NT00066_393. Nadere Toegang op inv. nr 393. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Vergelijkbare documenten
Nadere Toegang op inv. nr 388

NT00067_42. Nadere Toegang op inv.nr 42. uit het archief van het. Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, , (67) H.J. Postema

Nadere Toegang op inv. nr 389

Nadere Toegang op inv. nr 390

NT00066_394. Nadere Toegang op inv. nr 394. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_392. Nadere Toegang op inv. nr 392. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Nadere Toegang op inv. nr 387

Nadere Toegang op inv.nr 44

NT00066_398. Nadere Toegang op inv. nr 398. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00064_152. Nadere Toegang op inv. nr 152. uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema

NT00066_401. Nadere Toegang op inv. nr 401. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_391. Nadere Toegang op inv. nr 391. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_402. Nadere Toegang op inv. nr 402. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Nadere Toegang op inv. nr 386

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Nadere Toegang op inv. nr 385

Nadere Toegang op inv. nr 45

NT00066_413. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_396. Nadere Toegang op inv. nr 396. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_395. Nadere Toegang op inv. nr 395. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

NT00066_414. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_399. Nadere Toegang op inv. nr 399. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_397. Nadere Toegang op inv. nr 397. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

NT00064_2007. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

NT00066_400. Nadere Toegang op inv. nr 400. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Nadere Toegang op inv. nr 100

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_412. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_415. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

NT00066_411. Nadere Toegang op inv. nr 411. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

NT00066_416. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Nadere Toegang op inv. nr uit de Notariële archieven tot 1896,

NT00063_2064. Nadere Toegang op inv. nr uit de notariële archieven tot 1896, (1930) (63) H.J. Postema

NT00064_2489. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

6. Fragmenten. 6.1 Cornelis: Nieuwkoops fragment (ca. 1550) I. Cornelis, tr. waarsch. Emmetgen? / Geertgen?...

NT00066_418. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Nadere Toegang op de inv. nrs 1-2, 6-7, 10, 17, 23 uit het archief van het Gerechtsbestuur

NT00066_419. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00066_409. Nadere Toegang op inv. nr 409. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00064_124_132. Nadere Toegang op inv. nrs uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

NT00103_33. Nadere Toegang op inv. nr 33. uit het archief van het. Gerechtsbestuur Houten en t Goy, (103)

Nadere Toegang op inv. nr 487

NT00064_2004. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

Gerechtsbestuur Dwarsdijk of Nijendijk, 1701-

Stadsgerecht Rhenen, (66)

NT00063_2055. Nadere Toegang op inv. nr uit de notariële archieven tot 1896, (1930) (63) H.J. Postema

Gerechtsbestuur Tull en t Waal,

NT00063_172. Nadere Toegang op inv. nr 172. uit de Notariële archieven tot 1896, (1930) (63)

NT00063_2056. Nadere Toegang op inv. nr uit de notariële archieven tot 1896, (1930) (63) H.J. Postema

NT00063_171. Nadere Toegang op de inv. nr 171. uit de Notariële archieven tot 1896, (1930) (63) H.J. Postema

Nadere Toegang op inv.nr 43

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Lijst van Ambachts- en neringslieden van Veenendaal 1615 Archief van het Veenraadschap der Gelderse en Rhenense veenen

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Nadere Toegang op de inv. nrs Stadsgerecht Rhenen, (66)

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

Nadere Toegang op inv. nr 516

Ewoud- en Elisabethgasthuis te Wijk bij

NT00103_38. Nadere Toegang op inv. nr 38. uit het archief van het. Gerechtsbestuur Houten en t Goy, (103)

NT00064_546. Nadere Toegang op inv. nr 546. uit het archief van de. Dorpsgerechten (64)

Oudarchieven voor 1811 Groot Ammers

NT00064_733. Nadere Toegang op inv. nr 733. uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

NT00064_510. Nadere Toegang op inv. nr 510. uit het archief van de. Dorpsgerechten (64)

Nadere Toegang op inv. nr 162

Huisnamen in de binnenstad van Rhenen eind 16e eeuw

NT00066_410. Nadere Toegang op inv. nr 410. uit het archief van het. Stadsgerecht Rhenen, (66)

HET GOED REMMERTEN, MET DE WEERD, LEENGOED vru, DE BISSCHOP

Nadere Toegang op de inv. nrs uit de Notariële archieven tot 1896,

NT00064_140_147. Nadere Toegang op inv. nrs uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema

N A T I O N A A L A R C H I E F S - G R A V E N H A G E I N V E N T A R I S N U M M E R S T A T E N V A N H O L L A N D

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Nadere Toegang op inv. nr 160

Lexmond en Achthoven, regesten rechterlijk archief

NT00064_139. Nadere Toegang op inv. nr 139. uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema

NT00063_177. Nadere Toegang op de inv. nr 177. uit de Notariële archieven tot 1896, (1930) (63)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Transcriptie:

NT00066_393 Nadere Toegang op inv. nr 393 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66) H.J. Postema Mei 2015

Inleiding Dit document bevat regesten op een katern met akten van transport, hypotheek, procuratie, borgtocht en lijftocht te Rhenen over de periode 11-8-1574 tot en met 30-12-1578. 2

Regesten 11-8-1574 Gijsbert Aertsz, won. Gelderse venen, bekent schuldig te zijn aan Ariaen Jansz snijder, won. Rhenen. 13-1 wegens gehaalde laken en verdiend arbeidsloon daarvan. 11-8-1574 Aelbert Huijgensz Verweij, als gemachtigde van Cornelis van der Voert Gijsbertsz x Marie Cornelisdr, verbindt t.b.v. Marie Adriaensdr het recht dat hen competeert aan een deel veen in Rhenen in de Cappellen loth geheten vanouds Hans van Baylyoens en nu Cornelis Splintersveentgen, breed zijnde negendehalve molder slaags, daar oostwaarts Gijsbert van Voert met 13½ mouwer slaag, wezende heerlijk goed, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Jan van Leuwen Aertsz met Jacob die Eedel en noordwaarts strekkende aan de Veluwe, zoals de comparant het ontvangen heeft van IJsbrant en Gijsbert van Voert, zijn broers, die transport hadden van Gijsbert van de Voert x Mrie, hun vader en moeder. 11-8-1574 Idem bekent schuldig te zijn aan Swaentgen Henrix van Honthorstdr 6 gulden per jaar met als onderpand hetzelfde veen. 16-8-1574 Cornelis Gerritsz Clerck en Jan Aertsz Huijges hebben verkocht aan Egbert Jansz van Wijck de windkorenmolen met huis, erf, land en grond met toebehoren buiten de Westpoort, uitgenomen het getimmer van de schuur met de stenen waarin de legger en de vervallen berg daarbij gelegen. 18-8-1574 Gijsbertgen Huberts Gijsbertsdr en Mariken Hubertsdochter, haar zuster, met Peter van Surrekesteyn, hun beide gekoren voogd in deze zaak, testeren volgens octrooi gegeven in Utrecht 8-3-1565 op twee eerbare weduwen of eerlijke vrouwen, schamele maagden hun huis en schuur met erf en grond, waar zij nu wonen, daar oostwaarts en westwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Sweer Verhuet en noordwaarts het huis van Wouter Henricksz Coster, met de halve inboedel. En tot onderhoud van het huis 100 gulden uit hun gereedste goederen. 7-9-1574 Peter Jansz in Veenendaal bekent schuldig te zijn aan Henrick Andriesz, burger te Amersfoort, 19-15 wegens levering van een os, meer dan drie jaar geleden gekocht van Henrick Andriesz. 12-9-1574 Willem van Someren bekent verkocht te hebben aan Rijck Herbertsz een hofstede met erf, land en grond, gelegen binnen Rhenen daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Aert Sandersz en westwaarts Sweer Verhuet en noordwaarts de rosmolen. Op 16-11-1574 3

