Ontwerp van Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de samenwerking inzake arbeidsmarktbeleid en de bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden. Gelet op artikel 92 bis, 1 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen zoals gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993 ; Gelet op het Protocol van 22 december 1988 tot regeling van de betrekkingen tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening ; Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 30 april 1996 tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende oprichting van het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding ; Gelet op de Ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; Gelet op het Protocolakkoord van 13 februari 2004 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de uitvoering van het Sociaal Pact voor de Werkgelegenheid van de Brusselaars ; Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 24 februari 2005 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de interregionale mobiliteit van werkzoekenden ; Overwegende de besluiten van de Nationale Werkgelegenheidsconferentie van 9 oktober 2003 betreffende de interregionale mobiliteit van werkzoekenden ; Overwegende dat het Regeerakkoord 2004-2009 van de Vlaamse Regering pleit voor een structurele samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de domeinen van beroepsopleiding en tewerkstelling ; Overwegende dat het Regeerakkoord van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering benadrukt dat een efficiënt tewerkstellingsbeleid samenwerkingsverbanden noodzaakt met de andere deelstaten op vlak van mobiliteit van werkzoekenden en opleidingen. De Vlaamse Regering vertegenwoordigd in de persoon van de Minister-president, de heer Yves LETERME, en van de Vice-minister-president en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, de heer Frank VANDENBROUCKE ; De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigd in de persoon van de Minister-President, de heer Charles PICQUÉ, en de Minister van Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, de heer Benoît CEREXHE ; 1
Komen overeen wat volgt : Artikel 1. 1. De VDAB en de BGDA maken onverwijld en automatisch gegevens inzake werkaanbiedingen aan mekaar over : a) indien deze werkaanbiedingen betrekking hebben op knelpuntberoepen waarvan in onderling overleg een lijst zal worden opgesteld op basis van de lijst die jaarlijks door elke Regionale Arbeidsbemiddelingsdienst wordt opgesteld ; b) indien deze werkaanbiedingen geen verband houden met de sub a) bedoelde knelpuntberoepen maar blijkt dat de betrokken Dienst geen kandidaten kan vinden in het werkzoekendenbestand van zijn grondgebied ; c) indien deze werkaanbiedingen meegedeeld zijn door een werkgever die gevestigd is op het grondgebied van de andere Dienst. De werkgever wordt hiervan ingelicht. 2. De BGDA en de VDAB sluiten binnen een termijn van vijf maanden na het afsluiten van dit samenwerkingsakkoord een samenwerkingsovereenkomst af betreffende de uitvoeringsmodaliteiten van de in 1. bedoelde bepalingen. Art. 2. De VDAB en de BGDA zullen in overleg en nauwe samenwerking de beroeps-, functie- en competentieomschrijvingen harmoniseren teneinde de transparantie van de Belgische arbeidsmarkt voor de werkzoekenden alsook voor de werkgevers te verhogen en de mobiliteit van de werkzoekenden te bevorderen. Art. 3. 1. De Brusselse minister van Tewerkstelling en de Vlaamse minister van Vorming verbinden zich ertoe over de periode 2005-2007 drie Nederlandstalige Lokale Werkwinkels, gebundeld binnen Tracé, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op te richten, te reglementeren en te subsidiëren. Naast Tracé en OOTB als Nederlandstalige coördinerende partner telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook 9 Franstalige Missions Locales pour l'emploi. 2. De modaliteiten inzake de werking van de Lokale Werkwinkels worden bepaald in een samenwerkingsprotocol tussen de VDAB en de BGDA. Zij kunnen in onderling overleg andere partners uitnodigen om toe te treden tot dit samenwerkingsprotocol. Daar waar mogelijk zullen beide organismen met de respectievelijke partners partnerschapsovereenkomsten afsluiten. Beide Ministers verzekeren dat elke brusselse werkzoekende ten allen tijde terecht kan voor een volledig aanbod inzake begeleiding, opleiding en traject naar werk. 3. OOTB wordt door de Brusselse minister van Tewerkstelling en de Vlaamse minister van Vorming erkend als federatie van de Brusselse Nederlandstalige niet-gouvernementele organisaties die actief zijn in het domein van de socio-professionele inschakeling en deze die zich inschakelen in de Lokale Werkwinkels. In een overgangsfase die het jaar 2005 bestrijkt, wordt tussen OOTB en Tracé een overeenkomst afgesloten wat betreft, enerzijds het onthaal van de niet ingeschreven werkzoekenden en anderzijds de financiering van deze opdracht. Deze overeenkomst heeft als doel de financiering van OOTB voor deze welomschreven opdracht te regelen en de uitvoering ervan door de Lokale Werkwinkels te laten geschieden. 2
