Jeugd in cijfers Gemeente Aa en Hunze

Vergelijkbare documenten
Jeugd in cijfers Gemeente Coevorden

Jeugd in cijfers Gemeente Hoogeveen

Jeugd in cijfers Gemeente De Wolden

Jeugd in cijfers Gemeente Tynaarlo

Jeugd in cijfers Gemeente Westerveld

Jeugd in cijfers Gemeente Borger-Odoorn

Jeugd in cijfers Gemeente Emmen

Jeugd in cijfers Gemeente Meppel

Jeugd in cijfers Gemeente Midden-Drenthe

Jeugd in cijfers Gemeente Noordenveld

Jeugd in Hoogeveen. Resultaten Hoogeveen van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

Jeugd in Aa en Hunze

Jeugd in Meppel. Resultaten Meppel van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

Jeugd in Midden-Drenthe

Jeugd in Borger-Odoorn

Jeugd in De Wolden. Resultaten De Wolden van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

Jeugd in Coevorden. Resultaten Coevorden van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

Jeugd in Emmen. Resultaten Emmen van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

Jeugd in Assen. Resultaten Assen van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

Jeugd in Tynaarlo. Resultaten Tynaarlo van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

Jeugd in Noordenveld

Jeugd in Westerveld. Resultaten Westerveld van het Jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van de Drentse jeugd.

KERNCIJFERS JONGERENPEILING 2013 NOORDWIJKERHOUT versie 2/

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Ommen

Jeugd in Drenthe Basisrapport van het jeugdonderzoek 2008 over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse jongeren 12 t/m 18 jaar

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

vmbo havo vwo

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Tabellenboek jongerenmonitor Olst-Wijhe

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Deventer

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Raalte

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Steenwijkerland

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN HARDENBERG

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN DEVENTER

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN OMMEN

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer

Jeugd in Drenthe. Basisrapport van het jeugdonderzoek Over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse jongeren

Jeugd in Rivierenland Resultaten van een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van 2e en 4e klassers van het voortgezet onderwijs

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

GO Jeugd Gezondheidsonderzoek onder jongeren van 12 tot en met 18 jaar uitgevoerd door GGD Fryslân. Beknopte provinciale rapportage

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

JEUGDMONITOR EMOVO Gemeente Heemstede

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Regius College Wilhelminalaan Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016

testbestand school, gemeente X 10 % % heeft soms

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Provinciaal rapport. Resultaten jeugdgezondheidsonderzoek S a m e n w e r k e n a a n g e z o n d h e i d

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor % ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

totaal Vmbo Havo/vwo Klas 2 Klas 4 Jongen Meisje

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Volwassenen in Borger-Odoorn

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Resultaten screening VO2. 11 % % heeft soms

Alcoholmatigingsbeleid Gemeente De Wolden

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

JEUGDMONITOR t/m 18-jarigen

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Volwassenen in Westerveld

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april Inleiding. Roken

Volwassenen in Aa en Hunze

Volwassenen in Hoogeveen

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Brabantse Jeugdmonitor 2011

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Volwassenen in Coevorden

Gemeente Edam-Volendam

Transcriptie:

Jeugd in cijfers Gemeente Resultaten van het jeugdonderzoek 2008 over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse jongeren 12 t/m 18 jaar Maart 2010 Colofon: Uitgave: GGD Epidemiologie, afdeling AGZ epidemiologie@ggddrenthe.nl Auteurs: Marjan Kuilman Willem Jan van der Veen Nynke van Zanden Overname van gegevens is alleen toegestaan, mits voorzien van de volgende bronvermelding: GGD. Jeugd in cijfers, Resultaten van het jeugdonderzoek 2008, over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse jongeren 12 t/m 18 jaar. Assen, maart 2010 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0

Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding... 1 1.1. Leeswijzer... 1 2. Kenmerken van de onderzoeksgroep... 2 2.1. Belangrijkste uitkomsten... 2 2.2. Meting van kenmerken van de onderzoeksgroep... 2 2.3. Resultaten in detail... 3 3. Schoolsituatie... 4 3.1. Beleving op school... 4 3.1.1. Belangrijkste uitkomsten... 4 3.1.2. Meting van beleving op school... 4 3.1.3. Resultaten in detail... 4 3.2. Ziekteverzuim... 4 3.2.1. Belangrijkste resultaten... 4 3.2.2. Meting van ziekteverzuim... 4 3.2.3. Resultaten in detail... 5 3.3. Spijbelen... 5 3.3.1. Belangrijkste uitkomsten... 5 3.3.2. Meting van spijbelgedrag... 5 3.3.3. Resultaten in detail... 5 4. Gezondheid... 6 4.1. Ervaren gezondheid... 6 4.1.1. Belangrijkste uitkomsten... 6 4.1.2. Meting van ervaren gezondheid... 6 4.1.3. Resultaten in detail... 6 4.2. Aandoeningen... 6 4.2.1. Belangrijkste uitkomsten... 6 4.2.2. Meting van aandoeningen... 6 4.2.3. Resultaten in detail... 7 4.3. Contact met zorgverleners en instanties... 8 4.3.1. Belangrijkste uitkomsten... 8 4.3.2. Meting van contacten met zorgverleners en -instanties... 8 4.3.3. Resultaten in detail... 8 4.4. Psychosociaal welbevinden... 10 4.4.1. Belangrijkste uitkomsten... 10 4.4.2. Meting van psychosociaal welbevinden... 10 4.4.3. Resultaten in detail... 10 5. Mantelzorg... 11 5.1. Belangrijkste uitkomsten... 11 5.2. Meting van mantelzorg... 11 5.3. Resultaten in detail... 11 6. Voeding en gewicht... 12 6.1. Voeding... 12 6.1.1. Belangrijkste uitkomsten... 12 6.1.2. Meting van voeding... 12 6.1.3. Resultaten in detail... 12 6.2. Lichaamsgewicht... 14 6.2.1. Belangrijkste uitkomsten... 14 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0

6.2.2. Meting van overgewicht... 14 6.2.3. Resultaten in detail... 14 7. Lichaamsbeweging... 15 7.1. Belangrijkste uitkomsten... 15 7.2. Meting van lichaamsbeweging... 15 7.3. Resultaten in detail... 15 8. Middelengebruik... 18 8.1. Roken... 18 8.1.1. Belangrijkste uitkomsten... 18 8.1.2. Meting van roken... 18 8.1.3. Resultaten in detail... 18 8.2. Alcohol... 19 8.2.1. Belangrijkste uitkomsten... 19 8.2.2. Meting van alcoholgebruik... 19 8.2.3. Resultaten in detail... 19 8.3. Drugsgebruik... 25 8.3.1. Belangrijkste uitkomsten... 25 8.3.2. Meting van drugsgebruik... 25 8.3.3. Resultaten in detail... 25 9. Seksualiteit... 27 9.1. Belangrijkste uitkomsten... 27 9.2. Meting van seksueel gedrag... 27 9.3. Resultaten in detail... 27 10. Sociale omgeving... 30 10.1. Ingrijpende gebeurtenissen... 30 10.1.1. Belangrijkste uitkomsten... 30 10.1.2. Meting van ingrijpende gebeurtenissen... 30 10.1.3. Resultaten in detail... 31 10.2. Mishandeling... 32 10.2.1. Belangrijkste uitkomsten... 32 10.2.2. Meting van mishandeling... 32 10.2.3. Resultaten in detail... 32 10.3. Gepest worden, inclusief cyberpesten... 34 10.3.1. Belangrijkste uitkomsten... 34 10.3.2. Meting van pesten... 34 10.3.3. Resultaten in detail... 34 10.4. Onveiligheid... 35 10.4.1. Belangrijkste uitkomsten... 35 10.4.2. Meting van onveiligheid... 35 10.4.3. Resultaten in detail... 36 11. Grensoverschrijdend gedrag... 37 11.1. Pesten en cyberpesten... 37 11.1.1. Belangrijkste uitkomsten... 37 11.1.2. Meting van pesten... 37 11.1.3. Resultaten in detail... 37 11.2. Diefstal en agressie... 39 11.2.1. Belangrijkste uitkomsten... 39 11.2.2. Meting van crimineel gedrag... 39 11.2.3. Resultaten in detail... 39 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0

