AANVRAAG De aanvraag betreft: realisatie van hoogspanningsstation Rilland met bijbehorende hoogspanningsmasten, uitwegen en transportroutes.

Vergelijkbare documenten
AANVRAAG De aanvraag betreft: realisatie van hoogspanningsstation Rilland met bijbehorende hoogspanningsmasten, uitwegen en transportroutes.

Ontwerp-Ontheffing. AANVRAAG De aanvraag betreft: realisatie 380kv hoogspanningsverbinding Borssele Rilland.

Eigendom De locaties waar de werkzaamheden plaatsvinden liggen in de Gemeenten Goes en Noord Beveland op diverse kadastrale percelen.

Ontheffing. AANVRAAG De aanvraag betreft: realisatie 380kv hoogspanningsverbinding Borssele- Rilland. Datum Nummer CaseiD WV115.

ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST

il 1ANA ÇJERPROJ!:CTBEHEERSING

Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, mast 3 nummer

Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel) Omgevingsvergunning

TenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij:

Behandeld door mevrouw 18 september Wommels,

afdeling ons kenmerk Beverwijk, Wijkzaken werkveld uw kenmerk/uw brief van verzonden Team vergunningen -

Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, onderdeel ondergronds kabeltracé 150 kv richting Zevenaar nummer 2015.

Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV Ontwerpbeschikking

OMGEVINGSVERGUNNING. werkzaamheden (realisatie van watercompensatie) ten behoeve van de aanleg en exploitatie windpark N33, Deelgebied 'Vermeer-Noord'

TenneT TSO B.V. Utrechtseweg AR ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: Behorend bij: 14ink15151

Waterschap NOORDERZIJLVEST

TenneT TSO B.V. Utrechtseweg AR ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: Behorend bij: 14ink15152

Gedeputeerde Staten. TenneT TSO B.V. p/a Bureau Energieprojecten De heer M.C. Bernardina Postbus AC DEN HAAG

Provincie Noord-Holland

gemeente [111A Doetinchem

Ontwerp omgevingsvergunning

Watervergunning. waterschapscheldestromen

Aanleg bovengrondse 380-kV-verbinding tussen Doetinchem en Wesel. Omgevingsvergunning

TenneT TSO B.V. Mevrouw B.N. van Densen Postbus AS ARNHEM

De aanvraag is geregistreerd onder nummer

Uw kenmerk Ons kenmerk Voor informatie Bijlagen Datum OLO Tel diverse

behandeld door doorkiesnummer

TenneT TSO B.V. T.a.v. de heer G.J. Terluin Postbus AS ARNHEM

gemeente Oude I sselstreek

ONTWERP WATERVERGUNNING

ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl

Bij het gebruikmaken van de ontheffing dienen de bij deze ontheffing bijgevoegde voorschriften te worden nageleefd.

Beleidsnotitie ONTHEFFINGEN WEGEN WATERSCHAP SCHELDESTROMEN

Ieiderdorp Pagina 1 van 6

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

De aanvraag is geregistreerd onder nummer

Ontwerp omgevingsvergunning gemeente Bedum

uron ngen (Gemeente Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) TenneT TSO B.V. G.J. Terluin Postbus AS ARNHEM Geachte heer Terluin,

( O n t w e r p ) O m g e v i n g s v e r g u n n i n g

het kappen van een boom en een singel, staande nabij de Liemersweg in Wehl. Het gaat hier om kadastraal perceel: Wehl, sectie L, nummer 277.

ONTWERP WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR

1. Aanhef. 2. Aanvraag

ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Omgevingsvergunning kappen van een beuk, staande aan de Keppelseweg ongenummerd in Doetinchem

dat tegen inwilliging van het verzoek, onder het geven van voorschriften, naar hun oordeel geen overwegende bezwaren bestaan;

BESCHIKKING: Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 8.3 van het bouwbesluit de gevraagde ontheffing te verlenen.

