Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties



Vergelijkbare documenten
Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties


Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Onderhoud en garantie Voor garantieregistratie Zie ook de achterzijde van deze handleiding

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Onderhoud en garantie Voor garantieregistratie Zie ook de achterzijde van deze handleiding

Gebruikershandleiding Montagehandleiding


Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties

Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Nefit houdt Nederland warm. Gebruikersinstructie. Nefit Economy HR

Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

SGE HR-Condenserende gas-zonneboiler met geïntegreerde

Twister Condenserende HR RVS boiler

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Gebruikshandleiding. 8A /05.08 Wijzigingen voorbehouden.

Internet: Nefit B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Nefit houdt Nederland warm. Gebruikersinstructie

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Winterwarm. Het warme gevoel van Winterwarm. Technische Documentatie. the heat is on. HEATER Type HR30

HR-combiketel. Onderhoud / storingen

Twister Condenserende HR RVS boiler

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen

CV module Plus Installatievoorschriften

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Gebruikshandleiding. BUVA EcoHeat 14-4 BUVA EcoHeat 16-4 BUVA EcoHeat 18-5

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Installatie-instructie

Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding (2008/03)

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Nefit Economy cv-boilers

Gebruikershandleiding

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

BFC Cyclone Condenserende hoog rendementboiler

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties

Voor de installateur. Montage-instructie. muur- en dakdoorvoerset Nefit EcomLine HR-toestellen (07/2013) NL

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2A. Lijnopstelling

Handleiding/instructie Kombi Kompakt HRE-ketel Intergas

XTREME 36. BEDIENINGSVOORSCHRIFT Hoog Rendement Gaswandketel INHOUDSOPGAVE

Product-Data-Blad. Avanta CW6. De compacte ketel met grootse prestaties

Handleiding/instructie Kombi Kompakt HR-ketel Intergas

BFC Cyclone Condenserende hoog rendementboiler

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties

Elektronische kamerthermostaat

GEBRUIKERSINSTRUCTIE. NEFIT EcomLine VRC 24V en VRC 24VS INSTALLATEUR. Low NOx gaswandtoestel met warmwatervoorziening TELEFOON

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Garantiekaart

Op de volgende pagina s zijn enkele voorbeelden van opstellingsmogelijkheden te zien. Upsilon Cascade Ketelopstellingen en gemakkelijke installatie

Gebruikshandleiding. Toetsfuncties. Bedrijfsindicaties. Met de programmatoetsen schakelt u de volgende functies aan of uit: centrale verwarming

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht

Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren. product-

BFM Gesloten industriële boiler

SGS HR-Condenserende gas-zonneboiler

Elektrische Doorstroomverwarmer cv t.b.v. Ecolution All Electric systeem

Stadswarmte in huis. Zo simpel werkt het.

Elektrische Doorstroomverwarmer cv t.b.v. Ecolution All Electric systeem

Augustus 2013 Pagina 1

Installatievoorschriften. CRB systeem

P ROL INE HRC VOOR DE ZAKELIJKE MARKT. Nefit houdt Nederland warm P ROL INE HRC

Hoe werkt uw cv-installatie?

Gebruiksaanwijzing. Geisers. Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB) W KD PT

Installatiehandleiding. Composiet verdeler. Model Industrie

Nefit geiser F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties

HSF EcoMechanic Compact

OpenTherm T88101A1006 MONTAGE EN BEDIENINGSHANDLEIDING

Quick Guide Artel Mono Block schema 1


STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

1. Installatie van de e-thermostaat Installatie van de hub 8

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

Wijziging ophangsituatie ECONPACT 225C en 225C HP (vanaf juni 2003)

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

Innovo. Volledig gesloten condenserende hoogrendements gasboiler IR /20-160/12-200/20-200/24-245/32-245/ /32-285/32-380

Avanta Hogedruksysteem

7 INSTELLING EN AFREGELING

Systeemoplossing CombiFlow

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Installatie instructie

Installatie handleiding

8A /03.12 Wijzigingen voorbehouden.

Intergas Verwarming BV

Gebruikershandleiding Montagehandleiding

Gebruikershandleiding

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

Systeemoplossing Zehnder CombiFlow

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

ProLine: de kleine HR-ketel met d

montage instructie & gebruikshandleiding

Transcriptie:

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties Verwarmingstoestel typen: agpo HR agpo HR 27C 35C Made by

Agpo b.v. Postbus 3364, 4800 DJ Breda Konijnenberg 24, 4825 BD Breda Consumenten-informatielijn 076-5 725 740 (storingen melden bij uw installateur) Geachte gebruiker, Gefeliciteerd met uw nieuwe cv-toestel. Dit toestel is de nieuwste ontwikkeling van Agpo. Het biedt u naast een hoog comfort een laag energieverbruik: gunstig voor u en voor het milieu. Deze gebruikershandleiding biedt u diverse adviezen om goed met uw toestel en de cvinstallatie om te gaan. Wij raden u daarom aan, deze zorgvuldig te lezen en te bewaren. Garantiebewijs Aan het einde van dit handboek treft u een garantiebewijs aan. Wij verzoeken u dit zorgvuldig in te vullen en binnen 8 dagen te retourneren aan Agpo b.v. Installatie Het toestel dient door een erkende installateur geïnstalleerd, in bedrijf gesteld en onderhouden te worden. Storingen Kijk bij hoofdstuk 2 of de storing eenvoudig te verhelpen is. Als u de storing niet zelf kunt oplossen: Bel uw installateur. Schrijf toestelgegevens op: (vermeldt op de witte sticker achter de klep) Geachte installateur, Het tweede deel van deze handleiding is een montagehandleiding, die tevens een storings-analyse en een uitleg over de werking van het toestel bevat. De montage handleiding biedt u een handzame hulp bij het installeren van het toestel. Aandachtspunten vóór montage U wordt in dit hoofdstuk geattendeerd op belangrijke zaken, die u voorafgaand aan de montage moet weten. Montage-instructie In deze instructie wordt aangegeven hoe het toestel gemonteerd en in bedrijf gesteld wordt. Inspectie, storingen en service Raadpleeg dit hoofdstuk bij inspectiebeurten en storingen. Werking en technische gegevens In dit hoofdstuk wordt in het kort uitleg gegeven over de werking van het toestel. Tevens vindt u hier de technische gegevens en het elektrisch aansluitschema. Toesteltype: Econpact 27C/35C Serienummer: Telefoonnummer installateur: Wij behouden ons het recht voor wijzigingen in tekst, tekeningen en grafieken e.d. aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving Documentnummer: 0518.303 versie: 4 datum: november 1999

Gebruikershandleiding Montagehandleiding Technische specificaties Verwarmingstoestel typen: agpo HR 27C * 0063/1997 agpo HR 35C ** Made by * ** Inhoud gebruikershandleiding bladzijde 5-10 1. Algemeen... 5 Voor uw veiligheid: Let op!... 5 2. Bediening, storingen en instellingen... 6 3. Het in en uit bedrijf nemen van het toestel... 7 4. Gebruikersadviezen... 8 5. Het bijvullen en ontluchten van de cv-installatie... 9 6. Inspectie en reiniging... 10 Inhoud montagehandleiding bladzijde 11-26

