Beschermkledij, een bewuste keuze

Vergelijkbare documenten
Circulaire PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)

j) werknemers die het risico lopen zich te stoten tegen obstakels.

Arbeidsgerelateerde ziekten en de link met PBM s

GEBRUIK VAN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM):

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 2. Persoonlijke beschermingsmiddelen

Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Doelgroep : uitzendkrachten

Koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (B.S )

Werk- of beschermkledij? Definities

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

1 Beschrijving. 2 Risico s. 3 Regelgeving

1 Beschrijving. 3 Regelgeving

13 JUNI Koninklijk besluit betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (1) Belgisch staatsblad van

1 Beschrijving. 2 Risico s. Preventiefiche N PBM003 04/2016. Bescherming van de voeten 1/5

1 Beschrijving. 2 Risico s

PBM s voor de bescherming van het lichaam (beschermende kleding)

Persoonlijke beschermingsmiddelen

PBM s voor de bescherming van de handen en armen

Preventiefiche. Bescherming van de ogen en het gezicht. 1 Beschrijving. 2 Risico s

Persoonlijke Beschermings- Middelen

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of instelling

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Risicoanalyse van een werkpost bij een zelfstandige

Concordantietabel boek V Omgevingsfactoren en fysische agentia van de codex welzijn op het werk

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Algemene instructies voor het gebruik van veiligheidsschoenen. Onderwerp Persoonlijk beschermingsmiddel 301

Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider.

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012)

Deze norm omvat de algemene vereisten voor handschoenen waaraan deze moeten voldoen. De

3M Disposable Overalls

Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider.

DIENSTNOTA 2017/03. Werkmaterialen, Persoonlijke Beschermingsmaatregelen (PBM s), Werkkledij en kledij op het werk: algemene richtlijnen.

Coveralls. Optimaal comfort, Vertrouwde bescherming

Coveralls. Optimaal comfort, Vertrouwde bescherming

Risicoanalyse van een werkpost in een onderneming of instelling voor stagiairs, buitengewoon secundair, hoger en valwassenenonderwijs

Risicoanalyse/werkpostfiche_stage leerling of cursist bij een werkgever

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 betreffende de thermische omgevingsfactoren (B.S )

WETGEVING & RICHTLIJNEN

Risicoanalyse chemische agentia. Wettelijk kader

Codex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 1. Thermische omgevingsfactoren

Type functie DMC code 34 : elektromecanicien

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of instelling

Risicoanalyse en werkpostfiches stagiairs schooljaar

Werkpostfiche Ambulancier/MUG

Studienamiddag. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Motivatie. Definitie. Wetgeving. Gebruik van PBM s in de praktijk. Vragen

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

PBM: handbescherming Inleiding Welke soorten handbescherming zijn er?

Veilig gebruik van pesticiden

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Nationale inspectiecampagne Wegmarkering. Dimitri De Coninck Algemene Directie Toezicht Welzijn op het Werk Laboratorium voor industriële toxicologie

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Afspraken PBM s Tessenderlo site

REINIGEN EN ONDERHOUD VAN WERKKLEDIJ DOOR ARBEIDERS IN DE BOUW: STANDPUNT PROVIKMO

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Type functie : elektromecanicien

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren Koninklijk besluit van 14 oktober 2012 arbeidsplaatsen

Handschoenen tegen chemische risico s en micro organismen

Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld door de stagegever met advies van de arbeidsgeneesheer. Algemene informatie van de stageplaats

Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider.

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

Metaalbewerker / bankwerker

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Omgaan met biologische agentia

3M Veiligheidsproducten. Beschermende Overalls. Gemaakt voor bescherming. Ontworpen voor. comfort. Uw Veiligheid Onze Kracht

Risicoanalyse: Bescherming van de handen

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider.

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers

Uitleg Handschoenen. Copyright 2007 Carel Lurvink B.V.

