Jozef en zijn broers Genesis 37 1 Jakob woonde in het land waar zijn vader als vreemdeling gewoond had, in het land Kanaän. 2

Vergelijkbare documenten
Hoe moeilijk had Jozef het in het begin in de gevangenis?

wegen beschikt, Hem hebt gij niet verheerlijkt. Jozef, deel 1 Zijn naam betekent: (Jahwé) voege er bij.

Welke les wilde God aan Jozef leren?

LES 9 DE BELOFTEWEG WIJKT AF DOOR EGYPTE. Genesis 37-50

De bijbelgedeelten zijn een samenvatting van het hele verhaal, de nummers in de vakjes komen overeen met Jozef s leeftijd. Veel speel plezier!

EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF

11 november :00 uur AAM Wilschut orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Hester Muurling

Maand 5 week 1: Jozef droomt en wordt naar Egypte verkocht

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

Jozef 2 - Dromen zijn bedrog? Ontmoetingsdienst - 17 januari 2016 Evangelist Jan Verkerk - Huizen

6,4. Werkstuk door een scholier 4562 woorden 1 november keer beoordeeld. Levensbeschouwing

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

8. Bitterheid en vergeving Stille tijd

Jozef, de liefste zoon van Jacob

Jozef..de geloofsgetuige.

Welk Bijbelboek gaat over dit hoofdstuk? Waarheen trok Abraham en zijn gevolg?

Welke angst leefde bij de broers van Jozef na het overlijden van hun vader?

Orde van dienst voor zondag 19 februari Zuiderkerk.

Welke 4 beloften had God aan Israël gegeven?

* begroeting door de kerkenraad en afkondigingen

WEER GAAN Gebed Collecten Zingen: Ik zal er zijn van Sela, in de Sela versie en volgorde, niet Opwekking 770 Zegen, Amen

Wat zag Mozes voor zijn ogen gebeuren? en hun dwangarbeid aanzag, en naar zijn broeders vertrok. Exodus 2:11, eerste deel

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

Hoeveel tijd zat er tussen de droom van farao en de belofte van de schenker aan Jozef?

Welke opdracht gaf God aan Jozua?

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

Wat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän?

Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken?

Welke geruchten waren meer en meer te horen over David en Batseba?

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Wat vertelde Jozef zijn broers over de hongersnood? Dankzij wie had Jozef de positie van onderkoning van Egypte bereikt?

Door wie werd Samaria belegerd en welke economische situaties ontstonden er?

Engelenverhalen (Inleiding) 2 Koningen 6; Psalm 80. Gert Hijkoop 22 juli 2018

Welke profetie gaf precies aan het einde van Achab en Izebel?

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Zondag 9 september 2018

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag?

Genesis 3:19 HSV In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u

Wat stelt de Bijbel heel duidelijk. wat betreft het huwelijk?

Hoe probeerde Jakob Ezau gunstig te stemmen en waarom deed hij dat?

Wat had deze vrouw uit Sunem voortdurend over voor de profeet Elisa?

11 Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus.

VERGELIJK Bijbel en Koran / Jozef en Joesoef extra werkbladen voor de bovenbouw

Filippenzen 3: 20 NBG 20 Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, Efeziërs

Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes?

dag 1 dag 2 dag 4 dag 3 thema thema symbool symbool persoon persoon lezen lezen dagtekst dagtekst thema thema symbool symbool persoon persoon lezen

Welke stad lag dichtbij de legerplaats van Israël?

INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? Hoe kun je de Bijbel lezen? Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17

Wat schrijft de Bijbel over de levenshouding en het gedrag van de zonen van de hogepriester Eli?

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

De schenker en de bakker waren twee hoge beambten van Farao. De één zorgde voor de spijzen van de koning en de ander voor de dranken van de koning.

Hij zette hen in hechtenis in het huis van de overste der lijfwacht, in de gevangenis, de plaats waar Jozef gevangen zat.

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet?

Ruth 1. Ruth en Noömi

Meentkerk OPENING WINTERWERK. Thema: Op weg met Jozef. Hervormde Gemeente Huizen. zondag 14 september 2014 * 9.30 uur

Hoe werd de verzorging van koning David in de laatste jaren van zijn leven ingevuld?

Wat was de reden dat het volk van God begon te klagen en wat riepen de mensen uit?

