- verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

Vergelijkbare documenten
kennis op bachelorniveau op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

De onder artikel 2.1, lid 1, genoemde kennis, inzicht en vaardigheden kunnen onder. Opleidingsspecifieke deel OER MA Geschiedenis

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Opleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

2. Voor het onderscheiden programma Kunstgeschiedenis van de opleiding Kunst- en

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Opleidingsspecifiek deel MA Italiaanse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht sinds 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Opleidingsspecifiek deel MA Religie en theologie. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Literatuur Vandaag indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Literatuur Vandaag indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Voor studenten die het programma volgen met het oog op een taalspecifieke aantekening geldt daarnaast:

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Neerlandistiek CROHO 60849

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op Taalwetenschap. Van de major dienen

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap

1. De opleiding wordt in het Frans en Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Opleidingsspecifieke deel OER BA Media en cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Opleiding / programma: BA Taal- en cultuurstudies. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Transcriptie:

Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Geschiedenis - History / Cultuurgeschiedenis van modern Europa (voorheen Cultuurgeschiedenis, also available as English EER), Geschiedenis van Politiek en (voorheen Politiek en in Historisch Perspectief, also available as English EER) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Per 1 september 2016 is het niet meer mogelijk te beginnen aan het programma Politiek en in Historisch Perspectief. Studenten die vóór 1 september 2016 gestart zijn, zullen de nieuwe naam op hun diploma vermeld krijgen. 1. Voor toelating tot de opleiding Geschiedenis komt in aanmerking de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden: a) algemene historische kennis en kennis van historiografische tradities op bachelor-niveau; b) kennis op bachelor niveau en inzicht op het gebied van een van de programma s binnen de masteropleiding Geschiedenis; c) basiskennis van de wetenschapsfilosofie van de geesteswetenschappen; d) de vaardigheid om zelfstandig historisch onderzoek op gevorderd (bachelor-) niveau uit te voeren, gebaseerd op primair bronnenmateriaal; e) de communicatieve vaardigheden, het initiatief en het vermogen tot samenwerken nodig om met succes een stage of ander praktijkonderdeel binnen het programma te kunnen volgen; f) een goede vaardigheid in het lezen van academische teksten; g) een hoog niveau van schrijfvaardigheid in het Nederlands of Engels. 2. Voor de programma s van de opleiding geldt, dat in het kader van het in het eerste lid bepaalde, aan de volgende toelatingsvoorwaarden moet zijn voldaan: Programma Geschiedenis van Politiek en : Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Geschiedenis van Politiek en indien men aantoont te beschikken over de navolgende competenties: - kennis op bachelor niveau van en inzicht in concepten en theorieën gehanteerd in de politieke, sociale of economische geschiedenis, dan wel van concepten en theorieën gehanteerd in de politieke wetenschappen, sociologie, bestuurs- en organisatiekunde of economie, die instrumenten bieden voor een analytische benadering van historische ontwikkelingen; - aantoonbare interesse in politieke en maatschappelijke vraagstukken. Programma Cultuurgeschiedenis van modern Europa: Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Cultuurgeschiedenis van modern Europa indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: - verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis; 3. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: a) motivatie en talent (mede op basis van GPA en studievoortgang); b) niveau van de relevante kennis en van de beheersing van methoden & technieken 1

uit het betreffende vakgebied; c) algemeen academisch denk- en werkniveau; d) beheersing van de in het programma gehanteerde taal of talen. Aan de hand hiervan wordt bezien of betrokkene in staat geacht wordt om het masterprogramma met goed gevolg af te ronden binnen de nominale duur. 2.3 Toelatingsprocedure 1. De toelating tot de opleiding en de onderscheiden programma s is opgedragen aan de Toelatingscommissie 60 en 90 EC master programma s van de Utrecht Graduate School of Humanities, kamer Masteropleidingen (MA en RMA). 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 3. Met het oog op de toelating tot een programma van de opleiding onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor in art. 2.1 gestelde voorwaarden. De commissie oordeelt bij haar onderzoek over de in artikel 2.1, derde lid genoemde kerncompetenties van de kandidaat, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. Op basis hiervan komt de toelatingscommissie tot een oordeel over de geschiktheid van de kandidaat om met voldoende inspanning binnen de daarvoor gestelde tijd de eindkwalificaties van het masterprogramma te kunnen halen. 4. Er vindt een rolling admission plaats tussen 1 oktober en 1 juni.. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt vóór 1 juni ingediend bij de toelatingscommissie. Buitenlandse studenten die zich willen aanmelden voor een studiebeurs of een vroege verklaring van toelating nodig hebben, dienen zich vóór 1 december aan te melden. 6. De toelatingscommissie beslist binnen een termijn van 4 weken vanaf het moment dat het dossier compleet binnen is. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. 7. De kandidaat ontvangt per e-mail een bewijsstuk van de toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 3.1 Doel van het programma Met de opleiding wordt beoogd de student in staat te stellen om: gespecialiseerde kennis, vaardigheid en inzicht te ontwikkelen op het gebied van de geschiedenis van politiek en maatschappij, resp. op het gebied van de cultuurgeschiedenis, en de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid te bereiken; zich voor te voorbereiden op de beroepsuitoefening gerelateerd aan de geschiedenis van politiek en maatschappij, resp. de cultuurgeschiedenis; zich voor te bereiden op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van de geschiedenis van politiek en maatschappij of op het gebied van de cultuurgeschiedenis. Cultuurgeschiedenis van modern Europa: De afgestudeerde: heeft diepgaande kennis van en inzicht in de moderne cultuurgeschiedenis van Europa in relatie met de niet-westerse wereld; heeft een grondige kennis van zowel de theorie als de methodologie van de moderne Europese cultuurgeschiedenis; heeft de academische vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van de moderne Europese cultuurgeschiedenis te signaleren, formuleren, analyseren 2