Heat & Flame Experience

1 Beschrijving. 2 Risico s. Preventiefiche PBM006 05/2016. Ademhalingsbescherming 1/5


Kitverwerker (kitter/purder)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

1. RISK & SAFETY ZINNEN

1 Beschrijving. 2 Risico s

Is fleece bestand tegen slijtage op het werk? hh Crafter Fleece is extreem sterk en duurzaam. isoleert. ventileert. en ziet er goed uit. op het werk.

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Risicoanalyse en werkpostfiches stagiairs schooljaar

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Gecertificeerde veiligheid Safety+

Bescherming van stagiair(e)s op het werk (verpleegstage) Risicoanalyse en document

Veiligheidskleding Een korte handleiding

Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider.

RE-ENTRY. Sector Tuinzaadbedrijven

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Sjaals & mutsen. Omschrijving: Fleece set bestaande uit sjaal, muts en handschoenen in setbag. Afmeting sjaal: 30cm x 150cm. Kwaliteit: 100% polyester

PROTEC Line. Classic. Comfort. Type 3 Type 4 Type 5 Type 6 Cat. III

Veiligheidsblad p. 1 / 5

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Booglassen Versie 99/1 Blz. 1/5

Glasvezel producten. Versie 1.0 Herzieningsdatum Printdatum

Technische bepalingen. Perceel Nr. 1: Leveren van signaalkledij. 1. : Werkbroek klasse 2 Hoeveelheid: 200, Eenheid: stuk - VH

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

Inventaris van de gevaren: brandweerhandschoenen

Type 3 Type 4 Type 5 Type 6 Cat. III. Kleen MULTI. Splash

KLEENGUARD* Beschermende Kleding A80 A10

WETGEVING EN NORMEN. Handschoenen worden in drie categorieën opgedeeld volgens de risico s waartegen ze moeten beschermen.

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen

> < Veel voorkomende gevaarlijke stoffen. Voorbeelden van gevaarlijke stoffen

Transcriptie:

Beschermkledij, een bewuste keuze 1/10 Beschermkledij, een bewuste keuze 1 Wettelijk kader KB van 27 maart 1998 Welzijnsbeleid, art. 8 en 9 KB van 13 juni 2005 Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen Een risicoanalyse moet uitgevoerd worden met als doel: de gevaren voor het welzijn van de werknemers te identificeren, de risico s vast te stellen en te evalueren. Bij het nemen van preventiemaatregelen dient men rekening te houden met de volgende volgorde: 1 e : risico s voorkomen, 2 e : schade voorkomen, 3 e : schade beperken. 1.1 Wanneer moet beschermkledij gebruikt worden? In alle gevallen indien blijkt dat, ondanks het nemen van de preventiemaatregelen, de fysische, chemische of biologische (rest)risico s: ofwel niet uitgeschakeld kunnen worden aan de bron, ofwel niet voldoende beperkt kunnen worden met maatregelen, methodes of procédés op het gebied van de arbeidsorganisatie of met collectieve beschermingsmiddelen. Aanvullend bestaat er ook een overzicht van activiteiten en arbeidsomstandigheden waarvoor het ter beschikking stellen en dragen van beschermkledij in ieder geval altijd verplicht is (bijlage 2, KB van 13.06.2005): Beschermkledij a) de in riolen, kuilen, kelders, welputten, regenputten, kuipen, vergaarbakken of andere soortgelijke plaatsen tewerkgestelde werknemers wanneer zij in contact komen met vochtige of doorweekte wanden; b) de buiten tewerkgestelde en aan regen of uitzonderlijke koude blootgestelde werknemers; c) werknemers tewerkgesteld in koelkamers; d) werknemers tewerkgesteld aan werkzaamheden waarbij de blootstelling aan chemische en biologische agentia, die een risico voor de gezondheid kunnen bieden, technisch niet kan vermeden worden; e) werknemers die aan kankerverwekkende en mutagene agentia kunnen blootgesteld worden : tijdens de werkzaamheden waarbij de blootstelling niet kan vermeden worden door preventieve maatregelen, zoals voorzien in de artikelen 5, 6, 8 en 9 van het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk; tijdens werkzaamheden, zoals onderhoudswerken, afbraakwerken, vernieuwingswerken, verbouwingswerken, waarvoor de blootstelling aan deze agentia kan voorzien worden, niettegenstaande de genomen organisatorische maatregelen of de collectieve preventiemaatregelen;

