šüš Gemeente Weesp besluit vast te stellen de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015.

Vergelijkbare documenten
BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen

Verordening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: ;

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ;

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive ISWI

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Westerveld 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet BMWE 2015

overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive bij verordening te regelen;

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015.

Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Raadsvergadering : 17 december 2012 Agendanr. 16. Beslispunt De "Verordening Verrekening boete bij recidive Stadskanaal 2013" vaststellen.

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013,

Raadsvoorstel Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weststellingwerf 2015.

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 december Agendapunt : 10 : Besluitvormend Programma : (8) Werk & Bijstand Portefeuillehouder : Houkje Rijpstra

gemeente Eindhoven Beleidsregels WWB Pseudoverrekening

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Midden- Delfland 2015

De "Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive" vast te stellen.

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Beek

gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 20 november 2014;

b e s l u i t vast te stellen de hierna volgende Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Alkmaar.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Rotterdam 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 gemeente Midden-Drenthe 1

Aan de Raad. Verordening verrekening recidiveboete WWB

Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen

Beleidsregels maatwerk bestuurlijke boete

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Nederweert gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 mei 2015;

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE LEIDSCHENDAM-VOORBURG 2015

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG

3.0. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

VERORDENING WWB verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013

categorie / agendanr. B. en W.

Ontwerpbesluit. De raad van de gemeente Kerkrade;

BOETEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

Beleidsregels Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december b e s l u i t :

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/45

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

Aanscherping Wet werk en bijstand per 1 januari 2012

Beleidsregels Boete WWB/Bbz, IOAW & IOAZ gemeente Twenterand 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein;

Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018

Beleidsregels Bestuurlijke boete WWB, IOAW, IOAZ en Bbz-2004 Versie 2013

Beleidsregels inlichtingenplicht en bestuurlijke boetes

De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2012

gezien het voorstel van college van burgemeester en wethouders d.d. 8 januari 2013;

Voorgesteld besluit De Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Emmen 2013 vast te stellen.

Beleidsregels. Beleidsregels bij het opleggen van boetes Participatiewet, Bbz, Ioaw en Ioaz.

Handreiking berekening bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW/IOAZ

BESLUIT: Vast te stellen de Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ Almere 2017.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

beleidsregels bestuurlijke boete PW-IOAW-IOAZ De Ronde Venen 2015

Gemeente Midden-Delfland - beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2018

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Overheidsorganisatie Gemeente Weesp Officiële naam regeling Beleidsregels Bestuurlijke boete Weesp 2018

besluit: vast te stellen de 8e wijziging van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond

Gemeente Raalte Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

Beleidsregels Bestuurlijke boete

Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude afdoening: BOB

Beleidsregels bestuurlijke boete 2017 GR Ferm Werk

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

F. Buijserd burgemeester

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 9 15/458. Raad

Transcriptie:

M M M šüš 1 M Gemeente Weesp llllllllllllllllllllllllllllll W Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015 De raad van de gemeente Weesp; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet; gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein; besluit vast te stellen de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen (, Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Participatiewet; bezit: waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Participatiewet én met uitsluiting van bezittingen in natura die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn dan wel, gelet op de omstandigheden van belanghebbende en gezin, noodzakelijk zijn; verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Participatiewet. Hoofdstuk 2. Beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive,z 1 \s Artikel 2. Verrekenen recidiveboete met beslagvrije voet bij voldoende bezit 1. Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet. 2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. Artikel 3. Verrekenen recidiveboete bij geen of onvoldoende bezit 1. Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. 2. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het college de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm. 3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n, r en z van de Participatiewet Artikel 4. Verrekenen recidiveboete met inachtneming beslagvrije voet ln afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien: Z.49918/D.26875 1 van 5

a. aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of b. anderszins sprake is van onaanvaardbare consequenties van de belanghebbende of zijn gezin (dringende redenen). Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete. Hoofdstuk 3. Slotbepalingen Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag nadat deze is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2015. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 november 2015. mw. M. Walrave, grif er B.J. van Bochove, voorzitter mu /, p\v. ôfsççlßf I Z.49918/D.26875 2 van 5