Samenvatting In het najaar van 2008 startte de GGD een groot onderzoek onder 12 tot en met 18 jarigen. Ruim 7000 Drentse jongeren deden mee. De resultaten worden voor elke apart gepresenteerd en in dit rapport wordt dat gedaan voor de. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste resultaten. Fysieke gezondheid en verzuim De meeste jongeren in de ( 86) vinden dat ze een goede gezondheid hebben. In vergelijking met de jongeren in de rest van zijn jongeren in minder positief over school. Eén op de zes jongeren heeft last van astma of bronchitis, al dan niet vastgesteld door een arts. Een op de acht leerlingen geeft aan last te hebben van migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn. In vergelijking met jongeren in de rest van geven meer jongeren uit vaker aan chronische vermoeidheid, ADHD of een blijvend gehoor te hebben. Van de jongeren met een chronische ziekte of aandoening is 8 sterk en 56 licht belemmerd bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden. 39 van de leerlingen is in de 4 weken voorafgaand aan het onderzoek wel eens thuis gebleven vanwege ziekte. 41 van de leerlingen heeft in de 3 maanden voorafgaand aan het onderzoek contact gehad met de huisarts. Gezond gewicht, voeding en bewegen 9 van de jongeren rapporteert overgewicht of obesitas. 13 van de jongeren heeft ondergewicht. Een kwart van alle jongeren ontbijt niet elke dag. 88 ontbijt minstens 5 keer per week. 37 van alle jongeren eet elke dag groente. 83 minstens 5 keer per week. In vergelijking met jongeren in de rest van geven meer jongeren in aan (bijna) nooit groente te eten. Eenderde van de jongeren eet elke dag fruit. Slechts 14 van de jongeren voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Bijna drie kwart van de jongeren is lid van een sportclub. Meer dan de helft van de jongeren kijkt elke dag televisie, een kwart tenminste 6 dagen per week tenminste 2 uur per dag. Meer dan de helft van de jongeren zit elke dag buiten schooltijd achter de computer, internet of spelcomputer, één op de vijf jongeren tenminste 6 dagen per week 3 uur. Het percentage leerlingen dat vijf dagen of langer per dag naar school loopt of fietst is bijna twee keer zo hoog in vergelijking met leerlingen uit de rest van. Ook wordt er op minder dagen TV gekeken. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0

Seksuele gezondheid Van de jongeren in heeft 29 al eens geslachtsgemeenschap gehad, dit is hoger in vergelijking met het percentage in de rest van. Van jongeren die al eens geslachtsgemeenschap hebben gehad gebruikt 21 nooit een condoom. Het percentage jongeren dat nooit een condoom gebruikt is hoger, daarentegen is het percentage jongeren dat aangeeft altijd een condoom te gebruiken lager dan in de rest van. Psychosociale gezondheid 5 van de jongeren in heeft matige tot ernstige psychosociale problematiek. 7 van de jongeren heeft milde psychosociale problematiek. Mantelzorg 3 van de jongeren verleent mantelzorg. Pesten 20 van de jongeren in is in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek gepest. Meer dan een kwart van de jongeren deed in dezelfde periode mee aan pestgedrag. Jongeren in gaven aan dat in de drie maanden voor het onderzoek via internet of telefonisch: - 32 is slachtoffer van cyberpesten - 53 is dader van pesten via internet of GSM. Veiligheid 9 van de jongeren in voelt zich overdag wel eens onveilig. Bijna een kwart voelt zich s avond of s nachts wel eens onveilig. Van één op de tien jongeren is al eens een fiets, brommer, scooter gestolen. Van één op de acht jongeren zijn spullen vernield in het afgelopen jaar. 6 van de jongeren geeft aan zelf spullen vernield te hebben in het afgelopen jaar. 7 heeft wel eens iemand in elkaar geslagen. Mishandeling Een kwart van de jongeren in is wel eens getreiterd, gekleineerd of uitgescholden. Dit is iets hoger in vergelijking met de rest van. 10 wordt nog steeds getreiterd, gekleineerd of uitgescholden. Zes op de honderd is wel eens in elkaar geslagen. Ongeveer 1 op de 11 is al eens geschopt, geslagen of vastgebonden, 4 overkomt dit nu nog. 11 van de jongeren in heeft wel eens een seksuele ervaring met iemand gehad zonder dat ze dat zelf wilden. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0

Roken, alcohol en drugs 17 van de jongeren rookt. Eén op de tien rookt dagelijks. 67 van de jongeren heeft ooit alcohol gedronken. Van de jongeren die alcohol hebben gedronken heeft 6 dit in de afgelopen vier weken 11 keer of vaker gedaan. Het merendeel van de jongeren drinkt voornamelijk in het weekeinde (82), op zo n weekenddag drinkt 29 van hen 7 glazen of meer. Bijna een kwart van de drinkers drinkt ook op doordeweekse dagen. Het merendeel van de jongeren drinkt thuis met anderen. Volgens 48 van de jongeren die alcohol drinken vinden de ouders het goed dat ze drinken en verbieden bij 4 van de jongeren de ouders het alcoholgebruik. Volgens 18 van de jongeren raden hun ouders het alcoholgebruik af. 15 van de jongeren in heeft ooit cannabis gebruikt. 7 gebruikte cannabis in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek. 5 van de jongeren heeft wel eens alcohol en wiet of hasj op één dag of avond gebruikt. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0

1. Inleiding Om een actueel beeld te krijgen van de gezondheid en leefgewoonten van jongeren van 12 tot en met 18 jaar, heeft de GGD in het najaar van 2008 een grootschalig onderzoek gehouden onder ruim 7000 jongeren uit klas één tot en met zes op het voortgezet onderwijs en in het MBO. Voor dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een digitale vragenlijst die klassikaal via internet is ingevuld. Na afloop van het invullen van de vragenlijst kreeg elke leerling een persoonlijk gezondheidsadvies. De resultaten worden voor elke in een apart rapport gepresenteerd. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd voor de. In de tabellen worden de resultaten van vergeleken met de rest van. Als deze analyse uitwijst dat het verschil tussen jongeren in de en in de rest van statistisch niet op toeval berust dan noemen we dat een significant verschil en wordt dit verschil in de tekst benoemd door een * achter het betreffende onderwerp. Hierbij is rekening gehouden met leeftijd en geslacht. Voor provinciale cijfers en gegevens naar achtergrondkenmerken wordt verwezen naar het provinciale rapport Jeugd in, Basisrapport van het jeugdonderzoek 2008, over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse jongeren 12 t/m 18 jaar. Een samenvatting van de belangrijkste resultaten tezamen met de aanbevelingen van het Jeugdonderzoek vindt u in de publieksuitgave Jeugdonderzoek 2008 - de gezondheid van Drentse jongeren 12 t/m 18 jaar van GGD. Beide publicaties zijn te vinden op www.ggddrenthe.nl/jongeren. Een selectie van deze gegevens komt binnenkort beschikbaar op www.gezondheidsgegevensdrenthe.nl 1.1. Leeswijzer In dit rapport begint elke paragraaf met de belangrijkste resultaten. Daarna volgt een korte beschijving van de vragen die aan de jongeren zijn gesteld. Gedetailleerde resultaten zijn terug te vinden in de verschillende tabellen, waarbij onderscheid is gemaakt naar geslacht, leeftijdscategorie en opleidingsniveau. Leerlingen van het MBO zijn buiten beschouwing gelaten omdat de aantallen te klein zijn. In de tabellen is gebruik gemaakt van afgeronde percentages. Door deze afronding is het mogelijk dat de percentages niet exact optellen tot 100. Op basis van de resultaten in deze rapportage worden door de GGD per beleidsadviezen opgesteld. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 1