compareren Jan van Someren x Catrina Beckers en transporteren aan Rijck Herbers x Elisabet deze hofstede. 15-9-1574 Reijer Jansz van Wageningen, burger te Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Brant Willemsz, poorter te Antwerpen? 279 gulden wegens levering van wollen laken. 15-9-1574 Goessen Gerritsz in Veenendaal heeft met zijn vrije moedwil Anna Ariaensdr, zijn vrouw, gelijftocht in de verbeterschap van huis en getimmer in Veenendaal, waar zij wonen, en in alle andere goederen. 20-9-1574 Aelbert Otten, burger te Wijk, stelt zich borg voor Claes Danen van Culenborch, van dat de sameroes die Anthonie Cornelisz in Veenendaal van Claes Danen voorsz gekocht heeft, volgens koopvoorwaarden van 25-7-1574, waarop Anthonie Cornelisz op 11-9- 1574 gepasseerd heeft zekere waterbrief van 350 gulden, dat deze sameroes vrij en vrank op alle stromen, onbesperd zal mogen varen en zeilen. 12-10-1574 Dirck Lommetsz constitueert Aelbert Verweij en Bergeijck, procureur te Rhenen, en Floris Holy en Herman Willemsz om te ontvangen van Evert vande Voert kwitantie te geven en kwijtschelding te doen van de gerst die Floris Holy heeft doen arresteren te Wijk bij Duurstede. 18-10-1574 Cornelis Henricksz Stip bekent schuldig te zijn aan Lambert Gosensz en Jasper Goessensz mitsgaders Gijsbert Brunten x Janneken Goessensdr, erfgenamen van Goessen Lambertsz, hun vader, Gijsbert Jacobszn Haen voor zichzelf en als het recht hebbende van Henrick Jacobsz, zijn broer en Merritgen Haens, als erfgenamen van Luijtgen Henricksdr, hun moeder, 20 gulden wegens huis en hofstede met toebehoren binnen Rhenen in de Visserstraet. 25-10-1574 Cornelis Rijngel Schipt, timmerman, won. onder Heymenberch, bekent schuldig te zijn aan Jan Herbertsz 3-7-3. 10-11-1574 Gerrit de Wit transporteert, met Wouter van Suijlen, zijn gekoren voogd in deze zaak, aan Reijer Jansz x Adriana Hollen de helft van een stuk land, erf en grond, gehaamd De Heltang, daar oostwaarts de Donderberg, zuidwaarts de Herenweg, westwaarts en noordwaarts de erfgenamen van Henrick en Willem Lijster. 1-12-1574 Elisabet Thonis Rutgersz weduwe van Jan Henricksz Stip alias Saerns? bekent schuldig te zijn aan Rijck Herberts als momber van de onmondige kinderen van haar comparant, die zij verwekt heeft bij zaliger Werner Willemsz, haar eerste man, met namen Willem en Hillegont, 42 gulden en Joris Jorisz als momber van Lambert Rijckensz, zijnde een onmondige zoon van Mergriet Jansdr, die zij verwekt heeft bij Rijck Jorisz, eertijds huisvrouw van de voorschreven Shans, 4 gulden als erfgenaam van Cornelis Anthonisz en Anna zijn halve broer en zuster, 6 gulden en dit als rest van uitkoop. 4

15-12-1574 Reijer Jansz van Wageningen bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz, molenaar, 100 gulden. 30-12-1574 Dhr Henrick van Wijck, vicaris in de Cunerakerk, bekent met Peter van Surrekesteijn, zijn gekoren voogd in deze zaak, schuldig te zijn aan de gasthuismeesters van Rhenen, 3 gulden per jaar. Hij stelt als onderpand de alinge huijsinge met erf en grond staande op het kerkhof, waar hij in woont, waar zuidwaarts de stadsmuur en noordwaarts het kerkhof. 4-2-1575 Jan Claesz Claesz voor zichzelf en namens Willemken Claesdr, haar zuster, constitueren Willem Thonisz, Aelbert Verweij, Claes de Ridder en Bartholomeus van Bergeijck. 10-3-1575 Evert Gerritsz Venendael x? Jacobsdr bekennen schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz Tol x Alijt 178-10 wegens geleverd koren. 19-3-1575 Bartholomeus van Bergeijck compareert als gemachtigde van jonker Johan van Renesse van Moermont x Petronella Pijnsen, die in 1569 gekocht hebben met Jacob van der Duijn, hun neef, twee stukken veen gelegen in de Rhenense venen, die bij decreet van het Hof van Utrecht verkocht zijn ter instantie van de crediteuren van mr. Dirck Pijnsen van den A. Later heeft Jacob van der Duijn zich terug getrokken. Johan en Petronella hebben geconstitueerd heer Steven, vicaris te Rhenen, en Bartholomeus van Bergeijck, procureur, om te Rhenen de helft van dit veen te transporteren aan Jacob van der Duijn en zijn kinderen. 19-3-1575 Dr. Henrick Lijster voor zichzelf en namens Henrick Lijster, Jan Lijster en Alijt Lijsters, zijn broers en zuster, allen kinderen en erfgenamen van Claes Lijster, transporteert aan Jan Evertsz x Elisabet van Wijck de nederste helft van een huis en hofstede met de schuur of stal daaraan behorende, staande binnen Rhenen, genaamd De Sleutel, daar oostwaarts de kamer van dit huis, welke kamer is tinsgoed van zijne koninklijke majesteit, zuidwaarts Willem Vastrick of daar hij het met recht gelaten heeft, westwaarts een gemene steeg en noordwaarts de Herenstraat. Jan en Elisabeth bekennen schuldig te zijn aan dr. Henrick Lijster c.s. 18-17 per jaar en 12 gulden per jaar. 19-3-1575 Judith Lijster, wed. Evert Jansz, transporteert aan dr. Henrick Lijster c.s. vierdehalfhonderd gulden die zij sprekende heeft op de grote elswaard gelegen in de Marsch waar Jan Dircksz indertijd bruiker van was, gekomen van juffr. Clemens van der A, nagelaten weduwe van Dirck van Culenborch, volgens maakgescheid berustende onder dr. Henrick Lijster, van 22-4-1547. Zij bekent schuldig te zijn aan dr. Henrick Lijster c.s. 3 gulden per jaar wegens een stal en schuur met erf en grond binnen Rhenen, zoals Willem van Harn die heeft gekocht t.b.v. Jan Evertsz x Elisabeth van Wijck. 5

19-3-1575 Elisabeth Lijster, wed. Johan Sgilman voor zichzelf en vervangende met Dirk Schilman, present zijnde, Henrick Schiltman, haar kinderen, bekent schuldig te zijn aan dr. Henrick Lijster 10 gulden per jaar. Zij stelt als onderpand haar deel aan het goed in de Marsch genaamd Den Groten Elsweert, waar Jan Dircksz indertijd gebruiker van was. 22-3-1575 Amelis Thonisz bekent schuldig te zijn aan Ariaen Rolofsz x Weyndelmoet 103 gulden wegens koop van een huis staande bij de raderput, zoals Gerrit van Estvelt x Elisabeth Verwaij dit hebben getransporteerd aan Adriaen Roelofsz x Weyndelmoet. 8-4-1575 Ariaen Petersz van Huesden bekent schuldig te zijn aan Aert Aelbertsz van Doren 28-10. 4/8-1575 Willem van Someren constitueert Wouter Suijrmont, Verweij, Bergeijck en Claes de Rider om te ontvangen van Hermen de Veer. 4/8-1575 Jan Wever van Brysich constitueert Cornelis Thonisz Wijncop, burger te Rhenen, Bartholomeus van Bergeijck, Aelbert Verweij en Claes de Ridder, procureur aldaar, om te ontvangen van Claes Lijster. 30-8-1575 Sander Henricksz heeft gelijftocht zijn vrouw Janna Cornelisdr in huis met toebehoren, waar zij wonen, waar Pelgrom Cornelisz oostwaarts en noordwaarts en Henrick Jacobsz westwaarts naast geland zijn. 25-6-1575 Elisabeth Buddins weduwe van Gijsbert Gerritsz Hollander, voor zichzelf en als boedelhoudster en in dezelfde kwaliteit als mr. Rutger de Bruijn haar voor het Hof van Utrecht heeft belegen, constitueert Herbert van Haeften, procureur voor het Hof van Utrecht. 23-7-1575 Cornelis Henricksz Stip bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz Tol x Alijt 240 gulden wegens overdoening van land in de Nuede. 23-7-1575 Ariaen Petersz van Huesden bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz 26-10. 26-8-1575 Jacob Splintersz, burger en lakenkoper te Utrecht, constitueert Bergeijck. 29-8-1575 Jan Mom en Aelbert Thonisz bekennen schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz Tol x Alijt 150 gulden wegens koop van vierdehalve morgen weijt op het veld. 29-8-1575 Rijck Wesselsz bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz x Alijt 137 gulden wegens overdoening van de Heijmenbergertiend. 29-8-1575 Ulrich Hermens bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz x Alijt 162-15 wegens overdoening van de Roijentiend. 14-8-1575 Willem Thonisz Budding x Agatha bekennen schuldig te zijn aan Andries van Bemmel 86 gulden. Zij stellen als onderpand een huis, hof 6

