Verkennend Natuurwaardenonderzoek De Loorenhof

Vergelijkbare documenten
Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Notitie flora en fauna

Notitie Natuurwetgeving Het Lippert

memo datum: 22 juli 2011

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Notitie quickscan Flora en fauna

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

Nieuwe bedrijfslocaties

6 Flora- en fauna quickscan

Vleermuisonderzoek Kildijk

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Notitie Quickscan flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Briefrapport. Globale ligging plangebied AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Oldenzaal t.a.v. de heer F. van Es. datum: 23 november 2011

P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Vereniging Centraal Wonen Driebergen (ECWD) S.W. de Groot De Kievit PL DRIEBERGEN

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Actualiserende Quick scan/natuurtoets Flora en Faunawet. Ten behoeve van bebouwing en aanleg smalspoor Arend Baanstraat 110.

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Quickscan flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Verkennend natuuronderzoek woningbouw Zetten

Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Briefrapport. Stichting Interakt Contour Groep, t.a.v. dhr. C.H. de Groot

Busbaan langs de Kruisvaart

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Onderzoek flora en fauna

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Onderzoek flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Onderzoek flora en fauna

Quickscan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Oikia advies t.a.v. S. Rambags. datum: 2 januari quick scan flora en fauna

Onderzoek beschermde natuurwaarden Basisschool De Kameleon Tamboerstraat 4 te Goirle

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

/ Stadhuisplein, Veghel

Bijlage. Bodemonderzoek

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport

Notitie quickscan beschermde soorten NRE-terrein te Eindhoven

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Scan natuurwaarden Nuland Oost

Groene Wetering, Gouderak

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Notitie flora en fauna Voordeldonk ongenummerd Familie Klaus, gemeente Asten 2011

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Quickscan Natuur. Ter plaatse van de voormalige Drusushoeve. Definitief. Nouville Ontwikkeling BV Postbus AB Heerlen

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Quickscan natuurtoets Rietzangerstraat 1, Amersfoort. Beoordeling van effecten op wettelijk beschermde natuurwaarden. Lidl Nederland GmbH.

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Verkennend natuuronderzoek locatie Hobbemakade

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Transcriptie:

Verkennend Natuurwaardenonderzoek De Loorenhof Verkennend natuurwaardenonderzoek in het kader van de Flora- en faunawet betreffende de hoogstam-fruitboomgaard De Loorenhof aan de Doom in Welten, Heerlen Datum: 12-12-2013 In opdracht van Gemeente Heerlen en Stichting De Loorenhof Opgesteld door: Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg

Inhoud Inleiding... 2 Aanleiding en doel... 2 Plangebied... 3 Ligging... 3 Huidige inrichting... 4 Toekomstige ontwikkelingen... 5 Natuurbeleid... 6 Flora- en faunawet... 6 Ecologische hoofdstructuur, Provinciaal niveau en Locaal beleid... 7 Bestaande natuurwaarden... 7 Gegevens... 8 Flora... 8 (Mogelijk) voorkomen beschermde soorten... 8 Mogelijke effecten op aangetroffen beschermde flora... 9 Maretak... 9 Wilde Marjolein en Rapunzelklokje... 9 Fauna... 9 (Mogelijk) voorkomen van beschermde soorten... 9 Mogelijke effecten op aangetroffen beschermde fauna... 10 Eekhoorn (Sciurus vulgaris)... 10 Steenmarter (Martes foina)... 10 Vogels... 10 Alpenwatersalamander... 10 Vleermuizen... 10 Conclusies en aanbevelingen... 12 Conclusies... 12 Aanbevelingen... 12

