DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING

Belgisch Staatsblad dd

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

(EU) nr. 517/2014 (F-gassen) Wat zijn F-gassen? Europese regelgeving F-gassen Aanpassingen VLAREL Aanpassingen VLAREM II

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

ERKENNING ALS EXAMENCENTRUM KOELTECHNIEK

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport

Belgisch Staatsblad dd

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2018/15149]

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VOORSTEL VAN DECREET

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

L 92/28 Publicatieblad van de Europese Unie

Vlarem-trein 2012 en 2013 ROGMV Harelbeke -Jabbeke

Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

geluidsactieplannen wegverkeer en spoorverkeer

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en artikel 87, 1;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Bijlage 18. Retributies voor de behandeling van de aanvraag en de uitoefening van het toezicht op de erkenningen met betrekking tot het leefmilieu

HSE World Event 2018 Koelinstallaties: Beter voorbereid op controles

2 Overzicht figuren Lijst van afkortingen... 13

BLOOTSTELLING AAN OMGEVINGSLAWAAI IN VLAANDEREN

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

VR DOC.0850/1BIS

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1375 VAN DE COMMISSIE

VR DOC.0673/1

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Bijlage XXIII. Lijst van de milieu-inbreuken, ter uitvoering van artikel , 1, f), en , derde lid, van het decreet

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VLAREM II Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzonder wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Wijziging VLAREL. Gezamenlijk briefadvies over de wijziging van het VLAREL en andere erkenningsbesluiten. Gezamenlijk briefadvies

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

Vlaremtrein 2011 Muziekactiviteiten Overige wijzigingen

MEDEDELING AAN DE LEDEN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Jeroen Lavrijsen Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid

VR DOC.0389/1BIS

VR DOC.0369/2BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS ADVIES. over

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 december 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Problematiek van F-gassen en opportuniteiten voor natuurlijke koelmiddelen

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1, en 2, a), en artikel 29, 1, 1 ;

Het inrichtingenbegrip in Vlaanderen. Naam: Steven Betz Functie:Adviseur milieu & ruimtelijke ordening Datum: 22 april 2016

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT

VR DEC.0080

Actieplan Omgevingslawaai Luchthaven Brussel-Nationaal

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

VLAREM-trein /03/2016. Regionaal Overleg Milieu 03/03/2016. Mireille De Schepper LNE, Afdeling Milieuvergunningen.

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie. Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Omzetting Energie-efficiëntie Richtlijn in VLAREM. Vicky Demeyer Afdeling Milieuvergunningen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Gebruikte afkortingen

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

7 Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

Transcriptie:

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu Algemene toelichting Met dit ontwerpbesluit worden titel II van het VLAREM en de bijlagen, het VLAREL en Milieuhandhavingsbesluit gewijzigd. De wijzigingen situeren zich op drie vlakken. Ten eerste worden in artikel 1.1.2 en afdeling 2.2.4. van titel II van het VLAREM en de bijlagen de terminologie in overeenstemming gebracht met de terminologie in de Europese richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de invoering van het begrip drempelwaarden ter vervanging van het begrip milieukwaliteitsnormen, op de aanpassing van het toepassingsbereik voor de beleidstaken voor wat betreft de belangrijke luchthavens, op de vervanging van de term geluidsactieprogramma s door de term geluidsactieplan en de herdefiniëring ervan, en op de toepassing van de beleidstaken inzake geluidsplanning zoals dit is bedoeld in de EU-richtlijn 2002/49/EG. Ten tweede wordt in de bijlagen van VLAREM II de Europese richtlijn 2015/1480 tot wijziging van diverse bijlagen bij de Richtlijnen 2004/107/EG en 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de regels betreffende de referentiemethoden, de validatie van gegevens en de locatie van de bemonsteringspunten voor de beoordeling van de luchtkwaliteit, omgezet. Deze richtlijn moet uiterlijk op 31 december 2016 omgezet zijn. Ten derde worden wijzigingen aangebracht aan VLAREM II, VLAREL en het Milieuhandhavingsbesluit met het oog op de invoering van een erkenningsverplichting voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten en die een risico vormen op emissies van gefluoreerde broeikasgassen. De erkenningsverplichting is een uitvoering van verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van verordening (EG) nr. 842/2006 en uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067 van de Commissie van 17 november 2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van natuurlijke personen betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur en koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten, en voor de certificering van bedrijven betreffende stationaire koel-, klimaatregelingsen warmtepompapparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevat. In uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067 is opgenomen dat de erkenningsverplichting vanaf 1 juli 2017 geldt. Er wordt geen nieuwe erkenning van technicus ingevoerd. De erkende koeltechnicus die momenteel Pagina 1 van 7

