Fronius IG-TL 3.0 / 3.6 / 4.0 / 4.6 / 5.0 Fronius IG-TL Dummy

Vergelijkbare documenten
Fronius IG-TL 3.0 / 3.6 / 4.0 / 5.0. Gebruiksaanwijzing. Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties 42,0426,0074,NL

Fronius Galvo: Verklaring van de symbolen en keuze van montageplaats Aanwijzingen voor montage en aansluiting

Fronius Symo Verklaring van de symbolen en keuze van montageplaats Aanwijzingen voor montage en aansluiting

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Fronius CL 36.0 / 48.0 / n Gebruiksaanwijzing. Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties

Fronius Agilo Outdoor /

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Fronius IG Plus 35 / 50 / 70 / 100 / 120 / 150. Gebruiksaanwijzing. Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Adapters en verloopmoeren van metaal

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Halogeen lampenset. Bestnr.: wit chroom titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Energiekosten-meetapparaat energy control 230

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Fronius storingscodes:

VERLENGINGSSET / 230 V

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Tuincontactdoos met piket

Installatie instructies

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Bestnr BASETech Energiekostenmeter

Montage- en gebruiksaanwijzing

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Gebruiksaanwijzing XKM RS232. nl-nl. M.-Nr

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Alarmsirene. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Digitale spanningsen doorgangstester

Powador Mini-Argus Mini-Argus FR

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406

Spanningsomvormermodule

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

Bestnr Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

ES-S7B. Buitensirene.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

MS Semen Storage Pro

VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A

Automatische antennerotor

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

Gebruiksaanwijzing Mini - Ampèretang PCE-DC3

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Compacte PV-generatorbewaking

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

Verwarmingselement. Building Technologies Division

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Calortrans M55. Handleiding.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Lichtmanagement Taststuureenheid. Bedieningshandleiding

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Calortrans M55. Handleiding

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender

NEDERLANDS. Veiligheidsvoorschriften Stel het product niet bloot aan water of vocht Verf niet over de rookmelder

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

Bedienings- en servicehandleiding

Bedieningsinstructie

ILUMEN PID OPLOSSING BINNEN BUITEN ILUMEN PIDBOX MINI INSTALLATIEHANDLEIDING. Ilumen PIDbox mini Versie 1.8

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

Thermis WireFree io temperatuur sensor

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V

DL 26 NDT. Manual /30

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Montage- en gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Bedoeld gebruik. Plug & Light. Lichtcontactdoos. Lichtcontactdoos Best. nr.:

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

Bestnr Passieve infrarood Bewegingsmelder RS8C

Bestnr Module SMD- Servotester

KERN YKB-01N Versie /2009 NL

Transcriptie:

/ Battery Charging Systems / Welding Technology / Solar Electronics Fronius IG-TL 3.0 / 3.6 / 4.0 / 4.6 / 5.0 Fronius IG-TL Dummy NL Gebruiksaanwijzing Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties 4,046,0074,NL 006-00803

0

Geachte lezer, NL Inleiding Wij danken u voor het in ons gestelde vertrouwen en feliciteren u met de aanschaf van dit technisch hoogwaardige Fronius product. Alles wat u moet weten over dit apparaat, vindt u in deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u deze gebruiksaanwijzing aandachtig leest, leert u de vele mogelijkheden van dit Fronius product kennen. Alleen op deze wijze kunt u optimaal van de voordelen gebruikmaken. Lees ook aandachtig de veiligheidsvoorschriften. Zo zorgt u voor meer veiligheid op de plaats waar dit product wordt gebruikt. Als u zorgvuldig omgaat met uw product, kunt u voor lange tijd bouwen op kwaliteit en betrouwbaarheid: de belangrijkste voorwaarden voor topprestaties.

Inhoudsopgave NL Veiligheidsvoorschriften... 7 Verklaring veiligheidsaanwijzingen... 7 Algemeen... 7 Gebruik overeenkomstig de bedoeling... 8 Omgevingsvoorwaarden... 8 Gekwalificeerd personeel... 8 Veiligheidsmaatregelen op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt... 8 Informatie over de geluidsemissie... 9 EMV-apparaatclassificaties... 9 EMV-maatregelen... 9 Netaansluiting... 9 Elektrische installatie... 0 ESD-veiligheidsmaatregelen... 0 Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik... 0 Veiligheidssymbolen... 0 Verwijdering... 0 Gegevensbescherming... 0 Auteursrecht... Algemene informatie 3 Beveiliging van personen en apparaten... 5 Veiligheid... 5 Beveiliging van personen en apparaten... 5 RCMU... 5 Netbewaking... 5 Waarschuwingen op het apparaat... 5 Aanwijzingen voor testapparaat... 7 Gebruik overeenkomstig de bedoeling... 9 Gebruik overeenkomstig de bedoeling... 9 Toepassingsgebied... 9 Bepalingen voor de fotovoltaïsche installatie... 9 De Fronius IG-TL in het fotovoltaïsche systeem... 0 Algemeen... 0 Taken... 0 Omvorming van gelijkstroom in wisselstroom... 0 Volautomatisch bedrijf... 0 Afleesfunctie en gegevenscommunicatie... 0 Solarmodule-stringmonitoring... 0 Systeemuitbreidingen... Actieve koeling van de inverter... Vermogens-derating... Installatie en ingebruikneming 3 Fronius IG-TL monteren en aansluiten... 5 Opbouw van de Fronius IG-TL... 5 Overzicht... 5 Keuze van de montageplaats... 6 Keuze van de montageplaats, algemeen... 6 Keuze van de montageplaats voor binnenmontage... 7 Keuze van de montageplaats voor buitenmontage... 7 Aansluitmogelijkheden en voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL... 8 Aansluitmogelijkheden van de Fronius IG-TL... 8 Voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL... 8 Muursteun monteren... 30 Keuze van de pluggen en schroeven... 30 Aanbevolen schroeven... 30 Muursteun en vermogensmodule losmaken... 30 Montagestand... 30 3

