SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 530 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 23 mei 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Begeleiding van nieuwkomers - Samenwerking OCMW-VDAB Nieuwkomers komen - behalve bij een onthaalbureau - ook meestal terecht bij OCMW s voor financiële ondersteuning, evenals bij VDAB voor begeleiding naar werk. Een concrete samenwerking tussen alle instanties is dan ook van groot belang. Tussen het OCMW en VDAB waren er de voorbije jaren alvast enkele proeftuinen. Beide leren veel van elkaars activeringsaanpak. De werkwinkels hebben eveneens een cruciale rol als lokaal aansprekingspunt, o.m. voor OCMW-cliënteel. 1. De samenwerking tussen OCMW en VDAB is op sommige plaatsen reeds geformaliseerd. Hoeveel formele samenwerkingen waren er in 2014, 2015 en 2016 tot nu toe? Graag een overzicht per jaar. Wat is de evolutie doorheen 2014-2015-2016? 2. Hoeveel leefloners schreven zich de voorbije maanden (sinds januari 2015) in bij VDAB? a) Hoe werden zij geadviseerd (NEC, sociale economie, arbeidszorg, niettoeleidbaar)? b) Welke trajecten kregen zij aangeboden? c) Welke nationaliteiten hebben zij? d) Is er zicht op hun statuut (S.B, vluchteling?) e) Hoeveel bedraagt de doorstroom naar werk? 3. In antwoord op mijn vraag om uitleg nr. 686 in de commissie voor Werk van 15 januari 2016 stelde de minister: In de vorige legislatuur is er door toenmalig staatssecretaris De Block een omzendbrief verstuurd naar de OCMW s om hen aan te sporen een maximaal aantal mensen met een leefloon te laten inschrijven bij de VDAB. Vanuit de VVSG en de lokale VDAB s krijgen wij het signaal dat die richtlijn wat te consequent wordt doorgetrokken naar de meeste OCMW s. Ik wil daarmee zeggen dat er een aantal OCMW s zijn die alle leefloongerechtigden laten inschrijven omdat ze bang zijn dat ze de federale subsidie voor het leefloon anders zouden kunnen verliezen.
Dat levert soms strubbelingen op tussen de VDAB en het OCMW. Want natuurlijk, als je inschrijft bij de VDAB, ben je beschikbaar op de arbeidsmarkt. En als je dan niet beschikbaar bent, kan dat negatieve consequenties hebben. Dus wie moet er worden ingeschreven? Diegenen die naar de arbeidsmarkt kunnen worden geleid. Niet alle leefloners worden automatisch bij VDAB ingeschreven wanneer ze op het leefloon bij OCMW terechtkomen. Dit hoeft ook niet, aangezien men moet klaar zijn voor de arbeidsmarkt. Wat zijn de voornaamste redenen waarom een leefloner niet bij VDAB wordt ingeschreven (lees: niet klaar wordt bevonden voor de arbeidsmarkt)? Wie bepaalt of een leefloner al dan niet klaar is om bij VDAB ingeschreven te worden: VDAB of het OCMW? Ter zake dringt zich wel een duidelijke rolverdeling op. Indien VDAB: wordt dan élke leefloner voor het bepalen of hij/zij klaar is voor de arbeidsmarkt aan VDAB voorgesteld? 4. Hoever staat men met de optimalisatie van de werkwinkels? Kan de minister een overzicht geven van welke werkwinkels nog open zijn en waar men nog mogelijke optimalisatie/sluitingen vooropstelt? 5. Behalve de sluitingen in 2013 werden er ook sinds september 2015 nog sluitingen aangekondigd, dit werd echter niet via de raad van bestuur van VDAB besloten. Graag een stand van zaken. 6. Graag een overzicht per provincie van de OCMW s waar er een VDABvertegenwoordiging is. 7. PWA-beambten hebben nu ook al vaak hun zetel in het OCMW. Ziet de minister een concrete rol voor hen weggelegd voor lokale verankering van VDAB? Zullen ze m.a.w. ook fysiek aanwezig blijven op het lokale niveau en mogelijk een ruimere activerende rol krijgen? Ook het SERV-advies ter zake ziet hen als een brugfunctie naar de lokale besturen.
PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 530 van 23 mei 2016 van ROBRECHT BOTHUYNE 1. In SV 422 heeft u alle formele samenwerkingsverbanden van 2014 2015 ontvangen. In 2016 zijn er ondertussen nog volgende samenwerkingsverbanden bijgekomen - Zelzate - Geraardsbergen - Ronse - Zele - Berlare - Zuid-oost Hageland 2. Sinds januari 2015 schreven 6.855 leefloongerechtigden zich in bij de VDAB. Niet alle leefloongerechtigden in Vlaanderen zijn ingeschreven bij de VDAB. Dit hangt af van OCMW tot OCMW. a) Deze data zijn niet beschikbaar. De adviezen die u opsomt worden enkel gebruikt na een specifiek voortraject (Activeringszorg) b) Van alle leefloongerechtigden die zich sinds januari 2015 inschreven, kwam 49% in persoonlijke dienstverlening terecht, 9% startte met een opleiding, 4% met werkplekleren. De doorstroom naar de dienstverlening is uiteraard het grootst bij de groep die in de eerste helft van 2015 is ingestroomd (ongeveer 60% in persoonlijke dienstverlening, 13% in opleiding, 7% in werkplekleren). Sommige leefloongerechtigden zijn ingeschreven, maar hebben ook begeleiding via het OCMW. c) De nationaliteiten zijn per groep opgenomen in de volgende tabel. Nationaliteit Aantal Aandeel Nationaliteit van EU-13 240 4% Nationaliteit van EU-15 3.246 47% Overige Europese nationaliteit 331 5% Aziatische nationaliteit 1.695 25% Afrikaanse nationaliteit 1.036 15% Amerikaanse nationaliteit 37 1% Overige nationaliteit 270 4% Totaal 6.855 100% d) VDAB beschikt niet over het statuut of de verblijfsduur van werkzoekenden. e) Nog niet voor alle werkzoekenden kan al een uitstroom berekend worden, bovendien duren de bemiddelingstrajecten typisch langer voor deze doelgroep. Voor de OCMW-klanten die zich tussen januari en oktober 2015 inschreven, bedraagt de uitstroom naar werk 6 maand na instroom 21%.
