Wij zingen voor de dienst: Lied 412: 1 en 3
Wij zingen als intochtslied: Psalm 98: 1
Stil gebed, bemoediging en groet
Wij zingen: Psalm 98: 2
Kyriëgebed
Wij zingen: Lied 158a: 1
Gebed
1 e Schriftlezing Tweede testament Marcus 6: 30-44
Marcus 6: 30-44 De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. 31 Hij zei tegen hen: Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten. Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten. 32 Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. 33 Maar hun vertrek werd opgemerkt en velen hoorden ervan, en uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen.
Marcus 6: 30-44 34 Toen hij uit de boot stapte, zag hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig. 35 Toen er al veel tijd was verstreken, kwamen zijn leerlingen naar hem toe en zeiden: Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. 36 Stuur hen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om eten te kopen. 37 Maar hij zei: Geven jullie hun maar te eten! Ze vroegen hem: Moeten wij dan voor tweehonderd denarie brood gaan kopen om hun te eten te geven?
Marcus 6: 30-44 38 Toen zei hij: Hoeveel broden hebben jullie bij je? Ga eens kijken. En nadat ze waren gaan kijken wat ze bij zich hadden, zeiden ze: Vijf, en twee vissen. 39 Hij zei tegen hen dat ze de mensen opdracht moesten geven om in groepen in het groene gras te gaan zitten. 40 Ze gingen zitten in groepen van honderd en groepen van vijftig. 41 Hij nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte uit te delen; ook de twee vissen verdeelde hij onder allen die er waren.
Marcus 6: 30-44 42 Iedereen at en werd verzadigd. 43 Ze haalden de overgebleven stukken brood op, waar wel twaalf manden mee konden worden gevuld, en ook wat er over was van de vissen. 44 Vijfduizend mensen hadden van de broden gegeten.
Wij zingen: Lied 995: 1 en 2
2 e Schriftlezing Eerste testament Psalm 111
Psalm 111 Halleluja! Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten. Machtig zijn de werken van de HEER, wie ze liefheeft, onderzoekt ze. Zijn daden hebben glans en glorie, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd. Hij stelde een gedenkdag in voor zijn wonderen, genadig en liefdevol is de HEER. Hij gaf voedsel aan wie hem vrezen, eeuwig gedenkt hij zijn verbond.
Psalm 111 Hij toonde zijn volk de kracht van zijn daden en gaf hun het land van andere volken. Waarheid en recht zijn het werk van zijn handen, uit al zijn regels blijkt zijn trouw, ze zijn onwrikbaar, voor altijd en eeuwig, gemaakt volgens waarheid en recht. Hij heeft zijn volk verlossing gebracht, voor eeuwig zijn verbond ingesteld. Heilig en ontzagwekkend is zijn naam. Het begin van wijsheid is ontzag voor de HEER, wie leeft naar zijn wet, getuigt van goed inzicht. Zijn roem houdt stand, voor altijd.
Wij zingen: Lied 665: 1 t/m 5
Overdenking
Wij zingen: Lied 383: 1 t/m 5
Dankgebeden en voorbeden
Collecten: 1. Voor de kerk 2. Voor de diaconie 3. Uitgang: voor de bloemencommissie
Viering van de Maaltijd van de Heer Voorganger: De allerhoogste, onze God, is hier Gemeente: ZIJN GEEST IS MET ONS Voorganger: De harten omhoog Gemeente: WIJ ZIJN MET ONS HART BIJ GOD Voorganger: Brengen wij dank aan de Allerhoogste Gemeente: HET IS GOED DAT WIJ HEM DANKEN EN PRIJZEN!
Tafelgebed "Waar Hij was"
Uitdelen brood en wijn
Voorganger: Heer onze God, het brood dat wij deelden is een teken van Hem, wiens leven vruchtbaar was: Jezus Messias, uw Zoon. Gemeente: MOGEN WIJ VOOR ELKAAR ZIJN ZOALS HIJ. Voorganger: Zo komt uw koninkrijk dichterbij. Gemeente: AMEN
Wij zingen als slotlied: Wees dan door hem bewaard (melodie lied 675)
Wees dan door hem bewaard Wij zijn geboren, en hier betogen om een koninklijk mens te zijn wij zijn geroepen en uitverkoren, om een kind van Gods volk te zijn; dragen het teken, dat nooit zal breken:
Wees dan door hem bewaard kind van gelofte, mens van belofte, door Christus zelf aanvaard, halleluja! Hij zal je leiden op al je wegen. In heel je leven zij Hij jouw zegen. Wees dan door Hem bewaard! Halleluja!
Zegen Aansluitend Gezang 456 : 3
Gezang 456 : 3
Volgende dienst: Zondag 14 augustus 2016 Aanvang: 09.30 uur