2. Kenmerken van de onderzoeksgroep De vragenlijst werd door 322 jongeren van 12 tot en met 18 jaar woonachtig in de ingevuld. 2.1. Belangrijkste uitkomsten In de deden iets minder meisjes (49) dan jongens (51) mee aan het onderzoek. Het aandeel van 12 tot en met 14 jarigen was hoger dan die van 15 tot en met 18 jarigen. Een groot deel van de respondenten volgt het VMBO (28 VMBO-basis en 37 VMBOtheoretisch), gevolgd door leerlingen van de HAVO (19) en het VWO (16). Het percentage leerlingen van allochtone afkomst is laag (2). Van alle jongeren uit Aa en Hunze rekent iets meer dan 1 zichzelf tot een niet-nederlandse bevolkingsgroep. De meeste leerlingen wonen thuis met hun vader en moeder (78), 12 van de respondenten woont in een éénoudergezin. 2.2. Meting van kenmerken van de onderzoeksgroep Er is rechtstreeks naar het geslacht en de leeftijd van de jongere gevraagd. Daarop is gevraagd welk soort onderwijs ze volgen, zodat het opleidingsniveau in kaart kon worden gebracht. De etniciteit is vastgesteld door te vragen naar het geboorteland van vader, moeder en de jongeren zelf. Daarna is gevraagd tot welke bevolkingsgroep de respondent zichzelf rekent. Verder is gevraagd wie er bij de jongere in huis wonen, zodat een indeling gemaakt kon worden naar gezinssamenstelling. Onder een éénoudergezin wordt verstaan dat de jongere of bij de vader of bij de moeder in huis woont, zonder eventuele partners. Tot slot is op basis van de viercijferige postcode de waarin de jongere woont bepaald. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 2

2.3. Resultaten in detail Tabel 1 Kenmerken van de onderzoeksgroep aantal respondenten totale bevolking 322* 100 2190 100 geslacht jongen 163 51 1136 52 meisje 159 49 1054 48 leeftijd 12-14 jr 222 69 935 43 15-18 jr 100 31 1255 57 opleiding VMBO-b 89 28 VMBO-t 117 37 HAVO 62 19 VWO 50 16 etniciteit autochtoon 315 98 allochtoon (niet)westers 6 2 tot welke bevolkingsgroep Nederlands 316 99 reken je jezelf niet Nederlands 3 1 gezinssamenstelling vader en moeder 247 78 ouders en partner/co-ouders 32 10 eenoudergezin 37 12 * Vanwege kleine aantallen zijn MBO leerlingen buiten beschouwing gelaten Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 3

3. Schoolsituatie 3.1. Beleving op school 3.1.1. Belangrijkste uitkomsten Het grootste deel van de jongeren uit (52) vindt het leuk of hartstikke leuk op school. 13 vindt het niet leuk of zelfs vreselijk. De overige 35 antwoordt dat het wel gaat op school. Jongeren in zijn minder positief over school dan jongeren in de rest van. 3.1.2. Meting van beleving op school In het jeugdonderzoek is aan de jongeren gevraagd hoe ze het vinden op school en naar het aantal dagen dat de jongere in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek is thuis gebleven vanwege ziekte. Daarnaast is gevraagd naar het spijbelgedrag door te vragen naar het aantal uur dat een jongere heeft gespijbeld in de weken voor het invullen van de vragenlijst. 3.1.3. Resultaten in detail Tabel 2 Beleving op school jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO beleving school * hartstikke leuk 8 8 12 5 9 7 8 10 leuk 40 48 50 39 41 50 44 46 gaat wel 32 38 34 36 36 35 35 36 niet leuk 11 4 3 12 9 6 8 5 vreselijk 8 2 1 8 5 1 5 4 * significant verschil 3.2. Ziekteverzuim 3.2.1. Belangrijkste resultaten Een kwart van de jongeren uit heeft zich in de vier weken voor het invullen van de vragenlijst ziek gemeld op school, voor ten hoogste twee dagen. 14 was 3 dagen of langer ziek. 3.2.2. Meting van ziekteverzuim Gevraagd is naar het aantal dagen dat de jongere in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek is thuis gebleven vanwege ziekte. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 4

3.2.3. Resultaten in detail Tabel 3 Aantal dagen thuis vanwege ziekte, in de laatste vier weken jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO aantal dagen ziek thuis (4wk) niet ziek geweest 56 67 69 55 57 69 61 61 1 dag 19 12 14 17 20 8 16 15 2 dagen 8 10 7 10 7 13 9 10 3 of meer dagen 17 11 9 18 16 10 14 14 3.3. Spijbelen 3.3.1. Belangrijkste uitkomsten In heeft 13 van alle jongeren wel eens gespijbeld in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek. 3.3.2. Meting van spijbelgedrag In het jeugdonderzoek is het spijbelgedrag vastgesteld door te vragen naar het aantal uren dat een jongere heeft gespijbeld in de weken voor het invullen van de vragenlijst. 3.3.3. Resultaten in detail Tabel 4 Aantal uur gespijbeld, in de laatste vier weken jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO aantal uur gespijbeld (4wk) niet gespijbeld 90 83 95 80 92 77 87 84 1 uur 2 8 2 6 2 10 4 5 2 uren 3 4 0 6 2 5 3 3 3 of meer uren 5 6 3 8 4 8 6 8 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 5

4. Gezondheid 4.1. Ervaren gezondheid 4.1.1. Belangrijkste uitkomsten In vinden de meeste jongeren dat ze een goede gezondheid hebben. 13 gaf aan dat ze hun gezondheid als gaat wel/ niet zo best ervaren. 4.1.2. Meting van ervaren gezondheid De ervaren gezondheid wordt gemeten door jongeren de vraag te stellen hoe zij hun eigen gezondheid beoordelen: goed tot heel goed, gaat wel/niet zo best of slecht. 4.1.3. Resultaten in detail Tabel 5 Ervaren gezondheid jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO ervaren (heel) goed 89 83 90 84 87 86 86 84 gezondheid gaat wel/niet zo best 9 17 10 15 13 14 13 16 slecht 1 0 0 1 0 0 1 <1 4.2. Aandoeningen 4.2.1. Belangrijkste uitkomsten De meest voorkomende aandoeningen onder jongeren uit zijn astma/bronchitis 17) en migraine/ernstige hoofdpijn (12). 9 van de jongeren heeft een allergie en 10 eczeem. Van de leerlingen die een aandoening hebben zegt 8 sterk belemmerd te zijn. In vergelijking met de rest van geven leerlingen uit vaker aan chronische vermoeidheid, ADHD of een blijvend slecht gehoor te hebben. 4.2.2. Meting van aandoeningen Heb je het afgelopen jaar één of meer van de genoemde dertien aandoeningen gehad? Die vraag is de jongeren gesteld, waarbij ze bovendien moesten aangeven of de aandoening wel of niet was vastgesteld door een arts. Tot slot is gevraagd in welke mate de aandoening hen belemmert in hun dagelijks leven. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 6