4. De Brusselse minister van Tewerkstelling reglementeert en subsidieert de volgende Lokale Werkwinkelstewerkstellingsactiviteiten : het onthaal en de voorlichting van de Brusselse werkzoekenden ; de verwerking en de kennisgeving aan de BGDA van de plaatselijke werkaanbiedingen ; de tewerkstelling van de werkzoekenden in het kader van de socio-professionele inschakelingsacties ; de bevordering en de coördinatie van de lokale voorzieningen voor socio-professionele inschakeling ; de bevordering en de coördinatie van de lokale tewerkstellingsinitiatieven, genomen in het kader van de sociale economie en de herwaardering van de wijken ; onderzoek naar de plaatselijke problematiek inzake socio-professionele inschakeling. Van deze opdrachten zullen de eerste drie uitgevoerd worden krachtens een partnerschapovereenkomst met de BGDA en krachtens de toetreding van de Lokale Werkwinkels tot het Netwerk van Plaatselijke Werkgelegenheidsplatforms (NWP) van de BGDA. De financiële tegemoetkoming van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is verdeeld tussen de Missions Locales pour l'emploi en de Lokale Werkwinkels volgens een verhouding 80/20. 5. De Vlaamse minister van Vorming reglementeert en subsidieert de opleidingsactiviteiten van de Lokale Werkwinkels, namelijk : onderzoek naar het plaatselijk opleidingsaanbod ; verstrekken van informatie aan de werkzoekenden aangaande de opleidingen ; opvolging van de werkzoekenden in opleiding of beroepsopleiding om de meest geschikte beroepsoriëntering te bepalen ; bevordering en coördinatie van het plaatselijke opleidingsaanbod ; organisatie van opleidingen in het kader van het opzetten van vernieuwende projecten in de beroepssectoren. 6. De Vlaamse minister van Werk zal ervoor zorgen dat er een samenwerkingsovereenkomst tussen Arbeidstrajectbegeleidingsdienst voor personen met een handicap (ATB) en De Werklijn wordt afgesloten teneinde de goede werking van beide organisaties te garanderen voor het Brusselse doelpubliek. Art. 4. Binnen de 3 maanden na het afsluiten van dit samenwerkingsakkoord zullen de VDAB en de BGDA overgaan tot het activeren van de verbintenissenvermeld in het artikel 3 via het Netwerk van Plaatselijke Werkgelegenheidsplatforms. De VDAB is er reeds toegetreden als beroepsopleidingsoperator. Dit vergemakkelijkt de communicatie en coördinatie tussen beide instellingen, verhoogt de transparantie m.b.t. de inschakelingstrajecten van werkzoekenden en bevordert de nabijheid en toegankelijkheid van de dienstverlening. Art. 5. De Vlaamse minister van Vorming verbindt zich ertoe een impulsprogramma inzake taalopleidingen van de VDAB te Brussel op touw te zetten ter bevordering van de professionele inschakeling van de Brusselse werkzoekenden. Hij maakt hiervoor in 2005 een bijkomend budget van 150.000 euro vrij. 3
Art. 6. De Brusselse minister van Tewerkstelling zal overgaan tot de oprichting van een sociaal uitzendkantoor in 2005. Dit sociaal uitzendkantoor richt zich tot de jonge Brusselse werkzoekenden tussen 16 en 30 jaar. In de loop van het jaar 2006 zal de Brusselse minister van Tewerkstelling de mogelijkheid tot opening van een tweede sociaal uitzendkantoor analyseren. Hierover zal een overleg plaatsgrijpen tussen de Brusselse minister van Tewerkstelling en de Vlaamse minister van Werk, met respect voor de regionale bevoegdheden en het principe van territorialiteit. Art. 7. 1. De Vlaamse minister van Werk en de Brusselse minister van Tewerkstelling verbinden zich ertoe in onderling overleg een crisiscel op te richten telkens er zich op het grondgebied van de ene of de andere minister een herstructurering, collectief ontslag of faillissement voordoet van een onderneming waarbij meer dan 50 betrokken werknemers onder het andere gewest ressorteren. 2. De in 1. bedoelde crisiscel wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevoegde ministers van Tewerkstelling en de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling. De crisiscel wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister van tewerkstelling van het Gewest waar de exploitatiezetel van de onderneming gevestigd is. In het geval de onderneming meerdere exploitatie zetels heeft, wordt als criterium het Gewest genomen waarin de meeste getroffen werknemers gedomicilieerd zijn. De sociale partners worden bij de werkzaamheden van deze cel betrokken overeenkomstig de bepalingen en afspraken die bestaan in het bedoelde Gewest. Art. 8. 1. Zonder afbreuk te doen aan het algemene principe van het vrij verkeer van werknemers, verbinden de Brusselse minister van Tewerkstelling en de Vlaamse minister van Werk zich ertoe om gezamenlijk concrete acties op te zetten teneinde de interactie tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest te bevorderen zodat de Brusselse werkzoekenden vlotter naar de betrokken arbeidsmarkten kunnen doorstromen. 