Input HoH dienst op 24 februari 2013 met Carlino Bus

Simson is een nazireeër. Wat houdt dat in?

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde,

Met wie wilde Simson trouwen?

Wie heerste er over Israël en hoelang? Wat was er aan de hand met de echtgenote van Manoach?

Toen Adonia met zijn gasten aan het dineren was kwam Jonathan binnen. Wat vertelde hij?

Ex 29: 43 Daar zal Ik dan de Israëlieten ontmoeten, en zij zullen door Mijn heerlijkheid geheiligd worden

Waar woonde Nabal, was hij rijk en wat vertelt de Bijbel over zijn echtgenote?

Jozef doet aan de Here Jezus denken

De steen die verhalen vertelt.

DE GEBOORTE VAN JEZUS

4 Vayera (En Hij verscheen)

Hoe was te zien dat Jozef na farao de belangrijkste autoriteit in Egypte was?

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER

Waaruit blijkt dat God geen toeschouwer is, maar dat God door zorg en bewogenheid betrokken is bij het leven van elk mens?

6 Stefanus gevangengenomen

Welk persoon uit het geslacht van Elimelech komt in beeld?

Welke opdracht ontving Mozes van God?

GOD TEST ABRAHAM S LIEFDE

Kom binnen in Mijn rust

Overdenking zondag 30 oktober 2016 in de Terskflier Gen. 41: 8-28 De dromen van Farao Ds. A.J. Wouda. Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Welke wens had Jakob?

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505

zondag 25 oktober

DE GEBOORTE VAN JEZUS

Op welke wijze kwam Esther te weten wat haar volk binnenkort te wachten stond?

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7

Zondag 8 april. Welkom in De Regenboog

De farao droomt Genesis 41 1 En het gebeurde, na verloop van twee volle jaren, dat de farao droomde, en zie, hij stond aan de Nijl.

Wie had een wijngaard naast het paleis van koning Achab?

Bijbel voor Kinderen. presenteert JACOB DE BEDRIEGER

Collecten: 1. Evangelisatie 2. Bijzonder doel: Stichting Mirre

GOD TEST ABRAHAMS LIEFDE

Waar woonde Job en hoe stond Job in het leven?

J O Z E F S B R O E R S I I

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

TWEEDE ADVENT 4 DECEMBER uur AA Kramer orgel / piano: Johan Volk Schriftlezing Nora Rodenhuis

Bijbelstudie Door het geloof I

land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.

kleine profeten - Amos Amos lastdrager

Verenigd en verdeeld Israël

Transcriptie:

0 Wa-jesjèv: Jakob woonde zich in het land Kanaän, waar ook zijn vader gewoond had. Jozef en zijn broers Genesis 1 Jakob woonde in het land waar zijn vader als vreemdeling gewoond had, in het land Kanaän. Dit zijn de afstammelingen van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud, hoedde gewoonlijk het kleinvee met zijn broers hij was een jonge man met de zonen van Bilha en met de zonen van Zilpa, de vrouwen van zijn vader. En Jozef bracht het kwade gerucht over hen aan zijn vader over. Israël had Jozef meer lief dan al zijn andere zonen, want hij was voor hem een zoon van zijn ouderdom. Ook liet hij een veelkleurig gewaad voor hem maken. Toen zijn broers zagen dat hun vader hem meer liefhad dan al zijn broers, haatten zij hem en konden niet vriendelijk meer tot hem spreken. Ook had Jozef een droom, die hij aan zijn broers vertelde; daarom haatten zij hem nog meer. Hij zei tegen hen: Luister toch naar deze droom die ik gehad heb. Zie, wij waren midden op de akker schoven aan het binden; en zie, mijn schoof stond op en bleef ook overeind staan. En zie, jullie schoven kwamen om hem heen staan en bogen zich voor mijn schoof neer. Toen zeiden zijn broers tegen hem: Wil je dan soms over ons regeren? Wil je dan soms over ons heersen? Daarom haatten zij hem nog meer, vanwege zijn dromen en vanwege zijn woorden. Hij kreeg nog een andere droom, en vertelde ook die aan zijn broers. Hij zei: Zie, ik heb weer een droom gehad; en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer. Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, bestrafte zijn vader hem en zei tegen hem: Wat is dat voor een droom die je gehad hebt? Moeten wij, namelijk ik, je moeder en je broers, soms naar je toe komen om ons voor jou ter aarde neer te buigen? Zijn broers waren jaloers op hem, maar zijn vader hield de zaak in gedachten. Jozef verkocht naar Egypte 1 Eens gingen zijn broers weg om het kleinvee van hun vader te hoeden bij Sichem. 1 Toen zei Israël tegen Jozef: Weiden je broers het vee niet bij Sichem? Ga, ik stuur je naar hen toe. Hij zei tegen hem: Zie, hier ben ik. 1 En hij zei tegen hem: Ga toch en zie de welstand van je broers en de welstand van de kudde en breng verslag aan mij uit. Zo stuurde hij hem het dal van Hebron uit, en hij kwam naar Sichem. 1 Een man trof hem aan, want zie, hij was aan het ronddwalen op het veld, en de man vroeg hem: Wat zoek je? 1 Hij zei: Ik ben op zoek naar mijn broers; vertel mij toch waar zij aan het weiden zijn. 1 Toen zei die man: Zij zijn vanhier opgebroken, want ik hoorde hen zeggen: Laten we naar Dothan gaan. Jozef ging zijn broers achterna en trof hen aan bij Dothan. 1 Zij zagen hem al van ver; en nog voor hij in hun nabijheid gekomen was, beraamden zij een listig plan tegen hem om hem te doden. 1 Zij zeiden tegen elkaar: Zie, daar komt die meesterdromer aan. 0 Nu dan, kom, laten we hem doodslaan en hem in een van deze putten gooien, en wij zullen zeggen: Een wild dier heeft hem opgegeten. Dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen terechtkomt. 1

1 Ruben hoorde dat en wilde hem uit hun hand redden. Hij zei: Laten wij hem niet om het leven brengen. Ruben zei ook tegen hen: Vergiet geen bloed; gooi hem in deze put die in de woestijn is, en sla niet de hand aan hem. Hij zei dit om hem uit hun hand te redden en hem naar zijn vader terug te brengen. En het gebeurde, toen Jozef bij zijn broers was gekomen, dat zij Jozef zijn gewaad uittrokken, het veelkleurige gewaad dat hij droeg, en zij namen hem en gooiden hem in de put. De put nu was leeg, er stond geen water in. Vervolgens gingen zij zitten om de maaltijd te gebruiken. Toen ze hun ogen opsloegen, zagen zij, zie, een karavaan van Ismaëlieten uit Gilead aankomen. En hun kamelen droegen specerijen, balsem en mirre, en zij waren op weg om dat naar Egypte te brengen. Toen zei Juda tegen zijn broers: Wat hebben wij er voor baat bij, als wij onze broer doden en zijn bloed verbergen? Kom, laten wij hem aan de Ismaëlieten verkopen; laten wij niet onze hand aan hem slaan. Hij is immers onze broer, ons eigen vlees. Zijn broers luisterden naar hem. Toen er Midianitische kooplieden voorbijkwamen, trokken en tilden zij Jozef uit de put en verkochten zij Jozef voor twintig zilverstukken aan de Ismaëlieten. Die brachten Jozef naar Egypte. Ruben kwam terug bij de put en zie, Jozef was niet in de put! Toen scheurde hij zijn kleren. 0 Hij keerde terug naar zijn broers en zei: De jongen is er niet. En ik, waar moet ik naartoe? 1 Toen namen zij het gewaad van Jozef, slachtten een geitenbok en dompelden het gewaad in het bloed. Zij stuurden het veelkleurige gewaad naar hun vader en zeiden: Dit hebben wij gevonden. Kijk toch eens of dit het gewaad van uw zoon is of niet. Hij herkende het en zei: Het is het gewaad van mijn zoon. Een wild dier heeft hem opgegeten. Jozef is ongetwijfeld verscheurd. Toen scheurde Jakob zijn kleren, deed een rouwgewaad om zijn middel en rouwde vele dagen om zijn zoon. Al zijn zonen en al zijn dochters stonden op om hem te troosten, maar hij weigerde zich te laten troosten en zei: Voorzeker, ik zal treurend naar mijn zoon in het graf afdalen. Zo beweende zijn vader hem. De Midianieten verkochten hem in Egypte aan Potifar, een hoveling van de farao en het hoofd van de lijfwacht. Juda en Tamar 1 Het gebeurde in die tijd dat Juda van zijn broers wegtrok en zijn intrek nam bij een man uit Adullam; zijn naam was Hira. Juda zag daar de dochter van een Kanaänitisch man; zijn naam was Sua. Hij nam haar tot vrouw en kwam bij haar. Zij werd zwanger en baarde een zoon, en hij gaf hem de naam Er. Daarna werd zij weer zwanger, baarde een zoon en gaf hem de naam Onan. En zij baarde opnieuw een zoon en gaf hem de naam Sela. Hij was echter in Chezib, toen zij hem baarde. En Juda nam een vrouw voor Er, zijn eerstgeborene; haar naam was Tamar. Maar Er, de eerstgeborene van Juda, was slecht in de ogen van de HEERE; daarom doodde de HEERE hem.

