Toepassing ECC is een microprocessorgestuurde ruimtetemperatuurregelaar voor waterzijdige naregeling in AC-installaties met warm of gekoeld water. ECC is geschikt voor het regelen van: - ventilatorconvectoren - inductie-units - airconditioningsinstallaties - kleinere ventilatiesystemen - twee-pijpssystemen met centrale omschakeling, voor verwarmen of koelen - vier-pijpssystemen voor verwarmen én koelen in volgorde Elke temperatuurregelaar in de ECC is voorzien van twee regelkringen (Master- Slave): - Pl-regelaar m.b.t. de ruimtetemperatuurregeling - PI-regelaar, met aparte inblaastemperatuuropnemer, voor het regelen van de temperatuur van de inblaaslucht (per unit) Hierdoor worden temperatuurverschillen, veroorzaakt door toleranties in de units en het hydraulisch systeem (drukverschillen e.d.) voorkomen. De ECC-regelaar heeft aansluitklemmen voor elektrothermische motor(en) en voor een inblaastemperatuuropnemer ECC-S (per unit) en heeft daarnaast aansluitmogelijkheden voor één afstandsbediening ECC-R. Desgewenst kan de afstandsbediening worden weggelaten en vervangen door een temperatuuropnemer die in de aanzuiglucht (ruimtetemperatuur) van de unit geplaatst wordt. De ECC-regelaar is voorzien van een potentiometer voor de gewenste ruimtetemperatuur. Op de afstandsbediening kan deze temperatuur +/- 5 K ( C) worden verschoven. De ingestelde temperatuur - alleen m.b.t. verwarming - kan bijv. voor nacht/weekendverlaging met 5 K ( C) worden verlaagd. De elektrothermische motor ABNC kent uitvoeringen die gebruikt kunnen worden in combinatie met de Danfoss drie-weg afsluiters KOVM en voor twee-weg afsluiters RA-C, RA-N en RA-G. Genoemde afsluiters zijn geschikt voor warm en gekoeld water. Annbevelingen m.b.t. het systeemontwerp Bij voorkeur de aanvoertemperatuur niet hoger dan 65 C. Voral in wat grotere installaties dient aandacht te worden geschonken aan de behoersing van het maximaal toelaatbare drukverschil over de afsluiter, minimum flow in de installatie en de hydraulische balans. Beperk ter bevordering van de regelkwaliteit het drukverschil over de afsluiters tot max. 0,3 bar. Hierdoor worden ook geluidsklachten voorkomen. Door het toepassen van Danfoss voorinstelbare afsluiters RA-N en RA-C resp. Danfoss strangregelafsluiters ASV kan de hydraulische balans zowel tijdens aanwarmen als bedrijf worden verzekerd. Het verdient voorts aanbeveling de aanvoertemperatuur weersafhankelijk, bijv. met een Danfoss type ECL, voor te regelen. DKCD VD.79.A2.10 Danfoss 6/99 1
Toepassing (ECC 12) Rode LED T gewenste waarde De ECC 12 kan worden gebruikt als verwarmings- of koelregelaar en kan 2 units besturen. De regelaar heeft - per unit - aansluitingen voor de elektrothermische motor ABNC en een inblaastemperatuuropnemer ECC-S. Aangezien de gewenste inblaastemperatuur per unit wordt gemeten, worden toleranties in de apparatuur en het waterzijdige systeem gecompenseerd. De ECC 12 is voorzien van een rode LED voor indicatie verwarmings- resp. koelvraag. Toepassing (ECC 22) De ECC 22 is een cascaderegelaar voor verwarmen/koelen met instelbare neutrale zone. De ECC 22 vindt normaal zijn toepassing in vier-pijpssystemen met verwarmen en koelen in volgorde. De ECC 22 is voorzien van 2 LED s, namelijk groen voor koelen en rood voor verwarmingsbedrijf. De ECC 22 kan twee units tegelijk besturen en heeft - per unit - aansluitklemmen voor 2 elektrothermische motoren ABNC en 1 inblaastemperatuuropnemer ECC-S. Aangezien de gewenste inblaastemperatuur per unit wordt gemeten, worden toleranties in de apparatuur, drukverschillen e.d. gecompenseerd. 2 VD.79.A2.10 Danfoss 4/99 DKCD
