Versie 1 januari Pensioenreglement 2006

Vergelijkbare documenten
Versie 1 januari Pensioenreglement 2015

Pensioenreglement 2017

Versie 1 januari Pensioenreglement 2014

Pensioenreglement 2018

Stichting Pensioenfonds De Fracties. Pensioenreglement 2003

Pensioenreglement 2019

Progress. Pensioenreglement 2002

Progress. Pensioenreglement 2002

Stichting Pensioenfonds Pensura PENSIOENREGLEMENT 2003

PENSIOENREGLEMENT 2007

PROGRESS HET PENSIOENFONDS VAN UNILEVER NEDERLAND PENSIOENREGLEMENT 2007

Stichting Pensioenfonds Pensura PENSIOENREGLEMENT 2003

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Stichting Pensioenfonds Croda

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

PROGRESS HET PENSIOENFONDS VAN UNILEVER NEDERLAND PENSIOENREGLEMENT 2007

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland. Pensioenreglement. Januari 2007

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Stichting Pensioenfonds HAL

Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Forward. Pensioenreglement CDC

Uw pensioen bij Shell

Pensioenreglement II Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

REGLEMENT FLEXIBELE AANVULLINGSREGELING (FAR)

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2011

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

Pensioenreglement II Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Uw pensioen bij Shell

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

PENSIOENREGELING UNILEVER. Pensioenspaarvereniging Statutaire zetel: rue Albert Borschette 2 L-1246 Luxemburg INTERNATIONALE AFDELING REGLEMENT

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

PENSIOENREGLEMENT PER 1 JANUARI

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Reglement Anw-hiaatpensioen

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47

Stichting Pensioenfonds Holland Casino. Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino. Inhoudsopgave:

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Pensioenreglement III Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland. Vroegpensioenreglement

PENSIOENSPAARREGLEMENT

Aanvullend reglement

Pensioenreglement 2006A, Stichting Pensioenfonds Interpolis

Reglement Anw-hiaatpensioen

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Pensioenreglement 2006B Stichting Pensioenfonds Interpolis,

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Middelloon-pensioenregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst met gemaximeerde werkgeverspremie en met opbouw nabestaandenpensioen

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Stichting Pensioenfonds Gasunie

Pensioenreglement 2006

BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC Pensioenfonds)

REGLEMENT voor Anw-hiatenpensioen. van. Stichting Pensioenfonds Haskoning. Nijmegen. Reglement ANW-hiatenpensioen, versie januari 2012

VOORBEELDPENSIOENREGLEMENT. Middelloonregeling met vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen. Leeswijzer voorbeeldpensioenreglement

Pensioenreglement 2014 Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group

Pensioenreglement 2006

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC-Pensioenfonds)

REXEL NEDERLAND REGELING 2014

Reglement Aanvullend Arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. 1 januari Correspondentieadres:

Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group. (Versie 1.0 van 1 januari 2014)

Stichting Pensioenfonds Gasunie

Reglement TIJDELIJK AANVULLEND NABESTAANDENPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

HAGEMEYER REGELING 2015

Uw pensioen bij Shell

VPL Reglement. 1 februari 2016 Pagina 1 van 7

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

Voor werknemers die op of na 1 januari 1950 zijn geboren, dan wel voor werknemers die na 31 december 2005 bij de werkgever in dienst zijn getreden.

Pensioenreglement 2000

Pensioenreglement 1994 Voor werknemers die na 30 juni 1937 en vóór 1 januari 1950 zijn geboren

Inhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling

HAGEMEYER REGELING 2014

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

PENSIOENREGLEMENT M I D D E L L O O N. Stichting Pensioenfonds GITP. Nijmegen

Pensioenreglement van Stichting ORTEC Pensioenfonds per 1 januari 2013

Stichting Pensioenfonds Croda

Pensioenreglement 2014 Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A

Contractnummer 1111 Polisnummer , Referentienummer 02012

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

Transcriptie:

Versie 1 januari 2013 Pensioenreglement 2006

Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN... 1 1.1. Begripsomschrijvingen... 1 1.2. Deelnemerschap... 8 1.3. Pensioenaanspraken... 9 2. OUDERDOMSPENSIOEN... 10 2.3. Ouderdomspensioen op basis van opbouwformule... 10 2.4. Ouderdomspensioen op basis van beschikbare premies... 10 2.5. Vervroegde pensioendatum... 12 2.6. Deeltijdpensioen... 14 2.7. Arbeidsongeschiktheidspensioen... 14 3. PENSIOENEN TEN BEHOEVE VAN NABESTAANDEN... 17 3.1. Partnerpensioen... 17 3.2. Wezenpensioen... 19 3.3. Verevening van pensioen... 20 3.4. Bijzonder partnerpensioen bij beëindiging van de partnerrelatie... 21 4. DEELTIJDWERKNEMERS... 22 4.1. Pensioenaanspraken van deeltijdwerknemers... 22 5. KEUZEMOGELIJKHEDEN BIJ BEËINDIGING DEELNEMERSCHAP... 23 5.1. Omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen... 23 5.2. Omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen... 24 5.3. Variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen... 24 Pensioenreglement 2006

6. BEËINDIGING VAN HET DEELNEMERSCHAP VOOR DE (VERVROEGDE) PENSIOENDATUM... 25 6.1. Aanspraken bij vervroegde beëindiging van het deelnemerschap... 25 6.2. Pensioenopbouw tijdens werkloosheid... 26 6.3. Pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid... 26 6.4. Uitzending naar het buitenland... 27 7. AANVULLENDE PENSIOENEN... 29 7.1. Aanvullend Anw-pensioen... 29 7.2. Vrijwillige eigen bijdrage... 31 8. WAARDEOVERDRACHT... 33 8.1. Waardeoverdracht bij toetreding... 33 8.2. Waardeoverdracht bij beëindiging van het deelnemerschap... 34 8.3. Overige vormen van waardeoverdracht... 34 9. TOESLAGENBELEID... 35 10. FINANCIERING VAN DE PENSIOENREGELING... 37 10.1. Bijdragen... 37 11. FISCALE BEPALINGEN... 39 11.1. Fiscale bepalingen... 39 12. UITBETALING VAN PENSIOEN... 40 12.1. Periodieke uitbetaling van pensioenen... 40 12.2. Afkoop van pensioenen... 40 12.3. Beslag, overdracht, inpandgeving... 42 13. INFORMATIEVERSTREKKING... 43 13.1. Verplichtingen van de deelnemers... 43 Pensioenreglement 2006

13.2. Informatieverstrekking door De Fracties... 43 14. SLOTBEPALINGEN... 44 14.1. Bijzondere gevallen... 44 14.2. Onvoorziene gevallen... 44 14.3. Klachten- en geschillenregeling... 45 14.4. Wijziging van dit reglement... 45 15. WERKINGSSFEER EN INWERKINGTREDING... 47 15.1. Werkingssfeer... 47 15.2. Inwerkingtreding... 48 BIJLAGEN... 49 BIJLAGE I: Actuariële korting bij vervroegde pensioendatum... 50 BIJLAGE II: Omzetting ouderdomspensioen in partnerpensioen en omzetting partnerpensioen in ouderdomspensioen... 51 BIJLAGE III: Omzetting bij variatie hoogte ouderdomspensioen... 55 BIJLAGE IV: Premies voor verzekering van aanvullend anw-pensioen... 56 BIJLAGE V: Afkoop ingegaan pensioen... 57 Pensioenreglement 2006