4.2.3. Resultaten in detail Tabel 6 Ziekten en aandoeningen in de afgelopen 12 maanden astma of bronchitis 17 14 chronische vermoeidheid * 9 5 diabetes mellitus 2 1 eczeem 10 11 buikklachten 3 5 migraine 12 14 aangeboren hartaandoening 3 1 ADHD * 9 5 anorexia of boulimia 2 1 kanker 1 <1 allergie 9 11 problemen met tillen, bukken en/of lopen 8 8 blijvend slecht gehoor * 6 3 * significant verschil Tabel 7 Belemmeringen bij dagelijkse bezigheden vanwege ziekte of aandoening, bij jongeren met ziekte of aandoening jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO belemmerd bij dagelijkse bezigheden sterke mate 4 11 6 9 5 15 8 11 lichte mate 39 72 62 53 62 49 56 51 niet belemmerd 57 16 32 38 33 36 36 38 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 7

4.3. Contact met zorgverleners en instanties 4.3.1. Belangrijkste uitkomsten 41 van de jongeren uit de heeft in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek contact gehad met de huisarts. Met de fysiotherapeut heeft 15 van de jongeren contact gehad en met de schoolarts of verpleegkundige van de GGD 11. 10 van de jongeren gaf aan in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek bij de medisch specialist te zijn geweest en 10 had contact met de politie. 4.3.2. Meting van contacten met zorgverleners en -instanties Aan de jongeren is gevraagd of ze in de laatste drie maanden contact met de huisarts hebben gehad. Vervolgens is van een lijst met verschillende andere zorgverleners en instanties, zoals fysiotherapeut en Jeugdhulpverlening, gevraagd of ze daar in de afgelopen 12 maanden contact mee hebben gehad. 4.3.3. Resultaten in detail Tabel 8 Contact met huisarts, afgelopen 3 maanden jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO contact met huisarts (3 mnd) ja 35 47 34 45 43 37 41 43 nee 65 53 66 55 57 63 59 57 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 8

Tabel 9 Contact met zorgverleners of zorgverlenende instelling, afgelopen 12 maanden fysiotherapeut 15 17 dietist 3 2 medisch specialist 10 10 GGD, spreekuur van schoolarts of -verpleegkundige 11 9 (school)maatschappelijk werker 7 7 psycholoog of psychiater 6 5 Bureau Jeugdzorg 3 3 jeugdhulpverlening 2 2 Verslavingszorg Noord-Nederland 2 1 GGZ Jeugd of Lentis 5 3 Sense 1 1 Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) 1 <1 jongerenloket/jongeren informatiepunt 1 1 politie 10 12 geen van deze personen of instellingen 51 49 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 9

4.4. Psychosociaal welbevinden 4.4.1. Belangrijkste uitkomsten In heeft 5 van alle jongeren een indicatie voor matig tot ernstige psychosociale problematiek en 7 heeft een milde problematiek. 4.4.2. Meting van psychosociaal welbevinden Voor het meten van de psychosociale gezondheid is gebruik gemaakt van de SDQ (Strenghts en Difficulties Questionnaire) vragenlijst. De vragenlijst bevat 25 vragen, zoals ik pieker veel en ik denk na voor ik iets doe en meet de aanwezigheid van psychosociale problemen. 4.4.3. Resultaten in detail Tabel 10 Psychosociale problematiek jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO psychosociale problematiek geen 89 87 90 87 87 91 88 88 mild 6 8 7 7 8 6 7 8 matig/ernstig 4 5 3 6 5 3 5 4 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 10

5. Mantelzorg 5.1. Belangrijkste uitkomsten Een klein percentage, 3, van de jongeren uit geeft mantelzorg. 5.2. Meting van mantelzorg Om een beeld te krijgen van het aantal jongeren dat mantelzorg geeft is aan alle jongeren gevraagd of ze iemand in huis verzorgen die gehandicapt of langdurig ziek is. Vervolgens is aan de groep jongeren die mantelzorg verleent, gevraagd hoe vaak en hoe lang ze de zorg aan de betreffende persoon verlenen en hoe belastend deze werkzaamheden zijn. Omdat het aantal jongeren dat mantelzorg geeft erg klein is per worden de resultaten over de vervolgvragen niet gepresenteerd op niveau. Deze resultaten zijn terug te vinden in de provinciale rapportage. 5.3. Resultaten in detail Tabel 11 Geven van mantelzorg jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO mantelzorg geven geeft mantelzorg 3 2 4 2 3 3 3 5 geeft niet 97 98 96 98 97 97 97 95 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 11

6. Voeding en gewicht 6.1. Voeding 6.1.1. Belangrijkste uitkomsten Een kwart van de jongeren ontbijt niet elke dag. 83 van de jeugd uit eet minstens vijf dagen in de week groente, 37 doet dit elke dag. In vergelijking met de rest van geven meer leerlingen in aan (bijna) nooit groente te eten en eten minder leerlingen groente op 1 tot 4 dagen in de week. Een derde van de jongeren eet elke dag fruit. De norm voor fruitconsumptie is echter om elke dag 2 stuks fruit te eten. 79 van de jongeren in voldoet hier niet aan. Vruchtensap wordt door 31 van de jongeren elke dag gedronken. 6.1.2. Meting van voeding In dit jeugdonderzoek is gevraagd naar het ontbijtgedrag en de consumptie van groente en fruit. Dit is gedaan door te vragen hoeveel dagen per week ze ontbijten. Voor groente, fruit en vruchtensap is gevraagd naar het aantal dagen per week dat jongeren deze vitale levensmiddelen consumeren. Voor fruit is ook het aantal porties of stuks gevraagd. 6.1.3. Resultaten in detail Tabel 12 Frequentie van ontbijten, aantal dagen per week jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO ontbijtgedrag (bijna)nooit 8 6 5 8 6 3 7 7 1-4 dagen 2 10 6 6 6 6 6 8 5-6 dagen 10 14 9 14 11 14 12 11 elke dag 80 71 80 72 77 76 76 74 Tabel 13 Frequentie van eten van groente, aantal dagen per week jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO groente* (bijna) nooit 6 1 2 5 3 1 4 2 1-4 dagen 12 14 12 14 16 8 13 17 5-6 dagen 49 43 47 45 47 46 46 45 elke dag 33 42 39 37 35 46 37 37 * significant verschil Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 12

Tabel 14 Frequentie van eten van fruit, aantal dagen per week jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO fruit dagen (bijna) nooit 20 11 9 21 17 11 16 14 1-4 dagen 39 29 31 36 35 32 34 36 5-6 dagen 17 16 20 15 16 20 17 18 elke dag 24 44 40 28 32 38 33 32 Tabel 15 Eten van fruit, in relatie tot de aanbevolen hoeveelheid Aa en Hunze jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO norm van 2 stuks elke dag 2 stuks fruit 14 29 31 14 18 28 21 21 fruit per dag minder dan aanbevolen hoeveelheid 86 71 69 86 82 72 79 79 Tabel 16 Drinken van vruchtensap, aantal dagen per week jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO aantal dagen vruchtensap (bijna) nooit 17 16 10 22 17 13 16 15 1-4 dagen 41 33 36 38 37 37 37 40 5-6 dagen 15 16 19 13 9 29 16 17 elke dag 27 34 36 27 36 21 31 29 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 13