ONTWERP O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (RCR Procedure uitgebreid) vergunningnummer: GV26887

Omgevingsvergunning kappen van een boom en een singel van 150 m2 bestaande uit wilg, veldesdoorn, eik en es, staande nabij de Liemersweg in Wehl

1. Aanhef. 2. Aanvraag

Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV

Tennet Tso Bv Mevrouw E. van Zundert. Utrechtseweg AR ARNHEM. Geachte mevrouw Van Zundert,

Inhoudsopgave. 1. Aanhef

beschikking Rijkswaterstaat Ministerie van Inftastructuur en Waterstaat

Tennet Tso Bv Mevrouw E. van Zundert. Utrechtseweg AR ARNHEM. Geachte mevrouw Van Zundert,

VERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Datum (ontwerp)besluit : 15 november 2016

1. Aanhef. 2. Aanvraag

TenneT TSO B.V. t.a.v. de heer J. ter Haar Utrechtseweg AR Arnhem. Ontwerp omgevingsvergunning. Geachte heer Ter Haar,

Naar aanleiding van uw aanvraag d.d. 29 april 2015, kenmerk A/RRAA/0009, informeren wij u als volgt: GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Gedeputeerde Staten ONTWERPBESLUIT. TenneT TSO B.V. t.a.v. de heer J. ter Haar Postbus AS Arnhem. 23 juni 2014

VERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Datum (ontwerp)besluit : 27 februari 2017

6 mei Inhoudsopgave

Wat gebeurt er nu? De wet bepaalt dat wij het besluit moeten publiceren en ter inzage moeten leggen.

De aanvraag betreft de aanleg van een dam met duiker in hoofdwatergang Hoogemeedstertocht, nabij Hogeweg 1, 9801 TG te Zuidhorn.

Vermilion oil & gas Netherlands bv T.a.v. N. Wallace Postbus AB HARLINGEN. Leeuwarden, 20 oktober 2015 Verzonden,

1. Aanhef. 2. Aanvraag

Dit ontwerpbesluit betreft dus nog niet het definitieve besluit dan wel de definitieve omgevingsvergunning.

Bij het gebruikmaken van de ontheffing dienen de bij deze ontheffing bijgevoegde voorschriften te worden nageleefd.

OMGEVINGSVERGUNNING W

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

kv Noordring (Velsen - Vijfhuizen) Gezien het standpunt van Amsterdam Airport Schiphol tijdens het voortraject inzake 38 kv Noordring;

1. Aanhef. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Z/18/

Stidwest- Fryslän. Gemeente. Uw kenmerk: - Windpark Fryslan B. V. T.a.v. de heer A. de Groot Duit BB EMMELOORD. Ons nummer: U16.

Telefoonnummer: Behorend bij: Uw brief van:

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

j) FSC "",,, 10<-"'9 ...,.n_"" Tennet TSO BV IFM Hermans Utrechtseweg AR ARNHEM

besch i kki ng Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

A F D E L I N G P U B L I E K S Z A K E N W E R K E E N H E I D V E R G U N N I N G E N

De aanvraag is namens xxxx ingediend door Combinatie Hoogwatermaatregelen te Grijpskerk.

13 juni zaaknummer Provinciale weg N330 (Hummeloseweg) te Zelhem, gemeente Bronckhorst

Regionale wk Oude Zeedijk, kruising profiel door middel van een boring

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning.

Ontwerp Omgevingsvergunning gemeente Bedum

De aanvraag is namens Witte Huis BV ingediend door Oosterhof Holman Infra BV te Grijpskerk.

De vergunningaanvraag is bij waterschap Noorderzijlvest geregistreerd onder het nummer Z/18/

Provincie Noord-Holland

Ontwerp watervergunning

De aanvraag is namens Groningen Seaports ingediend door Heuvelman Ibis B.V. te Delfzijl.

Nuon Windpark Wieringermeer B.V. Mevrouw M.S. Deimel Hoekenrode BR AMSTERDAM. Geachte mevrouw Deimel,

Omgevingsvergunning. Wij verlenen de omgevingsvergunning voor het uitbreiden van station Doetinchem.

beschikking Rijkswaterstaat

Bijlagen Voor de procedure, de overwegingen en de voorschriften, die deel uitmaken van deze vergunning, verwijzen wij u naar de bijlagen.

Ontwerp Omgevingsvergunning gemeente Winsum

De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op bijgevoegd document met kenmerk: i-4

VERGUNNING conform artikel 15 van het Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen

g em e en t e [gdi Doetinchem

De aanvraag is namens Gasunie Grid Services B.V. ingediend door Antea Group Nederland te Heerenveen.

