Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, wat betreft de invoering van het zorgkrediet DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 1983 houdende oprichting van de instelling Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, artikel 17, vervangen bij het decreet van 7 juli 1998; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel; Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 september 2016; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, gegeven op 9 september 2016; Gelet op protocol nr... van van het sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest; Gelet op advies nr... van de Raad van State, gegeven op.., met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; Na beraadslaging, BESLUIT: Artikel 1. In artikel II 4, 2, vijfde streepje, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2009, worden de woorden en van het verlof voor loopbaanonderbreking opgeheven. Art. 2. In artikel VIII 16, 6, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, worden in de eerste zin de woorden met verlof voor Pagina 1 van 8
voltijdse loopbaanonderbreking gaat vervangen door de woorden een volledige onderbreking van de loopbaan in het kader van het zorgkrediet of een voltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof opneemt en wordt in de tweede zin het woord voltijdse loopbaanonderbreking vervangen door de woorden volledige onderbreking van zijn loopbaan in het kader van het zorgkrediet of van zijn voltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof. Art. 3. In artikel VIII 56, 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 september 2003 en 20 februari 2009, worden de woorden verlof voor voltijdse loopbaanonderbreking vervangen door de woorden een volledige onderbreking van de loopbaan in het kader van het zorgkrediet of een voltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof, met uitzondering van het ouderschapsverlof. Art. 4. In deel VIII, titel VIII, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit wordt een artikel VIII 64bis ingevoegd, dat luidt als volgt : Art. VIII 64bis. De bepalingen van artikel VIII 16, 6, zijn ook van toepassing op het statutaire personeelslid dat tijdens de evaluatieperiode een volledige onderbreking van de loopbaan, algemeen stelsel, die werd aangevat voor 2 september 2016 overeenkomstig de federale bepalingen die golden op het moment van de toekenning van deze loopbaanonderbreking, opneemt.. Art. 5. In deel VIII, titel VIII, hoofdstuk IV, van hetzelfde besluit wordt een artikel VIII 73bis ingevoegd, dat luidt als volgt : Art. VIII 73bis. De bepalingen van artikel VIII 56, 4, zijn ook van toepassing op het statutaire personeelslid dat tijdens de evaluatieperiode een volledige onderbreking van de loopbaan, algemeen stelsel, die werd aangevat voor 2 september 2016 overeenkomstig de federale bepalingen die golden op het moment van de toekenning van deze loopbaanonderbreking, opneemt.. Art. 6. In deel XI van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, wordt het opschrift van titel XI vervangen door wat volgt : Titel XI. Het zorgkrediet. Art. 7. In deel XI, titel XI, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 hoofdstuk 1, dat bestaat uit artikel XI 44 tot en met XI 44sexies, wordt vervangen door wat volgt: Hoofdstuk 1. Duur van het zorgkrediet en motieven Art. XI 44. 1. Het statutaire personeelslid heeft het recht om zorgkrediet te nemen en daarmee met al dan niet opeenvolgende periodes zijn arbeidsprestaties te verminderen of zijn loopbaan volledig te onderbreken gedurende een van de volgende termijnen: 1 18 maanden bij een volledige onderbreking van de loopbaan; 2 36 maanden bij een vermindering van de arbeidsprestaties tot de helft van een voltijdse betrekking; 3 90 maanden bij een vermindering van een voltijdse arbeidsbetrekking met een vijfde. Het statutaire personeelslid kan bij een nieuwe aanvraag van opnamevorm veranderen. Het al opgenomen zorgkrediet wordt in dat geval pro rata aangerekend waarbij één maand volledige onderbreking van de loopbaan gelijkstaat aan twee Pagina 2 van 8