Toen zei Juda tegen Onan: Kom bij de vrouw van je broer, vervul je zwagerplicht tegenover haar en verwek nageslacht voor je broer. Onan wist echter dat dit nageslacht niet voor hem zou zijn; daarom gebeurde het, telkens wanneer hij bij de vrouw van zijn broer kwam, dat hij zijn zaad op de grond verspilde om zijn broer geen nageslacht te geven. Wat hij deed, was echter slecht in de ogen van de HEERE; daarom doodde Hij ook hem. Toen zei Juda tegen Tamar, zijn schoondochter: Ga maar zolang als weduwe in het huis van je vader wonen, totdat mijn zoon Sela groot is. Hij zei namelijk: Anders zal hij ook sterven, net zoals zijn broers! Zo ging Tamar weg en ging in het huis van haar vader wonen. 1 Toen veel dagen verlopen waren, stierf de dochter van Sua, de vrouw van Juda. Daarna vond Juda troost en ging hij naar zijn schaapscheerders, naar Timna, hij en zijn vriend Hira uit Adullam. 1 En men vertelde Tamar: Zie, uw schoonvader gaat naar Timna om zijn schapen te scheren. 1 Toen trok zij haar weduwkleed uit, bedekte zich met een sluier, omhulde zich en ging zitten bij de ingang van Enaïm, dat op de weg naar Timna ligt. Zij had namelijk gezien dat Sela groot geworden was en zij aan hem niet tot vrouw was gegeven. 1 Toen Juda haar zag, hield hij haar voor een hoer, omdat zij haar gezicht bedekt had. 1 En hij ging naar haar toe langs de weg en zei: Kom toch mee, ik wil bij u komen; hij wist immers niet dat het zijn schoondochter was. En zij zei: Wat zult u mij geven, als u bij mij komt? 1 Hij zei: Ik zal u een geitenbokje van mijn kudde sturen. Zij zei: Goed, als u een onderpand geeft, totdat u het bokje gestuurd hebt. 1 Toen zei hij: Wat is het onderpand dat ik u zal geven? Zij zei: Uw zegelring, uw snoer en uw staf, die u in uw hand hebt. Hij gaf ze haar, kwam bij haar, en zij werd zwanger van hem. 1 Daarna stond zij op, ging weg, legde haar sluier van zich af en trok haar weduwkleed weer aan. 0 Juda stuurde het geitenbokje door bemiddeling van zijn vriend uit Adullam, om het onderpand uit de hand van de vrouw terug te krijgen; hij vond haar echter niet. 1 Toen vroeg hij aan de mensen van haar woonplaats: Waar is de hoer die bij Enaïm langs de weg zat? Maar zij zeiden: Er is hier geen hoer geweest. Hij keerde daarop terug naar Juda en zei: Ik heb haar niet gevonden, en ook de mensen van die plaats zeiden: Er is hier geen hoer geweest. Toen zei Juda: Laat ze het onderpand zelf maar houden, anders zullen wij veracht worden. Zie, ik heb dit bokje willen sturen, maar u hebt haar niet gevonden. Het gebeurde ongeveer drie maanden later dat men Juda vertelde: Tamar, uw schoondochter, heeft hoererij bedreven en zie, ze is ook zwanger door die hoererij. Toen zei Juda: Breng haar de stad uit en laat haar verbrand worden! Terwijl zij de stad uit gebracht werd, stuurde ze een bode naar haar schoonvader om te zeggen: Van de man van wie deze voorwerpen zijn, ben ik zwanger. Ze zei: Kijk toch eens van wie deze zegelring, deze snoeren en deze staf zijn. En Juda herkende ze en zei: Zij staat in haar recht, meer dan ik, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela gegeven heb. En hij had voortaan geen gemeenschap meer met haar. En het gebeurde tegen de tijd dat zij baren zou, en zie! er bleek een tweeling in haar schoot te zijn. En terwijl zij baarde, gebeurde het dat de ene zijn hand naar buiten stak. De vroedvrouw pakte die, bond een scharlakenrode draad om zijn hand en zei: Deze komt er het eerst uit.