en hofstede met erf en grond dat Jacob van Roijen laatst toebehoord heeft, en zij bij decreet voor het Hof van Utrecht hebben ontvangen. 14-9-1575 Aelbert Verweij x Cornelia van Hattum transporteren aan Lambert Aertsz x Anna Joest van Estveltsdr de alinge huijsinge met erf en grond binnen Rhenen waar oostwaarts en zuidwaarts de Herenstraat, westwaarts en noordwaarts Ulrich Hermensz. 19-9-1575 Willem Aertsz van Waelwijck constitueert mr. Jacob van Eck, Bergeijck en Verweij. 19-9-1575 Wouter Ariaensz constitueert Willem Thonisz, Aelbert Verweij en Bergeijck. 22-9-1575 Mr. Jeronimus Vairlennis, kanunnik te Haarlem en vicaris indertijd van de Cunerakerk te Rhenen, constitueert Andries van Bemmel om te ontvangen van de vicarie van de heilige Drievuldigheid te Rhenen. 4-10-1575 Thomas van Haseput substiteert Willem van Harn, burgemeester, Henrick Jacobsz, schipper, Evert Lijster, Hubert Verweij en Bergeijck, volgens procuratie te Antwerpen bij Geraert Everwijn, munter aldaar. 3-10-1575 Cornelis Jansz van Mechelen lijftocht zijn vrouw Willemke Henricksdr in de verbeterschap van huis met toebehoren en al zijn goederen in Veenendaal. 12-10-1575 Floris Holy constitueert Aelbert Verweij en Gerrit Dircksz den Hollander om te innen van de erfgenamen van Goert Godder? en Jan smit, eertijds veenmeesters. 14-10-1575 Anthonia Arentsdr met Evert Lijster Hubertsz, haar gekoren voogd in deze zaak, bekent schuldig te zijn aan Cornelis Jansz van Mechelen 158 gulden wegens verteerde kosten en verschoten penningen. 14-10-1575 Cornelis Jansz van Mechelen bekent schuldig te zijn aan Andries van Bemmel, substituut-schout, 8 gulden. 23-10-1575 Bernt Jansz, die laatst gewoond heeft onder Heijmenberg, bekent schuldig te zijn aan jufr. Jeger te Nijmegen 27 gulden. 3-11-1575 Hans Beijer lijftocht zijn vrouw Aertgen Evertsdr in de berglanden op Heijmenberg gelegen, hooilanden, velden, broer en in de maat gelegen, en in een weikamp ten einde de Kreijenkamp, gelegen nog gemeen en ongescheiden met zijn broer. 23-11-1575 Dirck Jansz x Thonisken Stevensdr, en Jan Dircksz de oude, Jan Dircksz de jonge, Gijsbert Dircksz x Catrina, Cornelia Dircksdr, nagelaten weduwe van Thonis Gerritsz, met Gerrit van Estvelt, haar gekoren momber in deze zaak, Gerrit Ponsz x Mergriet, Eerst Jansz x Hermen, Rijckge en Henrickge Thonisdrs met Gerrit van Estvelt hun gekoren voogd in deze zaak, transporteren aan Andries Baltus x Lambertge Thonis huis, hof en hofstede met erf en grond in de 7

Visserstraat daar oostwaarts Henrick Tau, zuidwaarts de Visserstraat, westwaarts Thonis de snijder en noordwaarts Dirck de Holler. 28-11-1575 Peter van Manen constitueert Verweij. 28-11-1575 Evert Gerritsz x Elisabeth Jacobsdr bekennen schuldig te zijn aan Jochum Stevensz 50 gulden wegens koren en hooi. 11-1-1576 Rijck Herbertsz stelt zich borg voor jonker Dirck van Cronenburg, voorgaande cameraar-burgemeester, om het gewijsde te voldoen van het proces dat Cronenburg geïnstitueerd heeft tegen Elisabeth van Harn, waar Rijck borg voor is. 15-1-1576 Goessen Wemmers als principaal en Wemmer Gijsbertsz als borg bekennen schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz, molenaar, 371 gulden. Hij stelt als onderpand zijn huis en hofstede binnen Rhenen daar mr. Wouter Suijrmont oostwaarts, de Herenstraat zuidwaarts, Mechtelt Jerefaes Berntsz weduwe westwaarts en noordwaarts naast gelegen zijn. Op 28-6-1576 heeft Wemmer Gijsbertsz 200 gulden betaald. 3-2-1576 Reijer Jansz x Adriana Frederick Hollsdr bekennen schuldig te zijn aan Andries van Bemmel 100 gulden. Zij stellen als onderpand een stuk land in de Tang dat zij van Gerrit de Wit x Henriske hebben gekocht. 20-2-1576 Jacob Jansz Spel als principaal en Cornelis Aelbertsz als borg bekennen schuldig te zijn aan Peter Fransz 250 gulden wegens arbeidsloon. 26-2-1576 Jonker Willem van Tuijl, heer te Bulckesteijn etc., constitueert Bartholomeus van Bergeijck, procureur te Rhenen en Henrick van Kerk, schepen. 26-2-1576 Jan Reijersz Jansz constitueert Reijer Jansz en Bergeijck. 27-2-1576 Aelbert Jansz van Amerongen transporteert aan Jan Jansz x Geertruij Brant Stevensz een hofstede met erf en grond te Elst, daar oostwaarts Jan Neut te Wijk, zuidwaarts Renes van Wulp, westwaarts juffr. van Wijck te Utrecht met haar adherenten, en noordwaarts de gemene Herenstraat. 13-3-1576 Jan Knelisz? constitueert Bergeijck en Verweij. 17-3-1576 Aelbert Huijgen Verweij als gemachtigde (procuratie te Utrecht dd 30-3- 1566) van Johan Bogert de oude bekent schuldig te zijn aan Adriaentgen Adriaens een jaarlijkse rente van 30 gulden uit de helft van 18 roeden veen strekkende van de Cuneraweg tot in de veengrift toe, daar Frans Bongert of diens erfgenamen de andere helft van toebehoort, waar boven de vrouw van Nijenrode en beneden Jochum van Hunnen. En aan Arnt Gerritsz een jaarlijkse losrente van 12 gulden op ditzelfde veen. 8

28-3-1576 De magistraat bekent ontvangen te hebben van Jan Aelbertsz Tol x Alijt 200 guldens om daarmee enige schuldenaars te betalen. De schuld is ontstaan door de trouble. Jan en Alijt zullen genieten twee schaar weidens met de kalveren daarop op de burgermeent voor de Rijnpoort. 7-4-1576 Peter Petersz constitueert Bergeijck tegen Frans van Lometsz voor zichzelf en namens zijn broer en zuster als erfgenamen van Dirck van Lometsz. 5-4-1576 Gerrit Dircksz Hollander constitueert Bergeijck. 5-4-1576 Herbert Jansz van Huesden constitueert Bergeijck, Cornelis van Muijden, Jan Wantelaer en Peter van Souten? 5-4-1576 Herbert Jansz van Huesden voor zichzelf en namens de andere erfgenamen van Gijsbert Gaertsz van Pantwijk beroept zich op het Hof van Utrecht in de zaak tegen Reijer Jansz van Wageningen. 5?-4-1576 Dirck Lubbertsz transporteert aan Cornelis Jansz van Megelen een huis met toebehoren in Veenendaal aan het marktveld op de grond van die van Brevelt, daar westwaarts het huis van Anna Coningen en oostwaarts het huis van Henrick Ariaensz staat. 28-3-1576 De magistraat bekent ontvangen te hebben van Andries van Bemmel x Stephenie van Lynden 100 gulden om daarmee te betalen enige schuldenaars van de trouble. Zij zullen genieten een schaar weiden met het kalf op de burgermeent voor de Rijnpoort. 28-3-1576 Idem 100 gulden van Henrick Lijster x Alijt Lijsters. 28-3-1576 Idem van Peter van Surckesteijn x Elisabeth van Lynden 100 gulden. 28-3-1576 Idem van Ariaen Verhuet x Hillegont Verwaij 100 gulden. 28-3-1576 Idem van Goessen Claesz x Anna Jansdr 100 gulden. 28-3-1576 Idem van Elisabeth Aertsdr 100 gulden. 10-4-1576 Alijt van Noert constitueert Bergeijck en mr. Jacob van Eck. 28-3-1576 De magistraat bekent ontvangen te hebben van Cornelis Thonisz x Maria 100 gulden. 28-3-1576 Idem van mr. Wouter Suijrmont x Heijlwich van Harn 100 gulden. 28-3-1576 Idem van Willem van Harn x Catrina Lijsters 100 gulden. 23-4-1576 Jan Aelbertsz Tol stelt zich borg voor het arrest dat Ot Jelisz, brouwer, heeft laten doen op drie schepen turf ingeladen door Willem Aertsz van Culemborg en Cornelis Cornelisz behorende Willem van Suijlen van Nijvelt. 26-3-1576 Frans van Renen x Diewer Reijersdr bekennen als borgen van Hubert van Renen schuldig te zijn aan Ulrich Hermensen als momber over 9