1. ALGEMEEN 1.1. Begripsomschrijvingen De pensioenovereenkomst zoals neergelegd in dit pensioenreglement heeft ten dele het karakter van een uitkeringsovereenkomst en ten dele van een premieovereenkomst. In dit pensioenreglement wordt verstaan onder: AOP-uitkeringsdrempel: De AOP-uitkeringsdrempel is gelijk aan het maximum dagloon, zoals bedoeld in de WIA. Dit bedrag is per 1 januari 2013 vastgesteld op 50.855,85. Arbeidsongeschikt: Arbeidsongeschikt in de zin van de WAO c.q. WIA. Arbeidsongeschiktheid: Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO c.q. WIA. Beëindiging van een partnerrelatie: Echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap, beëindiging van de gemeenschappelijke huishouding of herroeping van de aanwijzing van de partner. Beleggingsinstelling: De instelling die op basis van een overeenkomst met De Fracties de pensioenkapitalen van de individuele deelnemers beheert en administreert. Bestuur: Het bestuur van De Fracties. Deelnemer: De werknemer die overeenkomstig de bepalingen van dit reglement en de statuten als deelnemer aan De Fracties is toegelaten. Pensioenreglement 2006 1

Deeltijdpercentage: Het percentage dat de arbeidsduur van een deeltijdwerknemer uitmaakt van de normale arbeidsduur. Wijzigingen van bedoeld percentage worden in aanmerking genomen vanaf de eerste dag van de maand indien deze wijziging plaats vindt op één van de eerste 15 dagen van de maand en vanaf de eerste dag van de volgende maand indien de wijziging plaats vindt na de eerste 15 dagen van de maand. Deeltijdwerknemer: De werknemer met een kortere dan de bij de werkgever voor de desbetreffende categorie werknemers geldende normale arbeidsduur. De Fracties : Stichting Pensioenfonds De Fracties, gevestigd in de gemeente Zaanstad. Franchise: De franchise bedraagt 10/7 van de per 1 januari vastgestelde AOW-uitkering (inclusief vakantietoeslag) voor een gehuwde. Voor 2013 geldt een bedrag van 13.227. Gelieerde onderneming: De gelieerde onderneming als bedoeld in artikel 1 van de statuten. Gewezen deelnemer: De persoon wiens deelnemerschap aan De Fracties is geëindigd en die een premievrije aanspraak op pensioen tegenover De Fracties heeft verkregen en behouden. Kind: het kind tot wie de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde als ouder in familierechtelijke betrekking staat; het aangehuwde kind van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde, dat naar het oordeel van het bestuur grotendeels door de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde wordt onderhouden; Pensioenreglement 2006 2

het andere kind dat naar het oordeel van het bestuur door de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde vanaf enig moment vóór de (vervroegde) pensioendatum tot het moment van overlijden als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed. Ouderdomspensioen: Het levenslange pensioen ten behoeve van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde. Partner: de echtgenoot van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde; de partner met wie de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde een geregistreerd partnerschap in de zin van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan; de ongehuwde ongeregistreerde vrouw of man, met wie de ongehuwde ongeregistreerde deelnemer, ongehuwde ongeregistreerde gewezen deelnemer of ongehuwde ongeregistreerde pensioengerechtigde een gemeenschappelijke huishouding voert, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: de partner is geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn; de gemeenschappelijke huishouding is notarieel vastgelegd in een samenlevingsovereenkomst waarin enkele bepalingen van vermogensrechtelijke aard zijn geregeld, met dien verstande dat voor de toepassing van dit reglement als datum waarop de gemeenschappelijke huishouding is begonnen, de dag geldt gelegen zes maanden na het bij notariële akte verlijden van de samenlevingsovereenkomst; een gewaarmerkt afschrift van de notariële akte wordt aan De Fracties overgelegd; degene met wie de gemeenschappelijke huishouding bestaat, door de deelnemer met het oog op pensioen als partner is aangewezen en wiens aanwijzing niet is herroepen; Pensioenreglement 2006 3

uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens dient te blijken dat de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde en de partner op hetzelfde adres wonen. Indien dat niet uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens blijkt, dient dat jegens De Fracties te worden aangetoond. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen van deze voorwaarde af te zien. Voor de toepassing van dit reglement wordt slechts één persoon als partner van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde aangemerkt. Partnerpensioen: Het pensioen ten behoeve van de nagelaten partner. Partnerrelatie: Het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de gemeenschappelijke huishouding met een partner. Pensioendatum: De eerste dag van de maand waarin de deelnemer de pensioenleeftijd bereikt. Pensioengerechtigde: De persoon die krachtens de bepalingen van dit reglement een pensioen van De Fracties ontvangt. Pensioengrondslag A: De salarisgrondslag tot en met een bedrag van maximaal 61.757 (niveau per 1 april 2013), verminderd met de franchise. Genoemd bedrag wordt aangepast overeenkomstig de Werkgever Loonindex. Uit pensioengrondslag A hebben de deelnemer en de gewezen deelnemer pensioenaanspraken en de pensioengerechtigde pensioenrechten. Pensioenreglement 2006 4

Tussentijdse individuele salarisaanpassingen, behoudens promotie, demotie en/of wijziging van het aanstellingspercentage, worden jaarlijks per 1 april meegenomen in de vaststelling van de salarisgrondslag met betrekking tot pensioengrondslag A. Promotie, demotie en/of wijziging van het aanstellingspercentage worden voor de vaststelling van pensioengrondslag A van kracht met ingang van de maand waarin de wijziging van toepassing is. Pensioengrondslag B: Het gedeelte van de salarisgrondslag voor zover deze boven 61.757 (niveau per 1 april 2013) ligt. Genoemd bedrag wordt aangepast overeenkomstig de werkgever loonindex. Door middel van toepassing van pensioengrondslag B wordt een pensioenkapitaal verworven. Tussentijdse individuele salarisaanpassingen worden per de datum waarop de tussentijdse individuele salarisaanpassing van kracht is meegenomen in de vaststelling van de salarisgrondslag met betrekking tot pensioengrondslag B. Zodra op enig moment pensioengrondslag B nihil is, zullen vanaf dat moment geen premies meer door de werkgever beschikbaar worden gesteld. Pensioenleeftijd: De 65-jarige leeftijd. Pensioenovereenkomst: Hetgeen tussen de werkgever en werknemer is overeengekomen betreffende pensioen en is verwoord in deze pensioenregeling. Pensioenreglement 2006 5