` /\ZÃ _ i i i i _ i i i i _ i šüš Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 is de "Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZWwetgeving" in werking getreden. Voor de Participatiewet introduceerde deze wet de bestuurlijke boete bij een schending van de inlichtingenplicht. Het college van burgemeester en wethouders (verder college) is verplicht de bestuurlijke boete met de lopende uitkering te verrekenen. ln beginsel moet bij deze verrekening de bescherming van de beslagvrije voet in acht genomen worden. ls echter sprake van een bestuurlijke boete wegens recidive, dan kan het college besluiten deze boete gedurende maximaal drie maanden te verrekenen zonder rekening te houden met de beslagvrije voet. /_\ C De Participatiewet verplicht de gemeenteraad in een verordening nadere regels te stellen over de bevoegdheid de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete. Gemeenten krijgen daarmee de ruimte een afweging te maken van situaties of omstandigheden waarin het buiten werking stellen van de beslagvrije voet niet proportioneel wordt geacht. De bevoegdheid van de gemeenteraad strekt zich slechts uit over het al dan niet in acht nemen van de beslagvrije voet bij verrekening van de recidiveboete. ln het kader van pseudoverrekening kunnen gemeenten te maken krijgen met verzoeken van andere gemeenten om een door hen opgelegde recidiveboete te verrekenen. Het college dat de boete heeft opgelegd zal in dat geval aangeven in hoeverre het de beslagvrije voet in acht wil nemen (volgens de regels van zijn gemeentelijke verordening). De gemeente die de uitkering verstrekt, moet in beginsel gehoor geven aan dit verzoek. Mocht de beslagvrije voet niet gerespecteerd worden, dan kan de belanghebbende het college waarvan hij uitkering ontvangt, verzoeken de beslagvrije voet toch in acht te nemen. ln artikel 60b, tweede lid, van de Participatiewet is geregeld dat het college die de uitkering verstrekt, de bevoegdheid heeft aan dit verzoek van belanghebbende tegemoet te komen. Het ligt voor de hand dat het college bij de beslissing op dat verzoek handelt analoog aan de regels die in de eigen gemeentelijke verordening zijn vastgelegd. 1 i Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begrippen ln deze bepaling zijn een aantal begrippen nader omschreven. De meeste behoeven geen nadere toelichting. Bezit De verordening kent een definitie van het begrip bezit. Het gaat daarbij om (de waarde van) alle bezittingen waarover een belanghebbende of diens gezinsleden beschikken of redelijkennijs kunnen beschikken. Bezittingen kunnen zowel bestaan uit geld als op geld waardeerbare goederen. Bij het begrip bezit zoals dat in deze verordening wordt gebruikt, gaat het nadrukkelijk niet om vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. Eventueel aanwezige schulden spelen immers geen rol en worden dus ook niet op het bezit in mindering gebracht. Ook de vrijlatingen van artikel 34, tweede lid, van de Participatiewet zijn hier niet van toepassing. Een belanghebbende die vanwege de volledige verrekening met de beslagvrije voet zonder inkomsten komt te zitten, zal de bezittingen waarover hij beschikt of redelijken/vijs kan Z.49918/D.26875 3 van 5