MONTAGEHANDLEIDING Aandachtspunten vóór montage 7. Voorschriften... 12 8. Aandachtspunten vóór montage... 12 8.1 Leveringsomvang... 12 8.2 Toestel accessoires... 12 8.3 Montagemogelijkheden... 13 8.4 Benodigde vrije ruimte... 13 8.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer: opstellingsmogelijkheden en weerstandsberekening... 13 8.6 Extra aandachtspunten voor de complete installatie... 16 Montage-instructie 9. Montage-instructie... 17 9.1 Veiligheid... 17 9.2 Ophangen van het toestel... 17 9.3 Afmetingen en aansluitingen... 18 9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen... 19 9.5 Aansluiten gaszijdig... 20 9.6 Aansluiten verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer... 20 9.7 Aansluiten van de kamerthermostaat.... 21 9.8 Aansluiten condensafvoer... 21 9.9 Aansluiten van een zonneboiler... 22 10. Eerste ingebruikstelling van het toestel... 24 10.1 Voorbereidingen... 24 10.2 In bedrijf nemen... 25 10.3 Het toestel afstemmen op de installatie.... 26 Inspectie, storingen en service 11. Inspectie en afstellen... 28 12. Storingen en service-onderdelen... 29 12.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen... 29 12.2 Uitlezen van de historie: opslag van opgetreden storingen... 30 12.3 Overzicht van het toestel en service-onderdelen... 31 Werking en technische gegevens 13. Werking en technische gegevens... 32 13.1 Werking van het toestel... 32 13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte... 34 13.3 Tapwaterzijdig drukverlies... 34 13.4 Technische gegevens... 35 13.5 Elektrisch aansluitschema en aansluitingen op de toestelconnector... 36 14. Certificaties van de Agpo HR Econpact 27C en 35C... 35 14.1 CE-markering... 35 14.2 Gaskeurlabels... 35 Garantiebewijs... 38 4

1. ALGEMEEN Introductie De Agpo HR Econpact is een modern hoogrendement combitoestel, dat zowel warm tapwater kan leveren als warmte voor de cv-installatie. Het toestel is voorzien van de meest moderne technieken, die ervoor zorgen dat zowel het gasverbruik als het elektriciteitsverbruik onder alle omstandigheden zo laag mogelijk blijven. Tevens zorgen de nieuwe technieken ervoor dat er een minimum aan onderhoud behoeft te worden uitgevoerd en dat de levensduur van het toestel wordt verlengd. Door de computergestuurde regeling wordt de meest optimale energie-toevoer bepaald, rekening houdend met het type woning en soort installatie. Bij een warmtevraag zal het toestel automatisch ontsteken en, afhankelijk van de benodigde hoeveelheid warmte, zal het toestel zijn vermogen opvoeren of juist verlagen. Bij een gelijktijdige warmtevraag van de cv-installatie en het tapwater heeft de levering van warm tapwater voorrang. Voor uw veiligheid: Let op! De Agpo HR Econpact is een toestel dat voldoet aan de strenge Europese veiligheidsnormen. Het CEkeurmerk (Conform de Europese normen) geeft dit aan. Omdat er voor de verwarming gebruik wordt gemaakt van aardgas en 230V voedingsspanning, willen wij u op een aantal zaken attenderen: 230 V elektrische spanning Dit toestel bevat componenten die onder een spanning van 230V staan. Let op bij gaslucht! Als u een gaslucht ruikt: De gaskraan dichtdraaien en de installateur bellen. Roken en vuur verboden! Warm tapwater De tapwater-temperatuur is ongeveer 60 o C en kan soms hoger zijn. Warme leidingen en pijpen De leidingen en radiatoren kunnen 90ºC worden. De verbrandingsgasafvoerpijp kan tijdens bedrijf ca. 80ºC worden. Zorg dat de verbindingen van de pijp altijd goed gemonteerd blijven. Gaskeurlabels De gaskeurlabels geven aan dat het toestel voldoet aan de kwaliteitseisen van Gastec, het gastechnisch keuringsinstituut in Nederland. De Agpo HR Econpact heeft 4 gaskeurlabels: Figuur 1.1 De Agpo HR Econpact 27C / 35C 1. automatische ontluchter 2. display en bedieningstoetsen 3. drukmeter cv-installatie 4. cv-aanvoerleiding 5. warm waterleiding 6. gasleiding 7. condensafvoerslang (voor aansluiting aan toestelsifon) 8. koud waterleiding 9. cv-retourleiding 10. klep met korte bedieningsinstructie (opengeklapt weergegeven) 11. luchttoevoerpijp (ook linkse aansluiting mogelijk) 12. rookgasafvoerpijp Label: Verklaring: Basis Gaskeur Het toestel voldoet aan strenge basis kwaliteitseisen. HR: Hoog Rendement Meer dan 107% op onderwaarde. SV: Schone Verbranding Door de geavanceerde brander zeer weinig uitstoot van milieu vervuilende stoffen. CW: Comfort Warm water Dit label geeft het comfort van de tapwatervoorziening aan. De Econpact 27C : CW3-label De Econpact 35C : CW4-label 5

2. BEDIENING, STORINGEN EN INSTELLINGEN Uitleg van het bedieningspaneel Achter de neerklapbare klep bevindt zich de bedieningsen uitleesmogelijkheid van het toestel. Naast het tonen van de bedrijfsstatus kunnen diverse instellingen en temperaturen worden uitgelezen en bijgesteld. De reset-toets R : gebruiken bij A-storing Met het indrukken van de reset-toets wordt de regelunit van het cv-toestel ontgrendeld en kan het toestel opnieuw worden opgestart. Dit kan uitsluitend bij een A-foutcode! U kunt dit enkele malen herhalen. Als de A-foutcode terug blijft komen, bel dan uw installateur. Na het indrukken van de reset-toets kan het 10 sec. duren voordat het toestel weer in bedrijf gaat. De foutcodes-e en code-l, worden, als de oorzaak van de storing voorbij is, door de regel-unit zelf ontgrendeld. Hiervoor is resetten dus niet nodig en ook niet mogelijk. Storingen Als er met de levering van warmte problemen zijn, kunt u op het display achter de grijze klep kijken naar de weergegeven code. Indicaties op het display bij storingen Functie- Temperatuur/ Bedrijfssituatie: display: code-display: Indicaties op het display tijdens normaal bedrijf De functietoets Als u op F drukt, verschijnen de volgende indicaties: (in onderstaande volgorde) c t c r t E P S F 1. drukmeter 5. reset-toets 2. functietoets 6. temperatuur / code-display 3. functiedisplay 7. - toets 4. vlamindicator ( ) 8. + toets Figuur 2.1. De drukmeter en het display. Functie- Temperatuur/ Bedrijfssituatie: display: code-display: 0 temperatuur cv ruststand (stand-by) c temperatuur cv cv-gebruik t taptemperatuur tapwatergebruik (cv-zijdig) * vlamindicator brandt als brander aan is. * De weergegeven temperatuur is cv-zijdig. De uitstromende tapwatertemperatuur is bij een instelling van 65 altijd ca. 60-62 o C (bij nominale volumestroom). De indicatie op het temperatuurdisplay is ca. 55-65 o C. (knipperend) ingestelde cv-temperatuur (knipperend) ingesteld tapwatersetpoint... huidige cv-aanvoertemperatuur... huidige cv-retourtemperatuur... huidige temperatuur bij tapsensor... buitentemperatuur (optioneel)... rookgastemperatuur (optioneel)... indicatie tapwaterhoeveelheid (l/min)... toerental van de ventilator. (in % van het maximum) Terugkeer naar normale bedrijfsstatus: Druk nogmaals op F of; Druk 1 minuut geen toets meer in. 6 F A * storingsnummer toestel in storing E * storingsnummer toestel in storing L * storingsnummer toestel in laagstandstoring * Bij storing knippert de letter op het display Storingen die u mogelijk zelf kunt oplossen Geen oplichtend display. Mogelijke oorzaken + oplossing: De stekker zit niet in het stopcontact; Er staat geen spanning op het stopcontact. Dit is controleren door een ander apparaat, bijvoorbeeld een looplamp, hierop aan te sluiten. Alarm-code1. Mogelijke oorzaak + oplossing: De gaskraan staat dicht. Controleer dit. Druk op R om het toestel weer op te starten. De condensafvoer zit verstopt. Zie hoofdstuk 6. Druk op R Alarm-code 4. Mogelijke oorzaak + oplossing: Controleer of de condensafvoer niet verstopt zit. Zie hoofdstuk 6. Druk op R Error-code 5. Oorzaak + oplossing: De waterdruk van de cv-installatie is te laag. Vul de installatie bij. Zie hoofdstuk 5. Resetten is niet nodig; Na het vullen komt het toestel automatisch in bedrijf. Bel uw installateur als het u niet lukt om de storing op te heffen. Borrelend geluid in het toestel Als u tijdens het warm watergebruik een borrelend geluid hoort, kunt u het toestel ontluchten. Zie hoofdstuk 5.