Beschermkledij, een bewuste keuze 2/10 f) werknemers tewerkgesteld aan het hanteren van hete massa's of werknemers die aanwezig zijn in de nabijheid daarvan of die werken in een warme omgeving (hitte van technologische oorsprong). Beschermingsschort a) werknemers die water, oplossingen, baden, deeg, oliën, vetten of andere vloeibare, vochtige, olieachtige of vettige stoffen manipuleren, behandelen of gebruiken waardoor zij de voorkant van het lichaam kunnen nat maken of doorweken; werknemers die het risico lopen dat de voorkant van het lichaam wordt nat gemaakt of doorweekt door de projectie van voormelde stoffen; b) werknemers die gevaar lopen de voorkant van het lichaam te bevuilen door organische stoffen die kunnen rotten, zoals in de slachthuizen of slachterijen, broeiplaatsen, fabrieken van vlees- of visconserven, darmwasserijen en, over het algemeen, al de ondernemingen waar vlees, huiden, beenderen, horens en ander dierenafval worden bewerkt, behandeld of omgewerkt; c) werknemers die gevaar lopen de voorkant van het lichaam te bevuilen door voor verrotting vatbare of besmette stoffen of door vuilnis, zoals in de vilbeluiken, diensten voor lijkschouwing, biologische laboratoria, diensten voor reiniging der wegen, huisvuilophaaldiensten, diensten voor het ruimen van beer- of gierputten en andere bedrijven of werken die soortgelijke risico's voor bevuiling bieden; d) werknemers die blootgesteld zijn aan kwetsende projecties, aan projecties van gloeiende stoffen, aan het hanteren van hete massa's; e) werknemers die aan kankerverwekkende en mutagene agentia kunnen blootgesteld worden: tijdens de werkzaamheden waarbij de blootstelling niet kan vermeden worden door preventieve maatregelen, zoals voorzien in de artikelen 5, 6, 8 en 9 van het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk; tijdens werkzaamheden, zoals onderhoudswerken, afbraakwerken, vernieuwingswerken, verbouwingswerken, waarvoor de blootstelling aan deze agentia kan voorzien worden, niettegenstaande de genomen organisatorische maatregelen of de collectieve preventiemaatregelen; f) werknemers tewerkgesteld aan werkzaamheden waarbij de blootstelling aan chemische en biologische agentia, die een risico voor de gezondheid kunnen bieden, technisch niet kan vermeden worden; g) werknemers tewerkgesteld aan de ontzanding van gietwerk of aan het afbijten van om het even welke voorwerpen door het bestralen met zand of met metaalkorrels of aan het gieten van gesmolten metaal; h) werknemers tewerkgesteld aan het uitbenen met messen. Beenbeschermingsmiddelen a) werknemers van wie de benen zijn blootgesteld aan kwetsende projecties of aan projecties van gloeiende stoffen; b) werknemers tewerkgesteld aan de ontzanding van gietwerk of aan het afbijten van om het even welke voorwerpen, door het bestralen met zand of met metaalkorrels of aan het gieten van gesmolten metaal; c) werknemers tewerkgesteld aan werkzaamheden met behulp van een kettingzaag, zoals het snoeien en vellen van bomen. Bescherming van de voorarm a) werknemers tewerkgesteld aan het uitbenen met messen, dragen een manchet aangepast aan het risico die de voorarm van de pols tot de elleboog bedekt;

