Bijlage 2 Vaststelling reclamerichtlijnen stadsdeel Oud-West

Vergelijkbare documenten
WELSTANDSNOTA ZUIDERAMSTEL DEEL E TOETSINGSCRITERIA RECLAME. Vastgesteld op 28 februari 2006

Ondernemen in hartje Boxmeer. 4 commerciële ruimten op de hoek Steenstraat Raadhuisplein Bijlage bij verkoopbrochure appartementen

RECLAMECRITERIA 'S-HERTOGENBOSCH Reclamecriteria toe te passen bij de uitvoering van artikel 40 en volgende van de Woningwet.

Monumenten Is een pand aangewezen als monument,

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Reclame en uitstallingenbeleid 2013

Welstandscriteria reclame Overstad vastgesteld door de raad op

GEVELRECLAME-UITINGEN

Reclamewetgeving en beleid gemeente Amersfoort Juli 2017

Uit de welstandsnota 2007 Gemeente Hof van Twente

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Gemeente Zwolle, wijziging beleidsregel Reclame.

CVDR. Nr. CVDR59475_3. Reclameverordening voor Delft Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen alsmede de bij behorende toelichting

Regels en criteria voor reclame-uitingen in de binnenstad van Goes d.d. 21 november 2016

Welstandscriteria voor reclame-uitingen in winkelcentrum De Mare (i.v.m. renovatie)

De aanpassingen van het beleid bestaan uit: de maximale hoogtemaat van de reclame-uiting de plek van de reclame op torens het type reclame.

Aan de Raad, Heerhugowaard, 12 december 2006

CONCEPT HANDELSRECLAMEVERORDENING

ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

UITVOERINGSREGELS RECLAMEBELEID GEMEENTE BERKELLAND

Welstandscriteria reclame Sportcomplexen vastgesteld door de raad op

Reclamebeleid gemeente Montferland

Foto 116: Invloed van reclame op de omgeving. dan met name aan de buitengebieden en met name de open delen daarin.

Concept. Algemene regels reclame-uitingen

Model Leegstandverordening

Woningwet Monumentenwet Algemene Plaatselijke Verordening Hoofdstuk 3 regels beeldkwaliteitplan Kampen Oudestraat...

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

Dit beleid geeft aan welke reclame op grond van de APV wanneer en waar is toegestaan.

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning

APV nadere regels reclame

Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.)

Nadere regels tijdelijke reclameborden Schagen 2018

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Welstandscriteria reclame Autonome gebouwen vastgesteld door de raad op

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten:

hmooi Zwolle Beleidsregel Reclame Minder regels, duidelijk beleid

Bijlage 1 behorende tot de raadsnota (raadsvergadering 26 september 2011)

spelregels reclame- en gevelbeleid Centrum Son

reclamebeleid Hellendoorn

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

Deloitte Holding BV Mevrouw F. Dijkgraaf Postbus CA Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

DE SNELTOETS- CRITERIA

INHOUDSOPGAVE. 1 Inleiding 2

Motie. Spreekt uit dat:

BELEIDSREGEL VERGUNNINGVRIJ REALISEREN VAN GEVELRECLAME DEN HAAG 2017

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel Algemene Plaatselijke Verordening)

Welstandscriteria reclame Bedrijventerreinen vastgesteld door de raad op

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van reclame en uitstallingen;

Wereldrestaurant Enjoy B.V. S.H. Hu Grote Belt GL Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

Lidl Nederland GmbH T. Nieste Postbus HA Zwaag. Betreft: Omgevingsvergunning

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017.

Beschrijving en uitgangspunten voor het welstandsbeleid

Uw aanvraag omvat de activiteiten Bouwen en Reclame APV waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is.

Beleidsregel uitstallingen en voorwerpen op of aan de weg.

NOTA RECLAME BELEID. Gemeente Hattem

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting bedrijventerreinen Tiel 2019.