2. Er wordt binnen een termijn van vier maanden na het afsluiten van het samenwerkingsakkoord een strategische werkgroep opgericht die moet instaan voor de uitwerking van een plan met concrete acties dat aan de betrokken ministers ter goedkeuring wordt voorgelegd ter uitvoering van de in 1 bedoelde verbintenis. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van beide ministers van Tewerkstelling en van de twee Gewestelijke Diensten voor Arbeidsbemiddeling (BGDA en VDAB). Na gezamenlijk overleg kunnen de ministers van Tewerkstelling experten en interveniënten uitnodigen op de werkgroep met name vertegenwoordigers van ondernemingen, sociale partners van de betrokken professionele sectoren evenals vertegenwoordigers van beroepsopleidingspartners. Naar volgende gemeenten, zonder dat deze lijst limitatief is, gaat speciale aandacht uit : Asse, Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Halle, Hoeilaart, Kraainem, Leuven, Linkebeek, Machelen, Merchtem, Meise, Overijse, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem en Zaventem. Deze werkgroep zal zich prioritair buigen over de tewerkstelling van Brusselaars in de bovengenoemde gemeenten. In voorkomend geval en in onderling akkoord kan de werkgroep andere gemeenten aan de hierboven opgenoemde lijst toevoegen. 4
Art. 9. Tussen het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding (BNCTO) en de BGDA zal binnen de vier maanden na het afsluiten van dit samenwerkingsakkoord een protocol worden afgesloten zodat de werking van de Diversiteitsmanagers van het BNCTO afgestemd wordt op de vereisten van het Brussels werkgelegenheidsbeleid. Dit protocol wordt ambtshalve herbekeken zodra de Brusselse Diversiteitscel van de BGDA is opgericht. Met het oog op een gecoördineerde en coherente aanpak van de problematiek van diversiteit en ongelijke kansen op werk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zullen de diversiteitsmanagers van het BNCTO in synergie met de door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op te richten Diversiteitscel werkzaam zijn. De protocols zullen afgesloten worden met respect voor de regionale bevoegdheden en het principe van territorialiteit. Art. 10. 1. De Brusselse minister van Tewerkstelling en de Vlaamse minister van Werk verbinden zich ertoe in overleg over te gaan tot de regularisering van de gesubsidieerde contractuelen (geco's) in het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. 2. Een werkgroep wordt opgericht met het oog op de doorvoering van deze omzettingen en regulariseringen. Deze werkgroep komt samen binnen de vier maanden na het afsluiten van dit samenwerkingsakkoord en zal binnen een termijn van zes maanden terzake een eindrapport voorleggen. Vertegenwoordigers van de functioneel bevoegde ministers en departementen worden bij de werkzaamheden van deze werkgroep betrokken. Op vraag van de bevoegde ministers kunnen ambtenaren uitgenodigd worden als expert. 3. Het regulariseren en omzetten van de Geco-posten mag geen meerkost voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met zich meebrengen. Art. 11. De samenstelling en de werking van het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding (BNCTO) zoals bepaald in het samenwerkingsakkoord van 30 april 1996 zullen worden aangepast om de uitbreiding van dit Comité tot de onderwijssector mogelijk te maken. Binnen de 5 maanden na de ondertekening van dit akkoord zal een werkgroep worden bijeengebracht. Deze heeft tot doelstelling voor een harmonisering te zorgen van de samenstelling en de werking van het BNCTO langs Nederlandstalige zijde met de huidige samenstelling en werking van de Commission Consultative en matière de Formation, d'emploi et d'enseignement (CCFEE) langs Franstalige zijde. Dit door in het BNCTO een vertegenwoordiging te verzekeren van de Brusselse operatoren van tewerkstelling, opleiding en onderwijs. Een nieuw bilateraal samenwerkingsakkoord zal worden gesloten om met name zijn adviesopdrachten inzake tewerkstelling, opleiding en onderwijs te versterken en te verduidelijken. Binnen het kader van de versterking van de economische en sociale dialoog te Brussel zal deze werkgroep zich eveneens buigen over de verduidelijking van de relaties van het BNCTO, als adviesorgaan, met de Economisch en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De werkgroep zal samengesteld worden uit vertegenwoordigers van de Brusselse minister van Tewerkstelling, van de Vlaamse Minister van Werk, Vorming en Onderwijs en van het BNCTO. De leden van de werkgroep kunnen interveniënten uitnodigen voor hun expertise en ervaring terzake. 5
Gedaan te Brussel, op in vier originele exemplaren Voor de Vlaamse Regering, Yves LETERME Minister-president Frank VANDENBROUCKE Vice-minister-president van de Vlaamse Regering en minister van Werk, Onderwijs en Vorming Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Charles PICQUÉ Minister-president Benoît CEREXHE Minister van Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische hulp 6