3. HET IN EN UIT BEDRIJF NEMEN VAN HET TOESTEL Storingen die u zelf niet kunt oplossen. Alle andere foutcodes, of een situatie zonder codes en toch geen warmtelevering, wijzen op een storing die uitsluitend door de installateur is te verhelpen. Bel uw installateur. Helemaal voorin of helemaal achterin de handleiding kunt u het telefoonnummer van uw installateur noteren. In bedrijf nemen 1. Open de gaskraan; Speciale foutcodes: laagstand storing L10/L11/L12: Een eenvoudige storing. Het toestel brandt bij warmtevraag alleen op laagstand. Bel uw installateur. Totdat uw installateur komt heeft u altijd een minimale hoeveelheid warmte voor de cv-installatie. Zet de kamerthermostaat in deze situatie s nachts niet lager en maak spaarzaam gebruik van warm water. Instelling van de cv-temperatuur Het toestel bepaalt zelf het benodigde vermogen voor de verwarming van het gebouw. Voor (bijna) alle woningen is hierbij een setpoint-waarde van 90ºC een goede instelling. (fabrieksinstelling) Bij laagtemperatuurverwarming kan het nodig zijn om deze temperatuur te verlagen, bijvoorbeeld naar 75ºC. OPEN Kwart slag draaien! DICHT Het bijstellen dient als volgt te gebeuren: 1. Druk op F totdat een knipperende c op het display verschijnt; 2. Druk op _ om de temperatuur-instelling te verlagen. De temperatuur is nu direct ingesteld. 3. Terugkeer naar normale bedrijfsstatus: Druk enkele malen op F ; of; Druk 1 minuut geen toets meer in. Instelling van de tapwatertemperatuur Indien gewenst kan de tapwatertemperatuur verlaagd of verhoogd worden. Het ingestelde setpoint is 65. De uitstromende watertemperatuur is dan ca. 60-62ºC. Het bijstellen dient als volgt te gebeuren: 1. Druk op F tot dat een knipperende t op het display verschijnt; 2. Druk op _ om de temperatuur-instelling te verlagen; Druk op + om de temperatuur-instelling te verhogen; De temperatuur is nu direct ingesteld. 3. Terugkeer naar normale bedrijfsstatus: Druk enkele malen op F ; of; Druk 1 minuut geen toets meer in. Tapwatersetpoint niet wijzigen bij zonneboiler! Als er een zonneboiler is aangesloten, mag het tapwatersetpoint van 65 (fabrieksinstelling) niet veranderd worden. Figuur 3.1 2. Steek de stekker in het stopcontact; Het toestel zal met zijn opstartprogramma beginnen, dat 1 minuut in beslag neemt. Alles gaat goed: Het display geeft aan: t Na de opstart-cyclus zal het toestel eerst zijn voorraadvat gaan verwarmen. 0 Als er geen warmtevraag is zal het toestel hierna stand-by gaan staan. c Als er warmtevraag is van de cv-installatie zal het toestel de cv-installatie gaan verwarmen. (na het eventueel verwarmen van het voorraadvat) Er is iets mis: Kijk op het display E05 A01 Meest voorkomende situatie. Type gaskraan en afstand ten opzichte van toestel kan verschillen. Het toestel doet niets, ook het display licht niet op: Controleer of de stekker in het stopcontact zit; Staat er spanning op het stopcontact? Te lage cv-waterdruk: Vul de installatie bij. Zie hoofdstuk 5. Vlamstoring: Controleer of de gaskraan open staat; Druk op Uit bedrijf nemen R 1. Neem de stekker uit het stopcontact; 2. Sluit de gaskraan. Als u het toestel uit bedrijf wil nemen als u op vakantie gaat, lees dan het advies op de volgende bladzijde. 7

4. GEBRUIKERSADVIEZEN In dit hoofdstuk worden een aantal handreikingen gedaan om zoveel en zo lang mogelijk plezier te hebben van uw toestel en de installatie. Gebruik van de kamerthermostaat De kamerthermostaat is een regelaar, die de temperatuur op de ingestelde waarde houdt. Verhoog of verlaag bij het te warm of te koud aanvoelen van de temperatuur, de instelling met maximaal 1ºC. (behalve s ochtends of als de verwarming langere tijd uit is geweest) Hiermee voorkomt u dat de temperatuur te veel schommelt en de thermostaat i.p.v. een automatische regelaar als een aan/ uit-knop wordt gebruikt. Radiatoren in de ruimte met de kamerthermostaat altijd open houden Bij het gebruik van een kamerthermostaat is het noodzakelijk dat alle radiatoren in de ruimte waar deze hangt volledig open staan. Door in dit vertrek één of meer radiatoren te sluiten, zal de temperatuur in de andere vertrekken toenemen, terwijl de temperatuur in de ruimte met de kamerthermostaat niet hoger wordt. Nachtverlaging Geadviseerd wordt om de kamerthermostaat voor het slapen ca. 4ºC lager in te stellen dan de dagtemperatuur. Zomerstand Stel de kamerthermostaat in de zomer in op ca. 12ºC. Dit is voldoende om het toestel niet te laten inkomen. Bijstelling van het cv-setpoint op het toestel is niet nodig. Op vakantie? Trek de stekker niet uit het stopcontact Het toestel is zo ontworpen dat er in de stand-by stand geen gas en zeer weinig elektriciteit wordt gebruikt. Schakel het toestel tijdens langdurige afwezigheid daarom niet uit. (bijv. in de vakantie). In de winter zal de woning vorstvrij dienen te blijven om bevriezing van leidingen te voorkomen. Om te voorkomen dat onderdelen van uw cv-installatie of waterleidingen bevriezen, dient u de kamerthermostaat bij voorkeur niet lager dan ongeveer 12ºC in te stellen. Sluit de gastoevoer niet af; Trek de stekker niet uit het stopcontact! Draai alle radiatorkranen open. Vooral van ruimtes met bevriezingsgevaar. Zet eventueel tussendeuren open; In het toestel zit een automatische vorstbeveiliging. Deze beveiliging voorkomt echter alleen dat het toestel zelf bevriest! Als de installatie wordt afgetapt, dient ook het toestel volledig te worden afgetapt. Spaardouches Bevriezingsgevaar Omgaan met warm water Op de Econpact kunt u alle betere spaardouchekoppen toepassen. Raadpleeg uw installateur voor een goede spaardouchekop. Als u een spaardouchekop gebruikt, zorg dan dat deze regelmatig wordt ontkalkt om voldoende doorstroming te houden. Gebruik van een zonneboiler Het toestel is geschikt om te worden gebruikt als naverwarmer voor een zonneboiler. De Econpact zal, als de temperatuur van het water lager is dan 60 o C, het tapwater verder verwarmen. Als de temperatuur uit de zonneboiler warmer is dan 60 o C, is extra naverwarming niet nodig en zal de Econpact niet in bedrijf komen. Let bij het gebruik van een zonneboiler op de volgende zaken: Wijzig het tapwatersetpoint niet! (fabrieksinstelling: 65) Wijzig de instelling van een eventueel toegepast mengventiel ook niet! Bij een verkeerde instelling kan de watertemperatuur te hoog worden. Houdt de stekker van de Econpact in het stopcontact als de zonnewarmteboiler gebruikt wordt. In verband met gezondheidsaspecten is het uitschakelen van het toestel in deze situatie niet toegestaan. Stel tevens bij langere afwezigheid in de winter de kamerthermostaat niet lager dan ca. 12ºC in. Bij vorstgevoelige cv-installaties dient dit zelfs iets hoger zijn. Open alle radiatorkranen. Houdt de stekker van de Econpact in het stopcontact als de zonnewarmteboiler gebruikt wordt. In verband met gezondheidsaspecten is het uitschakelen van de Econpact in deze situatie niet toegestaan. 8