Partiële herziening Welstandsnota gemeente Oud-Beijerland. Maart 2014

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Hoofdstuk 1. Algemeen

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening:

Veel gestelde vragen. welstandsbeleid

Tekstuitgave van de verordening naamgeving en nummering 2010

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van reclame en uitstallingen;

Beheermaatschappij W.T.C. Amsterdam B.V. De heer S. Borggreve Strawinskylaan XW Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Centrumgebied Heemstede. deel 2 Reclame

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Omgevingsvergunning Zaaknummer

CVDR. Nr. CVDR388095_1. Beleidsregel reclameborden en uitstallingen

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2017

3.2.1 RECLAME-UITINGEN EN UITSTALLINGEN

bron: Streekarchief Voorne Putten RICHTLIJNEN BEELDKWALITEIT VOORSTRAAT SPIJKENISSE

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening reclamebelasting centrum Wijhe 2018

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2010

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 20 november 2007,

Geconsolideerde versie Beleidsregel bescherming landschap 2008, inclusief wijziging januari 2014

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent reclame Nadere regels reclame Maasgouw 2017

Landschapsverordening provincie Noord Brabant (2002),

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF

Artikel 3 Regels voor het plaatsen van reclameborden en uitstallingen

2.6. RECLAME-UITINGEN

b e s l u i t e n : de volgende nadere regels vast te stellen met betrekking tot seksinrichtingen en escortbedrijven.

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Binnenstad Haarlem 2015

Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost

W&O lichtreclame De heer ERP Wolthekker Jacobijnerkerkhof EN Leeuwarden. Betreft: Omgevingsvergunning

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting 2014

ONTWERP. VOORSCHRIFTEN Jan de Louter - Kavel 1 In het kader van een projectbesluit

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

DE SNELTOETS- CRITERIA

Omgevingsvergunning. (uitgebreide procedure)

Transcriptie:

Bijlage 2 Vaststelling reclamerichtlijnen stadsdeel Oud-West Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oud-West, gemeente Amsterdam brengt ter algemene kennis dat het in zijn vergadering van 2003 heeft besloten het volgende vast te stellen: Reclamerichtlijnen winkelstraten stadsdeel Oud-West als bedoeld in artikel 8.4 lid 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor zover de Woningwet niet van toepassing is en als bedoeld in artikel 9.1 lid 3 van de Bouwverordening Amsterdam 1993 voor zover de Woningwet wel van toepassing is. Hoofdstuk 1, Inleidende bepalingen. Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze richtlijnen wordt verstaan onder: a. reclametoestel: een voorwerp dat ertoe strekt daarop reclame aan te brengen; b. reclame: opschriften, aankondigingen en afbeeldingen inhoudende de naamgeving van de gebruiker dan wel een openbare aanprijzing om de afzet van goederen of diensten te bevorderen; c. uithangbord: een loodrecht op de gevel van een bouwwerk aangebracht verlicht of onverlicht voorwerp; d. dakreclame: verlichte of onverlichte voorwerpen, aangebracht in goten of op daken van bouwwerken; hiertoe worden ook gerekend beschilderingen van dakvlakken of daarmee vergelijkbare reclamevormen; e. afficheborden: de raamwerken aan gebouwen waarbinnen of waaraan periodiek reclame wordt aangebracht; f. gebruiker: de exploitant van het bedrijf ten behoeve waarvan reclame wordt gemaakt; g. Commissie Reclametoezicht: de commissie van onafhankelijke deskundigen die beziet of de reclame ontsierend is voor het stadsbeeld als bedoeld in artikel 8.4 lid 2 sub a van de Algemene Plaatselijke Verordening; h. reclametoezicht: de ambtenaren van Woningverbetering en toezicht, belast met het toezicht op de naleving van de reclame voorschriften; i. buitenreclame: de reclame in de stedelijke ruimte, niet zijnde gevelreclame; j. gevelreclame: de reclame op of aan de gevel van een gebouw; k. etalagereclame: de reclame die aangebracht is in het inwendig gedeelte van een gebouw, geplaatst onmiddellijk achter ramen en deuren, gericht op en zichtbaar vanaf de openbare weg. Artikel 1.2 Toepassingsgebied Deze richtlijnen hebben betrekking op de winkelstraten van stadsdeel Oud-West, gemeente Amsterdam, als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de Stadsdelen. De winkelstraten zijn: - De Clercqstraat (nummers even 2 tot en met 136 en oneven 1 tot en met 129) - Bilderdijkstraat (nummers even 36 tot en met 216 en oneven 1 tot en met 215) - Eerste Constantijn Huygensstraat (nummers even 2 tot en met 120 en oneven 1 tot en met 115) - Kinkerstraat (nummers even 2 tot en met 390 en oneven 1 tot en met 371) - Ten Katestraat (nummers even 2 tot en met 42 en oneven 3 tot en met 109) - Jan Pieter Heijestraat (nummers even 62 tot en met 190 en oneven 61 tot en met 155) - Overtoom (nummers even 2 tot en met 578 en oneven 1 tot en met 527)