Besluit. Ministerie van Economische Zaken. Tennet TSO B.V. T.a.v. de heer Postbus AS ARNHEM. Geachte heer

beschikking omgevingsvergunning Registratienummer:

Transcriptie:

Ontwerp-Ontheffing Datum : Nummer : 2015011423 Case nr. : WV115.0017 AANHEF Het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen heeft op 9 januari 2015 een aanvraag ontvangen van TenneT TSO BV, Postbus 718, 6800 AS Arnhem, om een ontheffing te verlenen voor werkzaamheden in de buurt van een waterschapsweg. AANVRAAG De aanvraag betreft: realisatie van hoogspanningsstation Rilland met bijbehorende hoogspanningsmasten, uitwegen en transportroutes. Bouwen binnen een afstand van 20 meter langs wegen in beheer bij het waterschap Op grond van het bepaalde in artikel 12 van de Keur Wegen Waterschap Scheldestromen 2011 is het verboden, zonder te zijn voorzien van een ontheffing van het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen, langs wegen buiten de bebouwde kom bouwwerken te maken of te hebben en bestaande bouwwerken te vernieuwen, te wijzigen of uit te breiden binnen een afstand uit de as van de hoofdverkeersbaan of, indien de weg twee hoofdverkeersbanen heeft, uit de as van de dichtstbij gelegen hoofdverkeersbaan van 20 meter voor wegen die in beheer zijn bij het waterschap. Plaatsen van masten en palen Op grond van het bepaalde in artikel 7 van de Keur Wegen Waterschap Scheldestromen 2011 is het verboden, zonder te zijn voorzien van een ontheffing van het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen, op, respectievelijk in wegen masten, palen, afrasteringen en andere terreinafscheidingen, borden, spandoeken, vlaggen of andere voorwerpen te plaatsen of te hebben. Maken/wijzigen van (een) wegaansluiting(en) Op grond van het bepaalde in artikel 6 van de Keur Wegen Waterschap Scheldestromen 2011 is het verboden, zonder te zijn voorzien van een ontheffing van het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen, naar een weg een uitweg te maken of te hebben of een bestaande uitweg te wijzigen, de aard en de afmetingen van een weg te wijzigen, in een weg te graven of deze op een andere wijze aan te tasten en/of enig ander werk uit te voeren waardoor in de toestand van een weg verandering wordt gebracht. OVERWEGINGEN Werkzaamheden De werkzaamheden bestaan uit: het plaatsen van hoogspanningsmasten binnen 20 meter van een waterschapsweg; het maken van tijdelijke bouwwegen met aansluitingen op waterschapswegen; het plaatsen van bebording tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. De werkzaamheden vinden plaats op waterschapswegen. Daarom is er een Keur ontheffing wegen vereist.

