V. Een Meester een Leerjongen aangenomen hebbende, zal verplicht zyn binnen veertien dagen na het aanneemen van dezelve Leerjongen, deszelfs naam aan den Deeken op te geeven met fpecifkatie op wat dag, hy denzelven heeft aangenomen, op de verbeurte, ten behoeve van het Gilde, van dertig ftuivers, te betaalen by den Meester die daar van nalaatig mogte zyn en den Deeken insgelyks gehouden zyn de naam en dag van de aanneeming van zodanig een Jongen m het boek op te fchryven, mede op een boete van dertig ituivers; zullende mede tot onderftand van dit Gilde alle de Leerjongens of hunne Meesters voor haaren 't weegen binnen den tyd van drie maanden; na de opgeeving van ' B &

f de naam aan het Gilde voor haar Leergeld betaalen twee Guldens eens, op de verbeurte van dertig ftuivers te betaalen door zodanig een Meester by wien de Leerjongen werkt, van welke betaalinge echter bevryd zullen zyn Jongens uit het Gereformeerde "Wees- of Armhuis, of wiens Ouders van de Diaconie trekken. X V I. De Leerjongens die twee jaaren als Art. 14. by een Meefter gewerkt hebben, en zich op nieuws voor eenige tyd aan dezelven hunnen Meester komen te verbinden, zullen van hunne Meesters niet mogen vertrekken of denzei ve quiteereh, voor en al eer zy haar nadere verbonden tyd, mitsgaders alle hunne verzuimde dagen volkomen zullen ingehaald en uitgewerkt hebben, op de verbeurte van drie Guldens. X V I I. Voorts zal geen Meefter zyn Knegt affcheid mogen geeven, of een Knegt van zyn Meefter affcheid neemen, zonder malkanderen veertien dagen te vooren gewaarfchouwt en voldaan te hebben, op een boete van drie Guldens. X V I I I. Geen Meester zal een Knegt of Leerjongen die binnen zyn verbonden tyd van zyn Meester is afgegaan, mogen aanneemen of werk geeven ( mits door de Gildeknege gewaarfchouwt zynde) op de verbeurte van drie Gulden», te betaalen by de Meester die dezelve Knegt of Leerjongen heeft aangenomen of werk gegee- X I X.

X I X. Niemand tot dit Gilde niet fpetteerende, zal vermogen eenigerhande Huiden of Vellen van Beesten te koopen, dan alleen ten tyde van de vrye Markt of Toondagen, welke Huiden of Vellen op denzelven dag, dat die zullen zyn gekogt ook zullen moeten werden vervoert buiten den Haag, op de verbeurte van de Huid, Huiden of Vellen, ten profyte van het Gilde, en daarenboven nog een boete van veertien Guldens. X X. Niemand zal vermogen binnen 'sgraavenhaage en Haag-Ambacht, op wat tyd het ook zoude mogen weezen, met eenig Schoenmakers werk langs de ftraaten of aan de huizen te venten of te koop te prefenteeren, nog van buiten den Haag te koop te brengen, of inbrengen om verkogt te werden eenig Schoenmakers werk, hoe ook genaamt van wat plaats het ook zoude mogen komen, gelyk ook niemand van de Meesters Schoenmakers alhier zal vermogen gemaakt Werk tè verkoopen, ten zy het zelve by Meeftersin sgraavenhaage gemaakt is, op een boete van vier Zilvere Duka^ tons telken reize te verbeuren, boven en behalven dei verbeurte van alle zodanig gemaakt Werk tot het aannaaien en verbeurt verklaaren, van welk buitenwerk' ieder Meester bevoegt zal zyn, die het zelve Werk voor zich zal behouden, maar gehouden zyn daar var* aanftonds aan Deeken en Hooftmannen kennisfe te geven, ten einde de boetens ten behoeve van het Gilde in te vorderen; dog zal ten opzigte van 't vreemde Werk, het welk door Deeken en Hooftmannen zal B 2 werden