erkenningsplichtige werkzaamheden aan stationaire koelinstallaties met gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen uitvoert, zal ook de erkenningsplichtige werkzaamheden aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens met gefluoreerde broeikasgassen mogen uitvoeren conform uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Dit artikel behoeft geen verdere uitleg. Hoofdstuk 1. Wijzigingen van titel II van het VLAREM Artikel 2 Artikel 2 beoogt de nodige wijzigingen aan te brengen aan de definities vermeld in artikel 1.1.2 van VLAREM II. Punt 1 : de definities in VLAREM II worden in overeenstemming gebracht met de definities uit richtlijn 2002/49/EG. De definitie van belangrijke luchthaven wordt aangepast, de term milieukwaliteitsnormen wordt geschrapt en vervangen door de term drempelwaarde en de term geluidsactieprogramma s wordt vervangen door de term geluidsactieplan. De definitie van het begrip geluidsactieplan wordt in overeenstemming gebracht met de definitie uit EUrichtlijn 2002/49/EG. De definitie van belangrijke luchthaven wordt aangepast teneinde het toepassingsbereik te beperken tot het strikt noodzakelijke overeenkomstig de richtlijn. Hiertoe wordt de definitie uit EU-richtlijn 2002/49/EG overgenomen in VLAREM II. Als definitie voor licht vliegtuig wordt dynamisch verwezen naar de definitie die de internationale Burgerluchtvaartorganisatie ICAO hiervoor hanteert. In het Vlaamse Gewest voldoet enkel de luchthaven Brussel-Nationaal aan de definitie van belangrijke luchthaven in de zin van EU-richtlijn 2002/49/EG (50.000 vliegbewegingen op jaarbasis, uitgezonderd oefenvluchten met lichte vliegtuigen). VLAREM voorziet evenwel een toepassingsbereik voor belangrijke luchthavens dat uitgebreider is dan strikt nodig volgens de richtlijn. Het toepassingsbereik werd bij de omzetting in 2005 immers uitgebreid naar alle luchthavens in het Vlaamse Gewest die op basis van de indelingslijst van rubriek 57.1 van VLAREM I ingedeeld zijn als klasse 1 inrichting. Hierdoor zijn ook een aantal regionale luchthavens gevat door de bepalingen van afdeling 2.2.4. Dit heeft tot gevolg dat ook voor de luchthavens van Antwerpen, Oostende-Brugge en Kortrijk-Wevelgem een aantal beleidstaken moeten uitgevoerd worden die volgens de richtlijn enkel nodig zijn voor de luchthaven Brussel-Nationaal. Deze wijziging is ook vanuit milieuoogpunt te verantwoorden en zal niet leiden tot een toename van de geluidshinder, tot een verminderde informatieverspreiding over de geluidshinder of tot een toename van de blootstelling van de omwonenden door geluidshinder. De op deze luchthavens van toepassing zijnde voorwaarden van hoofdstuk 5.57 Vliegvelden van VLAREM II en de bijzondere uitbatingsvoorwaarden van deze luchthavens bevatten immers voldoende bepalingen die equivalent zijn aan de bepalingen van deel 2 van VLAREM II. Hoofdstuk 5.57 voorziet immers de verplichting tot het berekenen van geluidscontouren en de mogelijkheid tot het opleggen van geluidsbeperkende maatregelen. In dat kader hebben de regionale luchthavens op grond van de in hun milieuvergunning opgenomen bijzondere milieuvergunningsvoorwaarden reeds algemene milieuactieplannen opgesteld met bijzondere aandacht voor de beheersing van het omgevingsgeluid en Pagina 2 van 7