Salarisgrondslag: Het bij de werkgever geldende feitelijk verdiende salaris vermeerderd met de vakantietoeslag van de deelnemer, uitgaande van de bij die werkgever voor de categorie deelnemers waartoe de deelnemer behoort, geldende normale arbeidsduur, vermeerderd met eventuele verdere als vast te beschouwen uitkeringen uit hoofde van het dienstverband (o.a. ploegentoeslag). De onderdelen waaruit de bij de desbetreffende werkgever geldende salarisgrondslag is opgebouwd, zijn voor alle deelnemers respectievelijk categorieën deelnemers werkzaam bij die werkgever gelijk en worden door de desbetreffende werkgever aan de deelnemer meegedeeld. De salarisgrondslag wordt telkens per 1 april van het kalenderjaar vastgesteld. Met betrekking tot pensioengrondslag A worden tussentijdse individuele salarisaanpassingen, behoudens promotie, demotie en/of wijziging van het aanstellingspercentage, jaarlijks per 1 april meegenomen in de vaststelling van de salarisgrondslag. Een promotie, demotie en/of wijziging van het aanstellingspercentage wordt voor de vaststelling van pensioengrondslag A van kracht met ingang van de maand waarin de wijziging van toepassing is. Met betrekking tot Pensioengrondslag B worden tussentijdse individuele salarisaanpassingen per de datum waarop de tussentijdse individuele salarisaanpassing van kracht is, meegenomen in de vaststelling van de salarisgrondslag. Statuten: De statuten van Stichting Pensioenfonds De Fracties. Vermogen: De som van alle activa van De Fracties verminderd met de som van alle passiva met uitzondering van de technische voorzieningen. Vervroegde pensioendatum: De eerste dag van de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer de gekozen individuele pensioenleeftijd bereikt. Pensioenreglement 2006 6

Volle wees: Het kind van wie beide ouders respectievelijk verzorgers zijn overleden. WAO: Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering. WAO-uitkering: De uitkering ingevolge de WAO. WIA: Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. WIA-uitkering: De uitkering ingevolge de WIA. Werkgever: Loders Croklaan B.V, statutair gevestigd in de gemeente Zaanstad. IOI Loders Croklaan Oils B.V., statutair gevestigd in de gemeente Zaanstad. Werkgever arbeidsvoorwaardenregeling: De CAO van de werkgever, de Regeling voor Managers of een andere op de deelnemer van toepassing zijnde arbeidsvoorwaardenregeling die bij de werkgever van kracht is. Werkgever Loonindex: De structurele wijziging van het gemiddelde van de maximumsalarissen in de CAO van de werkgever. Werknemer: De persoon in dienst van de werkgever of van een gelieerde onderneming. Wezenpensioen: Het pensioen ten behoeve van het (de) nagelaten kind(eren). Pensioenreglement 2006 7

1.2. Deelnemerschap 1.2.1. Voor werknemers die op of na 1 januari 2006 in dienst treden bij de werkgever gaat het deelnemerschap in op de eerste dag van de maand indien het dienstverband op één van de eerste 15 dagen van die maand aanvangt en indien het dienstverband op één van de volgende dagen van die maand aanvangt, op de eerste dag van de volgende maand. Indien de datum van aanvang van het dienstverband is gelegen na de 15de van een maand, wordt het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid van de werknemer tot de aanvang van het deelnemerschap door De Fracties gedekt. 1.2.2. Voor werknemers die op 31 december 2005 al deelnemer waren in de zin van Pensioenreglement 2003 van De Fracties kunnen de pensioenaanspraken uit Pensioenreglement 2003 worden overgedragen naar Pensioenreglement 2006 van De Fracties. Indien de aanspraken niet worden overgedragen, dan blijven de pensioenaanspraken die zijn opgebouwd volgens pensioenregeling 2003 premievrij behouden. 1.2.3. Voor werknemers die op 31 december 2005 al in dienst waren van IOI Loders Croklaan Oils B.V. is dit pensioenreglement met ingang van 1 januari 2005 van toepassing dan wel de latere datum van hun indiensttreding. 1.2.4. Werknemers die voor 1 januari 2012 in dienst zijn geweest van Lipid Nutrition B.V. worden tot deze datum als deelnemer beschouwd aan het pensioenreglement zoals dat op dat moment van toepassing was. 1.2.5. Het deelnemerschap eindigt op de dag waarop het dienstverband eindigt, maar in ieder geval op de (vervroegde) pensioendatum. 1.2.6. Het deelnemerschap wordt geacht voort te duren gedurende een periode van ouderschapsverlof als omschreven in de op de deelnemer van toepassing zijnde arbeidsvoorwaardenregeling. 1.2.7. Het opnemen van onbetaald verlof tot een maximum van 18 maanden door de deelnemer tijdens het deelnemerschap is niet van invloed op de dekking uit hoofde van het arbeidsongeschiktheidspensioen, partnerpensioen en het wezenpensioen, met Pensioenreglement 2006 8

inachtneming van de fiscale wet- en regelgeving. De periode gedurende het opnemen van onbetaald verlof telt niet mee als deelnemerstijd. De kosten van het in stand houden van de dekking uit hoofde van het partnerpensioen komen tijdens de periode van onbetaald verlof tot maximaal één jaar voor rekening van de werkgever en tijdens de aansluitende periode daarna voor rekening van de deelnemer. 1.2.8. In afwijking van het bepaalde in 1.2.5. wordt het deelnemerschap geacht voort te duren na beëindiging van het dienstverband zolang de gewezen werknemer het deelnemerschap voortzet op grond van een regeling in de sfeer van de arbeidsvoorwaardenregeling, met inachtneming van de fiscale wet- en regelgeving. 1.3. Pensioenaanspraken Met inachtneming van het bepaalde in de statuten en dit pensioenreglement heeft de deelnemer ten behoeve van zichzelf aanspraak op: Ouderdomspensioen; Arbeidsongeschiktheidspensioen; en ten behoeve van zijn nagelaten betrekkingen aanspraak op: Partnerpensioen; Wezenpensioen. Pensioenreglement 2006 9

2. OUDERDOMSPENSIOEN 2.1. Ingangsdatum ouderdomspensioen 2.1. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd tot en met de laatste dag van de maand van overlijden van de pensioengerechtigde. 2.2. Vermindering ouderdomspensioen 2.2. De aanspraak op ouderdomspensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemer kan zonder toestemming van de partner niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer en De Fracties worden verminderd, behalve in de gevallen waarin de Pensioenwet of daarop gebaseerde regelgeving, afkoop van genoemd pensioen toestaat. Het in de vorige volzin bepaalde is niet van toepassing indien de (gewezen) deelnemer en zijn partner verevening van het pensioen bij scheiding op grond van het bepaalde in 3.3.2. hebben uitgesloten. 2.3. Ouderdomspensioen op basis van opbouwformule 2.3.1. De opbouw bedraagt in ieder jaar van deelname 2,25% van de in het betreffende jaar voor de deelnemer vastgestelde pensioengrondslag A. 2.4. Ouderdomspensioen op basis van beschikbare premies 2.4.1. De hoogte van het ouderdomspensioen als bedoeld in dit artikel 2.4. is afhankelijk van: a. De hoogte van het pensioenkapitaal dat op de pensioendatum door de deelnemer is verworven; alsmede b. De marktrente en de tariefgrondslagen die de op grond van de Pensioenwet toegelaten verzekeraar op het moment van aanwending hanteert voor de omzetting van pensioenkapitaal in ouderdomspensioen. 2.4.2. Bij de berekening van de grootte van de beschikbaar te stellen premies wordt uitgegaan van: a. De pensioengrondslag B van de deelnemer b. De leeftijd van de deelnemer c. De deeltijdfactor Pensioenreglement 2006 10