Inleiding Aanleiding en doel Bij de planning van ruimtelijke ontwikkelingen schrijft de natuurwetgeving voor om een inschatting te maken van de effecten van de ruimtelijke ingreep op de natuurwaarden van het plangebied. Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg (Stichting IKL) is gevraagd om een dergelijke inschatting te maken voor een ruimtelijke ingreep in de gemeente Heerlen. Hiermee wordt het functioneel bakhuis De Loorenhof in de wijk Welten terug gebracht. Daarmee wordt getracht de cultuurhistorische waarden van de wijk Welten te verhogen en een educatieve en maatschappelijke functie voor de buurtbewoners te creëren. Daarnaast is het een aanvulling op de landschappelijke- en cultuurhistorische waarden van de hoogstam-fruitboomgaard. De gemeente Heerlen heeft aangegeven dat voor de realisatie van dit plan een omgevingsvergunning en ruimtelijke onderbouwing vereist is. Daarnaast heeft de gemeente aangegeven dat een verkennend natuurwaardenonderzoek in het kader van de Flora- en faunawet nodig is, dat onderdeel uitmaakt van deze ruimtelijke onderbouwing. Aan de hand van bestaande informatie en een verkennend veldbezoek is een inschatting gemaakt van de natuurwaarden van het plangebied en is een inschatting gemaakt van de effecten op de natuurwaarden als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling. Hierbij heeft alleen een toetsing aan de Flora- en faunawet plaatsgevonden. Er is alleen gekeken naar het (mogelijk) voorkomen van beschermde soorten en de daaraan gebonden implicaties voor de ruimtelijke ingreep. 2

Plangebied Ligging Het plangebied ligt in de gemeente Heerlen. De wijk Welten, waarin de stichting Loorenhof en de hoogstam-fruitboomgaard gevestigd is, ligt in zuidwestelijk Heerlen (zie afbeelding 1). Het aanliggende park, tevens het dal van de Geleenbeek, tussen de Keulseweg en De Doom is in beschouwing genomen voor dit natuurwaardenonderzoek. Dit wordt gedaan omdat de hoogstam-fruitboomgaard in directe verbinding staat met het park, waardoor er een vrije migratie plaats kan vinden van dieren tussen de boomgaard en het park. Afbeelding 1: Locatie plangebied 3

Huidige inrichting Het plangebied ligt ingeklemd in het stedelijk gebied van Heerlen. Het gebied wordt aan drie zijden omgeven door bebouwing. De oostelijke begrenzing wordt gevormd door de N281. Het gebied bestaat uit een hoogstam-fruitboomgaard in een parkachtige omgeving met poelen, bosschages met voornamelijk wilgen (Sali sp.), populieren (Populus sp.), eik (Quercus sp.), enkele acacia s (Robinia sp.) en berken (Betula sp.). In de hoogstamfruitboomgaard staat voornamelijk walnoot (Juglans sp.), kersen- (Prunus sp.), tamme kastanje- (Castanea sp.), appel- (Malus sp.), en perenbomen (Pyrus sp.). Er is ook een poel aanwezig in de hoogstam-fruitboomgaard (zie afbeelding 2). Afbeelding 2: Afbeelding hoogstam-fruitboomgaard met de poel op het terrein 4

Toekomstige ontwikkelingen De plaatsing van het bakhuis zal plaatsvinden in de hoogstam-fruitboomgaard zelf. Hierdoor zal het omliggende onderzoeksgebied niet veranderen. Het bakhuis wordt op een platform, op enkele meters van de bebouwing in de hoogstam-fruitboomgaard geplaatst (zie afbeelding 3 en 4). Voor de inpassing van het bakhuis moeten mogelijk enkele bomen worden gesnoeid of moet een kersenboom gekapt worden. Het totale bakhuis, inclusief platform zal ongeveer 10m. bij 9m. bij 4m. groot zijn (lbh). Totale bedekkende oppervlakte bedraagt 95.6m2. Het bakhuis zal niet intensief gebruikt worden. Afbeelding 3: De eigenlijke locatie van de ruimtelijke ingreep. Afbeelding 4: 3D schets van het te realiseren bakhuis 5