= = beschikken, volledig moeten aanwenden om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Een uitzondering is gemaakt voor de door belanghebbende en zijn gezin bewoonde (eigen) woning. Verrekenen De Participatiewet kent een ruimer begrip van verrekenen dan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor de duidelijkheid is daarom een aparte begripsbepaling opgenomen in de verordening.»`. ( J Artikel 2. Verrekenen recidiveboete met beslagvrije voet bij voldoende bezit Uitgangspunt van deze verordening is dat volledige verrekening met de beslagvrije voet plaatsvindt voor de maximale termijn van drie maanden als een belanghebbende over voldoende bezittingen beschikt om dit op te kunnen vangen. Dat uitgangspunt is vastgelegd in artikel 2 van deze verordening. Van voldoende bezit is sprake als de waarde van de bezittingen waarover belanghebbende beschikt (of redelijkenrvijs kan beschikken), ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt. immers, bij aanwending of tegeldemaking van deze bezittingen, zou een periode van drie maanden overbrugd moeten kunnen worden. Artikel 3. Verrekenen recidiveboete bij geen of onvoldoende bezit Heeft een belanghebbende onvoldoende bezittingen om een periode van drie maanden volledige verrekening met de beslagvrije voet te kunnen overbruggen, dan verrekent het college slechts één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. Voor de overige twee maanden vindt weliswaar verrekening met de beslagvrije voet plaats, maar niet volledig. Belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm. Voor het percentage van 80% is aansluiting gezocht bij de invorderingsmogelijkheden die de Belastingdienst heeft bij notoire wanbetalers. Onder omstandigheden kan deze de beslagvrije voet (90% van de toepasselijke bijstandsnorm) verlagen met 10% op grond van artikel 19, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990. 1.7. Met de gekozen opzet wordt enerzijds uiting gegeven aan het principe dat fraude niet mag lonen. Het gaat hier immers om belanghebbenden die herhaaldelijk hun inlichtingenplicht hebben geschonden. Daar mag een duidelijk signaal tegenover staan. Anderzijds wordt rekening gehouden met de zorgplicht van gemeenten. Het volledig buiten werking stellen van de beslagvrije voet gedurende drie maanden kan kwalijke maatschappelijke consequenties hebben. Dat moet voorkomen worden, nu de regeling daarmee zijn doel voorbij zou schieten. Een belanghebbende kan inkomsten uit arbeid hebben die op grond van artikel 31, tweede lid, onderdelen n, r of z, van de Participatiewet worden vrijgelaten voor de algemene bijstand. Bij verrekening van een recidiveboete tot 80% van de bijstandsnorm, tellen deze inkomsten echter gewoon mee. Het college laat deze inkomsten dus niet buiten beschouwing bij de beoordeling van de vraag of een belanghebbende nog over voldoende inkomen beschikt. Dat is geregeld in lid 3. Artikel 4. Verrekenen recidiveboete met inachtneming beslagvrije voet Hoewel het hier gaat om een herhaaldelijke schending van de inlichtingenplicht, zijn situaties denkbaar waarin volledige verrekening met de beslagvrije voet niet aanvaardbaar wordt geacht. Die situaties komen aan de orde in artikel 4. Het gaat daarbij altijd om individuele omstandigheden waaraan het college zal moeten toetsen. Z.49918/D.26875 4 van 5

=U= /xíï ln onderdeel a is geregeld dat het college kan besluiten in afwijking van de artikelen 2 en 3 toch de beslagvrije voet te respecteren wanneer volledige verrekening waarschijnlijk leidt tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin. Voorkomen moet worden dat een belanghebbende door de volledige verrekening op straat komt te staan, nu dit de problematiek alleen maar verergert, met alle maatschappelijke kosten van dien. Een dreigende huisuitzetting wordt in deze verordening gezien als een dringende reden om van verrekening met de beslagvrije voet af te zien. Dat volgt uit het woord 'anderszins' in onderdeel b. Ook bij aanwezigheid van andere dringende redenen dan een dreigende huisuitzetting, kan het college rekening houden met de bescherming van de beslagvrije voet. Van dringende redenen is niet snel sprake. Het gaat slechts om incidentele gevallen, waarbij de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende en diens gezinsleden verkeren op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn. Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes ln artikel 60b, derde lid, van de Participatiewet is bepaald dat de bevoegdheid om te verrekenen met de beslagvrije voet ook van toepassing is op eerder opgelegde bestuurlijke boetes voor zover op het moment van verrekening van de recidiveboete, die eerdere boetes nog niet zijn betaald. Mocht het college die eerdere, nog openstaande boetes gaan verrekenen, dan regelt artikel 5 dat de bepalingen in deze verordening van overeenkomstige toepassing zijn. Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Z.49918/D.2ß875 5 van 5