overlegcommissies geïnstalleerd met vertegenwoordigers van lokale overheden en omwonenden. De regionale luchthavens moeten ook op grond van de bijzondere milieuvergunningsvoorwaarden in de overlegcommissie rapporteren over de voortgang van het betreffende milieuactieplan. Hiermee zijn voldoende garanties ingebouwd opdat deze wijziging vanuit milieuoogpunt niet zou resulteren in een achteruitgang. De voorgestelde wijziging behelst dus het schrappen van een dubbele en overbodige bepaling in de VLAREMwetgeving, die bovendien onnodige administratieve lasten met zich meebrengt. De definitie van milieukwaliteitsnormen wordt geschrapt en vervangen door het nieuwe begrip drempelwaarde. De hier geïntroduceerde definitie voor drempelwaarde is equivalent aan de definitie van grenswaarde uit de EU-richtlijn 2002/49/EG. In navolgende artikelen 10, 11 en 12 wordt eenzelfde vervanging voorgesteld. Er wordt gekozen voor het begrip drempelwaarde omdat het begrip grenswaarde, zoals gedefinieerd in het DABM, niet verzoenbaar blijkt met de aanpak op basis van de prioriteiten zoals voorzien in de richtlijn. De term drempelwaarde, zijnde een waarde waarbij in geval van overschrijding de bevoegde instanties beperkingsmaatregelen in overweging nemen of opleggen, is inhoudelijk beter geschikt voor de uitwerking van concrete maatregelen in het kader van een actieplan zoals bedoeld in de EUrichtlijn 2002/49/EG. Punt 2 wijzigt de subtitel Definities werkzaamheden aan bepaalde installaties met gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen naar aanleiding van de opname in afdeling 4.4.8 en hoofdstuk 6.8 van titel II van het VLAREM van de erkenningsverplichting voor een koeltechnicus die bepaalde werkzaamheden uitvoert aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten. De erkenningsverplichting is een uitvoering van verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van verordening (EG) nr. 842/2006 en uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067 van de Commissie van 17 november 2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van natuurlijke personen betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur en koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten, en voor de certificering van bedrijven betreffende stationaire koel-, klimaatregelingsen warmtepompapparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevat. Punt 3 voert een definitie in van koelwagen en koelaanhangwagen naar aanleiding van de erkenningsverplichting voor een koeltechnicus die bepaalde werkzaamheden uitvoert aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens met gefluoreerde broeikasgassen die met het voorliggend besluit in titel II van het VLAREM opgenomen wordt. Deze definities zijn afgestemd met verordening (EU) nr. 517/2014. Artikel 3 Met de toevoeging via artikel 3 van de woorden en beleidstaken ter zake in artikel 2.2.0.1 van VLAREM II wordt aangegeven dat de wet op de geluidshinder niet enkel een rechtsgrond biedt voor de introductie van milieukwaliteitsnormen voor geluid, maar ook voor de via dit wijzigingsbesluit geïntroduceerde drempelwaarden. Artikel 4 Afdeling 2.2.3 wordt opgeheven om redenen van vereenvoudiging. De opheffing van afdeling 2.2.3 heeft geen verdere implicaties. Immers, artikel 2.2.1 van het DABM heeft de Vlaamse Regering sowieso gemachtigd om (al dan niet bijzondere) milieukwaliteitsnormen vast te stellen. De schrapping van deze afdeling doet daar geen afbreuk aan. Pagina 3 van 7