2.4.3. De beschikbare premie wordt voor het eerst vastgesteld per de datum van opneming in de regeling dan wel op het moment dat de salarisgrondslag hoger is dan pensioengrondslag A. Bij de vaststelling van pensioengrondslag B worden individuele salarisaanpassingen die volgen uit de personeelsbeoordelingen of de werkgever loonindex direct meegenomen. Zodra op enig moment pensioengrondslag B nihil is, zullen vanaf dat moment geen premies meer door de werkgever beschikbaar worden gesteld. hhet premiepercentage wordt jaarlijks per 1 april vastgesteld op basis van de navolgende tabel: Leeftijdsklassen tot 65 jaar Percentage van pensioengrondslag B OP en Uitgesteld opgebouwd PP (65%) 15 tot en met 19 5,9 20 tot en met 24 6,8 25 tot en met 29 8,3 30 tot en met 34 10,1 35 tot en met 39 12,3 40 tot en met 44 15,0 45 tot en met 49 18,4 50 tot en met 54 22,7 55 tot en met 59 28,2 60 tot en met 64 35,6 Als leeftijd van de deelnemer op 1 april wordt in aanmerking genomen de leeftijd die de deelnemer in dat kalenderjaar kan bereiken. Aanpassingen van de in dit lid genoemde percentages hebben geen terugwerkende kracht. Uit de beschikbare premie wordt een uitgesteld opgebouwd partnerpensioen gefinancierd. 2.4.4. Iedere maand van deelnemerschap wordt door de werkgever een premie beschikbaar gesteld ter grootte van de op basis van lid 2.4.3 vastgestelde beschikbare premie gedeeld door 12. Deze bijdrage wordt per het einde van de kalendermaand door de werkgever aan de beleggingsinstelling overgemaakt. Pensioenreglement 2006 11

2.4.5. De beleggingsinstelling houdt ten behoeve van de betrokken deelnemer een aparte rekening aan waarop de beschikbaar gestelde premies als bedoeld in artikel 2.4.4 worden gestort. De gelden en beleggingsparticipaties op die rekening zijn eigendom van De Fracties ; de deelnemer heeft een aanspraak jegens De Fracties ter hoogte van de gelden en waarde van de beleggingsparticipaties op een voornoemde rekening. Het pensioenkapitaal wordt gevormd door de waarde van de gelden en beleggingsparticipaties die ten behoeve van de deelnemer op de beleggingsrekening staan. 2.4.6. Voor de aanwending van de gelden op de beleggingsrekening heeft de deelnemer de keuze uit een aantal beleggingsprofielen van de beleggingsinstelling. Het bestuur verstrekt bij aanvang van de deelneming alsmede op een later tijdstip op verzoek van de deelnemer informatie met betrekking tot de beleggingsprofielen, de daaraan verbonden beleggingsrisico s en een opgave van de aan de beleggingsfondsen verbonden kosten, welke in mindering worden gebracht op het pensioenkapitaal. De Fracties bewaakt dat de beleggingen van de (gewezen) deelnemer dusdanig worden gespreid in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum, zodat het beleggingsrisico kleiner wordt naarmate de pensioendatum nadert. De Fracties onderzoekt ten minste één keer per jaar of de beleggingen van de (gewezen) deelnemer zich binnen de op basis van de voorgaande zin bepaalde grenzen bevinden en informeert de (gewezen) deelnemer hierover. De Fracties voert een beleggingsbeleid dat in overeenstemming is met de prudent-person regel als bedoeld in de Pensioenwet. 2.4.7. Op de pensioendatum dient de (gewezen) deelnemer het pensioenkapitaal aan te wenden bij een op grond van de Pensioenwet toegelaten verzekeraar. 2.4.8. Ingeval de deelnemer op de pensioendatum geen partner heeft, wordt tenzij de deelnemer hier schriftelijk bezwaar tegen maakt het kapitaal automatisch omgezet in alleen ouderdomspensioen. 2.5. Vervroegde pensioendatum 2.5.1. De (gewezen) deelnemer is bevoegd een individuele pensioenleeftijd te kiezen. Op de vervroegde pensioendatum dient het dienstverband te worden beëindigd. 2.5.2. De individuele pensioenleeftijd ligt tussen de 55- en de 65-jarige leeftijd. Pensioenreglement 2006 12

2.5.3. Indien de individuele pensioenleeftijd ligt vóór de 65-jarige leeftijd wordt het ingevolge artikel 2.3 vastgestelde ouderdomspensioen verminderd met een van de individuele pensioenleeftijd afhankelijke, door het bestuur op advies van de actuaris voor een bepaalde periode vast te stellen collectief actuariële gelijkwaardige korting welke in bijlage I bij dit reglement is opgenomen. Na afloop van de vastgestelde periode kan bij bestuursbesluit de genoemde korting worden aangepast voor de deelnemers en gewezen deelnemers. Het op basis van dit lid vastgestelde ouderdomspensioen wordt aangevuld met een pensioenuitkering uit hoofde van de omzetting van het pensioenkapitaal. Het partnerpensioen zal door de vervroeging van de pensioendatum niet worden aangetast. 2.5.4. De (gewezen) deelnemer maakt zijn in 2.5.1. bedoelde keuze ten hoogste zes en ten minste twee maanden vóór het bereiken van zijn individuele pensioenleeftijd op een daartoe door De Fracties ter beschikking gesteld formulier aan De Fracties bekend. 2.5.5. Het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer voor wie de pensioenopbouw plaatsvindt op basis van het bepaalde in 6.3. (Pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid) en voor wie tevens pensioenopbouw plaatsvindt op basis van een dienstverband met een werkgever. 2.5.6. Indien voor de deelnemer de pensioenopbouw uitsluitend plaatsvindt op basis van het bepaalde in 6.3. (Pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid), wordt de individuele pensioenleeftijd in afwijking van het in 2.5.1. bepaalde gesteld op 65 jaar. 2.5.7. Indien en zolang een gerechtigde op een ouderdomspensioen in het genot is van een loondoorbetaling krachtens artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek; een periodieke uitkering krachtens enige werkgever arbeidsvoorwaardenregeling; een uitkering krachtens de WAO/WIA of enige andere (wettelijke) arbeidsongeschiktheidsuitkering, welke voortvloeit uit of aansluit op het dienstverband met de werkgever, wordt het ouderdomspensioen slechts uitgekeerd voor zover dit pensioen uitgaat boven het gezamenlijk bedrag van de bovenbedoelde uitkering(en). Pensioenreglement 2006 13