6.2. Lichaamsgewicht 6.2.1. Belangrijkste uitkomsten Van de jongeren uit heeft 9 overgewicht tot ernstig overgewicht en 13 heeft ondergewicht tot ernstig ondergewicht. 6.2.2. Meting van overgewicht Op basis van het lichaamsgewicht en de lengte van een persoon kan de Body Mass Index (BMI) worden berekend. Bij het indelen in categorieën wordt rekening gehouden met het geslacht en de leeftijd van de jongere. Op basis van deze BMI score kan een indeling worden gemaakt in ernstig ondergewicht, ondergewicht, normaal gewicht en overgewicht of ernstig overgewicht (obesitas). In het jeugdonderzoek werd de jongeren gevraagd, zelf hun lengte en gewicht aan te geven. Het is bekend dat jongeren in zo n situatie hun gewicht vaak onderschatten. Dit leidt op groepsniveau tot overschatting van het ondergewicht en een onderschatting van het overgewicht 6.2.3. Resultaten in detail Tabel 17 Lichaamsgewicht jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO BMI (ernstig) ondergewicht 12 15 20 8 11 17 13 12 normaal gewicht 77 78 70 83 77 80 77 79 (ernstig) 11 8 10 9 13 3 9 9 overgewicht Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 14

7. Lichaamsbeweging 7.1. Belangrijkste uitkomsten Slechts 14 van de jongeren voldoet aan de Nederlandse norm voor gezond bewegen (NNGB). Van de groep jongeren uit fietst of loopt 44 vijf dagen per week een uur of langer naar school, 10 sport vijf dagen minstens een uur bij een sportclub en 15 sport vijf dagen minstens een uur buiten de sportvereniging om. Bijna driekwart van de jongeren uit de is lid van een sportvereniging. Meer dan de helft van de jongeren in kijkt elke dag televisie; 25 kijkt bijna elke dag minstens twee uur TV. Ook computert meer dan de helft van de jongeren elke dag buiten schooltijd om; 20 zit vrijwel elke dag minstens drie uur te computeren of te gamen. Het percentage leerlingen dat vijf dagen een uur of langer per dag naar school loopt of fietst is bijna twee keer zo hoog in vergelijking met leerlingen uit de rest van. Ook wordt er op minder dagen TV gekeken. 7.2. Meting van lichaamsbeweging De Nederlandse norm voor gezond bewegen (NNGB) verschilt per doelgroep. Voor de jongeren beneden de 18 jaar geldt dat ze dagelijks een uur matig intensief moeten bewegen, waarbij de activiteiten minimaal tweemaal per week gericht moeten zijn op handhaving of verbetering van de lichamelijke fitheid. In het jeugdonderzoek is gevraagd naar de beweging in de zomer en in de winter. Op basis van deze vraag naar lichaamsbeweging kan de NNGB berekend worden. Leerlingen voldoen aan de norm als ze én in de zomer én in de winter gedurende een uur per dag actief zijn. Naast de lichaamsbeweging in de zomer en de winter is gevraagd naar sporten op school, bij een vereniging en buiten verenigingsverband om. Ook is gevraagd hoe vaak en hoe lang ze naar school fietsen of lopen. Om een beeld te krijgen van de inactiviteit van jongeren is gevraagd hoe vaak en hoe lang ze per week TV kijken of buiten schooltijd computeren, internetten of op de gameboy spelen. 7.3. Resultaten in detail Tabel 18 Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO NNGB normactief 13 15 12 15 16 10 14 13 niet normactief 87 85 88 85 84 90 86 87 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 15

Tabel 19 Lidmaatschap van sportclub jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO lid sportclub ja 77 68 78 69 71 77 73 72 nee 23 32 22 31 29 23 27 28 Tabel 20 Fietsen/lopen naar school jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze fietsen/lopen naar school * 5 dagen een uur of langer/dag minder lang of minder vaak 42 46 48 40 37 58 44 24 58 54 52 60 63 42 56 76 * significant verschil Tabel 21 Sporten in verenigingsverband jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze sporten in verenigingsverband 5 dagen een uur of langer/dag minder lang of minder vaak 10 10 11 9 11 9 10 11 90 90 89 91 89 91 90 89 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 16

Tabel 22 Sporten buiten vereniging om jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze sporten buiten vereniging om 5 dagen een uur of langer/dag minder lang of minder vaak 14 15 18 12 16 13 15 13 86 85 82 88 84 87 85 87 Tabel 23 Frequentie en duur van televisie-kijken of achter de computer, internet of gameboy zitten jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze aantal dagen per week TV kijken * 5 dg per week of minder 46 35 40 41 42 42 41 36 6 dg per week of meer 54 65 60 59 58 58 59 64 duur per dag TV kijken aantal dagen per week PC/internet minder dan 2 uur per dag langer dan 2 uur per dag 5 dg per week of minder 67 73 80 62 68 76 70 70 33 27 20 38 32 24 30 30 36 45 47 35 38 48 40 36 6 dg per week of meer 64 55 53 65 62 52 60 64 duur per dag PC/internet TV kijken minder dan 3 uur per dag langer dan 3 uur per dag >=6 dg langer dan 2 uur per dag 74 82 86 71 73 92 78 81 26 18 14 29 27 8 22 19 24 25 16 31 27 17 25 25 minder vaak/frequent 76 75 84 69 73 83 75 75 gebruik PC, internet/gameboy >=6 dg langer dan 3 uur per dag 23 16 12 26 25 6 20 17 minder vaak/frequent 77 84 88 74 75 94 80 83 * significant verschil Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 17

8. Middelengebruik 8.1. Roken 8.1.1. Belangrijkste uitkomsten In heeft 37 van de jongeren wel eens gerookt. 17 rookte op het moment van het onderzoek, 10 iedere dag. 8.1.2. Meting van roken Heb je wel eens gerookt? was de beginvraag, om het percentage jongeren dat ooit heeft gerookt, vast te stellen. Vervolgens is gevraagd hoe vaak jongeren op het moment van het onderzoek roken. Roken en alcohol- of drugsgebruik hangen vaak samen. Omdat jongeren onder de 16 het advies krijgen geen alcoholische dranken te drinken, worden daarom de resultaten ook voor het rookgedrag gepresenteerd naar leeftijdscategorieën 12 tot en met 15 jaar en 16 tot en met 18 jaar. 8.1.3. Resultaten in detail Tabel 24 Wel eens gerookt hebben jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO wel eens gerookt nee 63 64 67 52 57 78 63 61 ja 37 36 33 48 43 22 37 39 Tabel 25 Frequentie van roken op dit moment jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO roken nu ik rook nu niet 84 82 86 74 80 94 83 82 <1x per week 3 4 4 2 4 3 4 5 >=1x per week, niet 3 4 4 2 5 1 4 4 iedere dag iedere dag 10 10 6 22 11 3 10 9 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 18