Natuurbeleid Flora- en faunawet De Flora- en faunawet is in werking sinds 1 april 2002 en voorziet in de wetmatige bescherming van inheemse flora en fauna. De wet integreert de bepalingen uit de vroegere Jacht-, Vogel- en de Natuurbeschermingswet. Daarnaast bevat het delen van de Europese regelgeving uit de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Flora- en faunawet gaat uit van een nee, tenzij principe wat inhoudt dat voor beschermde soorten planten en dieren negatieve ontwikkelingen alleen kunnen worden uitgevoerd wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Alle maatregelen die in potentie schadelijk zijn voor de aanwezige beschermde soorten zijn dus verboden. In de Flora- en faunawet zijn verschillende tabellen opgenomen, die bepalend zijn voor de mate van bescherming. Voor Tabel 1 soorten geldt een lichte maat van bescherming. Voor Tabel 2 soorten geldt een matig beschermingsregime en Tabel 3 soorten kennen het zwaarste beschermingsregime. Alle vleermuizen en vogels zijn automatisch opgenomen in Tabel 3 van de Flora- en faunawet. De overige groepen (reptielen, amfibieën, insecten, zoogdieren en planten) zijn verdeeld over de tabellen en verschillen dus in beschermingsstatus. Dit houdt in dat voor ruimtelijke ingrepen waarbij soorten van Tabel 2 of Tabel 3 zijn aangetoond of mogelijk voorkomen, maatregelen getroffen moeten worden. Dit kan in de vorm van een ontheffing of het volgen van de gedragscode Flora- en faunawet voor de bouw en ontwikkelsector tijdens het uitvoeren van de ruimtelijke ingreep. Ten aanzien van beschermde soorten die in Tabel 1 zijn opgenomen geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen alleen de algemene zorgplicht. Deze soorten worden daarom in het onderstaande verder buiten beschouwing gelaten. 6

Ecologische hoofdstructuur, Provinciaal niveau en Locaal beleid Het plangebied ligt zoals beschreven in het stedelijk gebied van Heerlen. Zoals afgebeeld op afbeelding 5 ligt het gebied ruim buiten omliggende beschermde gebieden. Zodra een gebied binnen een beschermd gebied valt moet bij de ruimtelijke ingreep rekening gehouden worden met de werkwijze en wetgeving rondom het opereren in het betreffende beschermde gebied. Het huidige plangebied behoort niet tot de Ecologische Hoofdstructuur, Natura2000 of Nationale Landschappen. Gezien het kleinschalige karakter van de ingreep en toekomstige gebruik, zijn er geen negatieve effecten op de natuurwaarden in de genoemde gebiedscategorieën te verwachten. Afbeelding 5: Plangebied (rood) met omliggende Natura2000 gebieden (donker oranje), EHS gebieden (groen) en Nationale Landschappen (licht oranje) 7

Bestaande natuurwaarden In dit hoofdstuk zullen de verschillende natuurwaarden verkregen uit de NDFF (Nationale Databank Flora en Fauna) en het veldbezoek besproken en geëvalueerd worden. De effecten van de ruimtelijke ingreep op zowel voorkomende als mogelijk voorkomende flora en fauna wordt besproken en geëvalueerd. Gegevens Ten behoeve van de inschatting op de aanwezige natuurwaarden is gebruik gemaakt van de aanwezige waarnemingen van beschermde flora en fauna uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Het plangebied waarbinnen de waarnemingen zijn opgevraagd is weergegeven in afbeelding 6. In aanvulling daarop heeft er een veldbezoek plaatsgevonden waarbij op basis van een epert judgement een inschatting is gemaakt van de geschiktheid van het gebied voor bijzondere beschermde soorten planten en dieren (tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet). Het veldbezoek is in november uitgevoerd en betreft nadrukkelijk geen inventarisatie van beschermde planten en dieren. Flora De hoogstam-fruitboomgaard bestaat uit walnoot, kersen-, tamme kastanje-, appel-, en perenbomen. De Afbeelding 6: Locatie ruimtelijke ingreep (rode boomgaard staat op begraasd, voedselrijk en cirkel) in het onderzochte plangebied. De hoogproductief agrarisch grasland. De hoogstamfruitboomgaard is omringd door meidoornheggen beschermde flora en fauna (NDFF, 2013) groene stippen zijn waarnemingen van (Crataegus sp.) met wat meer verruigd grasland en langs de omliggende paden voornamelijk knotwilgen. Door de ruimtelijke ingreep staat de kap van een enkele kers gepland of het snoeien van 4 verschillende bomen om zo ruimte te creëren om het bakhuis tussen vier verschillende bomen te plaatsen. (Mogelijk) voorkomen beschermde soorten De enige beschermde plantensoort waarvan waarnemingen uit het plangebied in de NDFF zijn opgenomen is de maretak (Viscum album) (tabel 2). Er zijn in het plangebied grote dichtheden van maretak aanwezig in voornamelijk populieren. Gezien het voedselrijke karakter van het grasland waarop de ruimtelijke ingreep plaats zal vinden, biedt dit weinig perspectief voor beschermde plantensoorten. Beschermde soorten die algemeen in de regio voorkomen zijn wilde marjolein (Origanum vulgare) en Rapunzelklokje (Campanula rapunculus). 8