' ' U L ï ï,xs í i í ÀMENDEMENT A 2015/ 36 Openbare vergadering van de raad van de gemeente Weesp d.d. 26 november 2015, bij agendapunt 9.3. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015 Ondergetekende(n) stellen de volgende wijziging voor: Het voorgestelde besluit vervangen door: 1. De Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015 l"' vast te stellen conform bijlage. indieners: K.\Jong A) Handtekening: Toelichting: In het oorspronkelijke voorstel as de proportionaliteit van de sanctie ten opzichte van het vergrijp onvoldoende gewaarborgd. Door rekening te houden met de ernst van de gedragin 9 de mate van ven/vijtbaarheid en de omstandigheden in de persoon en het gezin is deze proportionaliteit wel gewaarborgd. Om de toevoegingen en wijzigingen zo duidelijk mogelijk te presenteren is ervoor gekozen om de aangepaste verordening geheel als bijlage bij het amendement te voegen. De cursieve, vette tekst is nieuw en de geschrapte tekst is %e aangegeven. ß@5\W\,t. \refworpew n^ut \0 54<Mf»wua,««\. 4<4?/ø,««\ OA (9 5 «(, /v.rvle,vl voor`_ eoemolß sv ~ OLQ,f\`\/ij K; vt/ 3 41 \r 2,6./I/\OVCßvxlø<,r 2.0\ 3 f voor wteeg çng_,j,(\,ç_\«lqo d.opp 69,4 FV/lflëe ple. ouçfsgr. U Q,\, _ 8 OG R Ovt.,

/\ïï Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015 l De raad van de gemeente Weesp; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet; gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein; besluit vast te stellen de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Participatiewet; bezit: waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Participatiewet én met uitsluiting van bezittingen in natura die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn dan wel, gelet op de omstandigheden van belanghebbende en gezin, noodzakelijk zijn; verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Participatiewet. Hoofdstuk 2. Beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive Artikel 2. Verrekenen recidiveboete met beslagvrije voet bij voldoende bezit 1. Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet. 2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. Artikel 3. Verrekenen recidiveboete bij geen of onvoldoende bezit 1. Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete ge zonder inachtneming van de beslagvrije voet, waarbij het volgende in acht wordt genomen: a. de ernst van de gedraging; b. de mate van verwijtbaarheíd van de gedraging; c. De mate waarin de gedraging aan de belanghebbende kan worden verweten wordt beoordeeld naar de omstandigheden waarin belanghebbende verkeerde op het moment dat hij de inlichtingenverplichting had moeten nakomen; De ernst van de gedraging wordt afhankelijk gesteld van het netto bedrag dat ten onrechte is ontvangen. Hierbij geldt: Bedragen Duur verrekening zonder beslagvrije voet Tot 6 5.000 Niet Van 6 5.000 1 maand tot 10.000 Vanaf E 10.000 1 maand en de 2 maanden daarna op een dusdanige wijze dat belanghebbende over een inkomen blijft beschikken ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

/V\ De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. 2.Aanslu#en n leliffmeteerstelief,verreke.!..ll Z! I!!...!![!H!..š e 2. Bij de beoordeling van de mate waarin de gedraging aan belanghebbende kan worden vem/eten leiden de volgende criteria tot verminderde verwijtbaarheid. De verminderde venuijtbaarheid leidt er toe dat de duur van de verrekening zonder beslagvrije voet met 50% wordt verminderd. a. de belanghebbende verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale Ievenspatroon behoren en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid brachten om aan de inlichtingenverplichting te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of volledig zijn verstrekt; b. de belanghebbende verkeerde in een zodanige geestelijke toestand dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of volledig zijn verstrekt; c. aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of b. anderszins sprake is van onaanvaardbare consequenties van de belanghebbende of zijn gezin (dringende redenen). d. overige omstandigheden van sociale, psychische of medische aard waardoor de overtreding de belanghebbende niet volledig is aan te rekenen. 3. Tot het inkomen bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n, r en z van de Participatiewet Jnlwz I.VE.I.El._ I 5.1. I.lig eensequ,. Artikel 5 4. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes De artikelen 2 en, 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete. Hoofdstuk 3. Slotbepalingen Artikel6 5. Inwerkingtreding en Citeertitel. 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag nadat deze is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

