Ende quam my tegen te gemoete, Al lesende sijn gebede. My docht recht aen sijn zede Off hi al goet tot my woude. Ende recht als ic hem liden soude In

Vergelijkbare documenten

[C5v] Hoe Floris metten korve vol bloemen opten toren ghedraghen wert. [6]

Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie

tekst: Mariken van Nieumeghen fragment: Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht

1. Van enen brueder in welkes hande die kroemen verwandelt weren in peerlen

Ponthus ende die schoone Sydonie

Van Sente Paula der weduwen van Roemen

Een nieuw lied op de zeven hooftzonden: en op ieder zonden haar exempel, zeer stigtig voor de

Die legende des heileghen bisscops Sinte Nyclaes

De jeeste van Walewein

Die coninc vraecht: Hoe comt dat men wint gevoelt ende niene sien en mach?

Fragment III. UniversiteitsBibliotheekAmsterdam, Fragment I A 24-c. Een fragment van Die Rose van Heinric bestaande uit twee hele stroken.

Hs. Stockholm KB A 159 (26vb-28ra) Hs. Amsterdam Universiteitsbibliotheek VI B 14 (40rb-42rb) Vanden onnoselen kinderen. Wat de name bediet


Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden.

hertaling Albert Verwey (soms iets herschikt) [of een eigen variante] Hadewijch s 7e visioen

Diplomatische editie bezorgd door Mike Kestemont en Willem Kuiper

Tekst I. Hoe GROET ALEXANDER geboren wort ende voert regneerde.

Zingen van papier. Martijn Wijngaards

MATHIAS die apostel ons heren wert gecoren in [-een] stede

O Mdat het verhaal vergeten is

Wat de name bediet. Donnosel 1

Van den vos Reynaerde, Reynaert I

De oudste preken in het Nederlands

oe Namels van Bavier hoorde [162] Karels redene ende sine woorde wart hi van herten seere gram.

Stadsgerecht Rhenen, (66)

ZONDAGSBRIEF WILHELMINAKERK 5 februari 2017

Het nieuwe christelyk en geestelyk uur-slag

Het boek met verrassingen

Esmoreit. editie P. Leendertz Jr.

De vorm van het verhaal

33054 vogel sijn vlucht gedaen heeft also dat men daer gheen teyken en siet daer die vogelen gheulogen hebben ende het wer-

Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756


Vindplaats: Toonkunstbibliotheek Amsterdam, 212 E 20, Gulde-iaers Feest-Dagen, 1635 I.S.V.W. Pagina 1157, Microfilm: UB Amsterdam

Kerk-School-Gezinsdienst

Het was een maged uitverkoren

3,2. Boekverslag door P woorden 25 juni keer beoordeeld. Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Nederlands.

Ps. 129 : 1, 2 en 6 Ps. 115 : 1, 2 en 3

Orde van dienst zondag 3 maart 2019 De Open Hof te Oud- Beijerland

L E S E R. [485] T O T D E N

Valentijn ende Oursson,

Thema: Vlieg-er-maar-uit!

Boekverslag Nederlands Karel ende Elegast door Onbekend

Vanden sacramente van Aemsterdam.

Niclaes Peeters. Editie J.G.R. Acquoy

Een nieuw lied. Klaas en trouw u leven niet

Orde van dienst voor de viering van zondag 19 augustus 2018 in de Bethelkerk Dienst van schrift en tafel

Figuren die exempel gheven

Hoe men eertijds placht te leven met de oude notarieele archieven,

Pelgrimagie der menscherliker natueren

..tem doe bisscop Florens ghestorven was, doe qwamen binnen Utrecht

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. Tonny Nap

Dits tprieel van Troyen

OPENING. Welkom door de ouderling van dienst. Intochtslied NLB 218

Thema: Voor jong en oud. 24 september uur. Medewerking: Kinderkoor Op pad Hardinxveld o.l.v. Annelies van der Pijl

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Liturgie voor de SIENdienst op zondagmiddag 24 september 2017 om uur in de Hervormde Kerk in Den Ham. Thema: JONA