Bestelnummers Regelaar Type Omschrijving Temperatuur bereik Neutrale zone Bestelnr. ECC 12 Voor twee-pijpssysteem verwarmen of koelen 15-25 C Nee 087B0061 ECC 22 Cascaderegelaar verwarmen én instelbaar 15-25 C koelen voor vier-pijpssystemen 0,5-5 K 087B0062 Afstandsbediening Type Omschrijving Temperatuur Temperatuurbereik verschuiving Bestelnr. Met ingebouwde ruimtetemperatuur- ECC-R opnemer en potentiometer voor 10-30 C ± 5 K 087N0050 temperatuurinstelling Met ingebouwde ruimtetemperatuur- ECC-R opnemer en potentiometer voor 12,5-27,5 C ± 2,5 K 087N0051 temperatuurinstelling Met ingebouwde ruimtetemperatuur- ECC-R opnemer. In versterkte uitvoering 087N0052 (utiliteits model), zonder temp. instelling Inblaastemperatuuropnemer Type Omschrijving Bestelnr. ECC-S Luchttemperatuuropnemer, NTC 12000 W bij 25 C, kabellengte 1500 mm 087N0055 Toebehoren voor ECC-R Omschrijving Adapter voor montage ECC-R bij vervanging CEV, CEK of CED Bestelnr. 087N0099 Bepaling transformatorvermogen Gebruik een veiligheidstransformator met gescheiden wikkelingen. Gegevens: primaire spanning: 230 V 50/60 Hz secundaire spanning: 24 V +/- 15% Bereken de transformator m.b.v. de formule P = 8 x n (VA), n = max. aantal ABNCmotoren De transformator dient aan lokale voorschriften te voldoen en conform deze voorschriften te worden geplaatst. ECC 12 Bepaling van n. Tel het aantal ABNC-motoren. ECC 22 Bepaling van n. Tel het aantal ABNC-motoren voor verwarmen en het aantal ABNC-motoren voor koelen apart op. Neem het grootste getal als n. Voorbeeld: 4 regelaars ECC 22 met 8 motoren ABNC voor verwarmen en 6 motoren ABNC voor koelen P = 8 x 8 = 64 VA DKCD VD.79.A2.10 Danfoss 6/99 3
Aansluitschema s ECC 12 Noot: Let er bij het installeren op dat u een 8-aderige kabel neemt tussen de ECC-R afstandsbediening en de ECC-regelaar ten behoeve van nachttemperatuurverlaging en/of omschakelfunctie. De voor nachttemperatuurverlaging of omschakelfunctie handbediende of automatische schakelaar moet geschikt zijn voor het schakelen van 5V/ 150 ma. Elke afstandsbediening type ECC-R dient apart geschakeld te worden van verwarmings- naar koelbedrijf en van dag- naar nachtbedrijf. De regelaars van de ECC-serie mogen niet parallel worden geschakeld (uitgezonderd uiteraard de 24 V transformatoraansluiting). ECC 22 4 VD.79.A2.10 Danfoss 4/99 DKCD
Afmetingen ECC Afmetingen ECC-R en adapter Technische gegevens Algemeen Voedingsspanning 24 V, ± 15 %, 50-60 Hz Opgenomen vermogen 1,4 W Radio en TV-ontstoring EN 50081-1 en EN 50082-1 Omgevingstemperatuur -10 to 50 C Montage DIN-rail, voor inbouw Dichtheidsklasse IP 20 Type opnemer NTC 12000 W bij 25 C Temperatuur tijdens opslag 20 - +50 C Max. belasting 1 ABNC per uitgang Regelkarakteristiek P + PI ECC 12 Aantal uitgangen 2 verwarmings- of 2 koeluitgangen ECC 22 Instelbereik neutrale zone 0,5-5 K Verwarmingsuitgangen 2 Koeluitgangen 2 DKCD VD.79.A2.10 Danfoss 6/99 5
Twee-pijpssysteem verwarmen - ECC 12 ECC12 gebruikt als verwarmingsregelaar (klem 6 en 7 van de ECC-R zijn niet doorverbonden) Twee-pijpsinstallatie voor verwarmen zonder omloopleiding Als de ruimtetemperatuur onder de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, waardoor de twee-wegafsluiter wordt geopend, de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar toeneemt en daarmee de warmte-afgifte verhoogd wordt. De temperatuur van de ingeblazen lucht wordt hierbij continu gemeten door de inblaastemperatuuropnemer ECC-S. Twee-pijpsinstallatie voor verwarmen met omloopleiding Als de ruimtetemperatuur onder de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, waardoor de poort (B-AB) van de driewegafsluiter KOVM geopend wordt, de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar toeneemt en daarmee de warmte-afgifte verhoogd wordt. Daar tegelijkertijd poort (A- AB) wordt gesloten blijft de in het hoofdcircuit circulerende waterhoeveelheid binnen bepaalde grenzen constant. Bij een stijging van de ruimtetemperatuur sluit poort (B-AB) maar opent tegelijkertijd poort (A-AB), waardoor dus de warmte-afgifte van de warmtewisselaar evenredig verminderd wordt, maar de circulatie in het hoofdcircuit op een nagenoeg constant niveau gehandhaafd blijft. Twee-pijpssysteem koelen - ECC 12 ECC 12 gebruikt als koelregelaar (klem 6 en 7 van de ECC-R zijn doorverbonden) Twee-pijpsinstallatie voor koelen zonder omloopleiding. Als de ruimtetemperatuur boven de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, waardoor de twee-wegafsluiter geopend wordt, de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar toeneemt en daarmee de koelcapaciteit van de warmtewisselaar verhoogd wordt. De temperatuur van de ingeblazen lucht wordt hierbij continu gemeten door de inblaastemperatuuropnemer ECC-S. Bij daling van de ruimtetemperatuur wordt de afsluiter verder gesloten en neemt de koelcapaciteit evenredig af. Vooral in wat grotere installaties dient aandacht te worden geschonken aan de beheersing van het maximaal toelaatbare drukverschil over de afsluiter, minimum flow in de installatie en de hydraulische balans. Raadpleeg zonodig Itho bv Schiedam. 