2 Eigendom De ondergronden waarop de werkzaamheden plaatsvinden, en welke relevant zijn voor deze ontheffingsaanvraag en in eigendom zijn van het waterschap, betreffen: Lindeweg: Reimerswaal 00, Sectie P nummer 142; Middenhof: Reimerswaal 00, Sectie T nummer 239; Nieuwe Dwarsweg: Reimerswaal 00, Sectie T nummer 241; Zuidhof: Reimerswaal 00, Sectie M nummer 292; Nieuwe Kreekrakweg: Reimerswaal 00, Sectie M nummer 280; Westelijke Spuikanaalweg; Reimerswaal 00, Sectie T nummer 140 en 142. en eigendom van het waterschap. De ondergronden waarop de werkzaamheden plaatsvinden, en welke relevant zijn voor deze ontheffingsaanvraag en niet eigendom maar wel in beheer zijn van het waterschap, betreffen: Nieuwe Dwarsweg: Reimerswaal 00, Sectie T nummer 295 (eigendom van [naam] ); Zuidhof: Reimerswaal 00, Sectie M nummer 344 (eigendom van [naam] ); Zuidhof: Reimerswaal 00, Sectie M nummer 294 (eigendom van [naam] ); Nieuwe Kreekrakweg: Reimerswaal 00, Sectie M nummer 337 en Sectie T nummer 157 (eigendom van [naam] ); Westelijke Spuikanaalweg: Reimerswaal 00, Sectie M nummer 335 en Sectie T nummer 155, 156 en 300 (eigendom van [naam] ). Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is ook toestemming nodig van deze eigenaren. Beoordeling De locaties van de hoogspanningsmasten zijn voorbesproken en akkoord. Ten behoeve van de werkzaamheden dient bebording geplaatst te worden. Het bordenplan dient voorafgaand aan de werkzaamheden ter goedkeuring aan het waterschap voorgelegd te worden. De tijdelijke bouwwegen zijn akkoord, maar op de transportroutes dienen passende maatregelen genomen te worden ter bescherming van en voorkoming van schade aan de wegen. De volgende maatregelen moeten voorafgaand aan de werkzaamheden genomen worden, danwel gelden de volgende voorwaarden: Lindeweg: aanbrengen rijplaten ter plaatse waar de bouwweg aansluit op de Lindeweg. Alleen de hoofdrijbaan bovenop de dijk mag gebruikt worden, de onderbaan is te smal. Middenhof: alleen de hoofdrijbaan bovenop de dijk mag gebruikt worden. Nieuwe Dwarsweg: aanbrengen rijplaten ter plaatse waar de bouwweg aansluit op de Nieuwe Dwarsweg. Zuidhof: De weg is met circa 3,50 meter breedte smal en voldoet constructief gezien niet voor de uit te voeren werkzaamheden. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de weg te worden versterkt door en op kosten van de ontheffinghouder. Om schade aan de weg en berm te voorkomen moeten daarnaast, in overleg met de opzichter, passeermogelijkheden (bijvoorbeeld in de vorm van rijplaten) gerealiseerd worden. Nieuwe Kreekrakweg: de weg met circa 3,00 meter breedte smal en voldoet constructief gezien voor de uit te voeren werkzaamheden. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de weg te worden versterkt door en op kosten van de ontheffinghouder. Om schade aan de weg en berm te voorkomen moeten daarnaast, in overleg met de opzichter, passeermogelijkheden (bijvoorbeeld in de vorm van rijplaten) gerealiseerd worden. Westelijke Spuikanaalweg: geen voorzieningen vereist Op deze ontheffing is het protocol voor bouwverkeer van toepassing. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een gezamenlijke inspectie (nulfase) van de wegen en wegbermen te worden uitgevoerd. Na afronding van de werkzaamheden dienen de wegen en wegbermen opnieuw gezamenlijk te worden geïnspecteerd (eindfase). Indien in de tussentijd schade optreedt aan de opgenomen wegen dan worden de kosten voor reparatie in rekening gebracht bij de ontheffinghouder.

3 Procedurele aspecten In artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat op de besluitvorming voor dit project de rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Dat wil in dit geval zeggen dat de besluiten die nodig zijn voor Hoogspanningsstation Rilland met bijbehorende verbindingen en voorzieningen (hierna Station Rilland) gezamenlijk worden voorbereid, waarbij deze procedure wordt gecoördineerd door de minister van Economische Zaken (EZ). Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro. Dit besluit is één van de besluiten die nodig zijn voor Station Rilland. Daarom is ook op dit besluit de rijkscoördinatieregeling van toepassing. De minister van EZ heeft een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor Station Rilland bevorderd. Onderhavig besluit is samen met het inpassingsplan en de andere besluiten als volgt voorbereid: - op [datum] is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant; kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen; - op [datum] is door de minister van EZ een ontwerp van het besluit aan TenneT TSO B.V. gezonden; - het ontwerp van het besluit heeft van [datum] tot en met [datum] ter inzage gelegen bij [locatie]; - er zijn [aantal] informatieavonden georganiseerd, op [data], waarbij de mogelijkheid werd geboden mondeling zienswijze naar voren te brengen. Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden dit besluit en de andere besluiten gelijktijdig door de minister van EZ bekendgemaakt. Tevens doet de minister van EZ daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huisaan-huisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg. Eerdere insprekers en grondeigenaren en beperkt gerechtigden op die gronden worden apart geïnformeerd. CONCLUSIE Uit het onderzoek, ingesteld naar de bij de ontheffingverlening betrokken belangen, is niet gebleken dat de ontheffing mede gelet op de daaraan te verbinden voorschriften, moet worden geweigerd. BESLUIT Gelet op de bepalingen van de Keur Wegen Waterschap Scheldestromen 2011 besluit het dagelijks bestuur aan TenneT TSO BV, Postbus 718, 6800 AS Arnhem (hierna te noemen de ontheffinghouder ) de gevraagde ontheffing te verlenen voor realisatie van hoogspanningsstation Rilland met bijbehorende hoogspanningsmasten, uitwegen en transportroutes, onder de bij deze beschikking behorende voorschriften. Namens het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen, ing. R. de Nood, Adjunct afdelingshoofd Wegen