5. HET BIJVULLEN EN ONTLUCHTEN VAN DE CV-INSTALLATIE Het ontluchten van de cv-installatie Neem de stekker uit het stopcontact Het vullen van de cv-installatie Onlucht de installatie. Dit is vooral in de eerste twee weken na de installatie nodig. Gebruik het ontluchtsleuteltje. Begin bij de laagstgelegen radiatoren. Eindig op de bovenverdieping. Ontlucht tot er geen lucht meer uit komt. Sluit de vulslang aan op de waterkraan. Verwijder het dopje van de cv-vulkraan. Draai de kraan langzaam open en vul de slang met water. Sluit de kraan als de slang vol is. Sluit de volle slang aan op de cvvulkraan. Algemeen Er kan een vulprocedure bij de vulkraan hangen: volg deze instructie. Als er geen instructie aanwezig is, volg dan de instructie hiernaast. Draai alle radiatorkranen open. Bij thermostatische kranen: Zet deze in de maximale stand. Wanneer dient er bijgevuld te worden? Bij foutcode E05; Als de druk tot 1 bar is gezakt, om E05-foutcode te voorkomen. Let op! Gebruik uitsluitend schoon leidingwater. Geen gedemineraliseerd water. Het is niet toegestaan chemische middelen aan het water toe te voegen. Bij het toevoegen hiervan vervalt de garantie op het toestel. Open de cv-vulkraan. Draai de waterkraan langzaam open. Ontlucht het toestel, bij een compleet leeggelopen installatie, of een borrelend geluid in het toestel. Vul tot de druk 1,6 bar aangeeft (bij koude cv-installatie) Sluit de waterkraan als de druk voldoende is. Sluit de cv-vulkraan. Koppel de slang los van de kranen. HALVE SLAG OPEN DICHT Bevestig het dopje weer op de cv-vulkraan. LET OP! Uitspattende water kan heet zijn! Figuur 5.1. Vul- en ontlucht-instructie Steek de stekker weer in het stopcontact 1. Draai het ontluchtdopje een halve slag open. 2 Er komt eerst een beetje water uit, dan lucht. Wacht tot er water zonder lucht uit komt. 3. Draai het dopje weer goed vast. 9

6. INSPECTIE EN REINIGING Inspectie en service Voor een goede werking van het toestel adviseert Agpo een periodieke inspectie uit te laten voeren. Informeer bij uw installateur naar de mogelijkheden voor service en inspectie. Deze service en inspectie dient door erkende vakmensen te gebeuren. Schoonmaken van de toestelsifon Om te voorkomen dat de condensafvoer van het toestel verstopt raakt, kunt u zelf jaarlijks het toestelsifon schoonmaken. Let op! Er komt water uit de sifon! Gebruik een emmer om het water en vuil op te vangen. Figuur 5.1. De vuil-opvangbeker onder de toestel sifon. Ga als volgt te werk: 1. Neem de stekker uit het stopcontact; 2. Draai de vuil-opvangbeker van de toestelsifon los en verwijder aanwezig vuil uit de beker. 3. Bevestig de beker weer; 4. Let op! De slang die op de toestel sifon is aangesloten mag niet knikken! 5. Vul de toestel sifon met water. Giet water in de vulopenening naast de aansluiting van de grijze slang die uit het toestel komt. Dit is nodig om te voorkomen dat tijdelijk een beetje rookgassen door deze opening naar buiten kunnen komen! 6. Steek de stekker weer in het stopcontact. Schoonmaken douchekop en perlatoren Door verkalking kan de doorstroming van het water bij douchekoppen en perlatoren, de zeefjes in de tapkranen, worden beperkt. Als het nodig is, kunt u ze schoonmaken. 10

MONTAGEHANDLEIDING Aandachtspunten vóór montage 7. Voorschriften... 12 8. Aandachtspunten vóór montage... 12 8.1 Leveringsomvang... 12 8.2 Toestel accessoires... 12 8.3 Montagemogelijkheden... 13 8.4 Benodigde vrije ruimte... 13 8.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer: opstellingsmogelijkheden en weerstandsberekening... 13 8.6 Extra aandachtspunten voor de complete installatie... 16 Montage-instructie 9. Montage-instructie... 17 9.1 Veiligheid... 17 9.2 Ophangen van het toestel... 17 9.3 Afmetingen en aansluitingen... 18 9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen... 19 9.5 Aansluiten gaszijdig... 20 9.6 Aansluiten verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer... 20 9.7 Aansluiten van de kamerthermostaat.... 21 9.8 Aansluiten condensafvoer... 21 9.9 Aansluiten van een zonneboiler... 22 10. Eerste ingebruikstelling van het toestel... 24 10.1 Voorbereidingen... 24 10.2 In bedrijf nemen... 25 10.3 Het toestel afstemmen op de installatie.... 26 Inspectie, storingen en service 11. Inspectie en afstellen... 28 12. Storingen en service-onderdelen... 29 12.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen... 29 12.2 Uitlezen van de historie: opslag van opgetreden storingen... 30 12.3 Overzicht van het toestel en service-onderdelen... 31 Werking en technische gegevens 13. Werking en technische gegevens... 32 13.1 Werking van het toestel... 32 13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte... 34 13.3 Tapwaterzijdig drukverlies... 34 13.4 Technische gegevens... 35 13.5 Elektrisch aansluitschema en aansluitingen op de toestelconnector... 36 14. Certificaties van de Agpo HR Econpact 27C en 35C... 35 14.1 CE-markering... 35 14.2 Gaskeurlabels... 35 Garantiebewijs... 38 11

7. VOORSCHRIFTEN 8. AANDACHTSPUNTEN VÓÓR MONTAGE Voor installatie van de Agpo HR Econpact dient rekening te worden gehouden met de volgende voorschriften: a. Het bouwbesluit 680 waarin naar de volgende normen wordt verwezen: b. NEN 1078 voorschriften voor aardgasinstallaties GAVO met bijbehorende praktijkrichtlijn (NPR3378) c. Richtlijnen bestaande gasinstallaties, opgesteld door EnergieNed; d. NEN 3028 veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties; e. NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties; f. NEN 1006: Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties AVWI met bijbehorende werkbladen; g. NEN 1087 de norm voor ventilatie in woongebouwen met bijbehorende toelichting (NPR 1088); h. NEN 2757 de norm voor toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgassen; i. NEN 3215 de norm voor binnenriolering in woningen en woongebouwen; j. Brandweervoorschriften. Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen op normen of voorschriften of latere voorschriften op het moment van installeren van toepassing zijn. Het gaswandtoestel is uitsluitend te gebruiken voor gesloten verwarmings-systemen tot een maximale temperatuur van 90 ºC. De installatie van het toestel mag alleen geschieden door daartoe erkende personen. Erkenningen worden afgegeven door de energiebedrijven, elektriciteit en waterdistributie-organisaties. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze technische montagehandleiding als aanvulling op de bovengenoemde voorschriften moet worden gezien en dat deze voorschriften prevaleren boven de informatie in deze handleiding. 8.1 Leveringsomvang Standaard aanwezig in of bij het toestel: Overstort voor de cv-installatie (3 bar); Drukmeter voor de cv-installatie; Laagwaterdrukbeveiliging; Automatische ontluchter; Terugslagklep; Handleiding; A3 of A4 met aandachtspunten voor montage; Toestelsifon + bevestigingsmateriaal; Snoer: ca 1,5 meter lang, incl. stekker met randaarde; Aansluitkabeltje voor een kamerthermostaat, gemonteerd op een aansluitconnector. Benodigde onderdelen voor de installatie: Vul-/aftapmogelijkheid t.b.v. de cv-installatie/toestel; Drukvat; (grootte afhankelijk van de installatie); Gasafsluiter; Inlaatcombinatie (8bar); Riool afsluitend-sifon en een kunststof of RVS afvoer naar de riolering; Optioneel is een kort sifon beschikbaar. Dit is bijvoorbeeld toe te passen als de vije ruimte onder het toestel maar 30 cm i.p.v. 45 cm is. Stopcontact 230V met randaarde (goed bereikbaar); Kamerthermostaat. 8.2 Toestel accessoires Artikel: Artikelnr: Aansluitset (optioneel) 1801200 inhoud: 1x Schuifsok 22 mm; 3* Schuifsok 15 mm; 1xophangstrip Keukenkastpaneel 1801225 inhoud: terugslagklep, schuifsok 22mm; 2x T-stuk 22 mm; 2x T-stuk 15mm; 4x aftapkraantjes; 4x knie 15mm; kort sifon; klikbeugel; 2x aansluitpijp cv. Repeterend prefabmontagepaneel 1801205 Concentrische geveldoorvoer HR 1825008 Agpo inlaatkruisstuk 1824031 IJspegelvrije HR drukbalans 80 mm 1825027 Mengventiel zonnewarmteboiler 1580050 Afdichtdop 80 mm t.b.v. 3288135 luchttoevoeropening 12