2.6. Deeltijdpensioen 2.6.1. Een deelnemer is met goedkeuring van de werkgever bevoegd onder gelijktijdige en overeenkomstige vermindering van de arbeidsduur als bedoeld in 2.6.2. het ouderdomspensioen voor een gedeelte te doen ingaan op de vervroegde pensioendatum en voor het overblijvende gedeelte te doen ingaan tussen de vervroegde pensioendatum en de pensioendatum. Voor het gedeelte van het ouderdomspensioen dat ingaat op de vervroegde pensioendatum, dient de dienstbetrekking beëindigd te zijn. 2.6.2. De vermindering van de arbeidsduur bedraagt ten minste 10% van de voor de deelnemer geldende normale arbeidsduur. Ten aanzien van de resterende arbeidsduur zijn de bepalingen van 4.1. (Pensioenaanspraken van deeltijdwerknemers) van overeenkomstige toepassing. 2.6.3. Het op de vervroegde pensioendatum tot uitkering komende deel van het opgebouwde ouderdomspensioen is naar verhouding niet groter dan de vermindering van de arbeidsduur. Op het tot uitkering komende deel van het ouderdomspensioen is bepaling 2.2 van overeenkomstige toepassing. 2.6.4. Een ingegaan deeltijdpensioen kan niet worden verminderd tengevolge van een vermeerdering van de arbeidsduur. 2.6.5. Een ingegaan deeltijdpensioen kan met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel worden verhoogd tengevolge van vermindering van de arbeidsduur. 2.6.6. Het bestuur is bevoegd nadere regels te stellen ter zake van de uitvoering van de in dit artikel bedoelde regeling van deeltijdpensioen. 2.7. Arbeidsongeschiktheidspensioen 2.7.1. De deelnemer is arbeidsongeschikt in de zin van de WIA indien de deelnemers op of na 1 januari 2004 ziek is geworden en is gebleven. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de deelnemer gedurende twee jaar ziek/arbeidsongeschikt is en wordt uitgekeerd tot de (vervroegde) pensioendatum dan wel tot en met de laatste dag van de maand van de eerdere beëindiging van de arbeidsongeschiktheid of het eerdere overlijden van de pensioengerechtigde. Pensioenreglement 2006 14

2.7.2. Het jaarlijkse arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 65% van het gedeelte van de salarisgrondslag, dat uitgaat boven de AOPuitkeringsdrempel. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgegaan van de salarisgrondslag en van de AOP-uitkeringsdrempel zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het arbeidsongeschiktheidspensioen. 2.7.3. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt het in 2.7.2. bedoelde arbeidsongeschiktheidspensioen gedeeltelijk uitgekeerd op basis van de volgende tabel: UITKERINGSPERCENTAGES ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN Mate van arbeidsongeschiktheid Uitkeringspercentage 80% of meer 100% 65% tot 80% 72,5% 55% tot 65% 60% 45% tot 55% 50% 35% tot 45% 40% 2.7.4. De deelnemer die bij aanvang van het deelnemerschap (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, heeft geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen, tenzij de mate van arbeidsongeschiktheid tijdens het deelnemerschap toeneemt als gevolg van een andere ziekte of ander gebrek dan de ziekte die of het gebrek dat op het tijdstip van aanvang van het deelnemerschap de basis vormt van de op genoemd tijdstip aanwezige WIA-uitkering. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt in dat geval het verschil tussen het arbeidsongeschiktheidspensioen behorend bij de hogere mate van arbeidsongeschiktheid en het arbeidsongeschiktheidspensioen behorend bij de mate van arbeidsongeschiktheid op het tijdstip van aanvang van het deelnemerschap. Het bestuur is bevoegd de uitbetaling van het arbeidsongeschiktheidspensioen afhankelijk te stellen van door de rechthebbende te leveren bewijs dat de toename van de mate van arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een andere ziekte of ander gebrek dan de ziekte die of het gebrek dat op het tijdstip van aanvang van het deelnemerschap aanwezig was. Pensioenreglement 2006 15

2.7.5. Indien de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband met een werkgever wijzigt, wordt het arbeidsongeschiktheidspensioen dienovereenkomstig aangepast indien die wijziging het gevolg is van: een verlaagde mate van arbeidsongeschiktheid; een verhoogde mate van arbeidsongeschiktheid mits deze toename voortvloeit uit dezelfde ziekte of hetzelfde gebrek op grond waarvan tijdens het deelnemerschap de WIA-uitkering werd toegekend. Het bestuur is bevoegd de uitbetaling van de verhoging van het arbeidsongeschiktheidspensioen afhankelijk te stellen van door de rechthebbende te leveren bewijs dat de toename voortvloeit uit dezelfde ziekte of hetzelfde gebrek op grond waarvan tijdens het deelnemerschap de WIA-uitkering werd toegekend. 2.7.6. Indien en zolang een gerechtigde op arbeidsongeschiktheidspensioen tevens in het genot is van een periodieke invaliditeitsuitkering krachtens enige werkgever arbeidsvoorwaardenregeling of krachtens enige andere invaliditeitsregeling uit hoofde van het dienstverband, wordt het arbeidsongeschiktheidspensioen slechts uitgekeerd voor zover dit pensioen uitgaat boven het bedrag van de bedoelde uitkering(en). Pensioenreglement 2006 16

3. PENSIOENEN TEN BEHOEVE VAN NABESTAANDEN 3.1. Partnerpensioen 3.1.1. Recht op partnerpensioen heeft de nagelaten partner met wie de (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde op het moment van diens overlijden een partnerrelatie had; 3.1.2. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde is overleden en wordt uitgekeerd tot en met de maand van overlijden van de partner. 3.1.3. Het partnerpensioen ten behoeve van de partner van een overleden deelnemer bedraagt 65% van het ouderdomspensioen als vermeld in artikel 2.3. In afwijking van laatstgenoemd artikel wordt ter bepaling van het partnerpensioen uitgegaan van een ouderdomspensioen op basis van pensioengrondslag A en indien van toepassing, pensioengrondslag B tezamen, dat de overleden deelnemer tot aan de pensioendatum had kunnen bereiken, indien hij in leven zou zijn gebleven met behoud van de salarisgrondslag en de deeltijdfactor die van toepassing waren op de datum van overlijden. Voor degenen die op 31 december 2005 en op 1 januari 2006 deelnemers zijn aan Pensioenreglement 2003, respectievelijk Pensioenreglement 2006 zal het partnerpensioen, voor wat betreft de deelnemersjaren tot 1 januari 2006, worden bepaald volgens de formule 1,4% maal de laatst vastgestelde pensioengrondslag A en indien van toepassing, pensioengrondslag B tezamen met inachtneming van de deeltijdfactor, maal de deelnemersjaren tot 1 januari 2006. Het partnerpensioen tot 1 januari 2006 is verzekerd op risicobasis. Voor wat betreft de deelnemersjaren na 1 januari 2006 zal het partnerpensioen worden gebaseerd op 65% van het ouderdomspensioen na 1 januari 2006 op basis van pensioengrondslag A en indien van toepassing, pensioengrondslag B tezamen, dat de overleden deelnemer tot aan de pensioendatum had kunnen bereiken, indien hij in leven zou zijn gebleven met behoud van de salarisgrondslag en de deeltijdfactor die van toepassing waren op de datum van overlijden. Indien de deelnemer gebruik heeft gemaakt van de omzetting van het pluspensioen in een aanspraak op ouderdomspensioen volgens artikel 15.1.4, zal dit ouderdomspensioen bij de bepaling van het partnerpensioen voor de deelnemersjaren na 1 januari 2006, mede in ogenschouw worden genomen. Pensioenreglement 2006 17