werden aangehaald ; het Manswerk aan behoeftige Meesters Schoenmakers en het Vrouwen Werk aan het Nederduitfche Diaconie Armhuis gegeeven werden, behouden de buitenlieden uit beflooten Steeden komende, echter het vrye inkomende op de Jaarlykfche Kermis, als voorheen. X X ï. Niemand van buiten deeze Stad met eenig Leer te koop komende, zal vermogen daar mede langs de Straaten en huizen te gaan, of te laaten venten, ofte koop aanprefenteeren, maar zal gehouden zyn daar vaneen omleg te laaten. doen, en aan den Deeken of een der Hooftmannen, van dit Gilde binnen vier uuren, na dat het voorfchreeve Leer alhier ter Steede zal zyn aangekomen, daar van kennisfe doen geeven, met overlevering van een nette Specificatie, inhoudende de pertinente quantiteit en qualiteit van het aangekoomen Leer, zullende als dan den Deeken en Hooftmannen, door hunlieder Gildeknegt aan de gezamentlyke Gildebroeders, zoo Schoenmaakers, Loojers, als Leerverkoopers doen omzeggen tyd en plaats van den omleg, ionder dat het zelve Leereenigzints zal mogen werden ontpakt, veel minder daar van iets verkogt, voor en aleer hetzelve het zy ten dage van den omleg ofte vooren tot goedvinden van den Deeken en Hooftmannen, tegen de overgeleverde Specificatie zal zyn geconfronteert en nagezien, op verbeurte van al het Leer en een boete van tien Guldens, en zal ten dage van den omleg het voorfchreeve Leer aan niemand mogen werden vertoont voor dat het gefpecifieeerde uur zal zyn gefiaagen,.alwaar alsdan mede zal moeten prefent zyn den L

den Koopman zelfs, mitsgaders Deeken en Hooftmannen, of immers die geenen van dezelve die de aarrteekening heeft gedaan, of de Specificatie ontfangen,-- op de boete van een ftoop Wyn te verbeuren by den Koopman, en by den Deeken en Hooftmannen te verbeuren eene Gulden, zullende den tyd van den omleg niet langer mogen zyn als tweemaal vier-en-twintig uuren, welke tyd geëxpireerd zynde, zal den Deeken of Hooftman gehouden zyn van de overgeleverde Specificatie affchryving te doen, van het verkogte Leer, moetende het overfchietende onverkogt Leer aanftonds buiten den Haag worden vervoert, zonder dat het zelve alhier langer zal mogen worden opgehouden, op wat pretext zulks ook zoude mogen zyn; op de verbeurte van 't zelve Leer, ten profyte van't Gilde, en boven dien nog een boete van tien Guldens, ten behoeve als vooren, en zal door den Koopman aan Deeken of Hooftman, de voorfchreeve aan en afteekening gedaan hebbende, betaalt worden vier en twintig Huivers, en aan de Gildeknegt vyftien ftuivers. X X I I. Niemand wie het zy zal vermogen van eenig Koopman van buiten koomende, het zy aan zyn huis of elders te koopen, eenig Leer, hoe ook genaamt, op de verbeurte van al bet Leer, ten profyte van het Gilde, en daarenboven op een boete van tien Guldens, telken reize, zoo by den Kooper als Verkooper, ieder te betaalen. X X I I I. Niemand ïal vermogen op een omleg eenig Leer te B 3 koopen 3 >

koopenten zy hy volkomen heeft voldaan zyn verschuldigde Gildegeld, op een boete van tien Guldens. En of het gebeurde dat eenig Gildebroeder van een Koopman t' eeniger tyd alhier in 's Graavenhaage met een party Leer te koop komende eenig Leer van hem te vooren hadde ontbooden, en den Koopman hetontbooden Leer als dan met hem mede bragt, zoo zal hy gehouden zyn het voorfchreeve Leer te brengen of te zenden ten huize van den geenen die het zelve ontbooden heeft, of den ontbieder zal het zelve Leer mogen haaien uit de Schuit of Schippershuis, of daar den Koopman arriveerd, en nergens anders, want al het Leer dat ter plaatze van den omleg, of elders Koopmans wyze gebragt werd, zal te koop zyn voor alle de Gildebroeders die daar op prefent zullen komen. X X V. En of het geviel dat iemand ging uit de Vergadering van den omleg, en dat in zyn afweezen koop gemaakt wierd van een gedeelte of van al het Leer, zoo zal die welke weggegaan is, geen part of deel daar aan mogen hebben, ten waare hy aan een van de Gildebroeders, aldaar prefent zynde, of aan het Gezelfchap last gelaaten iiad, zyn part of deel daar aan te willen ftaan, en zal den geenen die zodanig gelast zal hebben, geen keuze of opzie hebben om de koop af, of aan te gaan, maar zal hy de koop abfolut moeten approbeeren, dewelke in zyn afweezen zoude mogen gedaan of gemaakt 2yn. X X V I,