8.3 Montagemogelijkheden Het toestel is ontworpen als een hangend toestel en kan tegen praktisch elke wand worden bevestigd. De muur dient vlak te zijn en stevig genoeg voor het gewicht van het toestel. Naast de optionele ophangstrip zijn er een tweetal speciale panelen: Het repeterende prefabpaneel en het keukenkastpaneel. Prefab-montage met het repeterende prefabmontagepaneel Voor prefab-montage is een prefabmontagepaneel beschikbaar. Het paneel kan vele malen worden gebruikt omdat het na fixatie van de leidingen wordt verwijderd. Het wordt in de volgende volgorde gebruikt: De ophangstrip wordt aan de muur bevestigd. Het prefab-paneel wordt aan de ophangstrip bevestigd; De leidingen van de installatie, die later aan het toestel worden gekoppeld, kunnen eenvoudig op de juiste maat en de juiste plaats gefixeerd worden; Het paneel wordt verwijderd, waarna het toestel aan de ophangstrip wordt opgehangen. De vooraf gefixeerde leidingen zitten nu op de juiste plaats, zodat ze eenvoudig met schuifsokken aan het toestel kunnen worden verbonden. Prefab keukenkast -paneel Bij het toepassen van dit paneel komt het toestel 5 cm van de muur te hangen. Hierdoor kunnen zowel de cv-leidingen als de tapwaterleidingen achter het toestel langs omhoog worden gebracht. Door deze mogelijkheid is het toestel eenvoudig in een (keuken-)kast te monteren. Het paneel heeft de volgende voordelen: Een vrije ruimte van 5 cm achter het toestel. Hierbij kunnen de cv-leidingen en de tapwaterleidingen elkaar kruisen De leidingen kunnen helemaal geprefabriceerd worden. Het ophangen vindt plaats met een speciale ophangstrip, waardoor het toestel eenvoudig op zijn plaats geklikt kan worden. Deze aansluitset is voorzien van een speciale sifon, aftapkranen voor de cv- en tapwaterleidingen en koppelingen voor alle toestelaansluitingen. 8.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer: opstellingsmogelijkheden en weerstandsberekening De Agpo HR Econpact is een gesloten toestel, waarbij de luchttoevoer en rookgasafvoer naar buiten worden gevoerd. Aandachtspunten bij plaatsbepaling en montage Voor alle opstellingssituaties geldt het volgende: Weerstand De toegestane weerstand van het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem is aan een maximum gebonden. Controleer dit aan de hand van een weerstandsberekening. Condens of regenwater in de rookgasafvoerpijp Leg horizontale delen van rookgasafvoerleidingen op afschot (30 mm per meter pijplengte) naar het toestel toe. Condenswater en eventueel regenwater kunnen dan teruglopen naar het toestel. Condens op buitenzijde luchttoevoerpijp Als de luchttoevoerpijp door warme, vochtige ruimtes loopt, kan er aan de buitenkant van deze pijp condensvorming optreden. Om dit te voorkomen dient in dit geval deze pijp dampdicht geïsoleerd te worden. Regelgeving rookgasafvoersysteem Houdt rekening met de plaatselijke eisen van bijv. brandweer, hinderwet en gasbedrijf. Mogelijke ijspegelvorming Indien er ijspegelvorming kan optreden bij de afvoeren, de uitmonding niet situeren op plaatsen waaronder zich personen kunnen begeven of waarbij schade kan ontstaan door loslatende pegels. 8.4 Benodigde vrije ruimte In verband met het ophangen, aansluiten en inspectie of service-werkzaamheden dient er rondom het toestel een minimale ruimte vrij te blijven. Advies: Minimaal: Zijkant 15 cm 4 cm Onderkant 100 cm 45 cm (25*cm) *Deze afstand geldt bij het korte sifon. Bovenkant afhankelijk van 27 cm bij de rookgasafvoer concentrische geveldoorvoer Voorkant >50 cm 50 cm (1,5 cm bij gesloten deur) Bij afwijking van de geadviseerde vrije ruimte wordt de bereikbaarheid van het toestel voor service-doeleinden beperkt. Figuur 8.1 Twee aansluitmogelijkheden Er kan gebruik worden gemaakt van één van de twee luchttoevoeraansluitingen (1 of 3). Hinderlijk kruisen van pijpen wordt hiermee voorkomen. De middelste aansluiting (2) is voor de verbrandingsgasafvoer. Geluidsproductie bij een werkend toestel. Het toestel heeft een bepaald minimaal geluidsniveau. Houdt met de keuze van de opstelling rekening met een geringe geluidsproductie. Het is bijv. af te raden om het toestel in een vrije opstelling op een slaapkamer te plaatsen. Witte condenspluim op de rookgasafvoerpijp Omdat de Econpact een HR-toestel is, zal er zoveel energie uit de verbrandingsgassen worden gehaald dat deze condenseren. Hierdoor kan er op de rookgasafvoerpijp een condenspluim ontstaan. Houdt hier rekening mee. 13

Figuur 8.2. Opstellingsmogelijkheden Opstellingssituatie 1. (klasse-c33) Door het dak met een dakdoorvoer (individueel). Bij deze opstellingssituatie worden de luchttoevoer en rookgasafvoer individueel naar de dakdoorvoer gebracht, waarbij deze concentrisch door het dak gaan. Voor de verticale dakdoorvoeren adviseert Agpo gebruik te maken van een ijspegelvrije Agpo HR drukbalansdakdoorvoer. Bij de HR drukbalansdakdoorvoer is er slechts een minime kans op ijspegelvorming! Opstellingssituatie 2. (klasse-c53) Luchtoevoer uit de gevel en rookgasafvoer door het dak (individueel of collectief). Pas op de luchttoevoerpijp uitsluitend het Agpo gevelinlaatkruisstuk toe. Hiermee wordt de invloed van wind sterk gereduceerd. Als uitmonding kan o.a. een HR prefabsschoorsteen worden gebruikt. Opstellingssituatie 3. (klasse-c13) Geveldoorvoer. Houdt rekening met de volgende maten: Max. muurdikte: 50 cm. Min. inbouwhoogte boven de Econpact: 27 cm. Raadpleeg Agpo voor deze geveldoorvoer. De instructie wordt bijgeleverd bij de geveldoorvoer. Let op de voorschriften van de GAVO. Opstellingssituatie 4. (klasse-c33) Luchttoevoer en rookgasafvoer door het dak met behulp van een HR-prefabschoorsteen (individueel of collectief). Zowel de luchttoevoer als de rookgasafvoer worden met deze HR prefabschoorsteen door het dak gevoerd. Opstellingssituatie 5. (klasse-c83) Half CLV-systeem: Luchttoevoer uit de gevel en rookgasafvoer door het dak (collectief). Bij deze situatie geschiedt de luchttoevoer door de gevel en gaan de rookgassen collectief door het dak. Raadpleeg Agpo voor de mogelijkheden met dit systeem. Pas op de luchttoevoerpijp uitsluitend het Agpo gevelinlaatkruisstuk toe. Hiermee wordt de invloed van wind sterk gereduceerd. Opstellingssituatie 6. (klasse-c33) Concentrische luchttoevoer en rookgasafvoer door het dak (individueel). Bij deze situatie worden de luchttoevoer en rookgasafvoer concentrisch naar het dak gebracht. Opstellingssituatie 7. (klasse-c43) CLV-systeem (collectief). Bij deze opstellingssituatie worden zowel de luchttoevoer als de rookgasafvoer gezamenlijk naar het dak gebracht. De weerstand van het rookgasafvoer en luchttoevoersysteem dient hierbij berekend te worden tot aan het CLVsysteem. Raadpleeg Agpo voor de mogelijkheden met dit systeem. Specificatie rookgasafvoermateriaal (klassec63) De Agpo HR Econpact wordt geleverd zonder rookgasafvoermateriaal. Dit wordt aangeduidt met de toestelklasse C63. Op de Econpact mag uitsluitend Gastec QA gekeurd afvoermateriaal, geveldoorvoer en/of dakdoorvoeren worden aangesloten, welke gekeurd zijn volgens keuringseis 83. 14