3.1.4. Partnerpensioen van partner van een overleden gewezen deelnemer of pensioengerechtigde op basis van pensioengrondslag A: Het partnerpensioen ten behoeve van de partner van een overleden gewezen deelnemer of pensioengerechtigde bedraagt 65% van het ouderdomspensioen als vermeld in artikel 2.3 per jaar van deelnemerschap gelegen vanaf 1 januari 2006. Partnerpensioen van partner van een overleden gewezen deelnemer of pensioengerechtigde op basis van pensioengrondslag B: Het partnerpensioen ten behoeve van de partner van een overleden gewezen deelnemer is gelijk aan het pensioen dat wordt verkregen door het omzetten van het pensioenkapitaal dat is verkregen uit hoofde van artikel 2.4. Hierbij worden de fiscale maxima als bedoeld in de fiscale wet- en regelgeving in acht genomen. Het partnerpensioen ten behoeve van de partner van de overleden pensioengerechtigde is gelijk aan het pensioen dat op de pensioendatum door de partner van de pensioengerechtigde is ingekocht uit hoofde van het pensioenkapitaal ten behoeve van de partner. 3.1.5. De deelnemer die na beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, heeft gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn partner. De aanspraak op partnerpensioen als bedoeld in dit lid wordt gebaseerd op het aantal deelnemingsjaren tot aan de datum waarop de uitkering op grond van de Werkloosheidswet een aanvang neemt. Hierbij wordt uitgegaan van de berekeningssystematiek als omschreven in artikel 3.1.3. Het partnerpensioen bedraagt 65% van het ouderdomspensioen dat fictief zou zijn opgebouwd op basis van pensioengrondslag B tot aan de datum waarop de werkloosheidsuitkering een aanvang neemt tezamen met 65% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer vóór 1 januari 2006 heeft opgebouwd op basis van pensioengrondslag A. Dit partnerpensioen wordt op risicobasis vastgesteld hetgeen betekent dat na afloop van de werkloosheidsuitkering dit partnerpensioen komt te vervallen indien gedurende de werkloosheidsperiode de gewezen deelnemer niet is komen te overlijden. 3.1.6. Indien de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde een partnerrelatie heeft met een meer dan 20 jaar jongere partner, wordt het partnerpensioen, zoals dit Pensioenreglement 2006 18

overeenkomstig het bepaalde in 3.1.3. is vastgesteld, verminderd met 2,5% voor ieder vol jaar dat het verschil in leeftijd groter is dan 20 jaar. 3.1.7. Het totale partnerpensioen mag per jaar van deelnemerschap niet meer bedragen dan 1,4% van de (fiscaal maximale) pensioengrondslag of bereikbare pensioengrondslag (artikel 18b Wet op de Loonbelasting). 3.2. Wezenpensioen 3.2.1.Recht op wezenpensioen hebben de nagelaten kinderen van de overleden deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde. 3.2.2. Eveneens recht op wezenpensioen hebben kinderen die geboren zijn binnen 306 dagen na het overlijden van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde. 3.2.3. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die van het overlijden van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde, dan wel de latere eerste dag van de maand waarin de geboorte van de in 3.2.2. bedoelde kinderen plaatsvindt en wordt uitgekeerd tot en met de laatste dag van de maand waarin het kind de 18-jarige leeftijd bereikt dan wel tot en met de laatste dag van de maand van het eerdere overlijden van het kind. 3.2.4. Het gezamenlijke jaarlijkse wezenpensioen bedraagt voor één, twee dan wel drie of meer kinderen van een overleden deelnemer 16%, 28% dan wel 36% van het partnerpensioen als bedoeld in artikel 3.1.3 In geval van expiratie van het recht op wezenpensioen wordt het recht op wezenpensioen dienovereenkomstig aangepast. gewezen deelnemer of pensioengerechtigde 16%, 28% dan wel 36% van het premievrije partnerpensioen dat is opgebouwd na 1 januari 2006. 3.2.5. Voor volle wezen wordt het bedrag aan wezenpensioen verdubbeld. 3.2.6. Het wezenpensioen mag per wees per jaar van deelnemerschap niet meer bedragen dan 0,28% van de (fiscaal maximale) pensioengrondslag of bereikbare pensioengrondslag (Artikel 18c Wet op de Loonbelasting). Pensioenreglement 2006 19

3.3. Verevening van pensioen 3.3.1. In geval van beëindiging van het huwelijk of beëindiging van het geregistreerd partnerschap heeft de voormalige echtgenoot of geregistreerde partner van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde aanspraak op uitbetaling van een vereveningspensioen op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Staatsblad 1994, 342), mits een van beide echtgenoten of geregistreerde partners binnen twee jaar na het tijdstip van de beëindiging van de partnerrelatie of beëindiging van het geregistreerd partnerschap hiervan op een bij genoemde wet voorgeschreven formulier mededeling heeft gedaan aan De Fracties. Ten aanzien van het pensioenkapitaal bedraagt dit recht de helft van het ouderdomspensioen dat bij pensionering van de (gewezen) deelnemer wordt aangekocht met het voor ouderdomspensioen bestemde pensioenkapitaal dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. 3.3.2. Het bepaalde in 3.3.1. vindt geen toepassing, indien de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde en de voormalige echtgenoot of geregistreerde partner de toepasselijkheid van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding expliciet hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding of de beëindiging van het geregistreerd partnerschap. 3.3.3. In afwijking van het bepaalde in 3.3.1. vindt de in dat lid bedoelde pensioenverevening geen toepassing indien het vereveningspensioen op het tijdstip van beëindiging van de partnerrelatie een bedrag ( 451,22 per 1 januari 2013) zoals genoemd in artikel 66 van de Pensioenwet niet te boven gaat. 3.3.4. Het vereveningspensioen van de voormalige echtgenoot of geregistreerde partner wordt overeenkomstig de pensioenaanspraak van de ex-partner verhoogd, afhankelijk van het gegeven of de ex-partner deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde is. Het toeslagenbeleid is in artikel 9 van dit pensioenreglement nader uitgewerkt. 3.3.5. Het bestuur is bevoegd om de kosten van de pensioenverevening bij de echtgenoten of geregistreerde partners in rekening te brengen. 3.3.6. Aan de voormalige echtgenoot of geregistreerde partner wordt schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraak of het verleende recht. De andere echtgenoot of partner ontvangt daarvan een afschrift. Pensioenreglement 2006 20