Artikel 5 In artikel 5 en ook in artikelen 6, 9 en 10 wordt de combinatie geluidsplanning en geluidsactieprogramma s vervangen door de term geluidsactieplan. Hiermee aligneert men zich met de terminologie van EU-richtlijn 2002/49/EG. Geluidsplanning is het equivalente begrip in VLAREM voor akoestische planning in de richtlijn. Het begrip akoestische planning wordt in de richtlijn gedefinieerd als de beheersing van toekomstige geluidshinder door geplande maatregelen, zoals ruimtelijke ordening, ontwikkeling van verkeerssystemen, verkeersplanning, vermindering van geluidshinder door isolatiemaatregelen en lawaaibeheersing aan de bron. In de richtlijn wordt het begrip akoestische planning slechts in de marge aangehaald als een toepassing (vb. van intern recht) waarvoor lidstaten andere geluidsbelastingsindicatoren dan de voorgeschreven EU-indicatoren in overweging kunnen nemen. In het kader van de omzetting kreeg de geluidsplanning een centralere positie, evenwaardig en op hetzelfde niveau van geluidsactieprogramma s. Het begrip geluidsactieprogramma s in VLAREM II is equivalent aan het begrip actieplannen in de richtlijn. In de uitvoering van de richtlijn op Vlaams niveau wordt echter niet gesproken over geluidsactieprogramma s maar nog steeds over actieplannen (terminologie van de richtlijn). Ook onder hoofdstuk 2.5. Milieukwaliteitsnormen voor lucht en beleidstaken ter zake van VLAREM II is trouwens meer prominent sprake van (actie)plannen eerder dan van programma s. Om deze redenen is het aangewezen en verduidelijkend de begrippen geluidsplanning en geluidsactieprogramma s te vervangen door het begrip geluidsactieplan. Artikel 6 Door middel van artikel 6 wordt punt 4 van artikel 2.2.4.2.1 gewijzigd, teneinde de bepaling in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en definities van EU-richtlijn 2002/49/EG. Artikel 7 Artikel 7 heft de overbodige woorden en de daarmee samenhangende geluidsplanning op. Artikel 8 Artikel 8 en ook navolgende artikels 9, 12, 13, 14 en 15, vervangt de term geluidsactieprogramma s door de term geluidsactieplannen overeenkomstig de terminologie van EU-richtlijn 2002/49/EG. Artikel 9 Artikel 9 beoogt paragraaf 5 van artikel 2.2.4.4.1 van VLAREM II te vervangen door de tekstpassage uit artikel 8.1 van EU-richtlijn 2002/49/EG: maatregelen moeten in het bijzonder gericht zijn op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of andere door de lidstaten gekozen criteria, en zij moeten in de eerste plaats van toepassing zijn op de belangrijkste zones zoals die zijn vastgesteld door middel van de strategische geluidsbelastingskaarten. Deze wijziging aligneert m.a.w. de bepalingen van VLAREM II met deze van de EU-richtlijn 2002/49/EG. Pagina 4 van 7

Artikel 10 Artikel 11 Deze artikelen behoeven geen aanvullende toelichting. Artikel 12 Artikel 13 Deze artikelen voegen een artikel 4.4.8.4, respectievelijk een afdeling 6.8.6, toe aan titel II van het VLAREM. De verplichting voor het bezit van een erkenning als koeltechnicus voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden aan koeleenheden op koelwagens of koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten, wordt in titel II van het VLAREM ingevoerd voor zowel de ingedeelde als de niet-ingedeelde installaties. De erkenningsverplichting is een uitvoering van verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van verordening (EG) nr. 842/2006 en uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067 van de Commissie van 17 november 2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van natuurlijke personen betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur en koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten, en voor de certificering van bedrijven betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevat. Artikel 14 Artikel 15 Deze artikelen behoeven geen aanvullende toelichting. Artikel 16 Artikel 17 Punt 1 behoeft geen aanvullende toelichting. Met punt 2 wordt de terminologie van EU-richtlijn 2002/49/EG overgenomen, met verwijzing naar het met de bedoelde passage uit artikel 5 van de richtlijn equivalente artikel 2.2.4.6.1, 4. Door middel van punt 3, en ook verder via artikel 17 wordt de term geluidsactieprogramma vervangen door de term geluidsactieplan. Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Deze artikelen wijzigen respectievelijk bijlagen 2.5.3.1, 2.5.3.3, 2.5.3.6, 2.5.3.9, 2.5.8.4 en 2.5.8.5 bij titel II van het VLAREM met het oog op de omzetting van de Europese richtlijn 2015/1480 tot wijziging van diverse bijlagen bij de Richtlijnen 2004/107/EG en 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de regels betreffende de referentiemethoden, de validatie van gegevens en de locatie van de bemonsteringspunten voor de beoordeling van de luchtkwaliteit. Pagina 5 van 7