Weerstandsberekening rookgasafvoer / luchttoevoer (RGA/LTV) De noodzaak van een weerstandsberekening De weerstand van het RGA/LTV-systeem wordt groter naarmate de totale lengte van de pijpen en het aantal bochten toeneemt. Omdat de ventilator maar een bepaalde weerstand kan overbruggen, is deze weerstand echter aan een maximum gebonden. Voor het toestel is daarom een maximum weerstand berekend die niet overschreden mag worden. weerstandstabel voor HR-toestellen: parallel systeem weerstand in meters pijplengte Ø 80 Luchttoevoer Ø 60 Ø 70 Ø 80 Ø 90 Ø 100 pijp 1 m glad 4,3 2,0 1,0 0,6 0,4 1 m flexibel (Ø bi) 5,4 2,5 1,5 1,0 0,7 bocht 90 R=D 4,5 2,1 1,2 0,7 0,5 90 R=0,75D 6,7 3,1 1,5 1,1 0,8 90 R=D flexibel (Ø bi) 7,6 3,5 2,1 1,4 1,0 90 R=0,5D 13,6 6,3 3,5 2,2 1,5 45 R=0,75D 2,2 1 0,6 0,4 0,2 45 R=0,5D 5,2 2,4 1,2 0,8 0,6 verloop verwijding 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 80 > 70-1,2 - - - 100 > 80 - - 1,5 - - inlaat open pijp 9,3 4,3 2,5 1,5 1,0 prefabschoorsteen 9,3 4,3 2,5 1,5 1,0 inlaatkruisstuk - - 5,0 - - Rookgasafvoer Ø 60 Ø 70 Ø 80 Ø 90 Ø 100 pijp 1 m glad 7,6 3,5 1,6 1,1 0,7 1 m flexibel (Ø bi) 6,5 3,0 1,8 1,2 0,9 bocht 90 R=D 6,9 3,2 1,8 1,1 0,7 90 R=0.75D 9,3 4,3 2,0 1,5 1,0 90 R=D flexibel (Ø bi) 10,8 5,0 3,1 2,0 1,5 90 R=0,5D 18,1 8,4 5,0 3,0 1,6 45 R=0.75D 3,5 1,6 0,9 0,6 0,4 45 R=0,5D 7,8 3,6 1,8 1,3 0,8 verloop verwijding 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 80 > 70-2,5 - - - 90 > 80 - - 2,4 - - 100 > 80 - - 3,0 - - uitmonding open pijp 7,6 3,5 2,0 1,2 0,8 prefabschoorsteen 7,6 3,5 2,0 1,2 0,8 inlaat en Agpo drukbalans HR 80 - - 12,0 - - uitlaat dakdoorvoer HR 100 - - - - 7,5 HR muurdoorvoer - - 15,0 - - weerstandstabel voor HR-toestellen: concentrisch systeem weerstand in meters pijplengte Ø 80 ø100/ø60 ø125/ø80 (glad) glad) rechte pijp 3,0 bocht 90 (R=D) 4,0 bocht 45 (R=D) 2,0 drukbalans 12,0 De eenheid meterspijplengte ø80 mm Omdat de weerstand een drukverlies is, wordt deze standaard uitgedrukt in Pascal. De weerstand van 1 meter rechte pijp heeft dan bijvoorbeeld een x- aantal Pascal weerstand. Evenals bochten en andere componenten in het RGA/LTV-systeem. Om de berekening wat te vergemakkelijken wordt de omrekening gemaakt van Pascals naar meters pijplengte. Dit zit als volgt in elkaar. De weerstand van 1 meter rechte pijp ø80 in de luchttoevoer heeft een bepaalde waarde. Bij de Econpact 27C bijvoorbeeld mogen 75 van deze stukken pijp aangesloten worden om de maximale weerstand te bereiken. Als we dit getal, 75 meter, willen gebruiken om de maximale weerstand uit te drukken, moeten alle andere componenten uitgedrukt worden in een factor maal de weerstand van deze meter pijp ø80mm in de luchttoevoer. Een bocht 45º ø80mm in de luchttoevoer heeft bijvoorbeeld 1,2 maal de weerstand van 1 meter pijp ø80mm in de luchttoevoer. Voor alle componenten is deze factor vastgesteld, zodat de totale weerstand in meters pijplengte kan worden berekend. Weerstand bij geveldoorvoer (toestel direct aan de buitenmuur) De weerstand van een geveldoorvoerset zit onder de maximaal toegestane weerstand. (80 parallel naar 100/60 concentrisch) Berekening van de weerstand van een RGA/LTV-systeem voor een Econpact 1. Zet de componenten onder elkaar; 2. Vermenigvuldig per component het aantal met de weerstand; 3. Tel het totaal op. 4. De berekende weerstand moet lager zijn dan de toegestane weerstand. Maximaal toegestane weerstand Econpact 27C... 75 meter pijplengte Econpact 35C... 35 meter pijplengte Voorbeeld berekening Econpact 27C. Luchttoevoerdeel aantal weerstand rechte pijp ø80mm 3 m 3 * 1... =3 45º bocht (R=1/2D) 2 2 * 1,2... =2,4 Rookgasafvoerdeel rechte pijp ø80mm 3 m 3 * 1,6... = 4,8 45º bocht (R=1/2D) 2 2 * 1,8... = 3,6 dakdoorvoer HR 80 1 1 * 12... = 12 (inc. aansluitstuk) Berekende weerstand totaal:... 25,8 m Tabel 9.1. Weerstanden in het RGA/LTV-systeem De berekende weerstand is 25,8. Deze is minder dan de toegestane 75 meters pijplengte en is dus in orde. 15