Muursteun monteren - montage tegen de muur... 3 Muursteun monteren - montage op een zuil... 3 Fronius IG-TL-testapparaat via aparte voedingseenheid op elektriciteitsnet aansluiten... 33 Algemeen... 33 Fronius IG-TL-testapparaat via aparte voedingseenheid op elektriciteitsnet aansluiten (AC)... 33 Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC)... 34 Netbewaking... 34 AC aansluitklemmen... 34 Aansluiten van aluminium kabels... 34 Kabeldoorsnede van AC-kabels... 34 Veiligheid... 35 Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC)... 35 Maximale afzekering aan AC-zijde... 36 Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC)... 37 Toepassingsgebied van de Fronius IG-TL... 37 Algemeen over solarmodules... 37 Veiligheid... 37 Aansluitklemmen aan DC-zijde... 38 Aansluiten van aluminiumkabels... 38 Kabeldoorsnede van de solarmodulestrings... 38 Ompoling van de solarmodulestrings... 38 Aanwijzingen voor testapparaat... 39 Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC)... 39 Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen... 4 Algemeen... 4 Stringzekeringen kiezen... 4 Veiligheid... 4 Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen... 4 Criteria voor de juiste keuze van strengzekeringen... 45 Algemeen... 45 Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen... 45 Gevolgen van te lichte zekeringen... 45 Aanbeveling voor de zekeringen... 45 Toepassingsvoorbeeld... 45 Zekeringen... 46 Vermogensmodule aan de muursteun ophangen... 47 Vermogensmodule aan de muursteun ophangen... 47 Datacommunicatie en Solar Net... 48 Solar Net en dataverbinding... 48 Insteekeenheid voor datacommunicatie... 48 Uitschakeling bij te hoge stroom of te lage spanning... 48 Aansluitingen voor de datacommunicatie... 48 Beschrijving van de LED Solar Net... 49 Voorbeeld... 50 Maximale uitgangsstroom voor datacommunicatie en V melduitgang... 5 Datacommunicatiekabel op de inverter aansluiten... 5 USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware... 5 USB-stick als datalogger... 5 Data op de USB-stick... 5 Datahoeveelheid en opslagcapaciteit... 53 Buffergeheugen... 54 Passende USB-sticks... 54 USB-stick voor het actualiseren van de inverter-software... 55 USB-stick verwijderen... 55 Eerste ingebruikname... 56 Configuratie af fabriek... 56 Eerste ingebruikneming... 56 Bediening 59 Bedieningselementen en aanduidingen... 6 Bedieningselementen en aanduidingen... 6 Display... 6 Symbolen voor indeling van de functietoetsen... 6 4

Controle- en status-led's... 63 Startup-fase en levering aan het net... 64 Startup-fase... 64 Levering aan het net... 64 Navigatie op menuniveau... 65 Displayverlichting activeren... 65 Automatisch Uitschakelen van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU'... 65 Menuniveau oproepen... 65 De weergavemodi... 66 De afleesmodi... 66 Afleesmodus selecteren... 66 Overzicht van afleeswaarden... 67 Afleeswaarden in afleesmodus 'NOW'... 68 Afleesmodus selecteren... 68 Afleeswaarden in afleesmodus 'NOW'... 68 Afleeswaarde in de afleesmodi 'TODAY / YEAR / TOTAL'... 70 Afleesmodus 'TODAY / YEAR / TOTAL' selecteren... 70 Afleeswaarde in de afleesmodi 'TODAY / YEAR / TOTAL'... 7 Het Setup-menu... 73 Instelling vooraf... 73 Het setup menu binnengaan... 73 Tussen menuopties bladeren... 73 Menuopties in het Setup menu... 74 Standby... 74 Contrast... 74 Verlichting... 74 Taal... 75 Valuta... 75 CO-factor... 75 Earnings... 75 DATCOM... 76 Signal Relais... 77 Energy Manager... 78 Energy Manager: Opmerkingen over het instellen van het in- en uitschakelpunt... 79 Energy Manager: Voorbeeld... 79 USB... 79 String Control... 80 Apparaatinformatie... 8 Tijd... 8 Status LT... 83 Status net... 83 Versie... 83 Menuopties instellen en weergeven... 84 Menuopties instellen, algemeen... 84 Een menuoptie verlaten... 84 Toepassingsvoorbeelden voor het instellen en weergeven van menuopties... 85 Displayverlichting instellen... 85 Valuta en voedingstarief instellen... 86 Invertersoftware met behulp van USB-stick actualiseren... 87 USB-stick veilig verwijderen... 90 Solarmodule-stringmonitoring activeren... 9 Tijd en datum instellen... 94 Toetsenblokkering in- en uitschakelen... 96 Algemeen... 96 Toetsenblokkering in- en uitschakelen... 96 NL Storingen opheffen en onderhoud 99 Statusdiagnose en storingen opheffen... 0 Weergave van statusmeldingen... 0 Volledig uitvallen van het display... 0 Statusaflezingen - Klasse... 0 Statusaflezingen - Klasse 3... 03 Statusaflezingen - Klasse 4... 05 5

Statusaflezingen - Klasse 5... 0 Statusaflezingen - Klasse 7... Statusaflezingen - Klasse 0 -... 8 Klantenservice... 8 Onderhoud... 9 Veiligheid... 9 Algemeen... 9 Fronius IG-TL voor onderhoudswerkzaamheden openen... 9 Bedrijf in omgevingen met een sterke stofontwikkeling... 9 Strengzekeringen vervangen... Veiligheid... Voorbereiding... Zekering vervangen... 4 Afsluitende handelingen... 5 Annex 7 Technische gegevens... 9 Fronius IG-TL 3.0... 9 Fronius IG-TL 3.6... 30 Fronius IG-TL 4.0... 3 Fronius IG-TL 4.6... 3 Fronius IG-TL 5.0... 33 Fronius IG-TL Testapparaat... 34 Beveiligingen alle inverters... 34 Verklaring van de voetnoten... 34 Aangehouden normen en richtlijnen... 35 CE-merkteken... 35 Aangehouden normen en richtlijnen... 35 Net-interface... 35 Parallelbedrijf van zelfopwekkingsinstallaties... 35 Schakeling ter verhindering van het eilandbedrijf... 35 Netuitval... 35 Garantiebepalingen en verwijdering... 36 Fronius-fabrieksgarantie... 36 Recycling... 36... 38 6

Veiligheidsvoorschriften NL Verklaring veiligheidsaanwijzingen GEVAAR! Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. WAARSCHUWING! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. VOORZICHTIG! Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben. OPMERKING! Duidt op het gevaar van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur. BELANGRIJK! Duidt op gebruikstips en andere bijzonder nuttige informatie. Het duidt niet op een riskante of gevaarlijke situatie. Wanneer u een symbool ziet dat in het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften" is afgebeeld, is verhoogde opmerkzaamheid vereist. Algemeen Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter potentieel gevaar op voor: - het leven van de gebruiker of dat van derden; - het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker; - de efficiëntie van het werken met het apparaat. Alle personen die met ingebruikname, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten: - beschikken over de juiste kwalificaties; - kennis hebben over het omgaan met elektrische installaties; en - deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen. De bedieningshandleiding moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd. Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat: - in leesbare toestand houden; - niet beschadigen; - niet verwijderen; - niet afdekken, afplakken of overschilderen. De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk "Algemeen" in de bedieningshandleiding van het apparaat. Storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, dienen vóór het inschakelen van het apparaat te worden verholpen. Het gaat immers om uw veiligheid! 7