3. Het is aan een OCMW om te bepalen wanneer een leefloongerechtigde zich inschrijft bij de VDAB. 4-5.Het zou fout zijn de optimalisatie van de werkwinkels als een eindig project voor te stellen. Het gaat in de eerste plaats om het zo doelmatig mogelijk organiseren van een voortreffelijke dienstverlening aan een brede groep van burgers, werkzoekenden, werknemers en werkgevers. Omwille van de maatschappelijke en technologische veranderingen is er continue waakzaamheid over de verwachtingen van de samenleving tegenover de dienstverlening van VDAB geboden. Zo is de vraag naar een breed aanbod aan telefonische en online-dienstverlening voor de doorsnee medeburger ondertussen de standaard geworden. VDAB bereidt zich al jarenlang voor op deze maatschappelijke verschuivingen: de dienstverlening wordt aangeboden via meerdere kanalen: fysiek loket, telefonische servicelijn, website, online-opleidingen, e-coaching, mails. Dit betekent niet dat VDAB ernaar streeft haar dienstverlening te beperken tot louter digitale kanalen. De dienst is zich ervan bewust dat een deel van het publiek nog steeds behoefte heeft aan de klassieke loketfunctie. Ter illustratie: ook vandaag investeert VDAB nog in verbeterde locaties, waar de burger terecht kan voor een breed aanbod aan dienstverlening. Zo worden momenteel verhuis- en verbouwingsprojecten uitgewerkt voor Brussel (Astrotoren), Halle, Asse, Heusden-Zolder, Oudenaarde. Ook uit het onderstaande overzicht van de operationele werkwinkels, per provincie, blijkt dat VDAB zich nog scherp bewust is van het belang van een goed gespreid netwerk van fysieke locaties. Provincie Antwerpen Op het grondgebied van de stad Antwerpen zijn momenteel nog 8 locaties beschikbaar voor het publiek. Daarvan zijn er 3 locaties waar het publiek voor om het even welke vraag i.v.m. werk terecht kan, en 5 locaties zogenaamde servicepunten waar de medewerkers expertise ter beschikking stelling rond één of meerdere sectoren. Verder in de provincie Antwerpen zijn er werkwinkels operationeel in Boom, Brecht, Geel, Heist-op-den-Berg, Herentals, Kapellen, Lier, Mechelen, Mol, Mortsel, Turnhout, Westerlo en Willebroek. Provincie Limburg Operationele werkwinkels vindt het publiek in Beringen, Bilzen, Bree, Genk, Hasselt, Herk-de-Stad (beperkte openingsuren), Heusden-Zolder, Houthalen- Helchteren, Lommel, Maaseik, Maasmechelen, Neerpelt, Sint-Truiden, Tessenderlo, Tongeren. Provincie Oost-Vlaanderen Werkwinkels zijn er in Aalst, Deinze, Dendermonde, Eeklo, Gent (2), Oudenaarde, Ronse, Sint-Niklaas, Zelzate en Zottegem. In volgende gemeenten werkt VDAB met zitdagen en/of op afspraak: Beveren, Geraardsbergen, Hamme, Lokeren, Temse, Wetteren, Zele. Provincie Vlaams-Brabant In deze provincie zijn er werkwinkels in Aarschot, Asse, Diest, Haacht, Halle, Dilbeek, Leuven, Liedekerke, Londerzeel (zitdagen in het OCMW), Sint-Pieters- Leeuw, Tienen, Vilvoorde en Zaventem. Provincie West-Vlaanderen Werkwinkels zijn er in Avelgem (beperkte openingsuren), Blankenberge, Brugge, Diksmuide, Ieper, Izegem (sluit vanaf 1 juli 2016), Knokke-Heist (beperkte openingsuren), Kortrijk, Menen, Oostende, Poperinge, Roeselare, Tielt, Torhout, Veurne, Waregem.
In het Brussels hoofdstedelijk gewest zijn momenteel 3 werkwinkels gevestigd. Daar zou vanaf 2017 een 4de locatie bijkomen, in de te renoveren Astrotoren. Sinds de in 2013 door de Raad van Bestuur goedgekeurde optimalisatie werden steeds na overleg met de betrokken gemeentebesturen nog een beperkt aantal kleinere werkwinkellocaties gesloten. - Provincie Antwerpen: Arendonk, Bornem, Hoogstraten, Kalmthout, Nijlen, Wijnegem, Zwijndrecht. - Limburg: Lanaken. - Oost-Vlaanderen: Brakel, Evergem, Ninove (het gebouw waarin ook enkele gemeentelijke diensten gehuisvest waren wordt afgebroken). - Vlaams-Brabant: Leerbeek-Gooik, Overijse, Zoutleeuw. - West-Vlaanderen: Wervik, Wevelgem. Er is momenteel geen verdere optimalisatiebeweging bezig of op til: enkel de locatie Izegem sluit op korte termijn (1 juli). 6. Zie vraag 1 7. De integratie van de PWA-beambten maakt onderdeel uit van de hervorming van PWA naar Wijk-werken. Deze hervorming bevindt zich momenteel nog in een voorbereidende fase. Het is met andere woorden nog te vroeg om op deze vraag een concreet antwoord te geven.