Beschermkledij, een bewuste keuze 3/10 b) werknemers van wie de voorarmen zijn blootgesteld aan kwetsende projecties of aan projecties van gloeiende stoffen. 1.2 Wat te doen vooraleer beschermkledij te kiezen? De werkgever moet een risicoanalyse uitvoeren die bepaalt: aan welke risico s zijn werknemers blootgesteld zijn welke beschermkledij of andere persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruikt worden om te beschermen tegen deze restrisico s. Stap 1: Het indicatief schema gebruiken (bijlage 1- KB van 13.06.2005). Stap 2 : De beschermkledij die men van plan is te gebruiken, beoordelen om na te gaan in hoeverre deze beantwoordt aan de gestelde voorwaarden. De beoordeling omvat: 1 een analyse en een evaluatie van de (rest)risico's die niet met andere middelen voorkomen kunnen worden; 2 de omschrijving van de kenmerken die de beschermkledij moet bezitten om de (rest)risico's te kunnen ondervangen, rekening houdend met eventuele risicobronnen die de beschermkledij zelf kan vormen; 3 de evaluatie van de kenmerken van de voorgestelde beschermkledij en dit om na te gaan in hoeverre deze voldoen aan de gestelde omschrijving uit 2. Opgelet: Bij deze beoordeling moet rekening gehouden worden met de personen die een handicap of een lichamelijk gebrek hebben. Iedere beschermkledij moet in elk geval geschikt zijn voor de te voorkomen risico s, zonder zelf een vergroot risico in te houden beantwoorden aan de heersende omstandigheden op de arbeidsplaats, afgestemd zijn op de vereisten met betrekking tot de ergonomie, het comfort en de gezondheid van de werknemer, na de nodige afstelling geschikt zijn voor de drager. 2 H o e bepalen welke bescherm kledij er no dig is? 2.1 Chemische bescherming Penetratie is de beweging van een chemische en/of micro-organisme door een poreus materiaal, naad, gat of een andere onvolkomenheid in een chemisch beschermend materiaal. Permeatie is een proces waarbij een chemische stof door een materiaal gaat door middel van een moleculaire diffusie. Dit vindt plaats zonder dat er fysieke gaten in het materiaal aanwezig zijn. Permeatie vindt plaats in drie stappen:

Beschermkledij, een bewuste keuze 4/10 1)Absorptie = het proces waarbij de chemische stof in de coating van het doekmateriaal doordringt 2)Diffusie = verspreiding door de coating van het doekmateriaal 3)Disorptie = doordringing op de binnenste coating van het doekmateriaal Degradatie Degradatie is een schadelijke verandering in één of meer mechanische eigenschappen van een chemisch beschermend materiaal door het contact met een chemische stof. Doorbraak of permeatie tijd De doorbraak tijd is de verstreken tijd tussen het eerste contact van het doekmateriaal met een chemische stof en de mate van een vastgestelde permeatie. KLASSEN Voor elke beschermingsklasse wordt een andere productiemethode om de naden van een pak af te dichten toegepast. Afhankelijk van het soort doekmateriaal en de toepassing kan de eindgebruiker kiezen uit spatdicht, vloeistofdicht of gasdichte verbindingen tussen de naden en diverse onderdelen. De naden van een pak kunnen worden gelast, getapet of afgekit voor diverse vormen van bescherming. KLASSE 1 GASDICHTE BESCHERMENDE KLEDING 1a Gasdichte beschermende kleding met de persluchtfles in het pak. 1b Gasdichte beschermende kleding met de persluchtfles buiten het pak. 1c Gasdichte beschermende kleding met een externe luchttoevoer. KLASSE 2 NIET GASDICHTE BESCHERMENDE KLEDING Niet gasdichte beschermende kleding met een externe luchttoevoer waarbij een overdruk ontstaat. De naadconstructie wordt gestikt, getapet en afgekit voor een gasdichte verbinding. KLASSE 3 VLOEISTOFDICHTE BESCHERMENDE KLEDING Vloeistofdichte beschermende kleding voor bescherming van het gehele lichaam met vloeistofdichte naden tussen de diverse onderdelen (o.a. laarzen en handschoenen)de naadconstructie wordt gestikt en gelast of getapet, afhankelijk van het doekmateriaal. KLASSE 4 SPATDICHTE BESCHERMENDE KLEDING Spatdichte beschermende kleding voor bescherming van het gehele lichaam met spatdichte naden tussen de diverse onderdelen (o.a. laarzen en handschoenen).de naadconstructie wordt gestikt en gelast of getapet, afhankelijk van het doekmateriaal. KLASSE 5 CHEMISCH BESCHERMENDE KLEDING TEGEN STOFDEELTJES KLASSE 6 BEPERKTE SPATDICHTE CHEMISCH BESCHERMENDE KLEDING