Maar het gebeurde, toen hij zijn hand weer naar binnen trok, dat, zie, zijn broer tevoorschijn kwam. Daarop zei ze: Wat een bres heb jij voor jezelf geslagen! En men gaf hem de naam Perez. 0 Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, die de scharlakenrode draad om zijn hand had, en men gaf hém de naam Zerah. Jozef in het huis van Potifar 1 Jozef was dus naar Egypte gebracht. Potifar, hoveling van de farao, het hoofd van de lijfwacht, een Egyptische man, kocht hem uit de hand van de Ismaëlieten, die hem daarheen gebracht hadden. De HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man was; en hij bleef in het huis van zijn heer, de Egyptenaar. En toen zijn heer zag dat de HEERE met hem was en dat de HEERE alles wat hij deed door zijn hand voorspoedig deed verlopen, vond Jozef genade in zijn ogen, en mocht hij hem bedienen. Potifar stelde hem aan over zijn huis, en alles wat hij had, gaf hij in zijn hand. En het gebeurde vanaf het moment dat hij hem over zijn huis en alles wat hij had, had aangesteld, dat de HEERE het huis van de Egyptenaar omwille van Jozef zegende. Ja, de zegen van de HEERE rustte op alles wat hij bezat, zowel in het huis als op het land. Hij liet alles wat hij bezat in de hand van Jozef, zodat hij, met hem naast zich, nergens anders meer kennis van nam dan van het brood dat hij at. Jozef nu was mooi van gestalte en knap om te zien. En het gebeurde na deze dingen dat de vrouw van zijn heer haar oog op Jozef liet vallen en zei: Slaap met mij. Maar hij weigerde en zei tegen de vrouw van zijn heer: Zie, mijn heer neemt, met mij naast zich, geen kennis meer van wat er in dit huis gebeurt, en alles wat hij heeft, heeft hij in mijn hand gegeven. Niemand heeft meer aanzien in dit huis dan ik; en hij heeft mij niets onthouden dan alleen u, omdat u zijn vrouw bent. Hoe zou ik dan dit grote kwaad kunnen doen en zondigen tegen God? En het gebeurde, toen zij Jozef dag in dag uit aansprak en hij niet naar haar luisterde om met haar te slapen en bij haar te zijn, dat het op zekere dag gebeurde, toen hij het huis binnenkwam om zijn werk te doen en niemand van de mensen van het huis daar in huis was, 1 dat zij hem bij zijn kleed pakte en zei: Slaap met me. Maar hij liet zijn kleed in haar hand achter, vluchtte en ging naar buiten. 1 En het gebeurde, toen zij zag dat hij zijn kleed in haar hand achtergelaten had en naar buiten gevlucht was, 1 dat zij de mensen van haar huis riep, en tegen hen zei: Zie, hij heeft een Hebreeuwse man bij ons in huis gebracht om de spot met ons te drijven. Hij is naar mij toe gekomen om met mij te slapen, maar ik heb met luide stem geroepen. 1 En het gebeurde, toen hij hoorde dat ik luid begon te roepen, dat hij zijn kleed bij mij achterliet, vluchtte en naar buiten ging. 1 Zij liet zijn kleed bij zich liggen, totdat zijn heer thuiskwam, 1 en zij sprak tot hem met dezelfde woorden: De Hebreeuwse slaaf die je bij ons in huis gebracht hebt, is bij mij gekomen om de spot met mij te drijven. 1 En het gebeurde, toen ik luid begon te roepen, dat hij zijn kleed bij mij achterliet en naar buiten vluchtte. 1 En het gebeurde, toen zijn heer de woorden hoorde die zijn vrouw tot hem sprak: Zoals ik het zeg, heeft jouw slaaf met mij gedaan, dat hij in woede ontstak.