XXVI, Iemand van de Gildebroeders uit het Gilde willende gaan, zal gehouden zyn aan het Gilde voor zyn affcheid te betaalen zes-en-twintig ftuivers, en den Penning welke hem als Meester Schoenmaker door 't Gilde zal zyn ter hand gefield, gelyk ook by 't overleiden van een Meester Schoenmaker deszelfs Naastbeftaande of Erfgenaamen (indien denzelve geen Weduwe nalaat welke de winkel aanhoudt) verpligt zullen zyn om uiterlyk binnen veertien dagen na deszelfs overtelden den voorfchreeve Penning aan 't Gilde te rug te geeven, en by het overleiden van behoeftige Gildebroeders zal door den Deeken en Hooftmannen, ten kosten van het Gilde, voor den overleeden moeten werden bezorgt een ordentelyke eyke Doodkist en een Leykkoets ter begraaffenis, mits hetlyk in 'sgraavenhaage werde begraaven. X X V I I. Die eenige Run binnen deeze Stad of Haag- Ambacht Zal willen te koop brengen, zal gehouden zyn aan de reipeöive Loojers alhier door den Gildeknegt een weet te doen, op de boete van zes Guldens, zoo wanneer hy voor het doen van dezelve weet eenige Run aan iemand komt te verkoopen. X X V I I I. Zoo wanneer eenige Koopluiden van Run met Loojers binnen deeze Stad hebbende gehandelt opeen monfter, en den Loojer op den ontvang van dienzig mog-

'te laaten bedunken, dat de Leverantie niet conform net monfter was gedaan, zal de aangebragte Run tegens het monfter Werden geëxamineerd door den Hooftman of Hooftlieden, in dienst zynde, nevens welke nog een of twee uit de Loojers door den Deeken en Hooftmannen zullen werden gecommitteerd, na welkers oordeel en uitfpraak den kooper en verkooper van den Run zich zullen moeten reguleeren. XXIX. Indien 'er eenige differenten tusfchen de Gildebroeders mogte komen te ontftaan, zal den klaager gehouden zyn zich te addresfeeren aan den Deeken, en als dan in te leggen vyftig ftuivers, en zullen vervolgens Deeken en Hooftmannen, de voorfchreeve Partyen op eene Comparitie moeten hooren en over 't verfchil uitfpraake doen; dog indien de by het Gilde gecondeml neerde met de voorfchreeve uitfpraake niet te vreeden mogte zyn, zal dezelve zich binnen agt dagen na de gedaane uitfpraake moeten addresfeeren aan de Heeren Burgemeefteren, of zal anderzints na verloop van de voorfchreeve tyd daar van verfteeken zyn, en aan de voorfchreeve uitfpraak moeten voldoen, en byaldien Heeren Burgemeesteren na verhoor van Partyen zullen bevinden, dat het Gilde wel en te regt geöordeelt en uitfpraake gedaan heeft, zal den gecondemneerden alg dan gehouden zyn boven en behalven de fomme waarin hy door het Gilde zoude mogen zyn gecondemneert nog te betaalen een derdepart meerder, als waar in hy gecondemneert was, zullende den Deeken verplicht zyn in beide de voorfchreeve gevallen aan den geenen die in het gelyk is gelleld zyne ingelegde vyftig ftuivers te rellitueeren. XXX