8.2. Alcohol 8.2.1. Belangrijkste uitkomsten Van alle jongeren uit de geeft 67 aan wel eens alcohol te hebben gedronken. Van de jongeren die alcohol hebben gedronken heeft 6 dit in de afgelopen vier weken elf keer of vaker gedaan. 23 geeft aan op een doordeweekse dag te drinken. De meeste alcoholgebruikers uit drinken in het weekend, namelijk 82. Dan wordt door deze jongeren ook méér gedronken, want 33 drinkt één of twee glazen op een weekenddag. De overige 67 drinkt meer. 57 van jongeren die alcohol drinken, geeft aan in de 4 weken voor het onderzoek, bij een of meer gelegenheden, vijf of meer glazen alcohol te hebben gedronken. 29 zegt in diezelfde periode een of meer keren aangeschoten of dronken te zijn geweest. Jongeren drinken alcohol vooral in de eigen thuissituatie of bij anderen thuis. Ook de discotheek en het café zijn populair. 32 van de jongeren uit geeft aan in een keet of schuur te drinken. Mijn ouders vinden het goed, antwoordt 48 van de jongeren die alcohol drinken. Slechts 4 van de ouders verbiedt het, volgens de jongere. Iets meer dan de helft (53) van de jonge alcoholdrinkers denkt dat ze minder of veel minder drinken dan leeftijdsgenoten. In wordt door meer leerlingen bier en alcopops gedronken en meer leerlingen geven aan nooit dronken of aangeschoten te zijn geweest in vergelijking met leerlingen uit de rest van. Jongeren in drinken vaker alcohol op een schoolfeest, restaurant of op straat of thuis alleen of in een keet, hok of schuur. 8.2.2. Meting van alcoholgebruik In het jeugdonderzoek is op verschillende manieren navraag gedaan naar het alcoholgebruik van jongeren. Er is niet alleen gevraagd of de jongeren ooit wel eens alcohol hebben gedronken, maar ook wat voor drank ze nuttigen, hoe vaak en hoeveel alcohol ze drinken, hoe vaak ze dronken zijn geweest. Daarbij is gekeken naar de laatste vier weken, maar ook naar de jaren ervoor. Daarnaast zijn vragen gesteld over waar ze alcohol drinken, wat de mening van hun ouders is over het alcoholgebruik en of ze denken of ze meer of minder drinken dan hun leeftijdsgenoten. Vanwege het advies om onder de 16 jaar geen alcoholische dranken te drinken, worden de resultaten gepresenteerd naar leeftijdscategorieën 12 tot en met 15 jaar en 16 tot en met 18 jaar. 8.2.3. Resultaten in detail Tabel 26 Wel of niet ooit alcohol gedronken hebben jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO wel/niet drinker drinker 75 59 59 94 72 54 67 64 niet drinker 25 41 41 6 28 46 33 36 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 19

Tabel 27 Aantal keren alcohol gedronken hebben (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO alcohol gedronken in hele leven minder dan 6 keer 34 20 38 7 27 34 28 22 6-10 keer 19 17 20 14 18 20 18 18 11-19 keer 7 14 8 14 11 8 10 11 >=20 keer 40 50 34 65 44 38 44 49 Tabel 28 Aantal keren alcohol gedronken hebben in afgelopen 4 weken (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO alcohol gedronken in afgelopen 4 weken 0 keer 21 15 25 4 17 23 18 21 1-3 keer 41 51 46 43 41 64 45 41 4-10 keer 33 28 28 37 37 8 31 29 11-19 keer 0 2 0 2 1 0 1 3 >=20 keer 4 5 0 14 4 4 5 6 Tabel 29 Type alcohol-houdende drank dat genuttigd wordt (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) ja nee ja nee bier * 71 29 64 36 wijn 25 75 29 71 breezers 57 43 62 38 mixdrankjes (zelf gemaakt) 42 58 47 53 shooters 32 68 35 65 alcopop * 6 94 3 97 likeur 19 81 23 77 sterke drank puur 17 83 21 79 sherry 11 89 13 87 * significant verschil Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 20

Tabel 30 Frequentie van alcoholgebruik op de vier doordeweekse dagen (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO hoeveel van vier doordeweekse dagen alcohol 2 of meer 8 3 0 19 5 3 6 5 1 4 10 6 8 9 1 7 6 minder dan 1 8 14 8 16 9 16 10 11 nooit 79 73 86 57 77 80 77 77 Tabel 31 Frequentie van alcoholgebruik tijdens de drie weekend-dagen (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO hoeveel van drie weekend dagen alcohol 3 10 5 3 17 6 4 8 7 1 of 2 46 51 42 62 51 43 48 53 minder dan 1 24 29 30 17 25 33 26 26 nooit 20 15 24 4 18 20 18 14 Tabel 32 Dagelijkse hoeveelheid alcohol tijdens weekend-dagen (bij jongeren die op weekenddagen alcohol drinken) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO hoeveel glazen alcohol op weekend dagen 7 of meer 33 24 17 49 28 21 29 26 5 of 6 19 24 23 17 22 20 21 17 3 of 4 14 21 20 12 19 13 17 21 1 of 2 34 32 40 23 31 46 33 36 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 21

Tabel 33 Vijf of meer drankjes met alcohol gedronken hebben bij één gelegenheid, afgelopen vier weken (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO hoe vaak afgelopen 4 weken 5 of meer drankjes alcohol per gelegenheid nooit 44 41 51 24 39 60 43 43 1-2 keer 36 37 34 43 41 31 37 34 3-6 keer 12 17 10 22 16 6 14 17 7 of meer 7 5 4 12 4 4 6 6 Tabel 34 Frequentie van ooit dronken of aangeschoten geweest te zijn door het drinken van alcohol (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO dronken of aangeschoten in hele leven nooit 46 37 44 38 41 45 42 37 1-2 keer 27 20 28 15 25 24 24 25 3-5 keer 12 26 21 14 21 12 18 17 6-10 keer 5 6 1 14 4 10 5 10 11 keer of meer 10 11 6 20 9 8 11 12 Tabel 35 Frequentie van dronken of aangeschoten geweest te zijn door het drinken van alcohol, afgelopen vier weken (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO dronken of aangeschoten in 4 wk * nooit 71 70 77 59 71 74 71 68 1-3 keer 22 26 23 26 25 23 24 26 4-10 keer 3 0 0 4 2 0 1 4 11 keer of meer 4 3 0 12 1 3 4 2 * significant verschil Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 22

Tabel 36 Plek waar alcohol gedronken wordt (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO drink thuis alleen * 19 12 6 36 13 17 16 11 drink thuis met anderen 58 66 57 71 62 60 61 56 drink bij anderen thuis 51 61 45 76 51 67 55 51 drink of schoolfeest * 19 17 9 37 16 16 18 14 drink in discotheek 50 64 46 77 56 45 56 55 drink in cafe 39 47 26 76 39 52 42 40 drink in restaurant * 24 24 10 53 19 36 24 17 drink in sportkantine 18 10 5 35 11 18 15 12 drink op straat * 19 27 19 29 23 8 22 16 drink in keet / hok / schuur * 36 27 30 36 35 13 32 22 * significant verschil Tabel 37 Mening van ouders over het alcoholgebruik van hun kind (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze mening ouders goed 42 57 43 61 47 50 48 48 alcoholgebruik vinden dat minder moet drinken 2 2 3 0 2 1 2 4 raden af 22 12 23 8 18 19 18 19 verbieden 7 1 6 0 4 5 4 3 weten niet 9 12 15 2 13 5 11 9 zeggen er niets van 18 15 11 29 15 21 17 16 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 23

Tabel 38 Relatieve mate van alcoholgebruik ten opzichte van leeftijdsgenoten (bij jongeren die ooit alcohol gedronken hebben) jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO alcoholgebruik tov leeftijdsgenoten veel meer 2 6 3 5 3 4 3 3 iets meer 9 8 9 8 9 9 9 11 niet meer, niet 32 38 32 41 36 33 35 34 minder minder 29 25 25 33 26 31 27 30 veel minder 28 23 32 13 26 23 26 22 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 24