Geef 3 kenmerken van het Middelnederlands aan de hand van vorige tekst. /2

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan

Zondag 4 oktober 2015

Avondgebeden. PK De Swaen Maandag 15 april -woensdag 17 april 2019

Dienst van Schrift en Tafel in de Morgensterkerk 30 september Gezinsdienst: Brood in de storm

Historie van Malegijs

ORDE VAN DE DIENST OP ZONDAG 15 MEI 2016 EERSTE PINKSTERDAG

Liturgie bij de Kinderdienst op zondagochtend 19 april 2015

I n den salighen name Marie, [90]

Zondag 22 november uur LAATSTE ZONDAG VAN HET KERKELIJK JAAR. Voorgangers mw. Ans Damen en Janco Wijngaard Organist dhr.

Orde van Dienst. voor zondag 24 juni Een contemplerende Job naar Marc Chagall. Thema: ik die jou jij noem onvermoeid

ds. Carol van Wieren, Utrecht Co Molenaar en Annemarie de Groot OM TE BEGINNEN Welkom en mededelingen Muziek Allen gaan staan

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam

Wat die mensche es, ende vander bitterheyt der hellen, ende vander zuetecheyt des hemelrijcs. Cap. 43.

1) zingen aanvangslied - Evangelische Liedbundel 161:1,2,3 = Komt laat ons vrolijk zingen

Vaar naar de overkant

(uit: Der Nature Bloeme - Jacob van Maerlant (ca. 1270), vertaling Peter Burger) Afbeeldingen uit het originele werk:

Jonggezinnedienst 24 sept uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman

Ordre ende reglement op de koorn-molenaers binnen de stadt Goude by Gouda

Voorbereiding: L14206

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. W.G. Sonnenberg (Ede)

LITURGIE VOOR DE VIERING OP 1 E KERSTDAG 2017

Ludolph van Colen. tsamen door. gheboren in Hildesheim. Ghedruckt t Amstelredam by Cornelis Claesz. opt water, by die oude Brugghe.

Nada te turbe Laudate Omnes gentes

ORDE VAN DIENST Zondag 8 november 2015, 9.30 uur. Kerkelijk Centrum Het Anker. Viering Heilig Avondmaal. Voorganger: Ds. J.A.

Liturgie dienst van Schrift en Tafel op zondag 2 september 2018


Orde van dienst voor 11 december 2016

Liturgie bij de jeugddienst 12- op Zondagochtend 29 september OTH 459 Kinderen van de Vader (Opw. Voor Kids 17)

Kinderkerstfeest. 24 december 2015 Grote of Sint Walburgiskerk Zutphen

Gruwel moord, gepleegd door zekeren, Basurini

Thema: De wereld in! Zondag 1 juli Overstapdienst in de Ontmoetingskerk. Orgel: Peter Veen Piano en gitaar: Dick en Antoinette van der Garde

25 februari uur AA Kramer orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Frouke IJsselstein

Vertel me toch je geheim! Gezinsdienst over Simson en Delilah

Ponthus ende die schoone Sydonie,

Orde voor de huiszegen

PROTESTANTSE GEMEENTE DAMSTERBOORD WALFRIEDGEMEENSCHAP

Karel ende Elegast. editie A.M. Duinhoven

Liturgie 24 maart Geert Jan van Dijk (TEAR) / Evert ten Ham

Transcriptie:

Het vervolg van Vanden vos Reynaerde (zie Stemmen op schrift) begint met de verlengde hofdag, waarop opnieuw veel dieren klachten uiten aan het adres van Reynaert de vos. Zie voor Reynaert II Wereld in woorden pag. 322 e.v. Die coninc dede op die stonde Twaleff dage verlenge sijn hoff, Om dair mede eer ende loff Bruun ende Ysegrim te doen. Zeer blide was hi van deser zoen. Tot desen hove quam mennich dier, Want die coninc deed dair ende hier Over al te weten dese feest. Dair was bliscap alre meest Die ye wart gesien van dieren. Men danste den hofdans bi manieren Mit trompen ende myt scalmeyen. Die coninc had so veel doen reyen Dat ellic vol op ende genoech vant, Want dair en was in al sijn lant Geen so cleynen dier ten was aldair, Ende oec van vogelen mennich paer, Ja al dat sijnre vrientscap geerde, Sonder die felle vos Reyneerde, Die rode scalke pelgerijn Die was al op die hoede sijn En docht hi most dair scuwen den ganck. Die spise vloyde ende die dranck. Men sprac dair sproken ende stampien, Dat hoff was al vol melodien. Het mocht een lusten die sulken hoff sage! Ende recht doet leden was acht dage, Opten myddach off later een deel, Quam dat conijn, her Lampreel, Voor des conincs tafel dair hi zat Mit synen heren dranck ende at Ende myt synen wive, die coninghinne, Ende hi sprac myt enen droeven synne: Heer coninc ende al die hier sijn, Ontfermt u der clagen mijn. Ic waen men selden heeft gehoort Quader verraet ende arger moort Dan Reynaert aen my heeft gedaen. Gisteren morgen quam ic gaen By sijnre borch te Maperthuus. Daer sat hi buten voor sijn huus, Recht als een pelgrim gedaen. Ic waende myt vreden verbi hem gaen Ende hier tot uwen hove te comen. Recht doe hi my had vernomen Recht hi hem op syne voete

Ende quam my tegen te gemoete, Al lesende sijn gebede. My docht recht aen sijn zede Off hi al goet tot my woude. Ende recht als ic hem liden soude In enen smalen nauwen pat, Groet ic hem. Hi en sprac dit noch dat, Mer hi tooch uut een ruge want Die hi droech aen sijn rechter hant. Hi duwede sijn claeuwen tusschen mijn oren Dat ic waende my hebben verloren. Mer, des so weet ic Gode danck, Ic was so licht dat ic ontspranck Uut synen poten ende ic ontquam. Hy grymde seer als die was gram Om dat hy my niet houden en mocht. Doch hoe lichtelic ic wech rocht, Ic most dair mijn een oor laten Ende in mijn hooft vier grote gaten Van synen nagelen scerp ende lanck, So dat my tbloet zeer licht uut spranck Ende ic welna in ommacht vel. Mer die anxt maecte my so snel Die ic had vander doot Dat ic altemael onscoot Ende maecte my uut sijn beryde. Siet hier noch die wonden wyde Die hi my mitten claeuwen sloech. Laet u ontfermen dit ongevoech Dat men dus breket u geleide! Dair en sel nyement over die heide Dorre varen noch oec keren, Sel Reynaert noch dus lang regneren. Hier coomt Corbout ende Scerpenebbe, Die oec zeer grote clage hebbe. Recht doe dese tael was vertogen, Quam Corbout, die roeck, gevlogen Voor den coninck in tgedinge Ende sprac: Heer, hoort, ic bringe Een meer, een jamerlic dinck: Huden morgen ic spelen ghinck Mit Scerpeneb, mynen wive. Dair lach gelijc enen doden katyve Reynaert die voss op die heide. Sijn ogen stonden te staer beide. Sijn tonge heync ver uut synen mont, Recht gelijc enen doden hont Mit op gelokenre wider kele. Wy dreven beide rouwen vele Om synen doot, mijn wijff en ick.