8.6. Extra aandachtspunten voor de complete installatie CV-installatie. Vloerverwarming Pas uitsluitend diffusiedichte buizen toe, om corrosie in het toestel te voorkomen. Pas eventueel een vloerverwarmingsset met een gescheiden systeem voor de vloerverwarming en de overige cv-installatie toe. Pas een 100% hydraulisch neutrale vloerverwarmingsset toe. De toegestane zuurgraad (ph): tussen 5 en 8. Pas bij een bestaande vloerverwarming, waarvan niet duidelijk is of de buizen diffusiedicht zijn, een warmtewisselaar toe om de circuits te scheiden. Afsluiters voor service-doeleinden Als het toestel niet op het hoogste punt van de installatie wordt geplaatst, wordt geadviseerd om afsluiters in de cvaanvoer en cv-retour te plaatsen. Thermostatische radiatorkranen Als alle de radiatoren van de installatie voorzien zijn van thermostatische radiatorkranen, plaats dan een bypass. De minimale flow over de wisselaar dient ca. 200 l/h. te blijven. Plaats een bypass die hiervoor zorgt. (ook als de cv-pomp op laagstand staat) Tapwatervoorziening Comfort warm tapwater Het tapwater comfort van het toestel dient aan te sluiten bij de wensen van de gebruiker. Voor extra informatie over het tapwatercomfort kunt u de extra informatie over de gaskeurlabels CW3 en CW4 in het hoofdstuk 14 raadplegen. Plaatsingsadvies Situeer het toestel zo dicht mogelijk bij de tappunten. Plaats eventueel een 12mm leiding naar het keukentappunt, om de wachttijd te bekorten. Spaardouchekoppen De Econpact is geschikt voor goede spaardouchekoppen. Uitschakelen tapwatervoorziening Middels een aantal ingrepen is het mogelijk om het toestel uitsluitend voor de cv-installatie te laten werken. Raadpleeg Agpo voor meer informatie. Te lage voordruk van het tapwater Als de beschikbare voordruk niet voldoende is om de gewenste volumestroom te krijgen kan de doorstroombegrenzer verwijderd worden. Raadpleeg hiervoor de aanvullende technische gegevens in dit installatievoorschrift. Mengventiel bij een zonneboiler Als u een zonneboiler aan de Econpact koppelt, kan de uitstromende watertemperatuur hoog zijn. Voorkom dit door een mengventiel toe te passen. Dit mengventiel wordt dringend geadviseerd. 16 Gasaansluiting Capaciteit gasmeter Controleer, voor u met de montage aanvangt, of de gasmeter voldoende capaciteit heeft. Denk hierbij ook aan de het verbruik van andere huishoudelijke apparaten. Neem, indien een te kleine gasmeter is gemonteerd, contact op met het energiebedrijf. Het gasverbruik (aardgas) bij vollast: Agpo HR Econpact 27C: 48,2 l/min (2,9 m 3 /h) Agpo HR Econpact 35C: 60,2 l/min (3,6 m 3 /h) Oud gasleidingnet Advies: Plaats een filter in de gasleiding Diameter gastoevoerleiding De aansluiting van het toestel is niet bepalend voor de diameter van de binnenleiding. Aansluiting kamerthermostaat en 230V-voeding Voor een goede temperatuurregeling dient een thermostaat aangesloten te worden die beschikt over een van de drie hieronder vermelde eigenschappen: 1. Tweedraads AAN/UIT-(klok)thermostaat met anticipatie-instelmogelijkheid voor 0,12 Amp. (24V, potentiaalvrij contact, eventueel 4 draads voor uitschakeling warmhoudstand). 2. Tweedraads elektronische AAN/UIT-(klok)thermostaat met cyclusinstelling (24V, potentiaalvij contact, eventueel 4 draads voor uitschakeling warmhoudstand). 3. OpenTherm (klok)hermostaat (24V, tweedraads, afhankelijk van het type thermostaat kan tevens de warmhoudstand uitgeschakeld worden) OpenTherm kamerthermostaat (modulerend) Op de Agpo HR Econpact is het mogelijk een OpenThermkamerthermostaat aan te sluiten. Deze thermostaat wordt met twee aders op het toestel aangesloten. Via deze twee aders communiceert de thermostaat met de Econpact via OpenTherm -taal. Deze thermostaat krijgt voeding van het toestel en derhalve zijn er geen batterijen noodzakelijk. Agpotherm modulerende kamerthermostaten Deze thermostaten zijn ontwikkeld op basis van het OpenTherm communicatie-systeem. De OpenTherm kamerthermostaat is een nieuwe kamerthermostaat ter vervanging van de bekende kwikthermostaten. Energiebesparing op tapwaterverwarming Middels een onderbreking op aansluiting 9-10 van de toestelconnector is de warmhoudstand van het voorraadvat uit te schakelen. Er zijn 4-draads kamerthermostaten, waarbij deze schakelfunctie op de thermostaat aanwezig is. Sommige OpenTherm-klokthermostaten, die slechts met 2 draden aangesloten zijn, hebben deze functie ook. Bij toepassing van een zonneboiler is deze uitschakeling niet toegstaan. IP-beschermingsklasse Het toestel heeft standaard de beschermingsklasse IP 42. Om IP 44 te verkrijgen dient de 230V voeding als vaste aansluiting gerealiseerd te worden.

9. MONTAGE-INSTRUCTIE In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitleg gegeven over het ophangen en aansluiten van de Agpo HR Econpact. Eventueel wordt voor uitgebreidere informatie verwezen naar de volgende hoofdstukken. Beschadigingen aan het toestel Eventuele beschadigingen aan het toestel direct aan de leverancier melden. Aandachtspunten voor montage Lees eerst het voorgaande hoofdstuk: Aandachtspunten voor montage. Hierin wordt informatie gegeven over zaken die voorafgaand aan de montage van nut kunnen zijn. Eerste ingebruikname van het toestel In het volgende hoofdstuk wordt uitleg gegeven over de eerste in gebruik name. Let op! Lees dit hoofdstuk goed door, voor u de installatie vult en in bedrijf stelt. 9.1 Veiligheid Voor uw veiligheid: Let op! De Agpo HR Econpact is een toestel dat voldoet aan de strenge Europese veiligheidsnormen. Het CEkeurmerk (Conform de Europese normen) geeft dit aan. Omdat er voor de verwarming gebruik wordt gemaakt van aardgas en 230V voedingsspanning willen wij u op een aantal zaken attenderen: 230 V elektrische spanning Dit toestel bevat componenten die onder een spanning van 230V staan. Dit zijn onder andere de printen, de pompen, het gasblok, de transformator en de maximaalthermostaat. Let op bij gaslucht Als u een gaslucht ruikt: spoor het lek op of sluit de gebruikte meetnippels. Roken en vuur verboden! Warme leidingen en pijpen De leidingen en radiatoren kunnen 90ºC worden. De verbrandingsgasafvoerpijp kan tijdens bedrijf ca. 80 ºC worden. Zorg dat de verbindingen van de pijp altijd goed gemonteerd worden, om lekkage te voorkomen. 9.2 Ophangen van het toestel Het toestel ophangen 1. Direct tegen de muur bevestigen; De wand dient voldoende stevig en vlak te zijn. 2 Met de ophangstrip tegen de muur bevestigen; 3. Ophangen aan het keukenkastpaneel (zie bijgeleverde instructie). 17

9.3 Afmetingen en aansluitingen Benodigde vrije ruimte rondom het toestel Advies: Minimaal: zijkant 150 mm 40 mm onderkant 1 meter 450 mm (250 mm bij het korte sifon) voorkant >500 mm 500 mm (15 mm bij geslotendeur) bovenkant afhankelijk 270 mm (concentrische geveldoervoer) van rookgasafvoer Aansluitingen: Let op! Bij afwijking van de geadviseerde vrije ruimte wordt de bereikbaarheid van het toestel voor servicedoeleinden beperkt. A cv-aanvoer (22 mm) B warm water (15 mm) C gasaansluiting (15 mm) D koud water (15 mm) E cv-retour (22 mm) F condensafvoer (slang) G overloop ontlastklep cv (1/2 bi) H luchttoevoer (80 mm) twee mogelijkheden! I rookgasafvoer (80 mm) J ophangstrip maten in mm Figuur 9.1. Afmetingen en aansluitingen van de Agpo HR Econpact 27C en 35C 18