Het apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik overeenkomstig de bedoeling. Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade. Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook: - het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de handleiding zijn beschreven; - het tijdig uitvoeren van alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden; - montage conform de bedieningshandleiding. Houd u, indien van toepassing, ook aan het volgende: - de voorwaarden van uw energiebedrijf voor het leveren van energie aan het elektriciteitsnet; - de instructies van de fabrikant van de solarmodule. Gebruik of opslag van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als gebruik overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade. Precieze informatie over de toelaatbare omgevingsvoorwaarden kunt u vinden in de technische gegevens in de bedieningshandleiding. Gekwalificeerd personeel De onderhoudsinformatie in deze handleiding is uitsluitend bestemd voor gekwalificeerde vakspecialisten. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer geen andere handelingen uit dan de handelingen die in de documentatie zijn beschreven. Dit geldt ook als u voor het uitvoeren van dergelijke handelingen gekwalificeerd bent. Alle kabels en leidingen moeten goed vastzitten, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte aangetaste of beschadigde kabels of kabels en leidingen met een te dunne kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerd bedrijf worden uitgevoerd. Mijd niet-originele onderdelen; hiervan kan niet worden gewaarborgd dat ze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd/geproduceerd. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde onderdelen). Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat aan. Onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, dient u direct te vervangen. Gebruik overeenkomstig de bedoeling Omgevingsvoorwaarden Veiligheidsmaatregelen op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt Bij de installatie van apparaten met koelluchtopeningen controleren of de koellucht ongehinderd door de luchtsleuven kunnen in- en uitstromen. Het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide beschermingsgraad gebruiken. 8

De inverter genereert een maximaal geluidsniveau van < 80 db (A) (ref. pw) bij maximale belasting volgens IEC 609-:00. De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd. Het geluidsniveau is afhankelijk van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz. Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het elektriciteitsnet, de omringende muren en de algemene omgevingskenmerken. NL Informatie over de geluidsemissie EMV-apparaatclassificaties Apparaten van emissieklasse A: - zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden; - kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door straling veroorzaken. Apparaten van emissieklasse B: - voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet. EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens. EMV-maatregelen In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht afdoende maatregelen te treffen om de storing op te heffen. Netaansluiting Apparaten met een hoog vermogen (> 6 A) kunnen vanwege de hoge stroom die de hoofdvoeding nodig heeft, de spanningkwaliteit van het net beïnvloeden. Dit kan voor bepaalde typen apparaten consequenties hebben in de vorm van: - aansluitbeperkingen - eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie *) - eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen *) *)bij de aansluiting op het openbare net zie technische gegevens In dat geval moet de eigenaar of gebruiker van het apparaat eerst nagaan of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig, dient hiertoe te worden overlegd met de energieleverancier. 9

De elektrische installatie uitsluitend volgens de betreffende nationale en regionale normen en bepalingen uitvoeren. Gevaar van beschadiging van elektronische componenten door elektrische ontlading. Bij het vervangen en installeren van componenten passende ESDveiligheidsmaatregelen treffen. Elektrische installatie ESD-veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig operationeel zijn. Zijn de beveiligingssystemen niet volledig operationeel, dan levert dit gevaar op voor - het leven van de gebruiker of dat van derden; - het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker - de efficiëntie van het werken met het apparaat. Niet operationele beveiligingssystemen moet u voordat het apparaat wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen. Veiligheidsvoorzieningen nooit omzeilen of buiten werking stellen. Apparaten met CE-aanduiding voldoen aan de eisen, die in de richtlijn voor laagspanningsverdraagzaamheid en elektromagnetische verdraagzaamheid worden gesteld. Meer informatie hierover vindt u in de bijlage of in het hoofdstuk Technische gegevens van uw documentatie. Verwijdering Gooi dit apparaat niet weg als huisvuil! Volgens de Europese richtlijn 00/96/ EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, en de hiervan afgeleide nationale wetten, moeten afgedankte elektrische apparaten apart worden ingezameld en milieuvriendelijk worden verwerkt. Retourneer gebruikte apparaten aan uw leverancier of breng ze naar een erkend inzamelpunt in uw omgeving. Het negeren van deze EU-richtlijnen heeft mogelijk schadelijke effecten op het milieu en uw gezondheid! Veiligheidssymbolen Gegevensbescherming De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwijken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk. 0

Auteursrecht Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant. Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen. NL

Algemene informatie

Beveiliging van personen en apparaten NL Veiligheid WAARSCHUWING! Verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden kunnen ernstig persoonlijk letsel en zware materiële schade veroorzaken. De inverter mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend in het kader van de technische voorschriften in bedrijf worden gesteld. Vóór de ingebruikstelling en het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden moet u in ieder geval eerst het hoofdstuk "Veiligheidsbepalingen" lezen. Beveiliging van personen en apparaten Door zijn opbouw en werkwijze biedt de inverter een maximum aan veiligheid, zowel bij de montage als tijdens het bedrijf. De inverter voldoet aan de voorwaarden ter beveiliging van personen en apparaten: a) door een RMCU b) door de netmonitoring RCMU RCMU = Residual Current Monitoring Unit (wissel- en gelijkstroomgevoelige reststroom monitorunit) De inverter is met een wissel- en gelijkstroomgevoelige reststroom monitorunit volgens DIN VDE 06-- uitgerust. Deze bewaakt de stroom vanaf de solarmodule tot aan de netaansluiting van de inverter en scheidt de inverter bij een ontoelaatbare stroom van het net. Afhankelijk van het beveiligingssysteem van de installatie of de eisen van het nutsbedrijf kan bovendien een extra stroombeveiliging zijn vereist. In dit geval moet een stroombeveiligingsschakelaar type A met een uitschakelstroom van minimaal 00 ma worden toegepast. Netbewaking De inverter houdt bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking, enz.) onmiddellijk op met werken en onderbreekt de levering aan het stroomnet. Het bewaken van het net vindt plaats door: - spanningsbewaking - frequentiebewaking - bewaking van de eilandverhoudingen Waarschuwingen op het apparaat Op de muursteun van de inverter bevinden zich waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Deze waarschuwingen en veiligheidssymbolen mogen noch worden verwijderd noch worden overgeschilderd. De waarschuwingen en symbolen waarschuwen tegen een verkeerde bediening die kan resulteren in ernstig letsel en zware materiële schade. 5