6 VD.79.A2.10 Danfoss 4/99 DKCD
Twee-pijpsinstallatie voor koelen met omloopleiding Als de ruimtetemperatuur boven de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, waardoor de poort (B-AB) van de driewegafsluiter KOVM geopend wordt, de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar toeneemt en daarmee de koelcapaciteit van de warmtewisselaar verhoogd wordt. De temperatuur van de ingeblazen lucht wordt hierbij continu gemeten door de inblaastemperatuuropnemer ECC-S. Daar tegelijktijd poort (A-AB) wordt gesloten blijft in het hoofdcircuit circulerende waterhoeveelheid binnen bepaalde grenzen contstant. Bij een daling van de ruimtetemperatuur gebeurt het omgekeerde. Twee-pijpsinstallatie met automatische (centrale) omschakeling van verwarmen naar koelen ECC 12 Werking Centrale omschakeling van verwarmen naar koelen door toevoer van verwarmd of gekoeld water. Opbouw Het regelsysteem bestaat uit een ruimtetemperatuurregelaar type ECC 12, afstandsbediening met ingebouwde ruimtetemperatuuropnemer(s) type ECC-R, luchttemperatuuropnemer type ECC-S en elektrothermische motor(en) type ABNC. Daarnaast dient voor deze toepassing de afstandsbediening ECC-R uitgevoerd te worden met een handbediende of automatische schakeling voor het bepalen van verwarmings- of koelbedrijf. Bij koelbedrijf dienen klem 6 en klem 7 van de afstandsbediening ECC-R met elkaar te worden doorverbonden. Een aanlegthermostaat gemonteerd op de aanvoerleiding naar de warmtewisselaar kan schakelen op basis van de temperatuur van het water dat door het centrale systeem wordt geleverd. Monteer de aanlegthermostaat daar waar er altijd circulatie is (onafhankelijk van de belasting de warmtewisselaar) om ervoor te zorgen dat de thermostat altijd een correcte waarde meet. Bij het bepalen van de aanlegthermostaat dient u rekening te houden met de in het systeem voorkomende watertemperaturen. Kies bij voorkeur een aanlegthermostaat waarvan de instelling te blokkeren is. De aanlegthermostaat moet geschikt zijn voor het schakelen van 5V/150mA. Noot bij toepassing van meerdere afsatndsbedieningen type ECC-R mogen deze elektrisch niet parallel worden geschakeld. D.w.z. dat elke ECC-R door een apart contact dient te worden geschakeld. Twee-pijpsinstallatie voor verwarmen zonder omloopleiding (Klem 6 en 7 van de ECC-R zijn niet met elkaar doorverbonden) Als de ruimtetemperatuur onder de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, de twee-wegafsluiter openen, waardoor de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal toenemen en daarmee de warmte-afgifte verhoogd wordt. Bij stijging van de ruimtetemperatuur wordt de afsluiter verder gesloten en de warmte-afgifte evenredig verminderd. DKCD VD.79.A2.10 Danfoss 6/99 7
Twee-pijpsinstallatie voor koelen zonder omloopleiding ECC 12 gebruikt als koelregelaar (klem 6 en 7 van de ECC-R zijn doorverbonden) Als de ruimtetemperatuur boven de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, de twee-wegafsluiter openen, waardoor de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal toenemen en daarmee de koelcapaciteit van de warmtewisselaar verhoogd wordt. Bij daling van de ruimtetemperatuur wordt de afsluiter verder gesloten en neemt de koelcapaciteit evenredig af. Vooral in wat grotere installaties dient aandacht te worden geschonken aan de beheersing van het maximaal toelaatbare drukverschil over de afsluiter, minimum flow in de installatie en de hydraulische balans. Raadpleeg