8.3. Drugsgebruik 8.3.1. Belangrijkste uitkomsten 7 van de jongeren uit de heeft cannabis gebruikt in de vier weken vóór het onderzoek. Andere verdovende middelen worden door 4-5 van de jongeren gebruikt. Het aantal leerlingen dat andere verdovende middelen gebruikt is echter klein, er zijn dat ook ernstige twijfels over de betrouwbaarheid van deze gegevens. 5 van alle jongeren uit geeft aan wel eens op één avond zowel alcohol als wiet/hasj te hebben gebruikt. 8.3.2. Meting van drugsgebruik Naast het gebruik van hasj of wiet is ook gevraagd naar het gebruik van andere verdovende middelen zoals XTC, cocaïne, amfetaminen en GHB. Telkens is gevraagd hoe vaak ze het in hun hele leven hebben gebruikt en hoe vaak in de 4 weken voor het onderzoek. Roken en alcohol- of drugsgebruik hangen vaak samen. Omdat jongeren onder de 16 het advies krijgen geen alcoholische dranken te drinken, worden daarom de resultaten ook voor het drugsgebruik gepresenteerd naar leeftijdscategorieën 12 tot en met 15 jaar en 16 tot en met 18 jaar. 8.3.3. Resultaten in detail Tabel 39 Gebruik van hasj of wiet, hele leven en in de laatste 4 weken jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO cannabis ooit gebruikt 12 18 12 25 16 8 15 16 gebruikt (4 wk) 7 7 4 17 8 2 7 7 Tabel 40 Gebruik van middelen, hele leven XTC ooit gebruikt 4 2 cocaïne ooit gebruikt 4 2 paddos ooit gebruikt 5 2 amfetamine ooit gebruikt 4 2 heroïne ooit gebruikt 4 1 GHB ooit gebruikt 4 1 Opmerking: vanwege de kleine aantallen zijn er ernstige twijfels over de betrouwbaarheid van deze gegevens. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 25

Tabel 41 Gebruik van middelen, afgelopen 4 weken XTC gebruikt (4 wk) 4 1 cocaïne gebruikt (4 wk) 5 2 paddos gebruikt (4 wk) 5 1 amfetamine gebruikt (4 wk) 4 1 heroïne gebruikt (4 wk) 4 1 GHB gebruikt (4 wk) 4 1 Opmerking: vanwege kleine aantallen zijn er ernstige twijfels over de betrouwbaarheid van deze gegevens. Tabel 42 Gebruik van alcohol en drugs of één avond jongen meisje 12-15 jr 16-18 jr VMBO VWO alcohol en drugs op 1 avond nee 91 93 95 80 92 96 92 93 ja, alc+wiet 5 5 3 11 5 2 5 6 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 26

9. Seksualiteit 9.1. Belangrijkste uitkomsten In heeft 29 van alle jongeren al eens geslachtsgemeenschap gehad. Dit is hoger in vergelijking met de rest van. 40 van jongeren met seksuele ervaring heeft al met meer dan één persoon geslachtsgemeenschap gehad. 44 van de seksueel actieve jongeren vrijt onveilig, omdat ze niet altijd een condoom gebruiken. Het percentage jongeren dat nooit een condoom gebruikt is hoger, daarentegen is het percentage jongeren dat aangeeft altijd een condoom te gebruiken ook hoger dan in de rest van. Jongeren die geen condoom gebruiken geven als belangrijkste redenen aan dat ze de pil of een ander voorbehoedsmiddel gebruiken, dat ze elkaar vertrouwen, dat ze vaste verkering hebben en/of dat vrijen met een condoom niet zo lekker is. 9.2. Meting van seksueel gedrag Aan jongeren werd gevraagd of ze wel eens geslachtsgemeenschap hebben gehad en met hoeveel personen ze hebben gevreeën. Vervolgens zijn er vragen gesteld over het gebruik van condooms, andere anticonceptie en de eventuele redenen om geen condooms te gebruiken. 9.3. Resultaten in detail Tabel 43 Ooit met iemand geslachtsgemeenschap gehad jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO geslachtsgemeenschap * * significant verschil nooit 71 71 94 53 69 78 71 78 ja 29 29 6 47 31 22 29 22 Tabel 44 Aantal verschillende personen waarmee jongeren geslachtsgemeenschap hebben gehad (bij jongeren die geslachtsgemeenschap hebben gehad) jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO aantal 1 persoon 60 60 62 60 58 79 60 54 partners 2 personen of meer 40 40 38 40 42 21 40 46 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 27

Tabel 45 Gebruik van condooms bij geslachtsgemeenschap (bij jongeren die geslachtsgemeenschap hebben gehad) jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Condoom gebruik * ja, altijd 64 47 38 58 62 49 56 47 meestal, soms 12 35 15 24 21 34 23 38 * significant verschil nooit 24 19 47 19 17 17 21 15 Tabel 46 Gebruik van condoom en andere voorbehoedsmiddelen bij laatste keer geslachtsgemeenschap (bij jongeren die geslachtsgemeenschap hebben gehad) jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze alleen condoom 21 34 54 25 34 14 27 24 voorbehoedsmiddel laatste keer condoom en (mogelijk) iets anders geen condoom, wel (mogelijk) iets anders 45 21 7 36 33 42 34 32 5 31 0 19 13 34 17 31 geen voorbehoedsmiddel 9 12 31 8 11 10 10 7 ik weet het niet meer 20 2 8 11 8 0 11 6 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 28

Tabel 47 Reden om geen condoom te gebruiken bij laatste keer geslachtsgemeenschap (bij jongeren die geslachtsgemeenschap hebben gehad) geen condoom omdat zelf niet wilde 30 16 geen condoom omdat de ander niet wilde 26 14 geen condoom omdat ik niet durfde te zeggen dat ik met 12 4 condooms wilde vrijen geen condoom omdat we teveel gedronken hadden 34 10 geen condoom omdat we er niet aan dachten 24 15 geen condoom omdat we elkaar vertrouwden 54 42 geen condoom omdat we geen condooms bij ons hadden 40 18 geen condoom omdat de pil of een ander 54 65 voorbehoedsmiddel werd gebruikt geen condoom omdat vrijen met condooms zo onhandig is 28 14 of moeilijk geen condoom omdat wij vaste verkering hadden 47 43 geen condoom omdat vrijen met condoom niet zo lekker is 48 31 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 29

10. Sociale omgeving 10.1. Ingrijpende gebeurtenissen 10.1.1. Belangrijkste uitkomsten Ongeveer drie kwart van de jongeren uit heeft al een overlijden meegemaakt. 30 heeft een ingrijpende verhuizing of migratie meegemaakt en 22 geeft aan dat de ouders regelmatig ruzie hebben of gescheiden zijn. 10.1.2. Meting van ingrijpende gebeurtenissen In dit jeugdonderzoek is de leerlingen een lijst van 23 ingrijpende gebeurtenissen voorgelegd. Deze hadden betrekking op bijvoorbeeld overlijden van een naaste, ziekte en/of ziekenhuisopnamen, financiële problematiek of problemen in de thuissituatie. De jongeren konden van elk van de gebeurtenissen aangeven of ze die nu nog meemaken, dan wel ooit hebben meegemaakt. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 30

10.1.3. Resultaten in detail Tabel 48 Meemaken van ingrijpende gebeurtenissen overlijden broer/zus 3 2 overlijden ouder(s) 4 3 overlijden iemand anders 65 63 ziekte/ziekenhuisopname van jezelf 13 11 ziekte ouders 19 19 ziekte broer/zus 8 9 psychische problemen ouders 7 5 psychische problemen broer/zus 8 5 regelmatige ruzie tussen ouders 22 22 echtscheiding 22 18 problemen met nieuwe ouder 11 7 geweld of mishandeling tussen ouders 4 3 zelf gediscrimineerd worden 5 5 zelf geldproblemen 6 8 geldproblemen ouders 12 9 verslaving ouders 7 3 problemen met school 9 7 problemen met werk ouders 8 6 verhuizing 30 28 woon- of huisvesting problemen 4 2 vluchten uit ander land 2 2 zwanger geworden 3 1 zwanger gemaakt 4 2 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 31