0 En de heer van Jozef greep hem en leverde hem over in de gevangenis, de plaats waar de gevangenen van de koning gevangenzaten. Zo zat hij daar in de gevangenis. 1 Maar de HEERE was met Jozef en bewees hem Zijn goedertierenheid; Hij gaf hem genade in de ogen van het hoofd van de gevangenis. En het hoofd van de gevangenis gaf al de gevangenen die in de gevangenis waren, in de hand van Jozef; al het werk wat men daar deed, deed hij. Het hoofd van de gevangenis zag naar geen enkel ding meer om van wat in zijn hand was, omdat de HEERE met hem was. Alles wat hij deed, liet de HEERE voorspoedig verlopen. De schenker en de bakker dromen 0 1 Na deze dingen gebeurde het dat de schenker van de koning van Egypte en de bakker zondigden tegen hun heer, de koning van Egypte, zodat de farao erg kwaad werd op zijn twee hovelingen, het hoofd van de schenkers en het hoofd van de bakkers. Hij liet hen in hechtenis zetten in het huis van het hoofd van de lijfwacht, in de gevangenis, de plaats waar ook Jozef gevangenzat. En het hoofd van de lijfwacht stelde Jozef bij hen aan om hen te dienen; zij zaten geruime tijd in hechtenis. En in één nacht hadden zij beiden een droom, ieder zijn eigen droom met zijn eigen betekenis: de schenker en de bakker die aan de koning van Egypte toebehoorden en die in de gevangenis gevangenzaten. Toen Jozef 's morgens bij hen kwam, keek hij hen aan, en zie, zij waren terneergeslagen. Hij vroeg aan de hovelingen van de farao, die met hem in het huis van zijn heer in hechtenis zaten: Waarom staan uw gezichten vandaag zo treurig? Ze zeiden tegen hem: We hebben een droom gehad en er is niemand die hem kan uitleggen. Jozef zei tegen hen: Is de uitleg niet aan God? Vertel ze toch aan mij. Toen vertelde het hoofd van de schenkers aan Jozef zijn droom en zei tegen hem: Zie, in mijn droom stond er een wijnstok voor me, en aan de wijnstok zaten drie ranken. Hij was aan het uitlopen, zijn bloesem kwam tevoorschijn en zijn trossen brachten rijpe druiven voort. De beker van de farao was in mijn hand, en ik nam die druiven, perste ze uit in de beker van de farao en gaf de beker in de hand van de farao. 1 Toen zei Jozef tegen hem: Dit is de uitleg ervan: de drie ranken staan voor drie dagen. 1 Nog binnen drie dagen zal de farao u een hoge plaats geven, en u in uw ambt herstellen; u zult de beker van de farao in zijn hand geven overeenkomstig uw vroegere positie, toen u zijn schenker was. 1 Maar denk aan mij, wanneer het u goed zal gaan; bewijs mij toch goedertierenheid en vertel over mij aan de farao, en maak dat ik uit dit huis kom. 1 Want ik ben met geweld ontvoerd uit het land van de Hebreeën; en ook hier heb ik niets gedaan waarvoor men mij in deze kerker zou moeten zetten. 1 Toen het hoofd van de bakkers zag dat hij een gunstige uitleg had gegeven, zei hij tegen Jozef: Ook ik had een droom, en zie, er waren drie manden met wit brood op mijn hoofd. 1 In de bovenste mand zat allerlei voedsel voor de farao, het werk van een bakker, maar de vogels aten ervan uit de mand boven op mijn hoofd. 1 Toen antwoordde Jozef en zei: Dit is de uitleg ervan: de drie manden betekenen drie dagen.