en eventuele oplossingen aan te dragen; heeft de professionele vaardigheden om onderzoek op cultuurhistorische vraagstukken uit te voeren en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke academische normen; is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Geschiedenis van Politiek en : De afgestudeerde: heeft diepgaande kennis van en inzicht in het vakgebied geschiedenis, in het bijzonder in de oorsprong en ontwikkeling van politieke en maatschappelijke instituties vanaf de late Middeleeuwen tot de huidige tijd, en de invloed die dergelijke instituties hebben op sociale verhoudingen, politieke systemen, economische welvaart en individueel en collectief welzijn; heeft een grondige kennis van de belangrijkste theorieën en methoden die worden gebruikt om oorsprong, ontwikkeling en effecten van instituties te analyseren en is in staat om kritisch te reflecteren op deze theorieën en methoden; heeft de academische vaardigheid om relevante onderzoeksvragen te ontwikkelen over de oorsprong, ontwikkeling en effecten van instituties vanuit een langetermijn en vergelijkend perspectief, om zelfstandig dergelijk onderzoek uit te voeren op gevorderd niveau en om daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen; heeft de professionele vaardigheid om zelfstandig politieke en maatschappelijke problemen te signaleren en te analyseren vanuit een historisch perspectief, en om op basis van deze analyse scenario s en instrumenten te ontwikkelen die een bijdrage leveren aan de oplossing van deze problemen; is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. 3.2 Vorm van de opleiding De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd. 3.3 Taal waarin de opleiding wordt verzorgd 1. Beide programma s worden in het Nederlands en in het Engels aangeboden. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de Nederlandstalige programma s in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de student of docent daartoe noodzaakt of als het onderdeel als zodanig geprogrammeerd is. 3.6.1 Samenstelling programma s De onderscheiden programma s omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Cultuurgeschiedenis van modern Europa: Kerncurriculum Cursorisch onderwijs Verplicht 2 EC Keuzecursussen Cursorisch onderwijs Verplichte 10 EC Praktijkonderdeel Stage of practicum Verplichte 10 EC Onderzoeksproject Scriptie Verplicht 1 EC Een gekwalificeerd, individueel afstudeertraject (bijzondere stages, cursussen in het buitenland), dat het profiel van de master versterkt kan ter goedkeuring voorgelegd worden 3

aan de mastercoördinator en de examencommissie. Geschiedenis van Politiek en : Kerncurriculum Cursorisch onderwijs Verplicht 20 EC Keuzecursussen Cursorisch onderwijs Verplichte 10 EC Praktijkonderdeel Stage of practicum Verplichte 1 EC Onderzoeksproject Scriptie Verplicht 1 EC Een gekwalificeerd, individueel afstudeertraject (bijzondere stages, cursussen in het buitenland), dat het profiel van de master versterkt kan ter goedkeuring voorgelegd worden aan de mastercoördinator en de examencommissie. 4

Onderwijsprogramma Cultuurgeschiedenis van modern Europa (60 EC): Kerncurriculum (2 EC) Cultuur Begrijpen 1 Nederlands/Engels Public History en Werelderfgoed 1 Nederlands/Engels Europese Beschaving 10 1-2 Nederlands/Engels Hedendaagse Cultuurhistorici 3-4 Nederlands/Engels Keuzecursussen Cultuurgeschiedenis van modern Europa (10 EC) Keuzecursus 1 2 Nederlands Keuzecursus 2 2 Nederlands Keuzecursus 3 2 Engels Keuzecursus 4 2 Engels De gespecificeerde cursusomschrijvingen zijn op de website te vinden. Praktijkonderdeel (10 EC) Cursusnaam EC Periode Stage 10 3-4 Nederlands/Engels of Practicum 10 3-4 Nederlands/Engels Onderzoeksproject (1 EC) Cursusnaam EC Periode Scriptie 1 3-4 Nederlands/Engels