Harmen Gregorisz 6 gulden jaarlijkse losrente gaande uit 10 morgen veen zoals zij gemeen hebben met Willem Thonissen Budding, in Rhenen daar oostwaarts Jan Roeck, westwaarts Johan van Renes van Moermont, zuidwaarts Cuneraweg en noordwaarts de gemene veengrift. 9-4-1576 Alzo Huijbert of Frans van Renen schuldig waren aan Ulrich Hermensen als momber over Harmen Gregorisz te vestigen of borg te stellen voor de 6 gulden jaarlijkse losrente zo compareren Pelgrum Cornelissen en Aelbert Verweij die zich borg stellen. 30-4-1576 Willem van Someren voor zichzelf en Jannigen Wijnters Jan van Somerens weduwe, ook voor zichzelf en als boedelhoudster van Agniiet van Someren, haar dochter, en dezelve Willem van Someren als oom en momber van Agniet van Someren, en mede als gemachtigde van Catrina Beckers, zijn huisvrouw, transporteren aan Jan Crauwel, burger te Rhenen, de alinge huijsinge en hofstede met toebehoren binnen Rhenen in de Cruijsstraat waar Jan Crauwel x Catrina Bernts nu in wonen, daar oostwaarts de weduwe van Jan Dircksz Godder, zuidwaarts het huis van Henrick van Eck, westwaarts de Herenstraat en noordwaarts Willem Gerritsz Backer en Aert Sandersz. 3-5-1576 Jerefaes Adriaensz stelt zich borg voor de restitutie van de penningen die de rentmeester van het apploicte de kinderen van Westerholt tot alimentatie uitgeleverd zullen worden. 30-4-1576 Jan Jansz Crauwel x Catrina bekennen schuldig te zijn aan Willem van Someren x Jannitgen Wijnters Jan van Somerens weduwe 268 gulden. Zij stellen als onderpand de hierboven genoemde hofstede. 8-5-1576 Jan Vonck Henricksz, erfgenaam van Henrick Vonck x Luij, zijn ouders, transporteert aan Tonis Jansz de Bruijn een rentebrief sprekende op Jan van Harn Willemsz x Elisabet, inhoudende 6 gouden Hertog Philipsz guldens per jaar, gerekend van een stuk goed genaamd Den Dickenberch. Op 27-6-1594 heeft Johan Vonck aan handen van Dirck Melisz als man van Jerephaes Dirck de Bruijnsdr, een mede-erfgenaam van dezelve, 60 gulden afgelost. 19-5-1576 Adriaen van Triest, schout te Woudenberg, constitueert Verweij, Bergeijck, Jacob van Eck en Jerefaes van Triest. 20-5-1576 Cornelis de Jeger substitueert Adriaen Verhuet, mede-schepen van Rhenen, mitsgaders Bartholomeus van Bergeijck en Aelbert Verweij, procureurs te Rhenen, om te Rhenen te laten lezen de volgende akte gepasseerd te Nijmegen. Juffrouw Assuera van Andelu?, nagelaten weduwe van Ludolff die Jeger, constitueert Cornelis de Jeger, haar zoon, om alle uitstaande acties te verrichten in het Sticht van Utrecht. 23-5-1576 Willem Thonisz Budding, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Ot Jelisz van Ommeren x Maria Roelofs wegens geleend geld door 10

Willem voor Elisabeth Gijsbert Gerrits weduwe beloofd ter somme van 107 gulden. 4-6-1576 Jasper Herbert Jansz constitueert Bergeijck. 31-5-1576 Gerrit Vastrick x Hillegont Anthonisdr bekennen schuldig te zijn aan Henrick van Wijck, priester en vicaris in de Cunerakerk, Willem Vastrick en Peter van Surrekesteijn, als testamentoren van zaliger Marie Hubertsdr, t.b.v. twee eerbare, schamele vrouwen, hetzij maagden of weduwen, die het huis van Marie Hubertsdr bewonen en gebruiken zullen, volgens de dispositie door Marie Hubertsdr gemaakt, ten eeuwige dage gedurende, de som van 3 gulden per jaar. 1-6-1576 Judith Lijsters, nagelaten weduwe van Evert Jansz, als enige erfgename van Jan Evertsz, haar zoon, heeft volgens maakgescheid gemaakt tussen haar ter eenre en Elisabeth van Wijck, nagelaten weduwe van Jan Evertsz, ter andere zijde, op 25-10-1575, getransporteerd aan mr. Wouter Suyrmont x Heijlwich van Harn het huis met schuur of stal daar achter gelegen met erf en grond, genaamd de Sleutel, daar oostwaarts de kamer van de Sleutel, zuidwaarts de afgebrande of vervallen hofstede met de erfgenamen van Teunis Stevensz Sprot, westwaarts een gemene steeg en noordwaarts de Herenstraat. En nog en schuur met erf en grond daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Henrick Jacobsz, westwaarts de erfgenamen van Henrick Jansz Bloem en noordwaarts Pelgrum Cornelisz. Wouter en Heijlwich bekennen schuldig te zijn aan Judith Lijsters 12 gulden per jaar. 14-6-1576 Aelbert Verweij stelt zich borg voor de boete van de goederen die de schout van Jan Tulleman gearresteerd heeft, toebehorende Evert van de Voeet. 16-6-1576 Aert Joesten, dijkgraaf te Vianen, constitueert Bergeijck en Verweij. 16-6-1576 Rijck Wesselsz, molenaar, en Adriaen Petersz, won. onder Heijmenberg, stellen zich borg voor 385 gulden wegens koop van hetgeen mr. Adriaen toekomt in het gerecht van Rhenen. 18-6-1576 Henrick van Wijck, Steven Ijsbrants, Johan Luijlofsz en Anthonie Evertsz, priesters en vicarissen in de Cunerakerk, mr. Guert Berntsz, currentor en schoolmeester, en Wouter Henricksz, koster van deze kerk, constitueren Henrick de Ome?, Splinter van Hamersfelt, procureurs voor de geestelijke rechter te Utrecht, om recht te spreken tegen Damiaen Vonck. 19-6-1576 Aert Joesten, dijkgraaf te Vianen, als oom en momber van Joestge Jansdr en Goessen Aelbertsz als getrouwd gehad hebbende Agnietgen Jansdr zaliger, transporteren aan Pauwels Taets x Guertgen van Megen een huis met erf en grond binnen Rhenen, waar oostwaarts de 11

Herenstraat, zuidwaarts Gerrit van Estvelt, westwaarts het huis van Eck en noordwaarts Henrick Tau. 8-6-1576 Johanna Lijsters, nagelaten weduwe van Claes Lijster, met Henrick Lijster, haar zwager en gekoren voogd in deze zaak, en Henrick Lijster voor zichzelf en voor Alijt Lijsters, zijn huisvrouw, mitsgaders Maria Voncken, nagelaten weduwe van Dirck Lijsters, met Peter van Surrekesteijn, haar momber in deze zaak, transporteren aan Bert Cornelisz x Cornelia Willemsdr een stuk veens en velts met de grond over de Grift, groot omtrent anderhalve hont, daar oostwaarts Jacob de Dedel, zuidwaarts de grift, westwaarts de vrouw van Nijenrode te Utrecht, en noordwaarts Rutger Valkenaer. 1-7-1576 Jan Roelofsz van Meerten, voor zichzelf en zijn vrouw constitueert Bergeijck. 1-7-1576 Willem Gerritsz x Gerritgen Gijsbertsdr, Adriaen Cornelisz x Henrickgen Aertsdr, mitsgaders Rutgertgen Tonisdr voor zichzelf en tutrix van Jan Jansz, haar zoon, verwekt bij zaliger Jan Aertsz, met Jan Dircksz, haar gekoren voogd in deze zaak, transporteren aan Brant Gerritsz x Catrina een huis, hof en hofstede met erf, land en grond met toebehoren in de Dijk daar oostwaarts en westwaarts de Herenstraat, zuidwaarts de erfgenamen van Aert Jacobsz en noordwaarts St. Anthonisvicarie te Rhenen. 2-7-1576 Cornelis Henricksz Stip bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz Tol 135 gulden wegens overdoening van een tiend genaamd De Lantsmanduerstiend. Cornelis stelt in handen van TOnis Jaspersz en Rijck Fransz twee paarden, een wagen, drie koeien, twee calueren, een mael, 7 morgen boekweit en rogge mitsgaders het getimmer van schuur waar hij in woont. 3-7-1576 Willem Thonisz Budding stelt zich borg voor Cornelis Wijnen. 8-7-1576 Gerrit Ariaensz voor zichzelf en als oom en momber van de onmondige kinderen van Peter Adriaensz, constitueert Bergeijck om te bekennen schuldig te zijn. 16-7-1576 Roelof Hendricksz constitueert Verweij. 9-7-1576 Adriaen Claesz als principaal, en Wouter van Suijlen en Pelgrom Cornelisz als borgen, bekennen schuldig te zijn aan Gerrit van hees x Helmich van Eck 100-32. 12-7-1576 Mathijs van Voert en Evert van Voert Mathijsz bekennen schuldig te zijn als borgen voor Jan van Voert aan Cornelisz, Wouter Gerritsz x Geertruijt Adriaensdr 77 gulden. 19-7-1576 Haesgrys? Henrickxdr, met Peter van Surrekesteyn, haar gekoren voogd in deze zaak, transporteert aan Hertger Henricksz x Maria Claesdr een huis, hof en hofstede met erf en grond binnen Rhenen 12