1 Nog binnen drie dagen zal de farao u een hoge plaats geven: hij zal u aan een paal hangen, en de vogels zullen uw vlees van u afeten. 0 Op de derde dag, de geboortedag van de farao, gebeurde het dat hij voor al zijn dienaren een maaltijd aanrichtte, en hij gaf het hoofd van de schenkers en het hoofd van de bakkers een hoge plaats te midden van zijn dienaren. 1 Hij herstelde het hoofd van de schenkers in zijn ambt van schenker, zodat hij de beker weer in de hand van de farao mocht geven. Maar het hoofd van de bakkers hing hij op, zoals Jozef hun uitgelegd had. Het hoofd van de schenkers dacht echter niet meer aan Jozef, maar hij vergat hem. Amos : Zo zegt de HEERE: Vanwege drie overtredingen van Israël, ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen, omdat zij de rechtvaardige voor geld verkopen en de arme voor een paar schoenen. Zij snakken ernaar dat het stof van de aarde op het hoofd van de geringen is, zij duwen de zachtmoedigen van de weg. Een man en zijn vader gaan naar hetzelfde meisje om Mijn heilige Naam te ontheiligen. Zij strekken zich uit op kleren die zij in onderpand hebben, naast elk altaar. Zij drinken wijn die als boete was opgelegd, in het huis van hun goden. Maar Ík heb de Amorieten voor hun ogen weggevaagd, die hoog waren als ceders en sterk waren als eiken. Ik heb zijn vrucht vanboven weggevaagd en zijn wortels vanonder. Maar Ík heb u uit het land Egypte geleid, en liet u veertig jaar door de woestijn gaan, om het land van de Amorieten in bezit te nemen. Uit uw zonen deed Ik profeten opstaan, uit uw jongemannen nazireeërs. Is dit niet zo, Israëlieten? spreekt de HEERE. 1 Maar u laat de nazireeërs wijn drinken, en u hebt de profeten geboden: Profeteer niet! 1 Zie, Ik ga het onder u laten kraken, zoals een wagen kraakt, vol graanschoven. 1 Dan gaat voor de snelle de kans op ontvluchten verloren, de sterke zal zijn kracht niet inzetten, geen held zijn leven redden.

1 Niemand die de boog hanteert, zal staande blijven, geen hardloper zich redden, geen ruiter te paard zijn leven redden. 1 Zelfs de moedigste onder de helden zal op die dag naakt wegvluchten, spreekt de HEERE. Aankondiging van de straf over Israël en Juda Amos 1 Luister naar dit woord dat de HEERE tot u spreekt, Israëlieten, tot het hele geslacht dat Ik uit het land Egypte heb geleid: Alleen u heb Ik gekend uit alle geslachten op de aarde. Daarom zal Ik u vergelden al uw ongerechtigheden. Gaan er twee samen zonder elkaar ontmoet te hebben? Brult een leeuw in het woud als hij geen prooi heeft? Laat een jonge leeuw vanuit zijn hol zijn stem klinken zonder dat hij iets gevangen heeft? Duikt een vogel in een strik op de aarde als er geen val voor hem is? Springt de strik van de grond op als er niets gevangen is? Of wordt in een stad de bazuin geblazen zonder dat het volk beeft? Of komt er kwaad in de stad voor zonder dat de HEERE dat doet? Voorzeker, de Heere HEERE doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten. De leeuw heeft gebruld. Wie zou niet bevreesd zijn? De Heere HEERE heeft gesproken. Wie zou niet profeteren?

Handelingen -1 En de aartsvaders, die jaloers waren, verkochten Jozef zodat hij naar Egypte gebracht werd. Maar God was met hem en verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en Hij gaf hem genade en wijsheid tegenover de farao, de koning van Egypte; en die stelde hem aan als bestuurder over Egypte en over heel zijn huis. Er kwam echter een hongersnood over heel het land Egypte en Kanaän en grote benauwdheid; en onze vaderen vonden geen voedsel. 1 Maar toen Jakob hoorde dat er in Egypte koren was, stuurde hij onze vaderen er de eerste keer opuit. 1 En bij de tweede keer werd Jozef door zijn broers herkend; en de afkomst van Jozef werd bij de farao bekend. 1 En Jozef stuurde hen terug en liet zijn vader Jakob halen en heel zijn familie, die uit vijfenzeventig zielen bestond. 1 En Jakob kwam in Egypte en hij stierf, hijzelf en onze vaderen, 1 en zij werden overgebracht naar Sichem en in het graf gelegd dat Abraham voor een geldbedrag van de zonen van Hemor, de vader van Sichem, gekocht had.