maanden vermindering van de arbeidsprestaties tot de helft van een voltijdse betrekking, en aan vijf maanden vermindering van een voltijdse arbeidsbetrekking met een vijfde. Bij de berekening van het resterende zorgkrediet wordt er afgerond naar de hogere maandeenheid. 2. Het statutaire personeelslid neemt het zorgkrediet op in periodes van ten minste drie maanden en ten hoogste twaalf maanden, waarbij de aanvraag bestaat uit hele maanden. Die termijnen gelden ook in geval van een verlenging of van een nieuwe aanvraag. Als de minimumduur van drie maanden het statutaire personeelslid verhindert om zijn resterende zorgkrediet op te nemen, bedraagt de minimumduur één maand. In afwijking van het eerste lid neemt het statutaire personeelslid het zorgkrediet voor het verlenen van palliatieve zorgen op in periodes van ten minste één maand en ten hoogste drie maanden. 3. Een statutair personeelslid dat stage loopt, is uitgesloten van de volledige onderbreking van de loopbaan in het kader van zorgkrediet. Art. XI 44bis. Het verlof voor loopbaanonderbreking, algemeen stelsel, dat werd opgenomen op grond van de regeling die van toepassing was voor 2 september 2016, wordt niet aangerekend op de periodes van zorgkrediet, vermeld in artikel XI 44. Het zorgkrediet dat vanaf 2 september 2016 bij een andere werkgever wordt opgenomen, wordt aangerekend op de periode van zorgkrediet, vermeld in artikel XI 44. Art. XI 44ter. Het zorgkrediet wordt alleen toegekend als het statutaire personeelslid een van de motieven bewijst, vermeld in de artikelen 3 tot en met 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet. ; 2 tussen artikel XI 44ter en XI 44quater wordt het volgende opschrift ingevoegd: Hoofdstuk 2. Administratieve toestand, voorwaarden en uitkeringen ; 3 artikel XI 44quater wordt vervangen door wat volgt: Art. XI 44quater. 1. Het statutaire personeelslid dat afwezig is als gevolg van de opname van het zorgkrediet, bevindt zich in de administratieve toestand dienstactiviteit, maar heeft geen recht op salaris. Gedurende een afwezigheid door zorgkrediet heeft het statutaire personeelslid recht op een onderbrekingsuitkering conform het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet. Als het statutaire personeelslid de onderbrekingsuitkering verliest als gevolg van een niet-toegestane cumulatie of doordat het statutaire personeelslid zelf van een onderbrekingsuitkering afziet of er geen recht op heeft, wordt de volledige onderbreking of de vermindering van de arbeidsprestaties gelijkgesteld met non-activiteit en wordt het zorgkrediet stopgezet. Die gelijkstelling met non-activiteit geldt voor de volledige periode waarin het statutaire personeelslid geen recht had op een onderbrekingsuitkering, en eindigt als het statutaire personeelslid het werk hervat of een ander verlof opneemt. De periode waarin het statutaire personeelslid geen onderbrekingsuitkering ontving, wordt niet aangerekend op de periode, vermeld in artikel XI 44. Pagina 3 van 8
Als de persoon voor wie het statutaire personeelslid het zorgkrediet opneemt, overlijdt, mag het statutaire personeelslid het zorgkrediet tot maximaal zes maanden na de dag van het overlijden voortzetten. Als het zorgkrediet stopt in de loop van een kalendermaand, wordt een volledige maand aangerekend op de periode, vermeld in artikel XI 44. 2. Ziekteverlof of moederschapsrust maken geen einde aan het zorgkrediet. 3. De vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet kunnen niet gecombineerd worden met verlof voor deeltijdse prestaties of met een deeltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof. 4. De nadere regels voor de opname van de verminderde prestaties in het kader van het zorgkrediet worden bepaald in overleg tussen het afdelingshoofd en het personeelslid. 5. Het statutaire personeelslid dat het zorgkrediet wil opnemen, deelt aan de leidend ambtenaar de begindatum van de onderbreking of de vermindering van zijn arbeidsprestaties mee en de duur ervan. Hij voegt bij die mededeling de aanvraag van een onderbrekingsuitkering voor zorgkrediet. De mededeling wordt schriftelijk gedaan minstens drie maanden vóór de aanvang van de onderbreking of de vermindering van de arbeidsprestaties, tenzij de leidend ambtenaar op verzoek van de betrokkene een kortere termijn aanvaardt. De onderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties gaat altijd in bij het begin van de maand. 