4 VOORSCHRIFTEN Voorschriften algemeen 1. De ontheffinghouder meldt het begin van de werkzaamheden tenminste drie werkdagen van tevoren bij de opzichter van de afdeling Wegen, werkgebied Zuid-Beveland, de heer [naam], bereikbaar onder telefoonnummer 088-2461000 (hierna te noemen de opzichter ). 2. De werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden conform de in bovenstaande bij beoordeling opgenomen voorwaarden/maatregelen. 3. Ingeval tijdens de uitvoering blijkt dat het noodzakelijk is dat er wijzigingen aan de hiervoor genoemde werken moeten worden uitgevoerd dienen deze met toestemming van de opzichter te worden gerealiseerd. 4. In het kader van het Besluit bodemkwaliteit mogen alleen gecertificeerde bouwstoffen (ook voor de grondaanvullingen) worden toegepast. 5. Uitkomende grond kan gedurende de werkzaamheden opgeslagen worden in de berm. De eventueel overtollige grond en de voor het aanvullen ongeschikte grond dient te worden afgevoerd door en op kosten van de ontheffinghouder. Tekortkomend aanvullingsmateriaal dient te worden bijgeleverd door de ontheffinghouder en moet voldoen aan het Besluit bodemkwaliteit (grond moet voldoen aan de maximale waarde van de bodemklasse achtergrondwaarde 2000 (=schone grond) met een maximaal percentage bodemvreemd materiaal van 20%). Met instemming van het bevoegd gezag in het kader van het Besluit bodemkwaliteit kan hier onder voorwaarden van afgeweken worden. 6. Het afhakken van boomwortels en takken en het snoeien van bomen, struiken en heggen alsmede het verwijderen van bomen, struiken en heggen is niet toegestaan. In overleg met de opzichter is het uitvoeren van zogenaamde soloboringen onder beplantingen toegestaan. 7. Tijdens en na de uitvoering van het werk mag de afwatering van de verharding niet worden belemmerd. Dit houdt in dat geen materialen op het wegdek mogen worden gedeponeerd. Overtollige materialen dienen uit de berm te worden verwijderd. 8. De ontheffinghouder dient tijdens de uitvoering van de werkzaamheden in overleg met de opzichter maatregelen en voorzieningen te treffen die in overeenstemming dienen te zijn met de CROW-publicatie Beleid, proces en basisinformatie Werk in Uitvoering 96a/96b. De ontheffinghouder moet tijdens en buiten werktijden zorgdragen voor een permanente controle op de getroffen verkeersmaatregelen. 9. De ontheffinghouder draagt er zorg voor dat degenen die zich voor de uitvoering van de werkzaamheden op of langs de betrokken weg bevinden veiligheidskleding dragen. De veiligheidskleding moet zijn uitgevoerd in fluorescerende rood/oranje kleur en in zodanige staat verkeren dat de waarneembaarheid voldoende is gewaarborgd. Bij gebruik bij schemering en duisternis moeten op de kleding retroreflecterende zilverkleurige biezen en strips zijn aangebracht in de vorm van een Romeinse II. 10. Bij de uitvoering van de werkzaamheden is de ontheffinghouder aansprakelijk voor de veiligheid van weggebruikers en wegwerkers. 11. Tussen zonsondergang en zonsopkomst mogen geen ontgravingen worden verricht en geen bekledingen of verhardingen worden opgebroken. 12. Ingeval van optredende gladheid of ingeval van mist, sneeuwval of andere omstandigheden die het zicht tot minder dan 200 meter beperken mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd. Zoveel mogelijk worden bij omstandigheden als hierboven bedoeld maatregelen getroffen die de tijdelijke afzetting overbodig maakt c.q. buiten werking stelt. 13. Indien hierom wordt verzocht dienen door de ontheffinghouder revisietekeningen op een schaal van tenminste 1:1000, waarop de werken duidelijk en nauwkeurig zijn aangegeven, in drievoud aan de afdeling BOWW te worden gezonden. 14. De ontheffinghouder meldt de oplevering van de werken of het beëindigen van de werkzaamheden tenminste vijf werkdagen van tevoren aan de opzichter. 15. Indien de ontheffinghouder een werk waarvoor ontheffing is verleend definitief wil verwijderen, dan maakt ontheffinghouder hier tijdig en schriftelijk melding van aan het waterschap.