9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen 1. overstortventiel cv-zijdig 2. warm waterleiding (15 mm) 3. cv-aanvoerleiding (22 mm) 4. terugslagklep: stromingsrichting volgens pijl 5. ontluchtdopje 6. aftapkraantjes 7. gastoevoerleiding (15 mm) 8. koud waterleiding (15 mm) 9. condensafvoerslag 10. cv-retourleiding (22 mm) 11. aansluiting AAN/UIT kamerthermostaat 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Terugslagklep: Let op de juiste richting! Verwijder de kunststof doppen van de leidingen onder het toestel: Let op, er kan wat vuil water uitlopen. Monteer: terugslagklep inlaatcombinatie (KIWA gekeurd) expansievat in de retourleiding plaatsen. bij toepassing van afsluiters: plaats het expansievat tussen het toestel en de afsluiters. vul- en aftapkraan cv-aanvoerleiding cv-retourleiding Vloerverwarming Pas uitsluitend diffusiedichte buizen voor vloerverwarming toe. Gebruik een hydraulisch neutraal systeem en scheidt bij bestaande vloerverwarmingen (met mogelijk niet-diffusiedichte buizen) het oude en nieuwe circuit met een warmtewisselaar. Schone leidingen Voorkom dat er bij het maken van de installatie vuil of metaal deeltjes in de leidingen komen. Klop eventueel vuil voor de montage uit de leidingen of spoel ze door. Aansluiting van een zonneboiler: Zie hoofdstuk 9.9 koud waterleiding warm waterleiding leidingen pas na 50 cm beugelen en spanningsvrij aansluiten filter: bij bestaande installaties waarin vuil aanwezig is (advies) afsluiters (indien gewenst) Thermostatische radiatorventielen Als u deze overal toepast, zorg dan voor voldoende doorstroming (200 l/h) en pas een bypass toe die hiervoor zorgt. 19

9.5 Aansluiten gaszijdig 9.6 Aansluiten verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer Parallelle aansluiting (ø80 mm) gasleiding (15 mm) gaskraan Figuur 9.5 Luchttoevoerpijp rechts Figuur 9.4 1. Verwijder de kunststof dop van de leiding onder het toestel; 2 Monteer een gas-afsluitkraan in de gasleiding; 3 Indien het toestel gemonteerd wordt op een oud stalen gasleidingnet, wordt geadviseerd om een filter in de gasleiding te plaatsen. Schone leiding Zorg dat er geen vuil in de gasleiding zit. Blaas hem voor montage door of klop het vuil eruit. Hierdoor worden defecten aan het gasregelblok voorkomen. Spanningsvrije aansluiting Monteer de aansluiting zodanig dat de leidingen in het toestel spanningsvrij zijn. Aansluiting Sluit de gasleiding aan volgens de bekende en geldende gasinstallatievoorschriften. Houdt rekening met de aanvullende eisen van het plaatselijke energiebedrijf. De aansluiting van het toestel is niet bepalend voor de diameter van de binnenleiding. Deze dient afhankelijk van de lengte van de leiding te worden vastgesteld. Controle gaslekkage Bij controle op gaslekkage van de binnenleiding moet erop worden gelet dat het toestel niet samen met de binnenleiding wordt afgeperst. Figuur 9.6 Luchttoevoerpijp links 1. Sluit de luchttoevoerpijp (1) aan (ø80 mm); Als de luchttoevoerpijp door warme, vochtige ruimtes loopt, kan er aan de buitenkant van deze pijp condensvorming optreden. Om dit te voorkomen dient in dit geval deze pijp dampdicht geïsoleerd te worden. 2. Sluit de rookgasafvoerpijp (2) aan (ø80 mm); 3. Plaats de afdichtdop (3) in het niet gebruikte luchttoevoergat; Links of rechts; Horizontale verbrandingsgasafvoerpijp minimaal 30 mm/m op afschot leggen! Het condenswater en eventueel regenwater loopt nu naar het toestel terug. Concentrische aansluiting (ø60/100 mm) Indien ook het gasblok op dichtheid moet worden gecontroleerd, mag de afpersdruk niet hoger zijn dan 150mbar (1500 mmwk) Bij een hogere druk kan er door beschadiging van het membraan lekkage ontstaan. Figuur 9.7 20 Verwijder de ring rond de rookgasafvoer, inclusief het rubber. Dicht de beide luchttoevoeropeningen met doppen!

9.7 Aansluiten van de kamerthermostaat 9.8 Aansluiten condensafvoer Aansluiten van een AAN/UIT kamerthermostaat Knip de tyrap door waarmee de kabels vastgemaakt zijn. Maak een rioolaansluiting voor de afvoer van het condenswater dat uit het toestel komt. Figuur 9.8 AAN/UIT-kamerthermostaat Aansluiting van een AAN/UIT-kamerthermostaat Deze aansluitkabel is voorbedraad op de toestelconnector in het aansluitkastje (aansluitpunt 11-12) De thermostaat dient een potentiaalvrij contact te hebben; Bij de Honeywell T87F dient de anticipatieinstelling op 0,12 A afgesteld te worden. Aansluiten van een OpenTherm-regeling Condensafvoerslang zonder knikken en zonder open verbindingen bevestigen Vulopening Toestelsifon (meegeleverd) Gebruik bijgeleverde klem voor montage Figuur 9.10 Bevestiging van toestelsifon Rioolafsluitsifon (wordt niet meegeleverd) Bevestig het bijgeleverde toestelsifon. Knip de afvoerslang op maat. Breng de afvoer van de toestelsifon naar een rioolafsluit-sifon. Gebruik hiervoor een open verbinding om te voorkomen dat rioolafvoerwater in het toestel terecht komt. Monteer eventueel een afvoer voor het overstortventiel. Giet water in de vulopenening naast de aansluiting van de grijze slang die uit het toestel komt. Dit is nodig om te voorkomen dat tijdelijk een beetje rookgassen door deze opening naar buiten kunnen komen! Breng geen open verbinding aan tussen het toestel en de toestel-sifon: Bij open verbindingen komen verbrandingsgassen in de opstellingsruimte! Leg de afvoer vorstvrij aan. Laat het condenswater bijvoorbeeld niet in de dakgoot lopen. Figuur 9.9 Aansluiten van een OpenTherm-regeling Maak bij bevestiging de Econpact altijd spanningsloos. Open het aansluitkastje, trek de toestelconnector los; Verwijder de kabel van de aansluiting 11-12. Plaats de kabel op 4-3. Het maakt niet uit welke draad op 3 of op 4 aangesloten zit. Tip! Vul het toestelsifon met een klein beetje slaolie om verdampen van het water te voorkomen. Kort sifon Raadpleeg bij aansluiting van een kort sifon de bijgeleverde instructie. 21

9.9 Aansluiten van een zonneboiler De Econpact is geschikt om gebruikt te worden als naverwarmer voor zonlichtsystemen. (met een maximum temperatuur van 95 o C). Onderstaande aansluitingen gelden voor de Aquasol 1 en 2. Raadpleeg ook de handleiding van de zonneboiler. Doorstroombegrenzer - Verwijder de doorstroombegrenzer. - Monteer in de plaats hiervoor een extra pakking. Plaats deze hier! - Of plaats een andere begrenzer: 6 liter/min. (Econpact 27C) of 8 liter/min. (Econpact 35C) Figuur 9.11 Vlakke koppelingen Let op de juiste richting van de doorstroombrgrenzer! Thermostatisch mengventiel Op zonnige dagen kan de temperatuur in de boiler tot 90 C oplopen. Om een te hoge tapwatertemperatuur te voorkomen, wordt een thermostatisch mengventiel dringend geadviseerd. Schone leidingen Voorkom dat er bij het maken van de installatie vuil of metaaldeeltjes in de installatie komen. Verwijder bramen, en klop voor montage alle leidingen uit. Leiding aansluitingen Alle tapwateraansluitingen op de Aquasol 2 en de Econpact zijn in 15 mm uitgevoerd. Kamerthermostaat met warmhoudstand Aansluiting van een kamerthermostaat met warmhoudstand is niet toegestaan. De warmhoudstand wordt nu vanuit de zonneboiler aan en uit geschakeld. 22 Monteer: Inlaatcombinatie Doorstroombegrenzer met pakkingen. (Let op stromingsrichting) Thermostatisch mengventiel. Dringend geadviseerd! W = Warmwater aansluiting K = Koudwater aansluiting M = Mengwater naar huisinstallatie Zonlichtcollector. Zie handleiding van de zonneboiler voor aansluitingen.