daar oostwaarts het huis van Dirck Rijcksz x Geertruijt Stevens, zuidwaarts Adriaen Petersz schuur en noordwaarts de stadswal. 25-7-1576 Adriaen Petersz, schipper te Culemborg, alias Weijts, bekent schuldig te zijn aan Aelbert Verweij 59-8 wegens geleend geld wegens Cornelis Willemsz. Thonis Danielsz stelt zich borg voor Adriaen Petersz. Thonis Danielsz bekent schuldig te zijn aan Aelbert Verweij 40 gulden wegens Cornelis Willemsz. Adriaen Petersz schipper stelt zich hier borg voor. 8-8-1576 Gerarda de Bruijn, wed. Jacob van Renen, voor haarzelf en als boedelhoudster en tutrix van haar kinderen, bekent schuldig te zijn aan Elisabeth Lijsters, wed. Johan Sgiltman 24 gulden wegens verlopen renten. 31-8-1576 Johan van Lynden constitueert Bartholomeus van Bergeijck en Peter van Surrekesteijn om geld te ontvangen en een huis en schuur te transporteren aan Jochum Stevensz van Hern. 3-9-1576 Dirck Gijsbertsz en Gerrit Cornelisz, schippers, hebben beloofd elkaar te helpen in de zwarigheden en kosten die Henrick Cornelisz hen heeft aangedaan wegens borgtocht voor Willem Gijsbertsz. 4-9-1576 Gijsbert van Manen constitueert Bergeijck. 6-9-1576 Cornelis Cornelis Rijngel alias Cleijn, als oom en momber van de onmondige kinderen van Cornelis Rijngel, zijn broer, mitsgaders Rutger Jacobsdr van Manen bekennen schuldig te zijn aan Jan Meertensz Tulleman vanwege Henrick Berssoer? van Weijel 40-8 wegens obligatie die Bressoer op zaliger Cornelis Rijngel sprekende had van koop van hout. 7-9-1576 Hendrick Jansz x Gijsbertge Jorisdr bekennen schuldig te zijn aan Reijer Jansz 65-12 wegens geleend geld. 10-9-1576 Henrickgen Roelofsdr constitueert Verweij. 1-10-1576 Alijt Anthonisdr, nagelaten weduwe van Aert Aelbertsz, constitueert Bergeijck. 3-10-1576 Goessen Jacobsz x Weijndelmoet Wouters transporteren aan Adriaen Adriaensz x Maria Jansdr het getimmer van het huis in Veenendaal bij de Molenbrug op de grond van Aelbert en Cornelis Jansz van Amerongen, met de verbeterschap en huurweer daarvan. 4-10-1576 Herman Scherpynck x Hillegont Lijsters als principalen, en Jan Aelbertsz Mom als borg, bekennen schuldig te zijn aan Willtgen Gerritsdr van Harn Claes Berntsz weduwe 44 gulden als rest van de kooppenningen van een huis en hofstede binnen Rhenen aan de raderput. En 5 gulden wegens rente. 4-10-1576 Cornelis Rijngel als momber van de onmondige kinderen van Cornelis Rijngel, zijn broer, mitsgaders Rutger van Manen, wed. van deze 13

Cornelis Rijngel, constitueert Aert Ram, Peter van Santen, Luijdolff van Santen, Herbert van Haeften, Johan Wachtelaar, procureurs voor het Hof van Utrecht, Bartholomeus van Bergeijck, en Aelbert Berweij, procureurs voor het gerecht van Rhenen. 14-9-1576 Bernt Jerefaesz bekent schuldig te zijn vanwege Adriaen Henricksz in Veenendaal aan Willemke Gerrit van Herns weduwe van Claes Berntsz 40 gulden van een waterbrief van 20-2-1571 sprekende op Adriaen Henricksz. 15-10-1576 Mr. Jacob van Eck stelt zich borg voor Jacob Huijgens voor de vrijing van een schip dat Jacob Huijgen aan Cornelis Jansz Bunt geleverd heeft van dat de erfgenamen van Dirck Pijnsz op hetzelve schip niet meer te spreken hebben dan 37 gulden. 15-10-1576 Aelbert Thonisz bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz 8 gulden wegens levering van twee hoet rogge en twee vaten honing. 15-10-1576 Ariaen Cornelisz bekent schuldig te zijn vanwege zijn moeder aan Symon Thonisz 103 gulen. 30-10-1576 Gerrit van Hees x Helmich van Eck transporteren aan Johan de Keijser den oude x Anthonia Lijsters, Henrick Lijster x Alijt Lijsters, Johan de Keijser de Jonge x Alijt van Harn, Cornelis Aelbertsz x Cornelia Aertsdr een stuk veen velt met de grond, genaamd Henrick van Ecksveen, daar oostwaarts Christoffel van Montfoort en westwaarts de heren van St. Pieter te Utrecht. De kopers bekennen schuld aan Gerrit en Helmich van 280 gulden. 7-11-1576 Aelbert Guertsz bekent schuldig te zijn aan Reijer Jansz 60 gulden wegens lening. 18-11-1576 Cornelis Jansz van Gelder bekent schuldig te zijn aan Jan Jansz Crauwel 30 gulden wegens levering van een huis. 25-11-1576 Ulryck Hermensz en Jerefaes Engbertsz constitueren Bergeijck. 26-11-1576 Roelof Adriaensz en Jacob Roelofsz x Henrisken Gerritsdr bekennen schuldig te zijn aan Dirck Thonisz x Juliana Jansdr 10 gulden per jaar wegens 164 gulden lening. Zij stellen als onderpand een stuk land met erf en grond genaamd Moddecamp, strekkende oostwaarts over de grift tot aan de Veluwe toe, zuidwaarts de erfgenamen van Adriaen Hendricksz en Jan Hubertsz gemeen en ongescheiden, westwaarts Henrick Lijster. 28-11-1576 Priorin en mater van St. Agnietenconvent te Rhenen constitueert Verweij. 30-11-1576 Guert Jacobsz Ros constitueert Bergeijck. 30-11-1576 Cornelis van Schoenhoven bekent schuldig te zijn aan Thomas Bremer Borre uit Wesel 36 gulden. 14