De bijlagen 2.5.3.6 en 2.5.8.5 verwijzen naar EN-normen die tegen betaling raadpleegbaar zijn bij het Belgisch Bureau voor Normalisatie (www.nbn.be). De Raad van State merkt in haar advies 60.231/1 van 10 november 2016 op dat deze technische normen niet overeenkomstig artikel 190 van de Grondwet bekend gemaakt zijn en derhalve in beginsel niet tegenstelbaar zijn aan derden. De Raad van State haalde dit knelpunt in het verleden al meermaals aan en wees herhaaldelijk op de wenselijkheid van het uitwerken van een horizontale oplossing. De Raad merkt ook op dat, ingeval er bijzondere redenen zouden zijn om bij wet af te wijken van de gebruikelijke bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, erop dient te worden toegezien dat de alternatieve vorm van bekendmaking beantwoordt aan de essentiële randvoorwaarden inzake toegankelijkheid en kenbaarheid van een officiële bekendmaking, waarbij het essentieel is dat een Nederlandse, Franse en, zo mogelijk, Duitse versie van de betrokken normen beschikbaar is en dat, wanneer voor het consulteren van de normen een vergoeding wordt gevraagd, het bedrag ervan de toegankelijkheid van die normen niet op een onevenredige wijze belemmert. Hoofdstuk 2. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 24 Met de wijzigingen aan het VLAREL moet ook de lijst met milieu-inbreuken in bijlage XXIII van Milieuhandhavingsbesluit worden aangepast. Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het VLAREL Artikel 25 Dit artikel wijzigt artikel 4, 1, van het VLAREL. Er wordt een definitie van koelwagen en koelaanhangwagen ingevoerd naar aanleiding van de invoering van een erkenningsverplichting voor een koeltechnicus die bepaalde werkzaamheden uitvoert aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten. Deze definities zijn afgestemd met verordening (EU) nr. 517/2014. Artikel 26 Dit artikel wijzigt artikel 6 van het VLAREL naar aanleiding van de invoering van de erkenningsverplichting als koeltechnicus om bepaalde werkzaamheden aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten, te verrichten. Er wordt geen nieuwe erkenning van technicus ingevoerd. De erkende koeltechnicus die momenteel erkenningsplichtige werkzaamheden aan stationaire koelinstallaties met gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen uitvoert, zal ook de erkenningsplichtige werkzaamheden aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens met gefluoreerde broeikasgassen mogen uitvoeren (conform uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067). Artikel 27 Dit artikel wijzigt artikel 40/1 van het VLAREL dat de bijzondere gebruikseisen van een koeltechnicus bevat. De bijzondere gebruikseisen die nu opgenomen worden, hebben betrekking op de koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten en zijn gebaseerd op artikel 6 van verordening (EU) nr. 517/2014. Pagina 6 van 7

Artikel 28 Dit artikel wijzigt artikel 58/1, 4, van het VLAREL. De afdeling Milieuvergunningen kan momenteel een keuringsinstelling aanwijzen die haar bijstaat bij de controle op de naleving van de erkenningsvoorwaarden en gebruikseisen van erkende technici en airco-energiedeskundigen (zoals de controle op het correct uitvoeren van een keuring of onderhoud van een centraal stooktoestel of stookolietank, verwarmingsaudit, ). Met de voorgestelde wijziging kan de afdeling Milieuvergunningen ook een keuringsinstelling aanwijzen om haar bij te staan bij de controle op het werk van een erkend koeltechnicus die werkt aan koeleenheden op koelwagens of koelaanhangwagens met gefluoreerde broeikasgassen naar aanleiding van de erkenningsverplichting voor de koeltransportsector vanaf 1 juli 2017. Hoofdstuk 3. Slotbepalingen Artikel 29 Volgens artikel 12 van uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067 is de erkenningsverplichting voor een koeltechnicus die bepaalde werkzaamheden verricht aan koeleenheden op koelwagens en koelaanhangwagens die gefluoreerde broeikasgassen bevatten pas vanaf 1 juli 2017 van toepassing. De betrokken bepalingen van het voorliggend besluit zullen om die reden pas vanaf deze datum in werking treden. Artikel 30 Dit artikel stelt de klassieke slotbepaling vast. De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke SCHAUVLIEGE Pagina 7 van 7