5 De werken mogen niet eerder worden verwijderd dan na schriftelijke instemming (onder het stellen van nadere voorschriften) van het waterschap. 16. De werken dienen binnen 12 maanden na verzending van deze ontheffing te zijn voltooid. 17. De werken/voorzieningen worden uitgevoerd en onderhouden op kosten van de ontheffinghouder en conform de aanwijzingen van de opzichter. 18. Indien in het wegenbelang werken opgeruimd, verplaatst e.d. moeten worden, zal dit op kosten van de ontheffinghouder worden gedaan. Voorschriften voor bouwen binnen een afstand van 20 meter langs wegen in beheer bij het waterschap 19. De werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bij de aanvraag overlegde tekening(en). Voorschriften voor het plaatsen van masten en palen, afrasteringen en andere terreinafscheidingen, borden spandoeken, vlaggen of andere voorwerpen 20. De afmetingen van de ontgraving mogen niet groter zijn dan strikt noodzakelijk is. 21. Het vrije uitzicht van bestuurders en andere weggebruikers mag door het plaatsen van de verkeersborden die geplaatst worden in verband met uitvoering wegwerkzaamheden niet worden belemmerd. 22. De verkeersborden dienen te worden geplaatst op een afstand van minimaal 1 meter uit de zijkant van de wegverharding en minimaal 0,6 meter uit de zijkant van een fietspad of ander pad. 23. De locatie dient in overleg met de opzichter te worden bepaald. De locatie dient minimaal 1 meter rondom en minimaal 0,6 meter bij een fietspad, rondom de verkeersborden vrij te worden gehouden, zodat het onderhoud van de wegbermen ongehinderd en schadevrij kan worden uitgevoerd. Alle schade welke ontstaat door het niet vrijhouden wordt hersteld op kosten van de ontheffinghouder. 24. Na het plaatsen van de verkeersborden dient de ontgraving met de uitgekomen grond of het aanvullingsmateriaal te worden aangevuld en verdicht. Aangevuld dient te worden in lagen van maximaal 0,25 meter. De verdichting van het materiaal dient plaats te vinden door middel van stampen op een zodanige manier dat een voldoende verdichting wordt bereikt. Bij het aanvullen dient ervoor te worden gezorgd dat de verschillende materiaalsoorten zoveel mogelijk op hun oorspronkelijke plaats terugkomen. 25. Daar waar de bovenlaag oorspronkelijk uit een grasmat bestond dient de aanvulling met levende graszoden te worden afgedekt, of de bovenlaag te worden aangevuld en te worden ingezaaid met graszaad. 26. De ontheffinghouder dient in overleg met de opzichter de aangevulde ontgraving over de volle lengte en breedte gedurende een jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden te onderhouden op eigen kosten. Bij het eindigen van de onderhoudstermijn mogen geen bermvreemde materialen boven de ontgraving voorkomen. Voorschriften voor het maken/wijzigen van (een) wegaansluiting(en) 27. Het onderhoud van de uitweg inclusief bermverharding berust bij de ontheffinghouder. Het onderhoud van eventuele boom- en struikbeplanting berust bij het waterschap 28. Wanneer een uitweg wordt verwijderd dient deze volledig te worden verwijderd. De wegberm en de eventuele wegsloot ter plaatse van de verwijderde uitweg dienen in de oorspronkelijke toestand te worden opgeleverd. 29. De afmetingen van de ontgraving mogen niet groter zijn dan strikt noodzakelijk is. 30. De uitweg mag niet hoger worden aangelegd dan de aansluitende wegberm ter plaatse zodat een goede afwatering van de verharding is gegarandeerd. 31. Indien de wegas lager is gelegen dan het aangrenzende perceel waarvoor ontsluiting is aangevraagd, dient door en op kosten van de ontheffinghouder een molgoot van beton of straatwerk te worden aangebracht ten behoeve van de afvoer van het van de weg en eventueel uitweg afkomstige water. In overleg met de opzichter dient de gootconstructie op een aanliggende sloot te worden aangesloten.