6-12-1576 Mr. Wouter Suijrmont constitueert een procureur. 10-12-1576 Walraven Cornelisz Rijngel constitueert voor zichzelf en als momber over zijn huisvrouw Bergeijck. 13-12-1576 Henrick van Eck constitueert Verweij. 14-12-1576 Jan Aelbertsz constitueert Bergeijck. 13-12-1576 Adriana Willem Ariaensz weduwe constitueert Verweij. 15-12-1576 Adriaen Heij de oude x Luijt Cornelis van Groetfelt bekennen schuldig te zijn aan Jerefaes Eijnbertsz x Judith Gijsbertsdr 15 gulden per jaar. Zij stellen als onderpand een stuk land in de Nuede, groot vierdehalve morgen, waar oostwaarts en zuidwaarts Wouter van Suijlen en westwaarts en noordwaarts de erfgenamen van Janna Rijcks. 16-12-1576 Cornelis Henricksz Stip constitueert Bergeijck. 17-12-1576 Franck Francksz, molenaar, bekent schuldig te zijn aan Roelof Rutgersz 38 gulden. 26-12-1576 Elisabet Tonisdr, nagelaten weduwe van Gijsbert Gerritsz de Hollander, voor zichzelf en als boedelhoudster van haar onmondige kinderen, bekent schuldig te zijn aan Ot Jelisz van Ommeren x Maria Roelofsdr 114-11. Zij stelt als onderpand hetgeen zij heeft gekocht van de erfgenamen van Brunynck van Cuijck, waar oostwaarts Dirck Verlaer, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts de abt van St. Paulus te Utrecht, en noordwaarts de gemene grift. 7-1-1577 Cornelis Mosselman constitueert uit kracht van zijn procuratie gepasseerd te Wijk bij Duurstede op 7-11-1576 bij juffr. Maria van Eck, wed. Aert van Verlaer, Bartholomeus van Bergeijck. 11-1-1577 Bernt Jansz voor zichzel en Aelbert Guertsz als momber van het onmondige kind dat Bernt verwerkt heeft bij Mergriet des voorschreven Aelbert Guertsz dochter, transporteren aan Claes Danen x Alijt Jansdr het huis, getimmer met de brouwerij en toebehoren, mitsgaders al het getimmer etc daarbij behorende onder Heijnmenberg op de stads gemeente, daar oostwaarts de weduwe van Cornelis Rijngel met haar kinderen, westwaarts Cornelis van Schoenhoven, noordwaarts de berg, zuidwaarts de gemene grift. 30-1-1577 Jan Thonisz bekent schuldig te zijn aan Goessen van IJngen en Jan van Wijck Hubertsz 50 gulden. 1-2-1577 Jan Mom en Aelbert Thonisz bekennen schuldig te zijn aan Dirck van Leijden 42 gulden wegens levering van bier. 4-2-1577 Pelgrum Cornelisz bekent schuldig te zijn aan Gerrit van Hees x Helmich van Eck 12 gulden. Als onderpand stelt hij zijn deel aan een stuk land van 4 morgen genaamd Die Lange Ackers in de Middel 15

Nuede, zoals hij dat ontvangen heeft van de erfgenamen van Gerrit van Harn. 18-2-1577 Gerrit Hermansz van Wijck bij Duurstede constitueert Bergeijck. 24-2-1577 Christiaan van Bentem constitueert Bergeijck. 16-3-1577 Aert Guertsz, burger te Wijk bij Duurstede, constitueert Bergeijck. 13-3-1577 Dr. Henrick Lijster x Mechtelt Keijsers bekennen schuldig te zij aan Henrick van Hambach x Margriet van Aernhem 72 gulden per jaar. Zij stellen als onderpand hun deel in 8 morgen land in de Nuede, genaamd de Begbersche campen, met de bijel daaraan, waar oostwaarts de heren vande Horst, zuidwaarts en noordwaarts de gemene straten. 6-3-1577 Gerarda de Bruijn, voor haarzelf en als boedelhouster van Jacob van Renen, bekent schuldig te zijn aan Anthonie Lambertsz en diens vrouw 21-7-2. Op 15-3-1577 heeft zij betaald en op 27-3-1577 is het geheel afgelost. 16-3-1577 Sander van Voerst x Alijt van Herst constitueren Bergeijck. 16-3-1577 Peter Rutgersz de Ruijch, burger te Utrecht?, constitueert Bergeijck. 13-3-1577 Dr. Henrick Lijster x Mechtelt Keijsers bekennen schuldig te zijn aan Wilhelmina, nagelaten weduwe van Peter van Hambach, in leven hopman, 60 gulden per jaar. Zij stellen als onderpand hun deel in 8 morgen land in de Nuede, genaamd de Begbersche campen, met de bijel daaraan, daar oostwaarts de heren van de Horst, zuidwaarts en noordwaarts de gemene straten. Op 27-7-1586 heeft Mechtelt Keijsers, wed. Henrick Lijster 1/3 van deze schuld afgelost. 13-3-1577 Henrick van Hambach, voor zichzelf en als gemachtigde van zijn moeder Wilhelma, nagelaten weduwe van Peter van Rennan, gewezen hopman onder het regiment van de Graaf van Megen, transporteert aan dr. Henrick Lijster zijn deel aan alzulke achterwezen als de koninklijke majesteit, of de Staten van de landen hem en zijn moeder schuldig zijn. 23-3-1577 Adriaen Heij bekent schuldig te zijn aan Alijt Dirck van Noert weduwe 4 gulden per jaar wegens een stuk land in de Nuede, groot 4 morgen, daar oostwaarts en zuidwaarts Wouter van Suijlen, westwaarts en noordwaarts de erfgenamen van Janna Rijcken. Op 14-4-1577 approbeert Luijt van Grootfelt deze plecht van haar man. Op 28-2-1596 heeft Adriaen Dircksz als erfgenaam van Alidt Dirck van Noerts weduwe deze plecht geroijeerd. 25-3-1577 Evert Gerritsz, Gerrit Ariaensz en Hermen Jansz, mombers over de onmondige kinderen van Peter Ariaensz constitueren Aelbert Verweij. 26-3-1577 Judit Lijsters, wed. Evert Jansz, belooft Willem van Harn x Catrina Lijsters schadeloos te houden van de belofte die Willem en Catrina gedaan hebben voor Gerrit Lijster aan Jan Dircksz van de vrijing en 16

waring van de koop van de landen die Gerrit Lijster vanwege Willem van Harn en Judit Lijsters met Jan Dircksz hebben gedaan. 27-3-1577 Guert Dircksz stelt zich borg voor het arrest dat Jan Noest en Ariaen Noest aan het koren en huisraad toebehorende de weduwe en erfgenamen van Jerefaes van Groetfelt en Aelbert Verweij beloofde hem comparant schadeloos te houden. 13-4-1577 Rijck Herbersz bekent schuldig te zijn aan Alijt Dirck van Noerts weduwe 24 gulden. 15-4-1577 Aelbert Guertsz van Ommeren bekent schuldig te zijn aan Jan Brantsz 100 gulden. 18-4-1577 Guert Ros, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Henrick van Eck, won. Rhenen, 22 gulden wegens geleverd laken. 25-4-1577 Jan Thonisz x Maria Aertsdr constitueren Gijsbert Aertsz om t.b.v. Andries van Bemmel en Steffenie van Lijnden te transporteren 3 morgen in de Dijk. 28-4-1577 Evert Jordensz, won. op te Dijkse gemeente in het gerecht van Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Tonis Saer Rijcksz nagelaten weduwe van Henrick Gerritsz, 62 gulden als rest van koop van getimmer en verbeterschap staande op de Warshevel op de voorschreven gemeente. 28-4-1577 Peter Jansz Verbrug voor zichzelf en als momber van de onmondige kinderen van Jan Jansz Verbrug, met namen Cornelis Jansz Verbrug, Jan Jansz en Gerrit Jansz, mitsgaders Frans Bernts Teerworm x Heijlwich Jansdr, Anna Jansdr weduwe Jan Willemsz Tulman, Hermke Jansdr wed Jan Wallen voor haarzelf en als boedelhoudster van haar onmondige kinderen, transporteren aan Jan van Wageningen x Natewijs van Suijlen een huis, hof en hofstede met erf en grond te Elst, gekomen van Jan Verbrug zaliger, hun vader, daar oostwaarts en noordwaarts de Herenstraat, zuidwaarts de Hanck en westwaarts het huis van Henrick de Cruijff. 28-4-1577 Frans Berntsz Teerworm constitueert Bergeijck. 4-5-1577 Alijt Jansdr, nagelaten weduwe van Hermen THonisz van Banebos, met Gerrit Loet, haar gekoren voogd in deze zaak, transporteert aan Gerritgen Hermansdr, nagelaten weduwe van Michiel Evertsz, de helft van een huis, hof en hofstede met erf en grond in de Visserstraat, daar oostwaarts Dirck Jansz Quint, zuidwaarts de stadsmuur, westwaarts Dirck Vonck en noordwaarts de Visscherstraat. 20-5-1577 Evert de steenbakker constitueert Bergeijck en Evert Lijster Berntsz om te ontvangen. 17