6. Met een opzegging van twee maanden via een aangetekende brief, gericht aan de leidend ambtenaar, kan het statutaire personeelslid dat een zorgkrediet opneemt, dat zorgkrediet stopzetten voordat de vastgelegde periode verstreken is. ; 4 de artikelen XI 44quinquies en XI 44sexies worden opgeheven. Art. 8. In deel XI van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, wordt na artikel XI 44quater, vervangen bij artikel 7, 3, het volgende opschrift ingevoegd: Titel XIbis. Loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof. Art. 9. In deel XI, titel XIbis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 8, vormen artikel XI 45 tot en met XI 45duodecies hoofdstuk 1, waarvan het opschrift luidt als volgt: Hoofdstuk I. Federale zorgverloven. Art. 10. In artikel XI 45 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: 1. Het statutaire personeelslid heeft recht op voltijdse en/of halftijdse loopbaanonderbreking voor het verstrekken van palliatieve zorgen. De duur van deze loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen bedraagt één maand per patiënt, éénmaal verlengbaar met één maand. Art. 11. In artikel XI 45bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 en 30 oktober 2015, worden de woorden in de 60 maanden voltijdse en de 60 maanden deeltijdse loopbaanonderbreking die het statutaire personeelslid maximaal kan Pagina 4 van 8
nemen vervangen door de woorden voor de berekening van het zorgkrediet, vermeld in artikel XI 44. Art. 12. In artikel XI 45ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003, worden de woorden artikel XI 44quinquies vervangen door de woorden artikel XI 44quater, 5,. Art. 13. Artikel XI 45quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003, wordt vervangen door wat volgt: Het recht op loopbaanonderbreking om palliatieve zorgen te verstrekken, geldt voor alle statutaire personeelsleden.. Art. 14. In artikel XI 45quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, worden de paragrafen 1 en 2 vervangen door wat volgt: 1. Het statutaire personeelslid heeft recht op voltijdse en/of halftijdse loopbaanonderbreking voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. De maximumduur van deze loopbaanonderbreking voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid bedraagt per patiënt 12 maanden voor voltijdse loopbaanonderbreking en per patiënt 24 maanden voor halftijdse loopbaanonderbreking. De maximumduur van 12 maanden of 24 maanden wordt evenwel verminderd met de duur van de respectievelijk voltijdse en halftijdse loopbaanonderbrekingen die het statutaire personeelslid als statutair of contractueel personeelslid van dezelfde of een andere werkgever heeft genoten voor de bijstand aan of verzorging van dezelfde patiënt. 2. De loopbaanonderbreking voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezinsof familielid kan worden genomen met al dan niet opeenvolgende periodes van 1 tot 3 maanden. Art. 15. In artikel XI 45sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 en 30 oktober 2015, worden de woorden in de 60 maanden voltijdse en de 60 maanden deeltijdse loopbaanonderbreking die het statutaire personeelslid maximaal kan nemen vervangen door de woorden voor de berekening van het zorgkrediet, vermeld in artikel XI 44. Art. 16. In artikel XI 45septies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003, worden de woorden artikel XI 44quinquies vervangen door de woorden artikel XI 44quater, 5,. Art. 17. Artikel XI 45octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003, wordt vervangen door wat volgt: Het recht op loopbaanonderbreking om een zwaar ziek gezins- of familielid bij te staan of te verzorgen, geldt voor alle statutaire personeelsleden.. Art. 18. In artikel XI 45novies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 en 30 oktober 2015, worden in paragraaf 1 de woorden In afwijking van artikel XI 44 1 heeft het statutaire personeelslid vervangen door de woorden Het statutaire personeelslid heeft. Art. 19. In artikel XI 45undecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 en 30 oktober 2015, worden de woorden in de 60 maanden voltijdse en de 60 maanden deeltijdse loopbaanonderbreking die het statutaire personeelslid Pagina 5 van 8
maximaal kan nemen vervangen door de woorden voor de berekening van het zorgkrediet, vermeld in artikel XI 44. Art. 20. In deel XI, titel XIbis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 8, wordt een hoofdstuk II, dat bestaat uit artikel XI 45ter decies ingevoegd, dat luidt als volgt: Hoofdstuk II. Algemene bepalingen Art. XI 45ter decies, 1. Het statutaire personeelslid met verlof voor loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof bevindt zich in de administratieve toestand dienstactiviteit, maar heeft geen recht op salaris. 2. Ziekteverlof of moederschapsrust maakt geen einde aan de loopbaanonderbreking. 3. De deeltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof kan niet gecombineerd worden met een verlof voor deeltijdse prestaties of met een vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet. 4. De nadere regels voor de opname van de deeltijdse loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof worden bepaald in overleg tussen het afdelingshoofd en het personeelslid. 