Wy tasten sijn buuck ende rick Mer wy en vonden dair aen geen lijff. Doen gynck staen luusteren mijn wijff Aen synen mont ende aen sijn kyn Off hi enigen adem had yn, Daert hair zeer in mysvel Want hi die valsch is ende fel Wachte wel nauwe synen slach. Want doe hise sonder hoede sach Aen synen mont also staen mercken, Sloech hi sijn tande tsamen stercken Mit nyde ende beet haer off dat hooft. Van anxte was ic so berooft Dat ic lude riep: O wy!. Doe stont hi op ende snaude na my Mer ic ontvlooch myt anxte groot, Anders wair ic bleven doot. Het was oec nau dat ic ontquam. Op enen boom ic mijn vlucht nam End zach van verre hoe die katijff Ghinc staen eten mijn goede wijff. Hy en liet aen vleisch noch aen been Niet dan die vederen sommich een. Die cleyn plumen gingen oec op, So was hem verhongert den crop. Doe en bleef hi dair niet meer. Hi had wel gegeten zeer, Hy liep heen sijnre straten jagen. Doe vloochic op myt groten mishagen, Mit groten rou ende mysbaer Ende las die vederen op van haer Om dat ic se u wilde togen. Ic en woud noch sulken anxt niet dogen Als ic dair leet, om dusent merck! Heer, ziet hier een ontfermelic werck: Dit sijn die vederen van Scerpenebben. Heer, wildi macht off eer hebben, So doet hier off sulke wraeck Dat hem ellic huede van zulker saeck. Want laet gi dus u geleide breken, So war dy selve in tleste versteken. Wat heer die niet en recht over die quade, Die es sculdich haerre misdade Ende ellic wil selve dair heer wesen Heer coninc, huet u wel van desen! Nobel, die coninc, wart zeer ontstelt Als die roeck had vertelt Dese tael ende dat conijn. Hi wart gruwelic in taenschijn. Sijn ogen barnden als een vier

Ende briesscede als een stier, So lude dat al thooff verstoorde. Ten lesten sprac hi dese woorde: By mijnre cronen, bi mijnre trouwen Die ic sculdich bin mijnre vrouwen, Ic sel dese daet so hoge wreken Dat men dair off sel spreken, Dat mijn geleide ende mijn gebot Dus is te broken. Ic was een zot Dat ic so lichtelic geloofde Den scalc die my verdoofde Mit sijnre gevensder talen! Ic gaff hem palster ende malen Ende maecte dair off een pelgrijm. Hy seide hi wilde te Romen sijn Ende van daen over meer. Ay my, wat can hi lozer keer! Hoe wel maecte hi ons die mouwe! Mer dit dede al mijn vrouwe. Bi haren raet ist al gesciet. Doch ic en byns alleen niet Die bedrogen is bi vrouwen rade. Dair heeft mennich of groot scade By geleden ende groten tooren. Ic gebiede ende bidde te voren Hem allen die gern die hulde mijn, Sijn si hier off wair sy sijn, Dat sy myt werken ende myt rade My helpen wreken dese overdade, So dat ics blive in mijnre eer Ende ons dat vuyle wicht niet meer Te spot en drive ende oec te schern. Ic wil dair mitten live ghern Selve toe helpen al dat ic mach, Beide over nacht ende over dach. Isegrim die behagede wael Ende Bruun des conincs tael Ende hoopten noch gesijn te wroken Op Reynaert, conden zijt toe gestoken. Mer sy en dorsten niet spreken een woort (Die coninc was so zeer gestoort!) Noch nyement die ten hove was ynne. Ten lesten sprac die coninghynne: Sier pour Dieu, ne croys mye Toutes choses que on voys dye Et ne jures pays legierement, Want ten sel geen man van eren Te licht geloven noch hoge sweren Eer hi claer wel weet die zake Ende hoort die weder sprake.

Sulc doen opten anderen clage, Wair hi by hem ende hy en zage, Het mocht licht dat hijs hem verdroege Ende gaen myt hem al int gevoege. Dair staet oec gescreven me: Alteram partem audite. Die sulc die claecht, hi selve meest misdoet. Ic hielt Reynaert over goet En dat hi om geen loosheit en dochte. Dair om halp ic hem dair ic mochte. Dat deed ic, heer, al om u vrome. Mer hoet gaet off hoet so come, Hy is quaet off hi is goet, Hy is wijs ende van rade vroet Ende dair van groten gesclachte. Mer dat ic alre meest achte Dat gi verhaesten soud u eer Op hem, dat mystond u zeer, Want hi en mach u niet ontbliven. Wil dien vangen off ontliven, Hy moet hem liden u oordel. Bron: W. Gs. Hellinga (ed.), Van den vos Reynaerde, I. Teksten. Zwolle 1952, en met name voor de emendaties: Paul Wackers (ed.), Reynaert in tweevoud. Deel II. Reynaerts historie. Amsterdam 2002.