zonodig Itho bv Schiedam. Twee-pijpsinstallatie voor verwarmen met omloopleiding (klem 6 en 7 van de ECC-R zijn niet met elkaar doorverbonden) Als de ruimtetemperatuur onder de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, de poort (B-AB) van de drie-wegafsluiter KOVM openen, waardoor de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal toenemen en daarmee de warmte-afgifte verhoogd wordt. Daar tegelijkertijd poort (A-AB) wordt gesloten, blijft de in het hoofdcircuit circulerende waterhoeveelheid binnen bepaalde grenzen constant. Bij een stijging van de ruimtetemperatuur gebeurt het omgekeerde. Twee-pijpsinstallatie voor koelen met omloopleiding (klem 6 en 7 van de ECC-R zijn doorverbonden) Als de ruimtetemperatuur boven de ingestelde waarde komt, zal de regelaar ECC 12 de elektrothermische motor ABNC aansturen, de poort (B-AB) van de drie-wegafsluiter KOVM openen, de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal toenemen en daarmee de koelcapaciteit van de warmtewisselaar verhogen. Daar tegelijkertijd poort (A-AB) wordt gesloten blijft de in het hoofdcircuit circulerende 8 VD.79.A2.10 Danfoss 4/99 DKCD
Vier-pijpssysteem met twee warmtewisselaars ECC 22 als volgorderegelaar verwarmen - koelen Vier-pijpsinstallatie voor verwarmen en koelen in volgorde zonder omloopleiding Bij stijgende ruimtetemperatuur (binnen het regelgebied van de ECC 22), zal de regelaar ECC 22 de elektrothermische motor ABNC van de verwarmingsafsluiter minder aansturen, de twee-wegafsluiter sluiten, waardoor de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal afnemen en daarmee de warmte-afgifte verlaagd wordt. Wanneer de ruimtetemperatuur blijft stijgen, zal de verwarmingsafsluiter volledig sluiten. De instelbare neutrale zone zorgt ervoor dat beide afsluiters dicht blijven gedurende een temperatuurverandering (DT) ingesteld op de potentiometer aan de voorzijde van de regelaar ECC 22. Bij elke verdere verhoging van de ruimtetemperatuur zal de regelaar ECC 22 de elektrothermische motor ABNC van de koelafsluiter aansturen, de twee-wegafsluiter openen, waardoor de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal toenemen en daarmee de koelcapaciteit van de warmtewisselaar verhoogd wordt. Bij een daling van de ruimtetemperatuur gebeurt het omgekeerde. Vooral in wat grotere installaties dient aandacht te worden geschonken aan de beheersing van het maximaal toelaatbare drukverschil over de afsluiter, minimum flow in de installatie en de hydraulische balans. Raadpleeg zonodig Itho bv Schiedam. Vier-pijpsinstallatie voor verwarmen en koelen in volgorde met omloopleiding Bij stijgende ruimtetemperatuur (binnen het regelgebied van de ECC 22), zal de regelaar ECC 22 de elektrothermische motor ABNC van de verwarmingsafsluiter minder aansturen, de poort (B-AB) van de drie-wegafsluiter KOVM sluiten, waardoor de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal afnemen en daardoor de warmte-afgifte verlaagd wordt. Daar tegelijkertijd poort (A-AB) wordt geopend blijft de in het hoofdcircuit circulerende waterhoeveelheid binnen bepaalde grenzen constant. Wanneer de ruimtetemperatuur blijft stijgen, zal de verwarmingsafsluiter volledig sluiten. De instelbare neutrale zone zorgt ervoor dat de beide afsluiters dicht blijven gedurende een temperatuurverandering (D T) ingesteld op de potentiometer aan de voorzijde van de regelaar ECC 22. Bij elke verdere verhoging van de ruimtetemperatuur zal de regelaar ECC 22 de elektrothermische motor ABNC van de koelafsluiter aansturen, de poort (B-AB) van de drie-wegafsluiter KOVM openen, waardoor de hoeveelheid water naar de warmtewisselaar zal toenemen en daardoor de koelcapaciteit van de warmtewisselaar verhoogd wordt. Daar tegelijkertijd poort (A- AB) wordt gesloten, blijft de in het hoofdcircuit circulerende waterhoeveelheid binnen bepaalde grenzen constant. Bij een daling van de ruimtetemperatuur gebeurt het omgekeerde. DKCD VD.79.A2.10 Danfoss 6/99 9
10 VD.79.A2.10 Danfoss 4/99 DKCD
DKCD VD.79.A2.10 Danfoss 6/99 11
12 VD.79.A2.10 Danfoss 4/99 DKCD