3.4. Bijzonder partnerpensioen bij beëindiging van de partnerrelatie 3.4.1. In geval van beëindiging van een partnerrelatie heeft de gewezen partner aanspraak op het tot de datum van beëindiging van de partnerrelatie opgebouwde partnerpensioen als bedoeld in artikel 3.1. 3.4.2. Een gewezen partner met een recht op partnerpensioen zoals bedoeld in artikel 3.4.1. heeft het recht dit bijzonder partnerpensioen te vervreemden aan een eerdere of latere partner van de overleden deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde, mits: de pensioenuitvoerder bereid is een eventueel uit die overdracht voortvloeiende wijziging van het risico te dekken; de vervreemding onherroepelijk is; en dit wordt overeengekomen bij notarieel verleden akte. 3.4.3. Het pensioenkapitaal wordt in geval van beëindiging van het partnerschap als volgt vastgesteld. In geval van beëindiging van het partnerschap vóór de pensioendatum, verkrijgt de gewezen partner een premievrije aanspraak op bijzonder partnerpensioen. Hiertoe wordt een gedeelte van het voor de (gewezen) deelnemer gevormde pensioenkapitaal afgesplitst. Het pensioenkapitaal wordt vastgesteld als ware sprake van beëindiging van het deelnemerschap. Op basis van het in de vorige volzin vastgestelde verworven pensioenkapitaal wordt een levenslang ouderdomspensioen gecombineerd met een levenslang partnerpensioen ter grootte van 65% van het ouderdomspensioen fictief vastgesteld. Het vastgestelde partnerpensioen wordt bepaald door het kapitaal af te splitsen met de bestemming bijzonder partnerpensioen. Dit kapitaal rendeert tot de pensioendatum en wordt op de pensioendatum aangekocht bij een op grond van de Pensioenwet toegelaten verzekeraar. Het kapitaal rendeert overeenkomstig het door de (gewezen) deelnemer geldende beleggingsprofiel. Pensioenreglement 2006 21

4. DEELTIJDWERKNEMERS 4.1. Pensioenaanspraken van deeltijdwerknemers 4.1.1. Voor een deeltijdwerknemer wordt de salarisgrondslag vastgesteld alsof de bij de werkgever voor de categorie deelnemers waartoe de deeltijdwerknemer behoort, geldende normale arbeidsduur zou gelden. 4.1.2. De deeltijdwerknemer bouwt pensioenaanspraken op in de verhouding tussen de in deeltijd gewerkte tijd en de in het vorige lid bedoelde normale arbeidsduur. 4.1.3. De pensioenaanspraken van de deeltijdwerknemer worden per jaar, met uitzondering van de berekening van het arbeidsongeschiktheidspensioen, berekend door de pensioenaanspraken bij een normale arbeidsduur te vermenigvuldigen met het in het betreffende jaar van deelnemerschap geldende deeltijdpercentage. 4.1.4. Voor de berekening van de aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen van de deeltijdwerknemer wordt de salarisgrondslag in afwijking van het bepaalde in 4.1.1. vastgesteld op basis van de in deeltijd gewerkte tijd. 4.1.5. Bij de berekening van het partnerpensioen en het wezenpensioen wordt uitgegaan van het bij overlijden geldende gemiddeld gewogen deeltijdpercentage van de overleden deeltijdwerknemer. Pensioenreglement 2006 22

5. KEUZEMOGELIJKHEDEN BIJ BEËINDIGING DEELNEMERSCHAP 5.1. Omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen 5.1.1. Bij beëindiging van het deelnemerschap dan wel op de (vervroegde) pensioendatum is de (gewezen) deelnemer bevoegd een deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen als bedoeld in 2.3 en 2.4 om te zetten in een extra aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de partner met wie de deelnemer op het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap een partnerrelatie heeft. Een eenmaal gemaakte keuze op de (vervroegde) pensioendatum is onherroepelijk. Indien en voor zover dit op grond van de Wet op de Medische Keuringen mag worden verlangd, is De Fracties bevoegd om de (gewezen) deelnemer aan een geneeskundig onderzoek als voorwaarde voor omzetting als omschreven in dit lid te onderwerpen. 5.1.2. De in 5.1.1. bedoelde omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen vindt plaats op collectief actuarieel gelijkwaardige wijze volgens een door het bestuur op advies van de actuaris vast te stellen tabel welke in bijlage II is opgenomen. 5.1.3. Het ouderdomspensioen kan niet verder worden verminderd dan tot het totaal van de ingevolge 3.3. toegekende vereveningspensioenen. 5.1.4. Het partnerpensioen dat ontstaat uit de omzetting van ouderdomspensioen bedraagt maximaal 70% van het ouderdomspensioen dat na omzetting resteert. 5.1.5. Ingevolge 3.3. toegekende vereveningspensioenen blijven bij de in 5.1.1. bedoelde omzetting buiten beschouwing. Na omzetting wordt het verlaagde ouderdomspensioen verminderd met die vereveningspensioenen. 5.1.6. Indien de uitruil als bedoeld in artikel 5.1.1. ertoe zou leiden dat het ouderdomspensioen op jaarbasis lager wordt dan 451,22 (niveau 2013), wordt de verhouding tussen het ouderdomspensioen en partnerpensioen zodanig aangepast dat het ouderdomspensioen op jaarbasis meer bedraagt dan 451,22 (niveau 2013). Pensioenreglement 2006 23

5.2. Omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen 5.2.1. Bij beëindiging van het deelnemerschap dan wel op de (vervroegde) pensioendatum is de (gewezen) deelnemer eenmalig bevoegd (een deel van) zijn opgebouwde aanspraak op partnerpensioen als bedoeld in 3.1 om te zetten in een extra aanspraak op ouderdomspensioen. Een eventuele partner zal toestemming dienen te verlenen voor de omzetting van partnerpensioen in een verhoogde aanspraak op ouderdomspensioen. 5.2.2. De in 5.2.1. bedoelde omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen vindt plaats op collectief actuarieel gelijkwaardige wijze volgens een door het bestuur op advies van de actuaris vast te stellen tabel welke in bijlage II is opgenomen. 5.2.3. Ingevolge 3.3. bijzondere partnerpensioenen blijven bij de in 5.2.1. bedoelde omzetting buiten beschouwing. 5.3. Variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen 5.3.1. Op de (vervroegde) pensioendatum is de (gewezen) deelnemer eenmalig bevoegd zijn aanspraak op ouderdomspensioen om te zetten in een aanspraak op een verlaagde dan wel verhoogde uitkering tot uiterlijk de eerste dag van de maand waarin de pensioengerechtigde de 65-jarige leeftijd bereikt en een verhoogde respectievelijk verlaagde uitkering nadien. 5.3.2. De in 5.3.1. bedoelde omzetting van het ouderdomspensioen vindt plaats na verlaging van het ouderdomspensioen uit hoofde van een eventuele omzetting op grond van het bepaalde in 5.1. en 5.2 en vóór vermindering van het ouderdomspensioen met ingevolge 3.3. toegekende vereveningspensioenen. 5.3.3. De in 5.3.1. bedoelde omzetting van het ouderdomspensioen leidt niet tot wijziging van een eventueel op grond van het bepaalde in 5.1 en 5.2 vastgesteld partnerpensioen. 5.3.4. De verhoogde uitkering van ouderdomspensioen wordt zodanig vastgesteld dat de lage uitkering naar keuze van de (gewezen) deelnemer 75% of 87,5% bedraagt van de hoge uitkering. 5.3.5. De omzetting van ouderdomspensioen geschiedt op collectief actuarieel gelijkwaardige wijze op basis van een door het bestuur op advies van de actuaris voor een bepaalde periode vast te stellen tabel welke in bijlage III bij dit reglement is opgenomen. Na afloop van de vastgestelde periode kan de tabel bij bestuursbesluit worden aangepast voor de deelnemers en gewezen deelnemers. Pensioenreglement 2006 24