Beschermkledij, een bewuste keuze 5/10 RAADPLEEG EERST DE CHEMICALIEN RESISTENTIE TABEL VOOR EEN KEUZE TE MAKEN (Voorbeeld van een chemicaliën resistentie tabel) Voor het langdurig werken in warme omgevingen kan geopteerd worden voor een pak met externe aansluiting en extra koeling. Het gaspak kan worden uitgevoerd met een volautomatisch en drukonafhankelijk schakelend ventiel (meerurenaansluiting) dat indien alle ademluchtaansluitingen zijn aangesloten primair kiest voor de externe hoofdademluchtvoorziening (zoals aansluiting op de perslucht van het bedrijf of op een externe voeding) en bij eventuele drukval omschakelt naar de persluchtfles. Tevens kan hiermee het pak worden voorzien van een koelsysteem. Het systeem voorziet de gebruiker van koele lucht door middel van een slangenstelsel dat door de mouwen en broekspijpen loopt. 2.2 Bouwnijverheid Voor werknemer die regelmatig geknield moeten werken kan geopteerd worden voor kniebeschermers die in de broek kunnen ingezet worden. Eventueel kunnen externe kniebeschermers gebruikt worden.

Beschermkledij, een bewuste keuze 6/10 2.3 Werken met kettingzaag De norm EN 381 voorziet een aantal klassen die op basis van de snelheid van de ketting worden getest: klasse 0 : 16 m/s - klasse 1 : 20 m/s - klasse 2 : 24 m/s - klasse 3 : 28 m/s De norm maakt ook een onderscheid tussen professionele en occasionele gebruikers : Modellen A en B zijn geschikt voor mensen met een goede opleiding, model C voor mensen die het niet gewend zijn om met een kettingzaag te werken. Hou er ook rekening mee dat bij werkzaamheden langs de openbare weg de beschermkledij moet voldoen aan de norm EN471 in verband met zichtbaarheid. (zie Provikmo bijlage Signalisatiekledij, een bewuste keuze ) 2.4 Diepvrieskledij en werken in koude omstandigheden Naargelang de noodzaak om regelmatig de koelruimte te verlaten kan geopteerd worden voor een broek en jas of voor een overall. Heel veel lichaamswarmte gaat verloren via het hoofd. Een goede bescherming van het hoofd tegen de koude is dan ook noodzakelijk, ook wanneer een helm gedragen moet worden.

Beschermkledij, een bewuste keuze 7/10 Geschikte onderkleding is een goede basis om uw werknemer in alle omstandigheden warm te houden. Er bestaan heel wat mogelijkheden om ook bij minder koude weersomstandigheden voldoende warm te blijven. Bodywarmers, jassen, fleece truien, sweaters,. Hou er ook rekening mee dat bij werkzaamheden langs de openbare weg de beschermkledij moet voldoen aan de norm EN471 in verband met zichtbaarheid. 2.5 Vlamvertragende kledij Indien er gevaar bestaat voor de werkkledij om vuur te vatten tijdens de werkzaamheden moet vlamvertragende kledij gedragen worden die voldoet aan de norm EN 531 en EN 533. Een veel gebruikte materie is Nomex. Nomex is een aromatische polyamide vezel ontwikkeld door Du Pont met vlamwerende en hitte isolerende eigenschappen en biedt tevens bescherming tegen een aantal chemicaliën. Nomex is vlambestendig, smelt niet of breekt niet open bij hitte. Warmte wordt maar langzaam opgenomen en de stoffen zijn gemakkelijk te reinigen.