24-5-1577 Tonis Joosten lijftocht zijn vrouw Christina Henricksdr in zijn deel van het land gelegen in de Horsbrant en zijn deel van 1 morgen bergland gelegen in de Dixen eijnge, en zijn deel in een halve morgen hooiland tussen de Eem en de Leigraaf, al gemeen gelegen met Wouter van Zuijlen, en in al zijn andere goederen. 3-6-1577 Jan Gerritsz van Afterberch lijftocht zijn vrouw Enneke Jansdr in de verbeterschap van de huurweer, huis, hof en hofstede, landen daartoe behorende die hij van de stad in pacht heeft, met toebehoren en al zijn goederen. 4-6-1577 Peter van Sobeeck voor zichzelf en Gerrit van Spuel als momber van Aeltgen van Sobeeck, des voorschreven Peter van Sobeecxs zuster, bekennen ontvangen te hebben van Johan Aelbertsz 600 gulden wegens 7 morgen land in de Marsch. 4-6-1577 Tonis Danielsz bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz 19-15 wegens levering van turf. 4-6-1577 Jan Dircksz den Bueken, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Cornelis Henricksz Stip 11 gulden wegens levering van hooi op het land. 11-6-1577 Christina Henricksdr, nagelaten weduwe van Tonis Joesten, met Willem Vastrick, haar gekoren momber in deze zaak, bekent schuldig te zijn aan Joest en Eerst Ariaenszonen, als erfgenamen van Tonis Joesten, hun oom, en hen ook sterk makende voor de andere erfgenamen, 100 gulden wegens uitkoop van de erfenis van Tonis Joesten. Op 12-6- 1577 bekennen Joost en Eerst ontvangen te hebben 12 gulden. 13-6-1577 Elisabeth van Zuijlen, wed. Jacob van Danswijck, constitueert Wouter van Zuijlen, haar broer, om te mogen accorderen tegen de weduwe en erfgenamen van Thonis Joesten. 13-6-1577 Mr. Dirck van Malsen, schout te Renswoude, constitueert als rentmeester van Agata van Alckemade, vrouw van Opmeer etc., Aelbert Verweij. 19-6-1577 Brant Gerritsz lijftocht zijn vrouw Catrina Reijersdr in de hofstede in de Dijk die hij met zijn vrouw gekocht heeft van Aert Jacobsz x Anna Holleborch, en de verbeterschap van de huurweer van huis, hof en hofstede met de landen daartoe behorende, waar hij op woont, met toebehoren. 23-6-1577 Wemmer Gijsbertsz stelt zich borg voor Aert Saren voor de actie als Alertge Borren weduwe van Goessen Claesz op Aert sprekende heeft. 23-6-1577 Peter Claesz op Prattenburg x Anna Dircksdr, en hen sterk makende voor Hubert Thonisz x Rutgera Anthonisdr, Gijsbert Aertsz x Elisabeth Anthonisdr, die zich sterk maken voor Willem Thonisz en ook als speciale procuratie hebbende van Jan Thonisz x Maria Aertsdr, 18

transporteren aan Andries van Bemmel, substituut van Johan de Roij, schout, x Steffene van Lijnden een hofstede met erf en grond in de Dijck dat Anthonis Rutgersz laatst gebruikt heeft en waar hij is overleden, daar oostwaarts Andries van Bemmel, zuidwaarts het convent van Rhenen, noordwaarts de gemene Heerweg of straat de Dijck genaamd. 25-6-1577 Jan Claesz van Calcker x Alijt Aertsdr transporteren aan Henrick Aertsz van der Horst x Elisabeth Aertsdr en hof met erf en grond in de Visscherstraat hebbende de lengte van drie roeden opgaande en zes voeten binnen de muur naast de Herenstraat (iedere roede 14 voeten lang) 27-6-1577 Tonis Screvels en Maria Screvelsdr voor zichzelf en hen sterk makende voor Haesgen zaliger Tonis Joesten zuster en Aert Gijsbertsz transporteren aan Wouter van Suijlen x Agnijes al hun erfenis hen aangekomen door dode van Tonis Joesten. 29-6-1577 Jonker Johan van Renesse van Welp, heer tot Welp, etc., constitueert Verweij. 30-6-1577 Gerrit Adriaensz en Hermen Jansz als mombers over de onmondige kinderen van Peter Adriaensz, constitueren Verweij. 30-6-1577 Verweij en Ulrich Hermensz constitueren Aert Ram en Haeften, procureur voor het Hof van Utrecht. 6-7-1577 Cornelis Woutersz den Braber, schipper, heeft gezworen dat schupt dat hij drie dagen verkocht en nu onlangs van Claes Henricksz, schipper, uit kracht van een waterbrief sprekende op dit schip, zal leveren binnen de tijd van zes weken. Cornelis Willemsz Vigeboem, schipper, en Gerrit Vincentsz stellen zich borg. 8-7-1577 Nicolaes Cornelisz voor zichzelf en namens Johanna de Vrede, tezamen erfgenamen van Belij, hun zuster, constitueren Verweij en Johan de Keijser de jonge. 8-7-1577 Adriaen de snijder constitueert Bergeijck en Verweij. 8-7-1577 Aelbert Huijgen van Auckoep constitueert Verweij en Bergeijck. 8-7-1577 Jacob Aelbertsz van Aucoep vertoont procuratie voor stad Utrecht. Hij en zijn vrouw Jannichgen Wynters transporteren aan Andries van Rijn x Dirckgen Stevensdr een kampje land buiten de Bergpoort daar oostwaarts Andries van Rijn, westwaarts de meent, noordwaarts de erfgenamen van Henrick Valckenaer en zuidwaarts de Duijstersteeg. En nog een kampje daar oostwaarts en zuidwaarts de gemene straat, noordwaarts de erfgenamen van Dirck Lijster en westwaarts Jan van Harn. Om over te geven aan Willem van Someren de helft van 13 morgen veens en velts, breed zijnde 13 roeden, gelegen met het erf en grond, huis, hof en bepoting, met de turf daarop staande, in Cappelle 19

lot, daar Jan de Keijser oostwaarts, en westwaarts de erfgenamen van mr. Balthazar van Blijenborch, zuidwaarts Cuneraweg en noordwaarts de gemene grift. 7-7-1577 Jonker Anthonis van Westerholt voor zichzelf en voor de andere erfgenamen van Hermen van Westerholt, constitueert Peter van Santen, procureur voor het Hof van Utrecht, en Batholomeus van Bergeijck, procureur te Rhenen. 20-7-1577 Tomas Thomasz, schipper, transporteert aan Jan Aelbertsz Tol x Alijt de verbeterschap en getimmer van een huis met toebehoren in Veenendaal op de grond van Aelbert en Cornelis Jansz van Amerongen en Gerrit van Harn, drost te Amerongen. 17-7-1577 Aelbert Joesten x Elisabet, en Henrick Henricksz van Huesden bekennen schuldig te zijn aan Jacob de Dedel en Wouter van Leuwen 30 gulden. 19-7-1577 Claes de Groet beroept zich tegen enige artikelen in de rekening begrepen tussen Adriaen Henricksz en hemzelf van 10-7-1577, gedaan voor de griffier te Rhenen. 21-7-1577 Gerrit Noest constitueert Bergeijck. Hij nomineert domicilium bij Bergeijck. 25-7-1577 Maria Jansdr, weduwe Aelbert Claesz, won. Veenendaal, bekent geaccordeerd te hebben een maakgescheid tussen haar en Jan Aelbertsz, haar zoon. 25-7-1577 Wouter van Suijlen x Agnies bekennen schuldig te zijn aan Christina Henricksz, wed. Tonis Joesten, 106 gulden en 32 gulden van de uitkoop van de lijftocht die zij heeft volgens de lijftochtbrief. En nog 9-10 die Christina verschoten heeft aan Eerst en Joest Adriaensz, broers, als erfgenamen van Thonis Joesten. 27-7-1577 Cornelis de Jeger constitueert Verweij. 28-7-1577 Hubert Berntsz, schipper, bekent schuldig te zijn aan Johan de Keijser de Jonge met zijn compagnie, 35-15 als rest van levering van een schip. 19-8-1577 Aelbert Verweij heeft uit kracht van procuratie door Adriaen Titboell x Cunera, gepasseerd te Wesel, transporteert aan mr. Peter Ruijsch, advocaat voor het Hof van Utrecht, 18 morgen bergland op te Herspe, mitsgaders 2 morgen weijrtland onder aan Heijmenberg op de Rijnstroom, zoals Claes de Ridder deze bij decreet voor het gerecht van Rhenen verkregen heeft en gekomen zijn van Jacob van Renen. 2-9-1577 Hubert Gerritsz als momber van de onmondige kinderen van Mathys Woltersz, Jan Mathijsz voor zichzelf en namens Jan Cornelisz, allen erfgenamen van Wouter Mathijsz, transporteren aan Rem Remmertsz x 20