X X X. Het voorfchreeve Gilde zal beilaan uit een Deeken die dienen zal den tyd van twee jaaren, mitsgaders uit vier Hooftmannen, dewelke insgelyks twee Jaaren zullen dienen, alle zynde van de Gereformeerde Religie waar van alle Jaaren twee Hooftmannen zullen afgaan, en twee nieuwen in derzelver plaats verkooren werden, van welke twee afgaande Hooftmannen, een van dien zal werden verkooren tot Deeken, zoo wanneer den Deeken zyn twee jaaren heeft uitgedient, en dienvolgende moet afgaan, alle te elegeeren by Heeren Burgemeesteren uit een nominatie van een dubbelt getal, gemaakt door Deeken en Hooftmannen, en aan Heeren Burgemeesteren Jaarlyks in de maand September over te geeven, en dat onder het getal van de voorfchreeve Deeken en vier Hooftmannen, altoos vier Meesters Schoenmakers, en een Loojer, of Leerverkooper zullen moeten zyn, en zullen Deeken en Hooftmannen voor het inleeveren van de voorfchreeve Nominatie gehouden zyn omgang te doen en op te haaien de voorfchreeve Jaarpenning en verderen inkomften tot dit Gilde behoorende. X X X I. Goudleerverkoopers en Behangers, Brandfpuitmakers, Zeem verkopers, Huidekoopers, Vetters, Touwers en Koffermaakers buiten de zeven Provintien gebooren en alhier na hun Burgerrecht verkreegen te hebben zig ter neder zettende, zullen ten behoeve van het Gilden eens betaalen een fomme van dertig Guldens, binnen de zeven Provintien gebooren twintig Guldens, C een

een Inboorling alhierl tien Guldens, en een Zoon van een derzei ver vyf Guldens, en voorts een Jaarpenning van zes ftuivers. X X X I I. Alle de onderhooaige van het Gilden, zullen op vertoon van het teeken door Heeren Burgemeefteren of order van Heeren Burgemeefteren aan den Gildeknegt gegeeven, door Deeken en Hooftlieden, om zich des nodig, van te bedienen, den Suppliant refpeéteeren als of Deeken en Hooftlieden zelfs daar prefent waaren. X X X I I I. Alle de boetens en inkomsten van het Gilden (uitgenomen alleen het geen volgens het 8. Articul voor het doen van de Proef uit de Gildengelden betaalt moet werden ) zullen komen voor een derde part ten profyten van Deeken en Hooftmannen voor hunne moeiten, en de overige twee derde parten, zoo voor 't geen Articul 26 is gemelt als ten behoeve van behoeftige Gildebroeders, zullende den Deeken van 't voorfchreeven Gilde Jaarlyks in de Maand September ter kamere en ten overftaan van Heeren Burgemeesteren en Hooftmannen van het voorfchreeve Gilden, moeten doen Reekening van zyn ontfang en uitgaaf, met behoorlyk bewys, en zal het flot van de voorfchreeve Reekening, aan de behoeftige Gildebroeders door Deeken eh Hooftmannen werden uitgedeelt; indeezervoegen, te weeten, op den i%van ieder maand, aanvang nemende met den Odober na de gefloote Reekening, een gerechte twaalfde part van het montant van 1 t voorfchreeve

fchreeve Hot ponds ponds, gelykeaan zodanige Gudc broeders, die in de maand te voorenmet bewys; ofaantooning van haar onvermogen zig om bedeeling aan Deeken en Hooftmannen zullen hebben aangegeven. xxxiv. En zal aan ieder van de Meesters Schoenmakers, Looiers en Leerverkoopers, by hunne intreede m het Gilden, door Deeken en Hooftmannen een gedrukt Exemplaar van deeze Gildebrief, door hun eigenhandig onderteekend, moeten worden gegeeven om te ftrekken tot derzelver Naricht. Aldus gedaan en gearrefteert ter Kamer van Burgemeefteren van'sgraavenhaage den 24. Maart 1774. Ter Ordonnantie van de%elve (was geteekent) J. P. VAN DER HAER* C 2 SCHOUT