/\_,f% 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weesp 2015. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 november 2015. mw. M. Walrave, grif er B.J. van Bochove, voorzitter

/VX Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 is de "Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZ\Nwetgeving" in werking getreden. Voor de Participatiewet introduceerde deze wet de bestuurlijke boete bij een schending van de inlichtingenplicht. Het college van burgemeester en wethouders (verder college) is verplicht de bestuurlijke boete met de lopende uitkering te verrekenen. ln beginsel moet bij deze verrekening de bescherming van de beslagvrije voet in acht genomen worden. ls echter sprake van een bestuurlijke boete wegens recidive, dan kan het college besluiten deze boete gedurende maximaal drie maanden te verrekenen zonder rekening te houden met de beslagvrije voet. De Participatiewet verplicht de gemeenteraad in een verordening nadere regels te stellen over de bevoegdheid de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete. Gemeenten krijgen daarmee de ruimte een afweging te maken van situaties of omstandigheden waarin het buiten werking stellen van de beslagvrije voet niet proportioneel wordt geacht. De bevoegdheid van de gemeenteraad strekt zich slechts uit over het al dan niet in acht nemen van de beslagvrije voet bij verrekening van de recidiveboete. ln het kader van pseudoverrekening kunnen gemeenten te maken krijgen met verzoeken van andere gemeenten om een door hen opgelegde recidiveboete te verrekenen. Het college dat de boete heeft opgelegd zal in dat geval aangeven in hoeverre het de beslagvrije voet in acht wil nemen (volgens de regels van zijn gemeentelijke verordening). De gemeente die de uitkering verstrekt, moet in beginsel gehoor geven aan dit verzoek. Mocht de beslagvrije voet niet gerespecteerd worden, dan kan de belanghebbende het college waarvan hij uitkering ontvangt, verzoeken de beslagvrije voet toch in acht te nemen. ln artikel 60b, tweede lid, van de Participatiewet is geregeld dat het college die de uitkering verstrekt, de bevoegdheid heeft aan dit verzoek van belanghebbende tegemoet te komen. Het ligt voor de hand dat het college bij de beslissing op dat verzoek handelt analoog aan de regels die in de eigen gemeentelijke verordening zijn vastgelegd. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begrippen ln deze bepaling zijn een aantal begrippen nader omschreven. De meeste behoeven geen nadere toelichting. Bezit De verordening kent een definitie van het begrip bezit. Het gaat daarbij om (de waarde van) alle bezittingen waarover een belanghebbende of diens gezinsleden beschikken of redelijken/vijs kunnen beschikken. Bezittingen kunnen zowel bestaan uit geld als op geld waardeerbare goederen. Bij het begrip bezit zoals dat in deze verordening wordt gebruikt, gaat het nadrukkelijk niet om vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. Eventueel aanwezige schulden spelen immers geen rol en worden dus ook niet op het bezit in mindering gebracht. Ook de vrijlatingen van artikel 34, tweede lid, van de Participatiewet zijn hier niet van toepassing. Een belanghebbende die vanwege de volledige verrekening met de beslagvrije voet zonder inkomsten komt te zitten, zal de bezittingen waarover hij beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, volledig moeten aanwenden om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Een uitzondering is gemaakt voor de door belanghebbende en zijn gezin bewoonde (eigen) woning. Verrekenen De Participatiewet kent een ruimer begrip van verrekenen dan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor de duidelijkheid is daarom een aparte begripsbepaling opgenomen in de verordening. Artikel 2. Verrekenen recidiveboete met beslagvrije voet bij voldoende bezit Uitgangspunt van deze verordening is dat volledige verrekening met de beslagvrije voet plaatsvindt voor de maximale termijn van drie maanden als een belanghebbende over voldoende bezittingen beschikt om dit op te kunnen vangen. Dat uitgangspunt is vastgelegd in artikel 2 van deze verordening. Van voldoende bezit is sprake als de waarde van de bezittingen waarover belanghebbende beschikt (of redelijkenn/ijs kan beschikken), ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt. Immers, bij aanwending of tegeldemaking van deze bezittingen, zou een periode van drie maanden overbrugd moeten kunnen worden.