6 Veiligheidssymbolen:

Gevaar van ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade door onjuiste bediening NL Gebruik de beschreven functies pas nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: - deze gebruiksaanwijzing - alle handleidingen van de systeemcomponenten van de fotovoltaïsche installatie, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften Gevaarlijke elektrische spanning Tekst van de waarschuwing: WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Vóór het openen van het apparaat ervoor zorgen dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij zijn. Ontlaadtijd van de condensatoren afwachten. De ontlaadtijd bedraagt 3 minuten. Solarmodules die aan licht worden blootgesteld, genereren een gevaarlijke spanning. Werkzaamheden in het aansluitgedeelte mogen uitsluitend door elektro-installateurs met een licentie worden uitgevoerd. VOORZICHTIG! Inverters en andere stroomvoerende onderdelen van een fotovoltaïsche installatie kunnen beschadigd raken door onjuiste of onvakkundige installatie. Een onjuiste of onvakkundige installatie kan leiden tot oververhitting van kabels en klemmen, en tot het ontstaan van lichtbogen. Dit kan resulteren in thermische schade en uiteindelijk zelfs in brand. Let bij het aansluiten van de wisselstroom- en gelijkstroomkabels op het volgende: - Draai alle aansluitklemmen stevig aan met het draaimoment dat in de gebruiksaanwijzing is aangegeven - Zorg ervoor dat kabels niet worden overbelast - Controleer of de kabels correct zijn gelegd en onbeschadigd zijn - Houd u aan de veiligheidsaanwijzingen, de gebruiksaanwijzing en de ter plaatse geldende regelgeving Geachte Fronius-klant, Via dit informatieblad willen wij u erop attenderen dat het van het grootste belang is dat u zich bij aansluiting, installatie en bediening houdt aan de aanwijzingen van de fabrikant. Voer alle aansluit- en installatiewerkzaamheden precies volgens de aanwijzingen en voorschriften uit om risico's tot een minimum te beperken. Het aanhaalmoment van de aansluitklemmen vindt u in de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat. Aanwijzingen voor testapparaat Een testapparaat is niet geschikt om tijdens het bedrijf op een fotovoltaïsche installatie te worden aangesloten en mag uitsluitend voor demonstratiedoeleinden in bedrijf worden genomen. BELANGRIJK! Bij een testapparaat - in geen geval een spanningvoerende DC-kabel aansluiten op de DC-aansluitingen; - in geen geval een verbinding tot stand brengen tussen het elektriciteitsnet en de ACaansluitingen. Het is toegestaan om spanningloze kabels of kabelstukken voor demonstratiedoeleinden aan te sluiten. De stroomvoorziening van een testapparaat loopt via een aparte voedingseenheid. Een testapparaat is aan het kenplaatje op het apparaat herkenbaar: 7

8 Kenplaatje van een testapparaat

Gebruik overeenkomstig de bedoeling NL Gebruik overeenkomstig de bedoeling De solarinverter Fronius IG-TL is uitsluitend bestemd gelijkstroom van de solarmodules in wisselstroom om te vormen en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren. Als niet overeenkomstig de bedoeling geldt: - een ander of afwijkend gebruik dat niet geldt als gebruik overeenkomstig de bedoeling - veranderingen aan de Fronius IG-TL, die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen - het inbouwen van componenten, die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen of verkocht. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. De aanspraak op garantie vervalt. Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook - het naleven van alle aanwijzingen in de bedieningshandleiding - het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Toepassingsgebied De inverter werd uitsluitend voor het gebruik in netgekoppelde fotovoltaïsche installaties ontwikkeld, het van het openbare stroomnet onafhankelijk opwekken van stroom is niet mogelijk. Bepalingen voor de fotovoltaïsche installatie OPMERKING! De inverter is uitsluitend bestemd voor de aansluiting en het gebruik met niet geaarde solarmodules van beveiligingsklasse II. De solarmodules mogen noch op de pluspool noch op de minpool zijn geaard. Het gebruik in combinatie met andere gelijkstroomgeneratoren (bijv. windgeneratoren) is niet toegestaan. Bij het aanleggen van de fotovoltaïsche installatie erop letten, dat alle componenten van de fotovoltaïsche installatie uitsluitend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt. Alle door de fabrikant van de solarmodule aanbevolen maatregelen voor een duurzaam behoud van de eigenschappen van de solarmodule opvolgen. 9

De Fronius IG-TL in het fotovoltaïsche systeem Algemeen De solar-inverter is een uiterst gecompliceerd verbindend element tussen de solarmodules en het openbare stroomnet. Taken De hoofdtaken van de inverter zijn: - Omvorming van gelijk- in wisselstroom - Volautomatisch bedrijf - Afleesfunctie en gegevenscommunicatie Omvorming van gelijkstroom in wisselstroom De inverter vormt de door de solarmodules opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon aan de netspanning in het huisnet of aan het openbare stroomnet geleverd. Volautomatisch bedrijf De inverter werkt volautomatisch. Zodra er na zonsopgang genoeg energie voor de solarmodules ter beschikking staat, begint de stuur- en regeleenheid met het bewaken van de netspanning en de netfrequentie. Bij voldoende zoninstraling begint de fotovoltaïsche inverter met de levering aan het net. De inverter werkt altijd zo, dat het maximaal mogelijke vermogen aan de solarmodules wordt ontnomen. Deze werking wordt aangeduid als 'Maximum Power Point Tracking' (MPPT). Zodra na het invallen van de schemering het aanbod van energie voor de levering aan het stroomnet niet meer voldoende is, wordt door de inverter de verbinding tussen de vermogenselektronica en het stroomnet volledig onderbroken en het systeem uitgeschakeld. Alle instellingen en opgeslagen gegevens blijven bewaard. Afleesfunctie en gegevenscommunicatie Het display op de inverter is de interface tussen de inverter en de gebruiker. De vormgeving van de display is op een simpele bediening en een permanente beschikbaarheid van de installatiegegevens afgestemd. Een uitgebreid aanbod aan datacommunicatie-elementen maakt een groot aantal notitieen visualiseringvarianten mogelijk. De inverter beschikt over fundamentele functies voor het verzamelen van de minimale en maximale waarden op dag-, jaar- en totaalbasis, de waarden worden op het display weergegeven. Solarmodulestringmonitoring De inverter beschikt over een functie voor het monitoren van ingaande solarmodulestrings, om fouten in het solarmoduleveld te kunnen herkennen. 0

Systeemuitbreidingen De inverter is voor de meest uiteenlopende systeemuitbreidingen voorbereid, zoals bijvoorbeeld: - datalogger voor registratie en beheer van de gegevens van een fotovoltaïsche installatie met een PC, inclusief datalogger en modemverbinding - Diverse grote displays - Actoren (bijvoorbeeld: relais, alarmen) - Fronius Sensor Box (bijvoorbeeld voor temperatuur, instraling, energiemeting, enz.) - Fronius DC Box 60/ (verzamelbox) NL Actieve koeling van de inverter De temperatuur- en toerentalgeregelde, met kogellagers uitgeruste ventilator van de inverter zorgt voor: - een optimale koeling van de inverter - een hoger rendement - koelere onderdelen en dus een langere levensduur - zo laag mogelijk energieverbruik en een zo laag mogelijke geruisontwikkeling - Gewichtsbesparing door verkleining van het koellichaamoppervlak Vermogens-derating Mocht ondanks het hoogste toerental van de ventilator het niet mogelijk zijn voldoende warmte af te voeren, dan vindt vanaf een omgevingstemperatuur van 40 C ter bescherming van de inverter een zogenaamde vermogens-derating plaats (bijvoorbeeld bij montage in schakelkasten zonder voldoende warmteafvoer). De vermogens-derating verlaagt het vermogen van de inverter kortstondig zover, dat de temperatuur de toelaatbare waarde niet overschrijdt. De inverter blijft zolang mogelijk zonder onderbrekingen bedrijfsklaar.