5. De loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof wordt aangevraagd en toegestaan overeenkomstig de procedure, bepaald in artikel XI 44quater, 5. 6. De loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof kan worden stopgezet overeenkomstig de procedure, bepaald in artikel XI 44quater, 6.. Art. 21. Artikel XI 46 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003, wordt vervangen door wat volgt: Art. XI 46. Het statutaire personeelslid met verlof voor loopbaanonderbreking als gevolg van een federaal zorgverlof krijgt een onderbrekingsuitkering overeenkomstig de federale bepalingen.. Art. 22. Aan deel XI van hetzelfde besluit wordt een artikel XI 98 toegevoegd, dat luidt als volgt: Art. XI 98. 1. De loopbaanonderbreking, algemeen stelsel, die werd aangevat voor 2 september 2016, loopt verder tot de geplande einddatum overeenkomstig de federale bepalingen die golden op het moment van de toekenning van de loopbaanonderbreking. 2. De deeltijdse loopbaanonderbreking tot aan het pensioen die werd aangevat voor 2 september 2016, loopt verder overeenkomstig de federale bepalingen die golden op het moment van de toekenning van de loopbaanonderbreking. Een personeelslid wiens deeltijdse loopbaanonderbreking tot aan het pensioen voor 2 september 2016 aanvatte en die deze loopbaanonderbreking na 1 september 2016 stopzet om overeenkomstig artikel XI 45 palliatief verlof op te nemen, kan zijn deeltijdse loopbaanonderbreking tot aan het pensioen na afloop van het palliatief verlof terug opnemen.. Art. 23. In artikel XIII 9, 1, 6, b), van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, worden de woorden voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking vervangen door de woorden de opname van het zorgkrediet of van een loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof. Pagina 6 van 8
Art. 24. In deel XIV, titel III, hoofdstuk II, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015, wordt afdeling 6, die bestaat uit artikel XIV 35 en XIV 36, vervangen door wat volgt: Afdeling 6. Zorgkrediet en loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof Art. XIV 35. 1. De regeling voor het zorgkrediet geldt ook voor het contractuele personeelslid. 2. In afwijking van de bepalingen van paragraaf 1 is het contractuele personeelslid op proef uitgesloten van de volledige onderbreking van de loopbaan in het kader van zorgkrediet. In afwijking van de bepalingen van paragraaf 1 is de volledige onderbreking van de loopbaan in het kader van zorgkrediet een gunst voor het contractuele personeelslid met een vervangingsovereenkomst of een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur. 3. Om het zorgkrediet met een vermindering van de arbeidsprestaties tot de helft van een voltijdse betrekking te kunnen opnemen, moet het contractuele personeelslid tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst waarvan de arbeidsduur minstens gelijk is aan drie vierde van de arbeidsduur van een voltijdse betrekking. Art. XIV 36. 1. Het contractuele personeelslid heeft recht op loopbaanonderbreking voor palliatief verlof overeenkomstig de arbeidsrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn voor de Maatschappij. 2. Het contractuele personeelslid heeft recht op ouderschapsverlof in de vorm van loopbaanonderbreking en op verlof voor loopbaanonderbreking om bijstand of verzorging te verstrekken aan een zwaar ziek gezins- of familielid volgens de regeling die geldt voor het statutaire personeelslid. Om het recht, vermeld in het eerste lid, in de vorm van halftijdse loopbaanonderbreking te kunnen uitoefenen, moet het contractuele personeelslid tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst waarvan de arbeidsduur minstens gelijk is aan drie vierde van een voltijdse betrekking. Om het recht, vermeld in het eerste lid, in de vorm van loopbaanonderbreking met een vijfde te kunnen uitoefenen, moet het contractuele personeelslid voltijds zijn tewerkgesteld.. Art. 25. In artikel XV 8 van hetzelfde besluit worden in het tweede lid de woorden verlof voor loopbaanonderbreking telkens vervangen door de woorden verlof voor loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof. Art. 26. In artikel XV 13 van hetzelfde besluit worden de woorden verlof voor loopbaanonderbreking telkens vervangen door de woorden verlof voor loopbaanonderbreking in het kader van een federaal zorgverlof. Art. 27. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 2 september 2016. Pagina 7 van 8
Art. 28. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke SCHAUVLIEGE Pagina 8 van 8