Tabel 49 Meemaken van ingrijpende gebeurtenissen gerelateerd aan echtscheiding of regelmatige ruzie tussen ouders, en aan ziekte, overlijden of problemen van gezinsleden scheiding gerelateerd ja 35 31 nee 65 69 situatie binnen het gezin ja 34 37 nee 66 63 10.2. Mishandeling 10.2.1. Belangrijkste uitkomsten In is 25 van de jongeren wel eens getreiterd, gekleineerd of uitgescholden. Dit is iets hoger in vergelijking met de rest van. 10 overkomt dit nu nog. 4 wordt wel eens lichamelijk mishandeld en 5 heeft dat vroeger meegemaakt. Door 11 van de jongeren is aangegeven dat ze een ongewenste seksuele ervaring hebben meegemaakt. Bij alle drie de vormen van mishandeling gaf 4 van de jongeren aan dat ze de vraag niet wilden beantwoorden. 10.2.2. Meting van mishandeling In dit jeugdonderzoek is gevraagd naar geestelijke mishandeling, zoals treiteren, kleineren, uitschelden en naar lichamelijke mishandeling, waarbij schoppen, slaan en vastbinden als voorbeelden werden genoemd. Als laatste is gevraagd of jongeren wel eens een seksuele ervaring met iemand hebben gehad zonder dat zij dat wilden. Telkens is gevraagd door wie en waar dit is gedaan. Omdat het aantal jongeren dat mishandeld is klein is per worden de vervolgvragen niet gepresenteerd op niveau. Deze resultaten zijn terug te vinden in de provinciale rapportage. 10.2.3. Resultaten in detail Tabel 50 Getreiterd, gekleineerd of uitgescholden jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze getreiterd, gekleineerd of uitgescholden * ja 9 12 7 13 11 6 10 7 nee, vroeger wel 12 19 14 17 13 20 15 14 nee 74 67 76 66 71 72 71 75 * significant verschil wil niet beantwoorden 5 2 3 5 5 2 4 5 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 32

Tabel 51 Lichamelijke mishandeling jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO lichamelijk mishandeld ja 3 6 2 5 4 3 4 4 nee, vroeger wel 6 4 4 6 5 6 5 4 nee 86 88 90 85 87 89 87 89 wil niet 5 1 4 3 4 2 4 4 beantwoorden Tabel 52 Ongewenste seksuele ervaring jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze ongewenste seksuele ervaring ja 12 10 7 14 11 8 11 9 nee 83 87 91 80 84 90 85 88 wil niet 5 3 2 6 6 1 4 3 beantwoorden Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 33

10.3. Gepest worden, inclusief cyberpesten 10.3.1. Belangrijkste uitkomsten 20 van de leerlingen is op school gepest in de drie maanden voor het onderzoek. Dit is hoger dan in de rest van. 32 van de jongeren uit is op een of andere manier via internet of GSM gepest. 10.3.2. Meting van pesten In de vragenlijst is gevraagd hoe vaak een leerling de afgelopen drie maanden zelf is gepest op school. Vervolgens is een aparte vraag gesteld over cyberpesten. Leerlingen kregen 18 vormen van pestgedrag voorgelegd, waarbij ze konden aangeven of dit hen nooit, één keer of meer dan één keer was overkomen in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek. 10.3.3. Resultaten in detail Tabel 53 Gepest worden op school, afgelopen 3 maanden jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO wordt op school gepest * * significant verschil ja 25 15 19 22 22 15 20 15 nee 75 85 81 78 78 85 80 85 Tabel 54 Slachtoffer van cyberpesten jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze wel/niet slachtoffer van cyberpesten is gepest via internet of GSM is niet gepest via internet/gsm 31 34 31 33 32 30 32 33 69 66 69 67 68 70 68 67 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 34

Tabel 55 Onheus bejegend worden op internet en/of GSM, afgelopen 3 maanden ben beledigd 14 14 ben belachelijk gemaakt 10 9 ben genegeerd 14 13 tegen mij gelogen 13 14 ben misleid 6 5 ben bedreigd 5 5 anonieme mail gekregen 8 6 ben uitscholden 11 10 mijn foto verspreid 5 4 virus ontvangen 5 3 mijn paswoord veranderd 5 2 mijn computer vast laten lopen 4 2 mijn persoonlijke informatie gestolen 3 1 emails verstuurd 4 2 op website over mij gestemd 4 2 roddels over mij verspreid 6 5 vertrouwelijke info van mij doorgestuurd 5 2 gevraagd dingen voor webcam te doen 4 3 10.4. Onveiligheid 10.4.1. Belangrijkste uitkomsten 9 van de jongeren in de voelt zich overdag wel eens onveilig. Het percentage jongeren dat zich s avonds of s nachts onveilig voelt is veel hoger, namelijk 22. Van 13 van de jongeren zijn wel eens spullen vernield in het afgelopen jaar en van 14 is wel eens iets gestolen, anders dan geld of een fiets, brommer of scooter. In vergelijking met de rest van geven meer leerlingen aan bedreigd te zijn, bestolen te zijn van geld of in elkaar te zijn geslagen. 10.4.2. Meting van onveiligheid Voor het meten van onveiligheidsgevoelens werd leerlingen gevraagd naar hun onveiligheidsgevoelens overdag en s avonds of s nachts. Ook werd gevraagd of ze de afgelopen 12 maanden slachtoffer zijn geweest van vormen van agressie zoals diefstal van hun fiets, brommer of geld, bedreigingen of gechanteerd of in elkaar geslagen te zijn. Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 35

10.4.3. Resultaten in detail Tabel 56 Wel eens onveilig voelen, overdag jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO overdag ja 6 12 5 12 7 8 9 7 nee 94 88 95 88 93 92 91 93 Tabel 57 Wel eens onveilig voelen, s avonds of s nachts jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO 's avonds / 's nachts ja 14 30 15 27 22 19 22 23 nee 86 70 85 73 78 81 78 77 Tabel 58 Slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag bestolen van fiets 10 8 bestolen van geld * 12 8 bestolen anders 14 11 spullen vernield 13 12 bedreigd * 10 6 gechanteerd 4 3 in elkaar geslagen * 6 3 * significant verschil Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 36

11. Grensoverschrijdend gedrag 11.1. Pesten en cyberpesten 11.1.1. Belangrijkste uitkomsten 26 van de jongeren heeft geantwoord zelf iemand gepest te hebben op school. Via internet of de mobiele telefoon wordt veel vaker door jongeren gepest. 53 van de ondervraagden heeft dit in de drie maanden voor het onderzoek gedaan. 11.1.2. Meting van pesten In de vragenlijst is gevraagd hoe vaak een leerling de afgelopen 3 maanden een ander heeft gepest op school. Vervolgens is een aparte vraag gesteld over cyberpesten. Leerlingen kregen 18 vormen van pestgedrag voorgelegd waarbij ze konden aangeven of ze dit nooit, één keer of meer dan één keer hadden gedaan in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek. 11.1.3. Resultaten in detail Tabel 59 Pesten op school, afgelopen 3 maanden jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO pest zelf op school ja 30 21 26 26 29 19 26 23 nee 70 79 74 74 71 81 74 77 Tabel 60 Dader van cyberpesten jongen meisje 12-14 jr 15-18 jr VMBO VWO Aa en Hunze wel/niet dader van cyberpesten heeft gepest via internet of GSM heeft niet gepest via internet/gsm 53 53 47 57 54 47 53 53 47 47 53 43 46 53 47 47 Jeugdonderzoek GGD,, versie 1.0 37