Installatie en ingebruikneming

Fronius IG-TL monteren en aansluiten NL Opbouw van de Fronius IG-TL De inverter bestaat uit de volgende hoofdcomponenten: - Muursteun met aansluitgedeelte - Vermogensmodule met insteekeenheid voor datacommunicatie - Deksel De inverter wordt in gemonteerde toestand geleverd. Hoofdcomponenten van de Fronius IG-TL Overzicht Fronius IG-TL monteren en aansluiten omvat de volgende rubrieken: - Keuze van de montageplaats - Aansluitmogelijkheden en voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL - Muursteun monteren - Fronius IG-TL-testapparaat via aparte voedingseenheid op elektriciteitsnet aansluiten (AC) - Fronius IG-TL op het elektriciteitsnet aansluiten (AC) - Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC) - Stringzekeringen aanbrengen - Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen - Vermogensmodule aan de muursteun ophangen 5

Keuze van de montageplaats Keuze van de montageplaats, algemeen Bij de keuze van de montageplaats voor de inverter moet op de volgende criteria worden gelet: Installatie alleen op een vaste, loodrechte wand Max. omgevingstemperaturen: -0 C / +55 C Relatieve luchtvochtigheid: 0-95% Hoogte boven de zeespiegel: tot.000 m - Aan beide zijden van de inverter mogen zich binnen een bereik van 00 mm rondom de koelluchtsleuven geen andere voorwerpen bevinden. - Houd tussen elke Fronius IG-TL afzonderlijk aan de zijkant een afstand van 300 mm aan. 50 mm 00 mm 300 mm De richting van de luchtstroom binnen de inverter verloopt van links naar rechts (toevoer van koude lucht links, afvoer van warme lucht rechts). Bij het inbouwen van de inverter in een schakelkast of soortgelijke afgesloten ruimte door geforceerde ventilatie voor voldoende warmteafvoer zorgen. De inverter is zowel voor montage binnen als buiten geschikt. Als de inverter op buitenmuren van veestallen wordt gemonteerd, dan moet er tussen de inverter en de ventilatie- en gebouwopeningen een minimale afstand van meter in alle richtingen worden aangehouden. Op de montageplaats mogen ammoniak, bijtende dampen, zouten of zuren geen extra overlast bezorgen. 6

Keuze van de montageplaats voor binnenmontage In verband met lichte geruisproductie onder bepaalde bedrijfsomstandigheden de inverter niet in onmiddellijke woonomgevingen monteren. De inverter niet monteren in: - Ruimtes met sterke stofontwikkeling - Ruimtes met sterke stofontwikkeling van geleidende deeltjes (bijvoorbeeld spanen ijzer) - Ruimtes met bijtende dampen, zuren of zouten - Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren (paarden, runderen, schapen, varkens, enz.) - Stallen en aangrenzende ruimtes - Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, krachtvoer, meststoffen - Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijnbouwproducten - Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voerproducten - Kassen NL Keuze van de montageplaats voor buitenmontage De inverter is op basis van zijn beschermingsklasse IP 44 ongevoelig voor spatwater uit alle richtingen en kan ook in vochtige omgevingen worden toegepast. Om de opwarming van de inverter zo gering mogelijk te houden, de inverter niet aan directe zonnestralen blootstellen. Bij voorkeur de inverter op een beschutte plaats monteren, bijvoorbeeld in de omgeving van de solarmodule of onder een dak. De inverter niet monteren: - in het aanzuigbereik van ammoniak, bijtende dampen, zuren of zouten (bijvoorbeeld opslagplaatsen van meststoffen, ventilatie-openingen van stallen, chemische installaties, leerlooierijen, enz.) 7

Aansluitmogelijkheden en voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL Aansluitmogelijkheden van de Fronius IG-TL () (5) () (3) (4) Voorgestanste breukplaatsen in de muursteun van de Fronius IG-TL Nr. Beschrijving () DC+ aansluitklemmen () Trekontlasting (3) DC- aansluitklemmen (4) Metrische draad M3 of M40 (AC aansluiting) (5) AC aansluitklemmen Voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL Bij het aansluitgedeelte zijn meerdere voorgestanste breukplaatsen van verschillende grootte aangebracht. Na het uitbreken dienen de ontstane openingen als ingangen van DC kabels. () () (3) (4) Voorgestanste breukplaatsen in de muursteun van de Fronius IG-TL 5.0 OPMERKING! Slechts zoveel breukplaatsen uitbreken, als kabels (bijvoorbeeld voor 3 modulestrings 6 openingen maken). 8

Nr. Beschrijving () 5 ingangen voor DC+ kabels, kabeldiameter min. 4 - max. 9 mm () ingang voor DC+ kabel, kabeldiameter min. 4 - max. mm (3) 5 ingangen voor DC- kabels, kabeldiameter min. 4 - max. 9 mm (4) ingang voor DC- kabel, kabeldiameter min. 4 - max. mm NL 9

Muursteun monteren Keuze van de pluggen en schroeven BELANGRIJK! Afhankelijk van de ondergrond zijn diverse pluggen en schroeven voor de montage van de wandsteunen nodig. Pluggen en schroeven behoren echter niet tot de leveringsomvang van de inverter. De monteur is voor de juiste keuze van passende pluggen en schroeven zelf verantwoordelijk. De schroefkophoogte van de gebruikte schroeven mag maximaal 6 mm bedragen. Bij gebruik van ringen verkleint de maximale schroefkophoogte met de dikte van de ring. Aanbevolen schroeven Voor de montage van de inverter raadt de fabrikant aan, schroeven met een doorsnede van minimaal 6 mm te gebruiken. Muursteun en vermogensmodule losmaken De zijkanten van het deksel zijn zo geconstrueerd, dat deze als grepen fungeren. VOORZICHTIG! Een ontoereikende verbinding van de aardedraad kan ernstig lichamelijk letsel en omvangrijke materiële schade veroorzaken. De schroeven van het huis zijn een geschikte verbinding voor de draad voor het aarden van het huis en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare aardedraad worden vervangen. Montagestand OPMERKING! De inverter is uitsluitend voor de verticale montage geschikt, bijvoorbeeld tegen de muur, op een zuil, op een metalen steun, enz. 30

4 4 3 Muursteun monteren - montage tegen de muur VOORZICHTIG! Kans op beschadiging van de inverter door vuil of water bij de aansluitklemmen en contacten van het aansluitgedeelte - Bij het boren erop letten dat de aansluitklemmen en contacten bij het aansluitgedeelte niet vuil of nat worden. Bescherming tegen stof op zijn plaats laten zitten. - De muursteun zonder vermogensmodule heeft niet de beschermingsklasse van de gehele inverter en mag daarom niet zonder vermogensmodule worden gemonteerd. Muursteun bij het monteren tegen vuil en vocht beschermen. NL min. 50 mm min. in. 3 (*) 4 3 BELANGRIJK! De wandsteun zo monteren, dat de displaymarkering (*) op de wandsteun zich op ooghoogte bevindt. OPMERKING! Bij de montage van de muursteun tegen de muur erop letten dat de muursteun niet kromtrekt of wordt vervormd. 3 4 3