Aeltgen Evertsdr de verbeterschap van een huis in Veenendaal op de grond van die van Brevelt, en alle erfenis hen aangekomen door dode van Wouter Mathijsz. 23-9-1577 Willem Goessen, waard in de Engel, bekent schuldig te zijn aan Alijt Dircks van Oortsweduwe 65 gulden als rest wegens koop van een schuur in Rhenen daar oostwaarts en noordwaarts Alijt van Noert, voorschreven, de schuur van Jochum Stevensz zuidwaarts en westwaarts de Herenstraat. 24-9-1577 Clemens Clemensz, burger te Utrecht, constitueert Bergeijck. 24-9-1577 Adriaen van Triest, schout te Woudenberg, constitueert Aelbert Verweij. 25-9-1577 Willem van Harn heeft uit kracht van procuratie gepasseerd te Culemborg door Alaert Jansz, brouwer, Amelis Alertsz x Henrickgen Aert Robbendr, Anthonis Alertsz en Jan Alertsz, broers, Peter van Groetfelt x Mergriet Alert Jansdr en Joesken Alertsdr, met Alaert Jansz, haar vader en momber in deze zaak, allen kinderen van Alaert Jansz en Dorothea van Harn, zijn overleden huisvrouw, transporteert aan Cornelis Thonisz x Anna, Jerefaes Engberts x Judit, 4 morgen land met erf en grond in de Rhenense Nuede, daar oostwaarts de erfgenamen van Bernt van Wijck, zuidwaarts de Weijdick, westwaarts St. Pieter en noordwaarts de Eem. Cornelis en Jerefaes bekennen schuldig te zijn aan Alert Jansz c.s. 375 gulden als rest wegens levering van dit land. Op 11-8-1578 hebben Cornelis Thonisz en Jerefaes Engbertsz 187-5 betaald aan handen van Jan Alertsz. 25-9-1577 Guert de Haes, schipper te Arnhem, constitueert Bergeijck om te doen arresteren Thonis Henricksz, schipper te Culemborg, schepen Ulrich Hermensz en Vastrick, schepenen. 11-9-1577 Meerten Rijcksz x Henrickgen THonisdr, IJtgen Thonisdr, met Evert Lijster Berntsz, haar gekoren momber in deze zaak, mitsgaders Jacob Goessensz, koster van St. Jacobskerk te Utrecht, als oom en momber over de onmondige kinderen van zaliger Steven Thonisz verwekt bij IJtgen Goessensdr zaliger gedachtenis, transporteren aan Henrick Jacobsz, snijder, x Geertruijt Aertsdr een huis met erf en grond, hof en hof en hofstede binnen Rhenen daar oostwaarts de Cruijsstraat, zuidwaarts Cornelis van Eck Cup, westwaarts de gemene steeg en noordwaarts Gerrit Aertsz. 26-9-1577 Gerrit Vastrick en Pelgrum Cornelisz, als gildemeesters van St. Cunerabroederschap, transporteren aan mr. Adriaen van Stoutenborg M.D. x Huberta Lijsters een kampje land met erf en grond aan de Bergpoort daar oostwaarts de meent, zuidwaarts de weduwe van Jan van Ede, westwaarts de stadsgracht en noordwaarts de Bergpoort. Adriaen x Huberta bekennen schuldig te zijn aan Gerrit en Pelgrum 3-10 per jaar. 21

2-10-1577 Cornelis Thonisz bekent schuldig te zijn aan Cornelia van Lijnden 150 gulden. Hij stelt als onderpand al zijn goederen en een stuk land, erf en grond zoals dat hem ten dele door Alert Jansz van Culemborg met zijn kinderen is opgedragen. Op 21-11-1582 heeft hij 50 gulden betaald. 3-10-1577 Catrina, weduwe Gerrit Dircksz den Hollander, bekent schuldig te zijn aan Aelbert Huijgensz van Aucoop, burger te Utrecht, 76-9-8 wegens geleverd quant? 15-10-1577 Gijsbert Aertsz, won. Veenendaal, transporteert aan Ot Jelisz de verbeterschap en het getimmer staande op de grond van Hendrick Lijster. 18-10-1577 Adriaen Alfersz van de Vaert bekent schuldig te zijn aan Cornelis Jansz Bunt 12 en 70 tonnen van turf. 19-10-1577 Anthonia Vastrick Gerritsdr zweert dat het land gelegen aan de Ingense dijk niet meer bezwaard is dan met 50 gulden die Willem van Wijck daaruit heeft. 19-10-1577 Seger Gijsbertsz constitueert Verweij. 20-10-1577 Cornelis Aelbertsz bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz x Alijt Dircksdr 212-10 wegens obligatie van 29-3-1575. 3-10-1577 Andries Balthar en zijn vrouw constitueren Bergeijck. 30-10-1577 Willem, Jan en Cornelis Jansz, broers, voor zichzelf en als mombers over Jan Jansz, hun onmondige broer, bekennen dat Willem THonisz Budding, hun oom, hen rekening gedaan heeft van zijn administratie als momber over hen van de goederen van hun overleden moeder. 15?-11-1577 Dirck Adriaensz constitueert Bergeijck. 10-11-1577 Jan Tulman constitueert Verweij en Bergeijck. 13-11-1577 Jan de Boij heeft geassigneerd onder het gerecht 7 gulden die hij schuldig is aan juffr. Gerarda de Bruijn, mets 16 stuivers van kosten door Gerarda verschoten die Gijsbert Neij uit kracht van voorgaande akte van condemnatie van 20-7-1573 nieuwe letteren van executie van 23-7-1577 gelicht heeft met consent van Gerarda. 17-11-1577 Cornelis Cornelis Rijngel alias Cleijn voor zichzelf en als momber van de onmondige kinderen van zaliger Cornelis Rijngel, zijn broer, mitsgaders Rutger van Manen, wed. Cornelis Rijngel, constitueert Bergeijck. 21-11-1577 Peter Herbertsz constitueert Verweij. 21-11-1577 Adriaen Petersz lijftocht zijn vrouw Bernt van Welij levenslang in hun huis en hofstede, berg, schuur, koren, boomgaard onder Heijmenberg en alle andere goederen. 22

7-12-1577 Adriaen Alfertsz constitueert Bergeijck. 11-12-1577 Dirck Jansz x Anthonia Stevensdr beloven Henrick Aertsz van de Horst, Hendrick Jansz Tau, Dirck Jansz Quint en Evert Lijster Hubertsz, schadeloos te houden tegen Gerrit van Estvelt van de borgtocht die zij hebben gedaan volgens akte van maakgescheid van 16-3-1575 onder Gerrit van Estvelt berustende. Zij stellen daarvoor hun huis in de Visserstraat, daar oostwaarts Jan Petersz van de Horst, westwaarts Henrick Aertsz, zuidwaarts de Visserstraat en noordwaarts Bernt Jansz van Messer. 11-12-1577 Jan Henricksz, schipper van Arnhem, bekent schuldig te zijn aan Floris Holij, uit naam van zijn meester, 42-15½ wegens levering van turf en 29 stuivers wegens onkosten door Holy voor hem verschoten. 24-12-1577 Jan Aelbertsz Toll x Alijt Rijcksdr transporteren aan Cornelis Gerritsz Clerck x Aeltgen Robbertsdr en Cornelis Aelbertsz x Neeltgen Aertsdr morgen land daar oostwaarts en zuidwaarts de Herenstraat, westwaarts Janna Lijsters, met huis en windkoornmolen, schuur en rosmolen met toebehoren. 28-12-1577 Willem Thonisz Budding bekent schuldig te zijn aan Jan Aelbertsz Toll 156 gulden wegens levering van turf en gerechtelijke onkosten. Hij stelt als onderpand zijn huis en hofstede, veen, velt etc. 13-1-1578 Willem Thonisz Budding, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Peter Jansz Visscher 63 gulden waaraan hij houden zal betaling van deze som aan Jan Hermensz, schipper van Ravenswaaij. 20-1-1578 Goessen Claesz stelt zich borg voor Eerst Adriaensz, voor zichelf en namens Joest Adriaensz, zijn broer, als mede-erfgenamen van zaliger Thonis Joesten, voor de voldoening van 40 gulden als rest van uitkoop gedaan met Christina Thonis Joestensz nagelaten weduwe, volgens akte van uitkoop van 11-6-1577. 21-1-1578 Rutger Valkener x Catrina van Middachten bekennen schuldig te zijn aan Willem van Harn x Catrina Lijsters 262-13 herkomende van Cornelis van Bergen, pander, heer te Zevenbergen, etc., volgens akte van 1-8-1577. Zij stellen als onderpand een huis en hofstede in Achterberg te Laar, genaamd het Woudenbergse goed, waar Jan Brantsz x Janna nu bruiker van zijn. 21-1-1578 Rutger Valkener lijftocht zijn vrouw Catrina van Middachten levenslang in het erf en goed in Achterberg te Laar genaamd het Woudenbergse goet, waar Jan Brantz x Janna nu bruiker van zijn. 26-1-1578 Guert Ros bekent schuldig te zijn aan Henrick van Eck, burgemeester te Rhenen, 7-6 wegens geleverd laken die Henrick van Eck geleverd heeft aan zaliger Jan Willemsz x Aertgen, zijn nagelaten weduwe, nu 23