Artikel 1.3 Reikwijdte richtlijnen Deze richtlijnen hebben slechts betrekking op het toelaatbaarheidscriterium stadsbeeld en kwaliteit van de openbare ruimte, als bedoeld in artikel 8.4 lid 2 sub a van de Algemene Plaatselijke Verordening. Hoofdstuk 2, Administratieve bepalingen Artikel 2.1 De melding Een melding als bedoeld in artikel 8.4 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening, ter verkrijging van een besluit omtrent de toelaatbaarheid van reclame, moet worden gedaan met gebruikmaking van de door of namens het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulieren. Artikel 2.2 Gegevens en bescheiden De melding moet inhouden: a. tekeningen, in een door het reclametoezicht vast te stellen aantal, waaruit blijkt: het gevelen/of dakaanzicht, de plaatsing daarop van de reclame en de nodige maatvoering; b. de maten van het reclametoestel; c. detailtekeningen, materiaal- en kleurmonsters die verband houden met het uiterlijk van het reclametoestel, tenzij het reclametoezicht aangeeft, dat het overleggen hiervan achterwege kan blijven; d. gegevens over de wijze van verlichting en de lichtsterkte; e. tekeningen en/of foto s van de straatwand en/of de omgeving, inclusief de in de nabijheid gelegen bouwwerken, voor zover nodig ter beoordeling van het uiterlijk van de reclame in verband met de omgeving; f. een situatietekening van het gebouw waaraan de reclame wordt bevestigd, of van het terrein waarop de reclame wordt geplaatst, gebaseerd op door of namens het Dagelijks Bestuur aangegeven kaartmateriaal; g. de bestemmingen van het bouwwerk waaraan de reclame wordt aangebracht, per bouwlaag aangegeven; h. de naam en het correspondentieadres in Nederland van de melder of, indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam en adres; i. de naam en het correspondentieadres in Nederland van de eigenaar van het bouwwerk, waaraan de reclame wordt aangebracht of van de gronden, waarop de reclame wordt geplaatst; j. de naam en het correspondentieadres in Nederland van de gebruiker van het bouwwerk, waaraan de reclame wordt aangebracht of van de gronden, waarop de reclame wordt geplaatst; Artikel 2.3 Ontvankelijkheid 1. Bij het niet voldoen aan de in de artikelen 2.1 en 2.2 gestelde eisen, kan het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel de melding buiten behandeling laten, tenzij de melder van de geboden gelegenheid gebruik maakt om binnen twee weken de gegevens en bescheiden conform de gestelde eisen aan te vullen. 2. De beslistermijn wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het bestuursorgaan de melder in de gelegenheid heeft gesteld de melding aan te vullen tot de dag dat de melding is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 3. Het bepaalde in artikel 4.5 van de Algemene Wet Bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3, Toetsingscriteria Artikel 3.1 Ontoelaatbare reclame Als ontoelaatbare reclame als bedoeld in artikel 8.4 lid 2 sub a van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt in ieder geval aangemerkt: a. reclame niet weergevende de naamgeving van de gebruiker van het pand waarop de reclame is aangebracht dan wel van de producten en/of diensten die in het pand waarop of waarin de reclame is aangebracht worden aangeboden; b. bewegende reclame, lichtkranten, lichtprojecties en daglichtreflecterende reclame; c. reclame of luifels, rolluiken, alsmede zonweringen voor zover niet gesitueerd op de volant; d. reclame op vlaggen, banieren of sandwichborden; e. dakreclame; f. reclame, die qua kleurstelling, materiaalgebruik en/of detaillering de harmonie van de gebouwarchitectuur of van de openbare ruimte in de omgeving verstoort; g. reclame, waarvan het reclametoestel in onvoldoende mate aan het oog is ontrokken; h. gevelreclame, die niet loodrecht op of niet evenwijdig en vlak aan de gevel is geplaatst; i. reclame, aangebracht aan bouwlagen met een woonbestemming of bouwlagen met een bedrijfsbestemming zonder publieksfunctie; j. reclame op, aan of tegen de gevel van monumentale panden die voorkomen op de lijst in bijlage 1; k. uithangborden, aangebracht op een plaats, waar het uitzicht op de openbare ruimte vanuit woningen in belangrijke mate wordt belemmerd; l. reclame op steigers en andere hulpconstructies voor bouw- of renovatiewerkzaamheden, anders dan bedoeld in artikel 4.1 onder c; m. buitenreclame, die ontsierend is voor het stadsbeeld of afbreuk doet aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Artikel 3.2 Kunstlicht, aantallen, afmetingen en plaatsing 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.1 is het gebruik van kunstlicht toegestaan, tenzij het uitdrukkelijk is verboden in de hierna volgende artikelen. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.1 dient bij de plaatsing van reclame plat op de gevel te worden uitgegaan van: a. 1. bij voorkeur gebruik van losse letters met een maximale dikte van 20 centimeter, die een geheel vormen met de architectuur van de te onderscheiden panden waarop het is aangebracht; 2. als alternatief gebruik van een lichtbak met een maximale dikte van 10 centimeter, waarbij een neutrale achtergrondkleur wordt toegepast met uitgespaarde letters en die een geheel vormen met de architectuur van de te onderscheiden panden waarop het is aangebracht; b. plaatsing van de gehele reclame minimaal 20 centimeter onder de onderdorpel van het kozijn van de eerste verdieping zijnde de tweede bouwlaag souterrains en kelders niet meegerekend, waarbij het metselwerk boven de reclame zichtbaar blijft; c. een beperking van de breedte door de voorwaarden dat de zijpenanten in de gevel worden vrijgehouden en geen afbreuk wordt gedaan aan de bestaande geveldifferentiatie en parcellering; d. maximaal één reclameaanduiding per bouwkundige eenheid. Bijschriften kunnen worden aangebracht op belendende bouwkundige eenheden mits deze behoren bij de functie waar de reclame zich op richt. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.1, dient bij de plaatsing van een uithangbord te worden uitgegaan van: a. een maximale uitsteekmaat buiten het gevelvlak van 100 centimeter; b. een maximale hoogte van 30 centimeter; c. een maximale dikte van 20 centimeter;