Mogelijke effecten op aangetroffen beschermde flora Onderstaand worden de soorten besproken die in Tabel 2 of Tabel 3 van de Flora-en faunwet staan. Bij een ruimtelijke ingreep zoals deze moet rekening gehouden worden met deze soorten. Voor soorten van Tabel 1 bestaat alleen een zorgplicht. Eerst zullen de soorten besproken worden waarvan waarnemingen uit het studiegebied bekend zijn (gemeld bij de NDFF), waarna de mogelijk voorkomende soorten aan bod komen. Maretak De maretak is aanwezig in het plangebied maar in de bomen die eventueel gesnoeid of gekapt moeten worden zijn geen maretakken aanwezig, zodat voor deze soort geen negatieve effecten te verwachten zijn als gevolg van de plaatsing van het bakhuis. Wilde Marjolein en Rapunzelklokje De locatie waar het bakhuis wordt geplaatst is door het voedselrijke karakter en de reguliere (agrarische) begrazing ongeschikt voor deze soorten. Het is dan ook niet aannemelijk dat deze soort aanwezig is in het plangebied. Hierdoor zijn de effecten van de ruimtelijke ingreep op deze twee soorten nihil. Fauna In bijlage I is de tabel terug te vinden waar alle gemelde soorten zijn weergegeven. Hierbij is direct aangegeven tot welke tabel in de Flora- en faunawet de soort behoort en is de Rode lijst status van de soort weergegeven. Daarnaast zijn de soorten gemarkeerd die vanuit weten regelgeving dusdanig beschermd zijn dat er rekening mee moet worden gehouden tijdens de uitvoering van de ruimtelijke ingreep. Daarbuiten zijn alle opgenomen vogels die in de tabel genoemd worden ook beschermd (Tabel 3 Flora- en faunawet). (Mogelijk) voorkomen van beschermde soorten Voornamelijk het voorkomen van vleermuizen is in het gebied niet uit te sluiten. Omdat stedelijke gebieden slechts weinig worden geïnventariseerd zijn de gegevens in de NDFF in dergelijke gebieden vaak ver van compleet. Daardoor moet er rekening gehouden worden met het mogelijk voorkomen van enkele soorten. Alle vleermuizen zijn opgenomen in Tabel 3 van de Flora- en faunawet. Daarnaast is het gebied door de vele poelen in de buurt geschikt geacht voor de alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris). Verder is het voorkomen van vogels in de boomgaard niet uit te sluiten. Alle vogels behoren in de Flora- en faunawet tot tabel 3 waardoor ze onder het zwaarste beschermingsregime vallen. De nestplaatsen van alle vogels zijn daarbij ook beschermd gedurende het broedseizoen (15 maart- 1 augustus). Alleen nesten van roofvogels, spechten en uilen zijn jaarrond beschermd. 9