/de Artikel 3. Verrekenen recidiveboete bij geen of onvoldoende bezit Heeft een belanghebbende onvoldoende bezittingen om een periode van drie maanden volledige verrekening met de beslagvrije voet te kunnen overbruggen, dan verrekent het college slechts één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet..,. [..H,!.[B,.!. Egg...![_, e w$%e Voor de overige 2 maanden wordt bij de hoogte van de verrekening rekening gehouden met de ernst van de gedraging, de mate van venvijtbaarheid en de omstandigheden in persoon en gezin. Op deze wijze wordt de proportionaliteit van de sanctie die de verrekening bewerkstelligt gewaarborgd. Met de gekozen opzet wordt enerzijds uiting gegeven aan het principe dat fraude niet mag lonen. Het gaat hier immers om belanghebbenden die herhaaldelijk hun inlichtingenplicht hebben geschonden. Daar mag een duidelijk signaal tegenover staan. Anderzijds wordt rekening gehouden met de zorgplicht van gemeenten. Het volledig buiten werking stellen van de beslagvrije voet gedurende drie maanden kan kwalijke maatschappelijke consequenties hebben. Dat moet voorkomen worden, nu de regeling daarmee zijn doel voorbij zou schieten. Een belanghebbende kan inkomsten uit arbeid hebben die op grond van artikel 31, tweede lid, onderdelen n, r of z, van de Participatiewet worden vrijgelaten voor de algemene bijstand. Bij verrekening van een recidiveboetetot 80% van de bijstandsnorm, tellen deze inkomsten echter gewoon mee. Het college laat deze inkomsten dus niet buiten beschouwing bij de beoordeling van de vraag of een belanghebbende nog over voldoende inkomen beschikt. Dat is geregeld in lid 3. Artikel 4. Verrekenen recidiveboete met inachtneming beslagvrije voet Hoewel het hier gaat om een herhaaldelijke schending van de inlichtingenplicht, zijn situaties denkbaar waarin volledige verrekening met de beslagvrije voet niet aanvaardbaar wordt geacht. Die situaties komen aan de orde in artikel 4. Het gaat daarbij altijd om individuele omstandigheden waaraan het college zal moeten toetsen. ln onderdeel a is geregeld dat het college kan besluiten in afwijking van de artikelen 2 en 3 toch de beslagvrije voet te respecteren wanneer volledige verrekening waarschijnlijk leidt tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin. Voorkomen moet worden dat een belanghebbende door de volledige verrekening op straat komt te staan, nu dit de problematiek alleen maar verergert, met alle maatschappelijke kosten van dien. Een dreigende huisuitzetting wordt in deze verordening gezien als een dringende reden om van verrekening met de beslagvrije voet af te zien. Dat volgt uit het woord 'anderszins' in onderdeel b. Ook bij aanwezigheid van andere dringende redenen dan een dreigende huisuitzetting, kan het college rekening houden met de bescherming van de beslagvrije voet. Van dringende redenen is niet snel sprake. Het gaat slechts om incidentele gevallen, waarbij de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende en diens gezinsleden verkeren op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn. Artikel 5 4. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes ln artikel 60b, derde lid, van de Participatiewet is bepaald dat de bevoegdheid om te verrekenen met de beslagvrije voet ook van toepassing is op eerder opgelegde bestuurlijke boetes voor zover op het moment van verrekening van de recidiveboete, die eerdere boetes nog niet zijn betaald. Mocht het college die eerdere, nog openstaande boetes gaan verrekenen, dan regelt artikel 5 4 dat de bepalingen in deze verordening van overeenkomstige toepassing zijn. Artikel 6 5. Inwerkingtreding en Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.