d. plaatsing van de gehele reclame niet hoger dan de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer en niet hoger dan 500 centimeter boven de straat; e. een plaatsing niet lager dan 220 centimeter boven de straat; f. maximaal één uithangbord per te onderscheiden pand, met een maximum van twee per gebruiker 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.1 dient bij de plaatsing van etalagereclame te worden uitgegaan van een maximale bedekking van de te onderscheiden ramen of deuren waarachter de reclame is aangebracht op 1/5 deel van de glasoppervlakte. Etalagereclame bij monumentale panden die voorkomen op de lijst in bijlage 1, mag uitsluitend bestaan uit naamgeving. 5. Reclame aangebracht op de zonwering wordt alleen geplaatst op de volant aan de voorzijde en betreft uitsluitend de naamgeving van de gebruiker. Hoofdstuk 4, Uitzonderingen naar aard van de reclame Artikel 4.1 Algemene uitzonderingen De artikelen 3.1 tot en met 5.1 zijn niet van toepassing op: a. niet-verlichte opschriften, aankondigingen en afbeeldingen in het inwendig gedeelte van een bouwwerk, tenzij geplaatst onmiddellijk achter deuren of ramen; b. niet-verlichte opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, betrekking hebbend op het beroep, de dienst, of het bedrijf dat in of op het bouwwerk wordt uitgeoefend of waarvoor dat is bestemd, en voorts op naamborden, mits deze opschriften, aankondigingen en naamborden gezamenlijk geen grotere oppervlakte hebben dan 0,50 vierkante meter en geen van alle een grotere afmeting in een richting hebben dan 1 meter; c. niet-verlichte opschriften, betrekking hebbend op de naam en/of de aard van de in uitvoering zijnde bouwwerken en/of op de namen van degenen, die bij het ontwerp en/of de uitvoering van het bouwwerk zijn betrokken, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, en voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; d. niet-verlichte opschriften en aankondigingen die het betrokken pand ten verkoop dan wel te huur aanbieden. Artikel 4.2 Tijdelijke reclame Bij tijdelijke reclame kan voor de duur van maximaal twee maanden per jaar worden afgeweken van de artikelen 3.1 en 3.2, mits gemeld overeenkomstig de artikelen 2.1 en 2.2 en, indien deze de vorm heeft van niet-verlichte etalagereclame die betrekking heeft op gehele of gedeeltelijke als zodanig kenbare uitverkoop, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits de uitingen gezamenlijk geen grotere oppervlakte hebben dan 1/3 deel van de glasoppervlakte van de te onderscheiden deuren en/of ramen. Artikel 4.3 Afficheborden 1. Aan gedeelten van muren kan in afwijking van artikel 3.1, onder h, i en l, en artikel 3.2 een affichebord van niet groter dan 200 bij 300 centimeter worden toegestaan, nadat daarover advies aan de Commissie Reclametoezicht is gevraagd en voor zover het past binnen het vastgestelde en bekend gemaakte beleid voor de visuele kwaliteit van de gebouwde omgeving en de openbare ruimte en voor de veiligheid en bruikbaarheid daarvan. 2. Aan gedeelten van muren kan het Dagelijks Bestuur ten behoeve van culturele voorstellingen en tentoonstellingen afficheborden van maximaal 100 bij 120 centimeter toestaan, nadat daarover advies aan de Commissie Reclametoezicht is gevraagd.