6. BEËINDIGING VAN HET DEELNEMERSCHAP VOOR DE (VERVROEGDE) PENSIOENDATUM 6.1. Aanspraken bij vervroegde beëindiging van het deelnemerschap 6.1.1. Indien het deelnemerschap anders dan door overlijden, arbeidsongeschiktheid of pensionering eindigt, heeft de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. De aanspraken op niet reeds ingegane arbeidsongeschiktheidspensioen vervallen. 6.1.2. Het premievrije ouderdomspensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 2.3. 6.1.3. Het premievrije partnerpensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde partnerpensioen als bedoeld in artikel 3.1.3. Het premievrije wezenpensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging opgebouwde wezenpensioen als bedoeld in artikel 3.2. 6.1.4. Het opgebouwde pensioenkapitaal blijft bij beëindiging van het deelnemerschap premievrij behouden, rendeert tot aan de pensioendatum en wordt op de pensioendatum bij een op grond van de Pensioenwet toegelaten verzekeraar aangewend. Ingeval de deelnemer op de pensioendatum geen partner heeft, wordt tenzij de deelnemer hier schriftelijk bezwaar tegen maakt het pensioenkapitaal uitsluitend voor ouderdomspensioen aangewend. De beleggingsvrijheid voor de deelnemer komt bij beëindiging van het deelnemerschap te vervallen. Het pensioenkapitaal wordt bij beëindiging van het deelnemerschap omgezet naar de beleggingsstandaard van De Fracties. 6.1.5 Indien de gewezen deelnemer na beëindiging van het deelnemerschap overlijdt, wordt het pensioenkapitaal aangewend voor de inkoop van een partnerpensioen bij een op grond van de Pensioenwet toegelaten verzekeraar. Hierbij wordt de fiscale wet- en regelgeving in acht genomen. Pensioenreglement 2006 25

6.2. Pensioenopbouw tijdens werkloosheid Als gevolg van het beëindigen van de instroom in de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering is deze bepaling met ingang van het jaar 2011 vervallen. 6.3. Pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid 6.3.1. Tijdens een tijdvak van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid waarin de betrokkene geen dienstverband heeft, wordt de pensioenopbouw geacht voort te duren vanaf het tijdstip waarop het dienstverband wordt beëindigd tot de eerste dag van de maand waarin betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt. De voortzetting van de pensioenopbouw vindt plaats op basis van pensioengrondslag A en indien van toepassing pensioengrondslag B. Deze pensioengrondslagen worden aangepast op basis van de van toepassing zijnde werkgever loonindex. 6.3.2. Tijdens een tijdvak van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid waarin de gewezen werknemer geen dienstverband heeft, wordt de pensioenopbouw als bedoeld in 6.3.1. gedeeltelijk voortgezet op basis van de percentages opgenomen in de tabel van 2.7.3. Bij wijziging van het feitelijke uitkeringspercentage is 2.7.5. van overeenkomstige toepassing. 6.3.3. Tijdens een tijdvak van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid waarin het dienstverband van betrokkene wordt voortgezet, wordt de pensioenopbouw geacht voort te duren tot de (vervroegde) pensioendatum. De voortzetting van de pensioenopbouw vindt plaats op basis van de hoogste van de volgende salarisgrondslagen: de salarisgrondslag zoals deze van toepassing is op de dag waarop betrokkene een jaar een (gedeeltelijke) WIA-uitkering ontvangen heeft. De salarisgrondslag wordt aangepast op basis van de van toepassing zijnde Werkgever arbeidsvoorwaardenregeling. de salarisgrondslag behorend bij het dienstverband van de deelnemer. 6.3.4. Zolang betrokkene (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, is deze vrijgesteld van de in 10.1. bedoelde deelnemersbijdragen voor het deel dat overeenkomt met de voortgezette pensioenopbouw krachtens dit artikel. Pensioenreglement 2006 26

6.3.5. Geen recht op voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid bestaat indien de deelnemer bij aanvang van het deelnemerschap (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. Wel recht op voortzetting van pensioenopbouw bestaat in geval het arbeidsongeschiktheidspercentage tijdens het deelnemerschap toeneemt als gevolg van een andere ziekte of ander gebrek dan de ziekte die of het gebrek dat op het tijdstip van aanvang van het deelnemerschap de basis vormde van de op genoemd tijdstip reeds aanwezige WIA-uitkering dan wel WAO-uitkering. Recht op voortzetting van pensioenopbouw bestaat in dat geval naar rato van de toename van het percentage van arbeidsongeschiktheid. 6.3.6. Bij voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid van een deeltijdwerknemer wordt uitgegaan van het deeltijdpercentage zoals dit gold op het tijdstip van aanvang van de voortzetting van de pensioenopbouw. 6.4. Uitzending naar het buitenland 6.4.1. Indien de deelnemer in dienst treedt van een gelieerde onderneming buiten Nederland, is het bestuur bevoegd om onder het stellen van nadere voorwaarden met de deelnemer en de gelieerde onderneming buiten Nederland overeen te komen het deelnemerschap aan deze pensioenregeling voort te zetten. 6.4.2. Op grond van het dienstverband met de gelieerde onderneming buiten Nederland te verwerven aanspraken op pensioen van wat voor aard ook worden op basis van actuariële gelijkwaardigheid in mindering gebracht op de aan het ingevolge het bepaalde in 6.4.1. voortgezette deelnemerschap krachtens dit pensioenreglement te verwerven aanspraken op pensioen. 6.4.3. Voor de berekening van de omvang van de pensioenaanspraken die betrokkene krachtens dit reglement zou hebben opgebouwd indien het deelnemerschap aan deze pensioenregeling zou zijn voortgezet, wordt het in het buitenland genoten inkomen van betrokkene vervangen door een Nederlands jaarsalaris dat wordt vastgesteld volgens de door de werkgever vastgestelde normen en dat geldt als salarisgrondslag in de zin van dit pensioenreglement. Pensioenreglement 2006 27