chout, Burgemeefteren en Scheepenen van 's Graavenhaage, hebben op de menigvul S dige herhaalde klagten van het Crispyns-Gilde over het invoeren van vreemd Schoenmaakers - Werk, aan het zelve Gilde geaccordeerd, de navolgende Ampliatie op derzei ver Gilde-Brief in dato 24.. Maart 1774, ARTICUL I. De Deeken en Hoofdmannen van het voorfchreeve Gilde zullen de vryheid hebben, na voorafgaanauthorifatie van de Edele Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Regeerders deezer Steede, zoo menigmaal zy zulks noodig oordeelen, by de Schoenmaakers - Baazen, hier ter fteede, aan hunne Huizen, en Kraamen te viziteeren, wat voor Schoenmaakers - Werk zy aan de hand hebben, en wanneer by de vifitatie gevonden word, alle zulke Schoenen, Muilen, of ander Schoenmakers werk, hoe genaamd, het welk aan Deeken en Hoofdmannen voorkomt geen eigen gemaakt werk te zyn, zullen dezelve bevoegd weezen dat fufpeét werk onder hunne bewaaringe te neemen en te houden, tot dat door zulk een Baas voldoende aanwyzing ten genoegen van Deeken en Hoofdmannen zal zyn gedaan, dat dit werk op zyn Winkel en binnen deeze Steede is gemaakt, des dat hy daar toe declareerende buiten ilaat te zyn, zal moogen volftaan, met in handen van Heeren Burgemeefteren, met folemneele Eedete zweeren. 5, Dat het Schoenmaakers Werk in queftie is Werk dat in zyn Winkel aan zyn Huis, daar hy woonag- tig is, door zyn eigen handen, of door een in dienst heb-

hebbende Meesterknegt, of Knegt uit zyn eigen Leer is gefneeden, en door zyn Knegt op zyn Winkel, of door een geauthorifeerde t'huis - Werker, mede Gilde - Broeder deezer Steede zynde, of in de Juris*,, dictie van dien, is gemaakt 1 '. En in cas zulk een Baas de bovengemelde aanwyzing niet kan doen, en ook niet mogt verkiezen, of buiten Haat is om te prsefteeren de hier voor geprescribeerden Eed, zal in zulke gevallen al het voorfchreeve fufpecte goed, ten behoeve van het Gilde zyn verbeurd, en zal dien Baas verpligc zyn ce betaalen een boete van twee hondert Guldens voor de eerfte maal, en, voor de tweede maal een gelyke boete van twee hondert Guldens, en zal booven dien, zyn naam als Gilde- Broeder gerojeert en het Meesterfchap hem ontzegt worden, zonder ooit weder in het Gilde te kunnen koomen. I I. De Deeken en Hooftmannen zullen geauthorifeert zyn, om de Scheepen of Schuiten, die uit de Langftraat, Generaliteit of eenige andere Landen, Steeden of Plaatfen op 's Graavenhaage vaaren, en gewoonlyk Schoenmakers werk aanbrengen, zoo menigmaal zy arrivceren, te moogen viliteeren, met adfiftentie van een Gerechts-Boode, en zal een Schipper, devifitatie 'zelfs, of door een zyner bedienden weigerende, in zulk geval uit hoofde dier weigering, aanftonds vervallen in een boete van vyftig Guldens, en niet te min verpligt zyn de vifitatie te gedoog en, alles conform en prsejuditie van de Publicatie van Haar Edele Groot Mogende in dato 15. April 1778. C 3 III.

111. Zal mede conform en buiten Praejuditie van welgemelde Publicatie van Haar Edele Groot Mogende, in dato iy. April 1778- wanneer de Schipper de vifitatie zal hebben ge weigert, en Deeken en Hooftmannen, dezelve echter blyvende nodig keuren, alsdandezelven op hun verzoek tot het doen der gemelde vifitatie, de fterke hand der Juftitie worden verleent, zuilendein alle gevallen, wanneer by de vifitatie word bevonden, Schoenmakers-Werk voor iemand hier ter Steede te zyn ingebracht, het welk niet tranfito word door gevoerd zulk een Schipper, of wie hy ook mocht zyn niemand uitgezonderd, verbeuren een boete van drie hondert Guldens, te appliceeren een derde ten behoeve van den Heer Bailliuw, een derde voor den Armen en een derde voor het Gilde. Aldus gedaan en Gearresteert ter Kamere van Burgemeesteren van 's Graavenhaage den?7- April 1789. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekend) H, A. C A A N.