Geschiedenis van Politiek en (60 EC): Kerncurriculum (20 EC) Origins and Effects of Institutions 1 Engels Challenges of the Welfare State 2 Engels Onderzoek: methoden en ontwerp 10 1-2 Engels/Nederlands Keuzecursussen Geschiedenis van Politiek en (10 EC) Keuzecursus A 1 Engels Keuzecursus B 1 Nederlands Keuzecursus C 2 Engels Keuzecursus D 2 Nederlands De gespecificeerde cursusomschrijvingen zijn op de website te vinden. Praktijkonderdeel (1 EC) Stage Politiek en 1 3-4 Engels/Nederlands of Practicum Politiek en 1 3-4 Engels/Nederlands Onderzoeksproject (1 EC) Scriptie Politiek en 1 3-4 Engels/Nederlands 6

Overgangsregelingen masteropleiding Geschiedenis 2016-2017 Algemene opmerkingen Voor studenten die gestart zijn vóór 2014-201 zijn geen overgangsregelingen opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Hieronder vindt u de overgangsregelingen van de cohorten 2014 en 201, startend met het cohort 2014. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2014-201 (cohort 2014) en 201-2016 (cohort 201) [examenprogramma GE- CGSM-10 en GE-PSHM-13] Studenten die gestart zijn in collegejaar 2014-201 of 201-2016, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2014-201, respectievelijk 201-2016. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2016-2017 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2016-2017). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2016-2017 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding (Als u dit overweegt, neem dan contact op met de studieadviseur). Programma Cultuurgeschiedenis Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2014-201 (cohort 2014) en 201-2016 (cohort 201) [examenprogramma GE-CGSM-10] 1. Cursorisch verplichte onderdelen GKMV13013 Modernity GKMV13010 European Values GKMV13011 Public History en (wereld)erfgoed GKMV10026 Tutorial cultuurgeschiedenis GKMV13009 Utopian Thought GKMV13012 (Im-)materiële Cultuur 7, GKMVD16008 Understanding 7, Elective 1,2,3,4 7, GKMVD16003 Public History en Werelderfgoed 7, Elective 1,2,3,4 7, Elective 1,2,3,4 7, Elective 1,2,3,4 2, 2, 2, 2, 2, 2, Inhoud nader te Keuze elective behoeft thema elective; inhoud nader te elective. Inhoud nader te Keuze elective behoeft thema elective; inhoud nader te elective. 7

2. Cursorisch verplichte onderdelen GKMV13019 Cultural Memory 7, Elective 1,2,3,4 2, GKMV13020 Culturele sporen en kolonialisme GKMV10019 Practicum cultuurgeschiedenis 7, Elective 1,2,3,4 7, GKMVD16007 Cultural Historians for Today s Society 2, 2, Inhoud nader te 3. Afstudeertraject verplicht GKMV13008 Thesis/portfolio cultuurgeschiedenis 1 GKMVD16014 Thesis Cultural History 1 GKMV13008 Short thesis internship 1 GKMV13008 Portfolio (short thesis internship) Programma Geschiedenis van Politiek en Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2014-201 (cohort 2014) en 201-2016 (cohort 201) [examenprogramma GE-PSHM-13] 1. Cursorisch verplichte onderdelen 1 GKMVD10034 Seminar Politiek en 1 GKMVD1601 Origins and Effects of Institutions GKMVD16017 Onderzoek: Methoden en Ontwerp (alleen blok 1) Elective A / B / C / D (naar ) Van de cursus Onderzoek: Methoden en Ontwerp behoeft alleen blok 1 gevolgd te worden. Het deelcijfer voor het toetsonderdeel opdrachten geldt als eindcijfer. Keuze elective behoeft 2. Cursorisch verplichte onderdelen GKMV11009 Theoretische Verdieping 1 GKMV11010 Theoretical Foundations 2 7, Elective A / B / C / D (naar 7, Elective A / B / C / D (naar ) Keuze elective behoeft 2, thema elective; inhoud nader te elective. 8

GKMV11008 Historische Ontwikkelingen 1; 7, EC) GKMV11007 Historical Developments 2 2, 7, Elective A / B / C / D (naar ) 2, Extra opdracht 7, Elective A / B / C / D (naar ) 2, 3. Afstudeertraject verplicht GKMV10021 The Welfare State GKMVD10037 Tutorial Politiek en GKMV13021 Thesis Politiek en GKMV14002 Stage thesis Politiek en 7, GKMVD16018 Challenges of the Welfare State 7, Elective A / B / C / D (naar ) 22, GKMV13021 Thesis Politiek en 22, GKMV14002 Stage thesis Politiek en 2, 2, 22, 22, thema cursus; inhoud nader te cursus. Keuze elective behoeft thema elective; inhoud nader te elective. 9