Beschermkledij, een bewuste keuze 8/10 Denk ook aan vlamvertragende onderkledij. 2.6 Disposables Wegwerp beschermkledij is veiligheidskleding met een beperkte levensduur, die ontworpen is om de gebruiker te beschermen tegen vloeibare aërosols, besproeiing en lichte spatten in die gevallen waarbij het risico van blootstelling aan chemische stoffen laag is. Deze kledij biedt ook bescherming tegen vaste deeltjes, pluist weinig en is daarom geschikt voor cleanroom en voor taken als het spuiten van auto s Er zijn 6 klassen van bescherming : Type 1 Gasdichte kleding Type 2 Niet-gasdichte kleding Type 3 Vloeistofdichte kleding Type 4 Neveldichte kleding Type 5 Bestand tegen stofdeeltjes Type 6 Beperkte bescherming tegen spatten Tyvek is een synthetisch materiaal dat bestaat uit vezels van HDPE. Het materiaal bestaat uit willekeurig georiënteerde en thermisch gefixeerde vezels van zuivere HDPE. Tyvek lijkt op papier maar scheurt niet en is vloeistofdicht en waterdampdoorlatend. Tyvek is een geregistreerd handelsmerk van DuPont. 2.7 Laswerkzaamheden Begin met een geschikte onderkleding te kiezen wanneer u moet lassen. Proban is een stof met een vlamvertragende werking die bij las-en slijpwerkzaamheden gebruikt kan worden, in combinatie met de lederen beschermkledij. Kies hierbij een combinatie van een lederen voorschoot, jas of broek. Bepaalde leveranciers hebben lederen jassen met het ruggedeelte in proban. Dit geeft een groter draagcomfort en is minder warm. Vergeet ook de hoofdbescherming niet.

Beschermkledij, een bewuste keuze 9/10 2.8 Werken in de regen Er bestaat heel wat regenkledij in diverse materies zoals PVC en PU. Een mogelijk alternatief is kledij in de stof Flexothane van het merk Sioen. Flexothane is een heel sterke, soepele en ademende, waterdichte materie die in diverse kleuren en modellen beschikbaar is. Hou er ook rekening mee dat bij werkzaamheden langs de openbare weg de beschermkledij moet voldoen aan de norm EN471 in verband met zichtbaarheid. 3 Andere nuttige Pro v ikm o bijlagen Persoonlijke beschermingsmiddelen bestelprocedure (Provikmo-B/1280) Persoonlijke beschermingsmiddelen: bestelbon (Provikmo-B/1282) Persoonlijke beschermingsmiddelen, verslag van indienststelling (Provikmo-B/1285) Signalisatiekledij, een bewuste keuze (Provikmo-B/1873) U kunt deze bijlagen opvragen bij uw plaatselijk Provikmokantoor Vraag informatie op bij uw leverancier en consulteer uw Provikmo arbeidsgeneesheer bij de keuze van uw persoonlijke beschermingsmiddelen. Met bijkomende vragen kunt u altijd terecht bij de Provikmo documentatiedienst via docdienst@provikmo.be

DIVERSEN Onderste Ledematen LICHAAMSDEEL Boven ste Ledemate n HOOFD Vallen van hoogte Schokken, slagen, stoten, Steek,snij en schaafwonde Trillingen Uitglijden, vallen gelijkvloers) Hitte, vuur Koude ELEKTRICITEIT Ioniserend Stof vezel Rook Nevels Spatten, e.d. LAWAAI GASSEN DAMPEN Pathogene bacteriën Pathogene virussen Beschermkledij, een bewuste keuze 10/10 RISICO S FYSISCH CHEMISCH BIOLOGISCH MECHANISCH THER- MISCH STRALING AEROSOLS VLOEI- STOFFEN Schedel Gehoor Ogen Mycose veroorzakende Niet microbiële biologische anti- Nietioniserend Onderdompeling Ademhalingswegen Gelaat Gehele hoofd Hand Arm (of delen daarvan) Voet Been (of delen daarvan) Huid Romp/Buik Langs parenterale weg Gehele lichaam Indicatief schema voor de inventarisatie van de gevaren met het oog op het gebruik van P.B.M.