Hoofdstuk 5, Uitzonderingen naar karakter van het gebied Artikel 5.1 Zuidzijde Overtoom Wanneer de melding een reclame betreft aan of tegen de gevel van een pand aan de zuidzijde van de Overtoom (oneven nummering) kan bij de beoordeling van de toelaatbaarheid daarvan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2 in verband met de grootte en plaats van de naamaanduiding, nadat daarover advies aan de Commissie Reclametoezicht is gevraagd en voor zover het past binnen het vastgestelde en bekend gemaakte beleid voor de visuele kwaliteit van de gebouwde omgeving en de openbare ruimte en voor de veiligheid en bruikbaarheid daarvan. Artikel 5.2 Arcade Kinkerstraat Ten behoeve van de beeldkwaliteit van de panden gelegen aan de arcade aan de zuidzijde van het middengedeelte van de Kinkerstraat zullen afwijkende richtlijnen worden geformuleerd. Tot het moment van bestuurlijke vaststelling van deze richtlijnen, zijn op deze panden onderhavige reclamerichtlijnen onverkort van toepassing. Hoofdstuk 6, Slotbepalingen Artikel 6.1 Hardheidsclausule Van deze richtlijnen kan, gehoord de Commissie Reclametoezicht, worden afgeweken, wanneer strikte toepassing gelet op het belang van het stadsbeeld of de kwaliteit van de openbare ruimte leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 6.2 Overgangsbepalingen 1. Reclame, die bij het van kracht worden van deze richtlijnen aanwezig is, wordt niet aan deze richtlijnen getoetst, tenzij van stadsdeelwege een regeling wordt getroffen ter compensatie van een onevenredig nadeel bij het onverkort handhaven van deze richtlijnen; 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze richtlijnen een melding van een reclameuiting is gedaan, waarop nog niet is beslist, worden daarop deze richtlijnen toegepast; 3. Nieuwe reclame, aangebracht op bestaande reclametoestellen wordt aan deze richtlijnen getoetst, evenals nieuwe reclame ter vervaging van bestaande reclame/ Artikel 6.3 Commissie Reclametoezicht De Commissie voor Welstand en Monumenten, als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub r van de Woningwet fungeert tevens als Commissie Reclametoezicht. Artikel 6.4 Inwerkingtreding De Reclamerichtlijnen winkelstraten stadsdeel Oud-West 2003 treden in werking op. Aldus besloten d.d. Stadsdeelsecretaris Stadsdeelvoorzitter