Kringstudie 4: Sterk staan als Koning Boekje voor kringlid Bijbelstudie.net
Om van te voren te lezen: Verheugen in verdrukkingen In de Bijbeltekst van deze kringstudie zien we een voorbeeld van hoe David zich sterk maakte in de HEER. Dit is een mooi beeld van hoe een koning reageert in een moeilijke tijd. Het evangelie is nooit een boodschap geweest waarmee we onze verantwoordelijkheden of moeite aan de kant schuiven. Het is een boodschap die ons fundeert om sterk te staan als we tegenslag ervaren. We ervaren allemaal tegenslag bij tijde, dan wordt ons geloof in God beproeft. We geloven in een goede God, hoe kan het dan soms zo moeilijk zijn? Sommige mensen ervaren het in praktische zaken, zoals in hun financiën of in hun huwelijk, anderen ervaren het in hun emoties en kampen met depressiviteit of verwarring. Als we merken dat ons geloof beproeft wordt, komen we voor twee keuzes te staan, namelijk: blijven vasthouden aan ons geloof, of ons geloof in God af laten zwakken. Natuurlijk willen we het liefst gaan we voor die eerste, maar toch worden we elke keer weer geconfronteerd en verleid om ons vertrouwen in de beloften van God op te geven. heel vaak als we beproeving ervaren hebben we het idee dat het iets ergs is, soms kunnen we dan denken dat we maar beter op kunnen geven. Veel mensen denken dat we maar beter nooit verzoeking mee hoeven te maken. Maar er is een manier om, hoewel het moeilijk is, te blijven staan in verzoeking. In Jakobus 1:2-3 staat: Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. Als we gaan inzien dat de moeilijkheden in dit leven ons geloof kunnen versterken gaan we daar anders tegen aankijken. We houden ons in zo n situatie dan niet vast aan onze situatie, maar aan God die ons door de hele situatie heen helpt. In vers 14 wordt uitgelegd wat Jakobus bedoelt met verzoeking. Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt. Het gaat dus om het verlangen dat we zelf hebben. Je kunt dan meteen denken: zie je wel, het is mijn schuld. Zo n houding van schuld is echter niet goed en ook niet Bijbels, het kan wel bij jezelf liggen, maar je hoeft jezelf niet te veroordelen. Er is namelijk geen veroordeling in het Koninkrijk van God. Nee, inplaats daarvan mogen we ons verheugen, want we hebben dan een kans om sterk te gaan staan in ons geloof. Betekent dit dat we de verzoeking gaan opzoeken? Volstrekt niet! God brengt ons alleen wel door deze verzoeking heen. Het is dan de liefde van God die ons op de been houdt. Soms betekent het dat we onze emoties onder controle moeten houden. In verzoeking kun je jezelf gaan beschuldigen, maar daarmee ook in negatieve emoties meegaan. We vinden onszelf dan niet meer geschikt om met God of om met andere mensen te leven. Dan verliezen we ons geloof, want we geloven niet meer dat God ons geaccepteerd heeft, we accepteren onszelf immers niet. Wie zijn wij om tegen Gods beloften in te gaan als hij in Psalm 103:12 zegt: Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan. Nee, we mogen juist vast blijven houden aan de woorden van God. We kunnen dan zeggen: Ik merk dat ik het moeilijk heb, maar God helpt mij en accepteert mij! Sommige mensen zeggen: God leidt mij in verzoeking, zodat ik nederig blijf Jakobus zegt daar heel iets anders op in Jakobus 1:13: Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand. Die leugen kunnen we dus bij het grofvuil doen! Nu we dit weten kunnen we met grote moed de volgende kringstudie ingaan. contact op met info@bijbelstudie.net Page 2
Hoofd-Bijbeltekst: 1 Samuël 30:1-8 1 Het gebeurde echter toen David en zijn mannen op de derde dag in Ziklag aankwamen, dat de Amalekieten een inval gedaan hadden in het Zuiderland en in Ziklag. Zij hadden Ziklag verslagen en met vuur verbrand, 2 en de vrouwen die er waren, van de kleinste tot de grootste, als gevangenen weggevoerd. Zij hadden niemand gedood, maar hadden hen weggevoerd en waren huns weegs gegaan. 3 David en zijn mannen kwamen bij de stad, en zie, die was met vuur verbrand; en hun vrouwen, hun zonen en hun dochters waren als gevangenen meegevoerd. 4 Toen begonnen David en het volk dat bij hem was, luid te huilen, totdat er geen kracht meer in hen was om te huilen. 5 Davids beide vrouwen waren ook als gevangenen meegevoerd: Ahinoam, uit Jizreël, en Abigaïl, de vrouw van Nabal, uit Karmel. 6 David werd zeer benauwd, want het volk sprak erover hem te stenigen. De zielen van het hele volk waren namelijk verbitterd, ieder over zijn zonen en over zijn dochters. David echter sterkte zich in de HEERE, zijn God. 7 En David zei tegen de priester Abjathar, de zoon van Achimelech: Breng mij toch de efod. En Abjathar bracht de efod bij David. 8 Toen raadpleegde David de HEERE en zei: Zal ik deze bende achtervolgen? Zal ik ze inhalen? En Hij zei tegen hem: Achtervolg ze, want u zult ze zeker inhalen, en u zult de gevangenen zeker bevrijden. Schrijf op wanneer jij het nodig hebt om je te sterken in de HEER. contact op met info@bijbelstudie.net Page 3
Aantekeningen bij filmpjes Ouweneel: Een jojo relatie Martin: jouw gerechtigheid contact op met info@bijbelstudie.net Page 4
Overige aantekeningen contact op met info@bijbelstudie.net Page 5