Mogelijke effecten op aangetroffen beschermde fauna Eekhoorn (Sciurus vulgaris) De eekhoorn gebruikt in alle waarschijnlijkheid de hoogstam-fruitboomgaard als foerageergebied. Er staan enkele tamme kastanjes en walnoten die mogelijk voedsel bieden voor de eekhoorn. In de bomen die eventueel gesnoeid of gekapt moeten worden zijn geen eekhoornnesten aangetroffen. Gezien de beperkte omvang van de voorgenomen werkzaamheden zijn de te verwachten effecten op eventueel aanwezige eekhoorns verwaarloosbaar. Steenmarter (Martes foina) De steenmarter is ook bekend uit het gebied. Hoewel de soort zich waarschijnlijk ophoudt langs de randen van de bebouwing kan hij de hoogstam-fruitboomgaard als foerageergebied gebruiken door het voedselaanbod, zoals muizen. Met de opname van een kleine zolder in het bakhuis is het zelfs mogelijk de steenmarter meer kansen te geven in het gebied door het vergroten van mogelijke verblijfplaatsen. Vogels Er zijn geen bomen gevonden in de boomgaard met spleten of holen. Daardoor is het broeden van spechten rondom de bestemde plaats van het bakhuis uit te sluiten. De algemene verspreiding van de soorten in combinatie dat er op het terrein nestkasten voor steenuil (Athene noctua) en torenvalk (Falco tinnunculus) zijn opgezet maakt mogelijk dat deze soorten binnen het plangebied kunnen broeden. De eigenlijke werkzaamheden moeten daarom buiten het broedseizoen plaatsvinden en de nestkasten mogen niet beschadigd, verwijderd of verplaatst worden. Gezien de kleine schaal van de ruimtelijke ingreep wordt het effect hiervan op vogels (zolang het uitgevoerd wordt buiten het broedseizoen) als klein beschouwd. Alpenwatersalamander De alpenwatersalamander heeft in het gebied goede kansen. De soort komt algemeen in Zuid-Limburg voor en is weinig kritisch ten opzichte van het leefgebied. Gezien de inrichting van het plangebied met bosschages, poelen en ruigtes kan niet worden uitgesloten dat er in de omgeving een populatie alpenwatersalamanders aanwezig is. Daarnaast is het gezien de verspreidingsgegevens ook aannemelijk dat de soort er voorkomt (valt binnen bekende 5km. hokken). Gezien de beperkte omvang van de voorgenomen werkzaamheden en omdat er geen poelen in de directe omgeving (dichtstbijzijnde poel ligt op ~50m.) van de beoogde locatie van het bakhuis liggen, zijn er voor eventueel aanwezige alpenwatersalamanders geen negatieve effecten te verwachten. Vleermuizen Hoewel vaak onopgemerkt en vermoedelijk daardoor ook niet aanwezig in de database van de NDFF zijn vleermuizen doorgaands wel aanwezig in het stedelijk gebied. Gezien het gebied en verspreiding van de verschillende soorten is de mogelijkheid dat de watervleermuis (Myotis daubentonii), gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus), gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii), laatvlieger (Eptesicus serotinus) en de rosse vleermuis (Nyctalus noctula) in het gebied voorkomen. Gezien de beperkte omvang van de voorgenomen ingreep zijn er geen negatieve effecten op het eventueel voorkomen van vleermuizen in het gebied te 10

verwachten. Eventueel aanwezige migratieroutes langs rechtlijnige structuren (die door veel vleermuizen geprefereerd worden) worden nauwelijks onderbroken door de kap van een enkele boom of het snoeien van vier bomen. Er vindt geen permanente verlichting van het bakhuis plaats waardoor eventueel aanwezige migratieroutes, evenals foerageergebieden niet verstoord worden. Tot slot zijn er geen spleten en holtes in de kersenboom die mogelijk gekapt moet worden aangetroffen, zodat de aanwezigheid van verblijfplaatsen kan worden uitgesloten. Afhankelijk van de inrichting van het bakhuis, kunnen hier juist verblijfplaatsen gecreëerd worden voor gebouwbewonende soorten zoals de zeer algemene gewone dwergvleermuis. 11

Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelingen aangedragen aan de hand van het bureauonderzoek en veldstudie. Er wordt uitgegaan van de plaatsing van het bakhuis in de hoogstam-fruitboomgaard en de kap van een enkele kers in deze boomgaard. Conclusies Voor de aanwezige soorten met een beschermingsstatus van Tabel 2 of Tabel 3 (maretak, eekhoorn, steenmarter) wordt voor de eekhoorn en de steenmarter het effect van de ruimtelijke ingreep als klein beschouwd. Voor de maretak wordt het effect van de ruimtelijke ingreep als nihil beschouwd. Voor de vermoedelijk aanwezige soorten met een beschermingsstatus van Tabel 2 of Tabel 3 (alle vogels, alpenwatersalamander, watervleermuis, gewone grootoorvleermuis, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis, wilde marjolein en rapunzelklokje wordt het effect van de ruimtelijke ingreep als klein beschouwd. In het kader van de Flora- en faunawet worden geen belastende bevindingen gedaan en wordt het algehele effect van deze ruimtelijke ingreep op de beschermde soorten als klein beschouwd. Aanbevelingen Gezien de aard en duur van deze ruimtelijke ingreep worden op basis van de Gedragscode Flora en Fauna voor de bouw en ontwikkelsector de volgende aanbevelingen gemaakt: 1. Opereren buiten het broedseizoen Het natuurbeleid van Nederland schrijft voor dat alle vogels wettelijk beschermd zijn onder de Flora- en faunawet, in het bijzonder gedurende het broedseizoen. Verstoring, wegvangen, vernietiging, doden, bejagen of verwonden van deze soorten of van hun nesten is verboden zonder een daarvoor opgestelde ontheffing. Gezien de nesten die gevonden zijn in de hoogstam-fruitboomgaard en het omliggende gebied wordt de verstoring van broedvogels in het gebied als hoog beschouwd. Daardoor wordt aanbevolen de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaats te laten nemen. Hierdoor neemt het effect van de ruimtelijke ingreep op broedvogels af. De minst kwetsbare periode voor broedvogels is tussen half augustus en half februari. Rekening nemend met de overige aanwezige soorten is de periode tussen begin september en het eind van oktober de meest geschikte periode om de werkzaamheden uit te voeren. 12

2. Zorgplicht Voor de genoemde soorten en overige soorten in Tabel 1 van de Flora- en faunawet geldt een algemene zorgplicht. Dit houdt in dat een ieder met voldoende zorg opereert rondom en in de natuur met wild levende dieren en planten. Mocht het handelen nadelige gevolgen hebben voor flora en fauna moet dit handelen achterwege gelaten worden of dienen maatregelen genomen te worden om deze gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Het wordt aanbevolen deze zorgplicht te allen tijde tijdens het plannen en uitvoeren van de werkzaamheden in acht te nemen. 13

Bijlage Soort Rode Lijst FF1 FF2 FF3 Appelvink Boomklever Boomkruiper Boomvalk Kwetsbaar Bosrietzanger Bosuil Bruine kikker Buizerd Eekhoorn Thans niet bedreigd Ekster Fuut Geelgors Gewone pad Gierzwaluw Glanskop Grauwe Vliegenvanger Gevoelig Groene kikker-comple Groene specht Kwetsbaar Grote Bonte Specht Grote Gele Kwikstaart Grote Lijster Haas Holenduif Huiszwaluw Gevoelig Ijsvogel Gevoelig Kneu Kokmeeuw Kwakeend 14

Kuifeend Soort Rode Lijst FF1 FF2 FF3 Maretak Matkop Gevoelig Meerkoet Overloper Ooievaar Gevoelig Pestvogel Putter Sijs Slechtvalk Gevoelig Slobeend Kwetsbaar Sperwer Spotvogel Gevoelig Spreeuw Steenmarter Stormmeeuw Torenvalk Vuurgoudhaan Waterhoen Wilde Eend Winterkoning Witgat Zwarte Roodstaart 15