6 32. De verhardingsbreedte van de uitweg mag: bij een uitweg van een woonhuis: maximaal 4 meter; bij een uitweg van een bedrijfsontsluiting/landbouwperceel: maximaal 9 meter; bij een gecombineerde uitweg van meerdere bedrijfsontsluitingen/landbouwpercelen: maximaal 15 meter, bedragen. 33. De aansluiting op de weg wordt gemaakt volgens de principeschets hiernaast. Afhankelijk van de bermbreedte wordt deze minimaal 1 meter en maximaal 3 meter breder dan de verhardingsbreedte van de uitweg (hoek van 1 op 1). 34. De verharding van de uitweg moet bestaan uit een open steenfundering, een klinkerverharding of asfalt. Het waterschap bepaalt welk type verharding op de uitweg wordt aangebracht. Het type verharding is afhankelijk van het gebruik van de uitweg. Aan beide zijden van dit verharde gedeelte (tussen de insteek van de sloot en de verharding) dient een niet verharde berm van 0,50 meter breed te worden gemaakt. De fundering bij een klinkerverharding dient te bestaan uit een slakken- of puinfundering (dik respectievelijk 25 en 30 centimeter, na verdichting) met een stellaag zand. De fundering bij een asfaltverharding dient te bestaan uit een zandbed (dik 50 centimeter, na verdichting) en een slakken- of puinfundering (dik respectievelijk 25 en 30 centimeter, na verdichting). 35. Bij toepassing van een andere verharding dienen door de ontheffinghouder, indien dit door de opzichter noodzakelijk wordt geacht, mantelbuizen te worden aangebracht. 36. Bij het maken van de uitweg dient de eventueel aanwezige struikbeplanting aan weerszijden van de uitweg over een lengte 15 meter, gemeten uit het midden van de uitweg te worden gerooid. Hierbij moeten de bomen worden gespaard en het afkomende hout moet van het weglichaam worden afgevoerd. 37. Boom- en struikbeplanting die in de weg staat, wordt door het waterschap en voor rekening van de ontheffinghouder gerooid, afgevoerd en gecompenseerd door herinplant op grond van de Boswet. De tarieven per boom en per m2 bosplantsoen worden jaarlijks op basis nacalculatie door het waterschap vastgesteld. 38. Een eventueel door de ontheffinghouder te maken afscheiding mag niet op de uitweg worden geplaatst. Indien een draaibaar hek als afscheiding wordt geplaatst dient het hek uitsluitend in de richting van het betreffende perceel te kunnen worden geopend. 39. Indien op de uitweg landbouwproducten en/of andere materialen tijdelijk worden opgeslagen dient een strook van 1,80 meter te worden opengelaten tussen de zijkant van de wegverharding en de landbouwproducten en/of andere materialen. 40. Direct na oplevering van de werkzaamheden dienen de uitwegen en bouwwegen te worden verwijderd en de situatie teruggebracht te worden in de oorspronkelijke staat.

7 MEDEDELINGEN Behorend bij ontheffing documentnummer: 20150011423 Zienswijzen Zienswijzen over het ontwerp van het besluit kunnen worden ingediend bij: Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Station Rilland Postbus 248 2250 AE Voorschoten Controle De ontheffinghouder moet aan medewerkers van het waterschap die belast zijn met de controle op de uitvoering van het werk waarvoor ontheffing is verleend, vrije toegang verlenen tot alle plaatsen waar de werkzaamheden worden verricht. Daarbij worden alle ter zake gewenst inlichtingen door of namens de ontheffinghouder verstrekt. Rechtsopvolging De ontheffing geldt tevens voor de rechtsopvolgers van de vergunninghouder. Van iedere overgang van de ontheffing naar rechtsopvolgers moet binnen vier weken mededeling worden gedaan aan het dagelijks bestuur van het waterschap. Privaatrechtelijke toestemming Zo nodig zal het waterschap de ontheffinghouder benaderen teneinde de privaatrechtelijke aspecten verbonden aan het gebruik van deze ontheffing te regelen. Inzage ontheffing Het originele exemplaar van deze ontheffing met bijbehorende tekening moet steeds aan de ambtenaar van het waterschap op zijn verzoek kunnen worden getoond. Intrekking ontheffing Op grond van artikel 14, tweede lid, onder d van de Keur wegen waterschap Scheldestromen kan het dagelijks bestuur van het waterschap de ontheffing geheel of gedeeltelijk intrekken, indien gedurende een aaneengesloten periode van drie jaar geen gebruik is gemaakt van de ontheffing of van de werken die daarin worden toegestaan. Indien de noodzaak waarvoor de ontheffing is verleend komt te vervallen, kan het dagelijks bestuur van het waterschap de ontheffing intrekken en dient het vergunde te worden opgeruimd of te worden verwijderd. Indien hetgeen waarvoor reeds ontheffing is verleend moet worden vervangen dan dient een nieuwe ontheffing te worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag wordt dan getoetst aan de dan geldende regelgeving en het dan geldend beleid.