4 4 3 Muursteun monteren - montage op een zuil VOORZICHTIG! Kans op beschadiging van de inverter door vuil of water bij de aansluitklemmen en contacten van het aansluitgedeelte. - Bij het boren erop letten dat de aansluitklemmen en contacten bij het aansluitgedeelte niet vuil of nat worden. Bescherming tegen stof op zijn plaats laten zitten. - De muursteun zonder vermogensmodule heeft niet de beschermingsklasse van de gehele inverter en mag daarom niet zonder vermogensmodule worden gemonteerd. Muursteun bij het monteren tegen vuil en vocht beschermen. min. 50 mm min. in. (*) 3 BELANGRIJK! De wandsteun zo monteren, dat de displaymarkering (*) op de wandsteun zich op ooghoogte bevindt. OPMERKING! Bij de montage van de muursteun tegen de muur erop letten dat de muursteun niet kromtrekt of wordt vervormd. 3 4 3 3

Fronius IG-TL-testapparaat via aparte voedingseenheid op elektriciteitsnet aansluiten NL Algemeen De stroomvoorziening van een testapparaat loopt via de bij het testapparaat meegeleverde voedingseenheid. BELANGRIJK! Op de AC-aansluitklemmen van de muursteun geen spanningvoerende AC-kabel aansluiten. Het is toegestaan om spanningloze kabels of kabelstukken voor demonstratiedoeleinden aan te sluiten. Fronius IG-TLtestapparaat via aparte voedingseenheid op elektriciteitsnet aansluiten (AC) AC ~ 00-40 V 50 / 60 Hz 33

Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC) Netbewaking BELANGRIJK! Voor een optimale werking van de netbewaking moet de weerstand in de toevoerleidingen naar de aansluitklemmen aan de AC-zijde zo gering mogelijk zijn. AC aansluitklemmen AC Verklaring van de tekens: L Fasekabel N Neutrale kabel PE Randaarde / aardaansluiting PE (a) Aansluitmogelijkheid voor aanvullende aarding PE PE N L max. draaddoorsnede per ader: 6 mm² PE(a) min. draaddoorsnede per ader: in overeenstemming met de afgezekerde waarde aan AC-zijde, maar minstens,5 mm² OPMERKING! De fasekabel (L), de neutrale kabel (N) en de aardekabel (PE) correct aansluiten! Aansluiten van aluminium kabels De aansluitklemmen aan wisselstroomzijde zijn geschikt voor het aansluiten van enkeldraads ronde aluminium kabels. Vanwege de niet-geleidende oxidelaag van aluminium moet u bij het aansluiten van aluminium kabels rekening houden met de volgende punten: - Gereduceerde meetstromen voor aluminium kabels - De hierna vermelde aansluitvoorwaarden OPMERKING! Bij het interpreteren van kabeldoorsneden rekening houden met de lokale bepalingen. Aansluitvoorwaarden: Schraap de oxidelaag zorgvuldig van het geïsoleerde uiteinde van de kabel, bijvoorbeeld met een mes BELANGRIJK! Gebruik geen borstel, vijl of schuurpapier; hierdoor blijven er aluminium deeltjes achter die op andere kabels terecht kunnen komen. 3 Smeer na het verwijderen van de oxidelaag het uiteinde van de kabel in met neutraal vet, bijvoorbeeld zuur- en alkalivrije vaseline Sluit het uiteinde van de kabel direct aan op de klem Herhaal deze procedure als u de kabel loshaalt van de klem en vervolgens weer wilt aansluiten. Kabeldoorsnede van AC-kabels Bij standaard metrische M3 schroefverbinding met reduceerstuk: Kabeldiameter 7-5 mm 34

Bij metrische M3 schroefverbinding (reduceerstuk verwijderd): kabeldiameter - mm (bij een kabeldiameter van mm verkleint de kracht van de trekontlasting van 00 N tot max. 80 N) NL Bij metrische M40 schroefverbinding (optie): Kabeldiameter 9-8 mm Bij kleinere kabeldiameters zo nodig reductiestukken toepassen. Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - Voor alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat AC- en DC-zijde voor de inverter spanningsvrij zijn. - De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare stroomnet worden aangesloten. VOORZICHTIG! Risico op beschadiging van de inverter door niet volledig aangedraaide aansluitklemmen. Niet volledig aangedraaide aansluitklemmen kunnen thermische schade aan de inverter veroorzaken en uiteindelijk leiden tot brand. Let er bij het aansluiten van de wisselstroom- en gelijkstroomkabels op dat alle aansluitklemmen stevig zijn aangedraaid met het aangegeven aanhaalmoment. Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC) OPMERKING! Fijnaderige kabels tot kabelklasse 5 kunnen zonder hulzen op de aansluitklemmen aan AC-zijde worden aangesloten. * OFF 6 3x 3 4 5 AC 7 60-80 mm mm ** * Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,7 Nm ** Aanhaalmoment: 7,5 Nm OPMERKING! Bij het vastzetten van de wisselstroomkabels met metrische schroefverbinding erop letten dat de aangesloten kabels geen lussen vormen. De inverter kan onder bepaalde omstandigheden dan niet meer worden gesloten. 35

OPMERKING! - Controleer of de neutrale kabel van het net geaard is. Bij IT-netten (geïsoleerde netten zonder aarde) is niet mogelijk en kan de inverter niet werken. - De aansluiting van de neutrale kabel is voor de werking van de inverter noodzakelijk. Een te dunne neutrale kabel kan de levering van het net van de inverter beenvloeden. De neutrale kabel moet dus even dik zijn als de andere stroomvoerende kabels. Maximale afzekering aan AC-zijde Inverter Fasen Max. vermogen Afzekering Fronius IG-TL 3.0 3.30 W x C 0 A Fronius IG-TL 3.6 3.760 W x C 0 A Fronius IG-TL 4.0 4.90 W x C 3 A Fronius IG-TL 4.6 4.80 W x C 3 A Fronius IG-TL 5.0 5.50 W x C 3 A OPMERKING! De inverter is uitgerust met een AC- en DC-gevoelige stroombeveiligingseenheid volgens DIN VDE 06--. Deze bewaakt de stroom vanaf de solarmodule tot aan de netaansluiting van de inverter en scheidt de inverter bij een ontoelaatbare stroom van het net. Wanneer op basis van lokale bepalingen een externe stroombeveiligingsschakelaar is voorgeschreven, moet deze over een berekende capaciteit van minimaal 00 ma beschikken. In dit geval kan een stroombeveiligingsschakelaar van het type A worden toegepast. Bij gebruik van meer dan een inverter moet voor elke aangesloten inverter een stroom van 00 ma worden aangehouden, bijvoorbeeld: als twee inverters op één aardlekschakelaar aangesloten zijn, moet een aardlekschakelaar met een capaciteit van minimaal 00 ma worden gebruikt. 36

Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC) NL Toepassingsgebied van de Fronius IG-TL OPMERKING! De inverter is uitsluitend geschikt om te worden aangesloten op en te werken met niet geaarde solarmodules. De solarmodules moeten voldoen aan beschermingsklasse II en klasse A volgens IEC 6730 en mogen noch via de pluspool noch via de minpool zijn geaard. Het gebruik in combinatie met andere gelijkstroomgeneratoren (bijv. windgeneratoren) is niet toegestaan. Algemeen over solarmodules Houd rekening met de volgende punten voor een juiste keuze van de solarmodules en een zo rendabel mogelijk gebruik van de inverter: - De nullastspanning van de solarmodule wordt bij constante zoninstraling en dalende temperatuur hoger. De nullastspanning mag niet hoger worden dan 850 volt. Een nullastspanning van meer dan 850 volt heeft vernieling van de inverter tot gevolg; alle aanspraak op garantie komt te vervallen. - Temperatuurcoëfficiënten op het gegevensblad van de solarmodule in acht nemen - Exacte waarden voor het dimensioneren van de solarmodule leveren hiervoor geschikte berekeningsprogramma's, zoals bijvoorbeeld de Fronius Solar.configurator (verkrijgbaar via http://www.fronius.com). OPMERKING! Controleer voor het aansluiten van de solarmodule of de spanningswaarde, die met de gegevens voor de solarmodule van de fabrikant is berekend, met de praktijk overeenstemt. Veiligheidsaanwijzingen en voorschriften van de solarmodulefabrikant met betrekking tot het aarden van de solarmodule in acht nemen. Solarmodules, die een aardverbinding op de plus- of minpool vereisen, kunnen niet in combinatie met de Fronius IG-TL worden gebruikt. Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - Voor alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat AC- en DC-zijde voor de inverter spanningsvrij zijn. - De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare stroomnet worden aangesloten. VOORZICHTIG! Gevaar op letsel als gevolg van gevaarlijke spanningen. Transformatorloze systemen kunnen vanwege hun topologie stroom lekken naar frames en rekken van solarmodules. Frames en rekken van solarmodules en andere elektrisch geleidende oppervlakken consistent aansluiten en aarden. Neem bij het aarden van de frames of rekken van solarmodules de betreffende informatie van de fabrikant van de solarmodule en de nationale richtlijnen in acht! VOORZICHTIG! Risico op beschadiging van de inverter door niet volledig aangedraaide aansluitklemmen. Niet volledig aangedraaide aansluitklemmen kunnen thermische schade aan de inverter veroorzaken en uiteindelijk leiden tot brand. Let er bij het aansluiten van de wisselstroom- en gelijkstroomkabels op dat alle aansluitklemmen stevig zijn aangedraaid met het aangegeven aanhaalmoment. VOORZICHTIG! Risico op beschadiging van de inverter door overbelasting. Sluit maximaal 0 A aan op elke afzonderlijke DC-aansluitklem. 37

Aansluitklemmen aan DC-zijde DC+ DC- DC+ en DC- aansluitklemmen op de Fronius IG-TL Aansluiten van aluminiumkabels De aansluitklemmen aan DC-zijde zijn geschikt voor het aansluiten van enkeldraads ronde aluminium kabels. Vanwege de niet-geleidende oxidelaag van aluminium moet u bij het aansluiten van aluminiumkabels rekening houden met de volgende punten: - gereduceerde gemeten stroom voor aluminiumkabels - de hierna vermelde aansluitvoorwaarden OPMERKING! Bij het interpreteren van kabeldoorsneden rekening houden met de lokale bepalingen. Aansluitvoorwaarden: Schraap de oxidelaag zorgvuldig van het geïsoleerde uiteinde van de kabel, bijvoorbeeld met een mes. BELANGRIJK! Gebruik geen borstel, vijl of schuurpapier; hierdoor blijven er aluminiumdeeltjes achter, die op andere kabels terecht kunnen komen. 3 Smeer na het verwijderen van de oxidelaag het uiteinde van de kabel in met neutraal vet, bijvoorbeeld zuur- en alkalivrije vaseline. Sluit het uiteinde van de kabel direct aan op de klem. Herhaal deze procedure als u de kabel loshaalt van de klem en vervolgens weer wilt aansluiten. Kabeldoorsnede van de solarmodulestrings De kabeldoorsnede van de solarmodulestrings mag per kabel maximaal 6 mm² bedragen. De minimum kabeldoorsnede bedraagt,5 mm². OPMERKING! Om een effectieve trekontlasting van de solarmodulestrings te waarborgen, uitsluitend even grote kabeldoorsnedes toepassen. Ompoling van de solarmodulestrings De inverter is bij de vermogensmodule standaard voorzien van 6 metalen pennen in zekeringhouders. Door deze metalen pennen kan de inverter absoluut niet worden omgepoold. Een eventuele ompoling van de solarmodulestrings richt geen schade aan de inverter aan. 38

Worden in plaats van metalen pennen stringzekeringen toegepast, dan kan het ompolen van een afzonderlijke solarmodulestring al tot beschadiging van de inverter en daardoor het in brand raken van de inverter leiden. NL VOORZICHTIG! Gevaar van beschadiging en brandgevaar van de inverter door een omgepoolde solarmodulestreng bij toepassing van strengzekeringen. Het ompolen van solarmodulestrengen kan tot een ontoelaatbare overbelasting van een strengzekering leiden. Daardoor kan zich een sterke lichtboog vormen, die tot het in brand raken van de inverter kan leiden. Bij gebruik van strengzekeringen voor het aansluiten van de afzonderlijke solarmodulestrengen altijd op de juiste polariteit letten! Aanwijzingen voor testapparaat Een op het apparaatkenplaatje aangeduid testapparaat is niet geschikt voor bedrijfsmatige aansluiting op een fotovoltaïsch systeem en mag uitsluitend voor demonstratiedoeleinden worden gebruikt. BELANGRIJK! In geen geval bij testapparaten een spanningvoerende DC-kabel op de DC-aansluitingen aansluiten. Het is toegestaan om spanningloze kabels of kabelstukken voor demonstratiedoeleinden aan te sluiten. De volgende rubriek "Solarmodulestrings op Fronius IG-TL aansluiten (DC) geldt uitsluitend voor echte inverters. Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC) OPMERKING! Slechts zoveel breukplaatsen uitbreken, als er kabels zijn (bijvoorbeeld voor 3 DC kabels 3 openingen maken). 4 3 OPMERKING! Fijnaderige kabels tot kabelklasse 5 kunnen zonder hulzen op de aansluitklemmen aan DC-zijde worden aangesloten. 39

3 4 DC+ DC- mm 3 4 5 6 5 6 6 x * * Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,7 Nm 7 8 mm 3 4 5 6 OPMERKING! Bij het vastzetten van de wisselstroomkabels met behulp van de trekontlasting erop letten dat de aangesloten kabels geen lussen vormen. De inverter kan onder bepaalde omstandigheden dan niet meer worden gesloten. 40

9 0 6 x NL * ** 4 3 * Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,7 Nm ** Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,9 Nm max. 850 V BELANGRIJK!Polariteit en spanning van solarmodulestrings controleren: de spanning mag maximaal 850 volt bedragen, het verschil tussen de afzonderlijke solarmodulestrings mag maximaal 0 volt bedragen. 4

Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen Algemeen De in de rubriek 'Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen' beschreven handelingen moeten alleen dan worden uitgevoerd, wanneer door de fabrikant van de solarmodule stringzekeringen voor de werking vereist zijn. Stringzekeringen kiezen Wanneer door de fabrikant van de solarmodule voor de werking stringzekeringen zijn vereist, stringzekeringen kiezen aan de hand van de gegevens van de fabrikant van de solarmodule of volgens de rubriek 'Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen': - max. 0 A per zekeringhouder - max. 6 DC- ingangen - max. A per meetkanaal, indien de solarmodulemonitoring wordt geactiveerd en gebruikt - max. 0 A totale ingangsstroom - Afmetingen van de zekeringen: Diameter 0,3 x 35-38 mm BELANGRIJK! - Neem de veiligheidsvoorschriften m.b.t. de solarmodule in acht - Neem de eisen van de fabrikant van de solarmodule in acht Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - De DC hoofdschakelaar dient uitsluitend voor het stroomloos schakelen van de vermogensmodule. Bij uitgeschakelde DC hoofdschakelaar staat het aansluitgebied als eerder onder spanning. - Werkzaamheden in het aansluitgedeelte mogen uitsluitend door elektro-installateurs met een licentie worden uitgevoerd. - Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan worden uitgevoerd, wanneer de vermogensmodule en het aansluitgedeelte van elkaar zijn gescheiden. - Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in de vermogensmodule van de inverter mogen uitsluitend door Fronius geschoold servicepersoneel worden uitgevoerd. WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door restspanning van condensatoren. Ontlaadtijd van condensatoren afwachten. De ontlaadtijd bedraagt 3 minuten. Stringzekeringen in de Fronius IG- TL aanbrengen BELANGRIJK! Bij het naderhand aanbrengen van de stringzekeringen de veiligheidsaanwijzingen in acht nemen! VOORZICHTIG! Gevaar van materiële schade door het binnendringen van water door een ontoereikende schroefverbinding. De schroeven van het deksel dragen bij aan de afdichting van de vermogensmodule en mogen in geen geval door andere schroeven worden vervangen. 4

4 x NL 4 4 - Het deksel aan de onderzijde van de vermogensmodule voorzichtig omhoog trekken - in de opening grijpen - lintkabel van display-print lostrekken 3 3 3 4 3 4 OPMERKING! - Zekeringen uitsluitend met behulp van zekeringkappen en een tang in de betreffende zekeringhouder aanbrengen - Om het naar buiten vallen van de zekering te voorkomen, de zekeringkap alleen met de opening naar boven in de zekeringhouder aanbrengen - De inverter niet zonder zekeringkappen gebruiken 43

5 4 - Deksel schuin op de vermogensmodule aanbrengen, zodat aan de onderzijde van de vermogensmodule een opening blijft bestaan - in de opening grijpen - lintkabel van display-print aansluiten 3 3 6 * Aanhaalmoment:,5 Nm * BELANGRIJK! Polariteit van de solarmodulestrings controleren! 44

Criteria voor de juiste keuze van strengzekeringen NL Algemeen Door het gebruik van strengzekeringen in de inverter worden solarmodules extra afgezekerd. Doorslaggevend voor het afzekeren van de solarmodule is de maximale kortsluitstroom I sc van de betreffende solarmodule. Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen Bij het afzekeren van de solarmodulestrings moet er per string aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: - I N >,5 x I SC - I N <,0 x I SC - U N 850 V DC - Afmetingen van de zekeringen: Diameter 0,3 x 35-38 mm I N I SC U N Nominale stroomwaarde van de zekering Kortsluitstroom bij standaardtestvoorwaarden (STC) volgens het gegevensblad van de solarmodule Nominale spanningswaarde van de zekering Gevolgen van te lichte zekeringen Bij gebruik van te lichte zekeringen kan de nominale stroomwaarde van de zekering kleiner worden dan de kortsluitstroom van de solarmodule. Gevolg: bij een intensieve lichtopbrengst kan de zekering doorslaan. Aanbeveling voor de zekeringen OPMERKING! Kies alleen zekeringen die voor een spanning van 850 volt DC geschikt zijn! Voor een onberispelijke betrouwbaarheid alleen de volgende, door Fronius geteste, zekeringen gebruiken: - Cooper Bussmann PV-zekeringen Voor materiële schade of andere incidenten in combinatie met andere zekeringen is Fronius niet aansprakelijk, alle garantieclaims worden afgewezen. Toepassingsvoorbeeld Bijvoorbeeld: Maximale kortsluitstroom (I SC ) van de solarmodule = 5,75 A Overeenkomstig de criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen moet de nominale stroomwaarde van de zekering groter zijn dan het,5 voudige van de kortsluitstroom: 5,75 A x,5 = 8,65 A volgens tabel 'Zekeringen' te kiezen zekering: PV-0A0F met 0 A en een nominale spanning van 000 V gelijkstroom. 45

Zekeringen Nominale stroomwaarde Zekering Nominale stroomwaarde Zekering,0 A PV-A0F 6,0 A PV-6A0F,0 A PV-A0F 8,0 A PV-8A0F 3,0 A PV-3A0F 0,0 A PV-0A0F 4,0 A PV-4A0F,0 A PV-A0F 5,0 A PV-5A0F 5,0 A PV-5A0F Tabel 'Zekeringen': Uittreksel van passende zekeringen, bijvoorbeeld Cooper Bussmann zekeringen 46

Vermogensmodule aan de muursteun ophangen NL Vermogensmodule aan de muursteun ophangen De zijkanten van het deksel zijn zo geconstrueerd, dat deze als grepen fungeren. VOORZICHTIG! Een ontoereikende verbinding van de aardedraad kan ernstig lichamelijk letsel en omvangrijke materiële schade veroorzaken. De schroeven van het huis zijn een geschikte verbinding voor de draad voor het aarden van het huis en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare aardedraad worden vervangen. * * Aanhaalmoment: Nm 47

Datacommunicatie en Solar Net Solar Net en dataverbinding Voor individueel gebruik van de systeemuitbreidingen is door Fronius het Solar Net ontwikkeld. Het Solar Net is een datanetwerk dat de koppeling van meerdere inverters aan de systeemuitbreidingen mogelijk maakt. Het Solar Net is een bussysteem. Voor de communicatie van een of meerdere inverters met de systeemuitbreidingen is een enkele kabel voldoende. Verschillende systeemuitbreidingen worden door Solar Net automatisch herkend. Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen te onderscheiden, moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld. Om elke inverter eenduidig in het Solar Net te definiëren, de betreffende inverter eveneens een individueel nummer toewijzen. Toewijzen van een individueel nummer volgens rubriek 'Het Setup menu'. Nadere inlichtingen over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staan in de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen aangegeven of op internet op www.fronius.com. Meer informatie over de bekabeling van DATCOM-componenten kunt u vinden op http://www.fronius.com - Solar Electronics / Info & Support / Document Downloads / Operating manuals / System monitoring / Guideline cabling Fronius DATCOM. Insteekeenheid voor datacommunicatie De inverter is op de onderzijde met een insteekeenheid voor de datacommunicatie uitgerust. Na het losdraaien van de schroeven kan de insteekeenheid worden verwijderd, waardoor de aansluitingen voor de datacommunicatie toegankelijk worden. BELANGRIJK! Bij het sluiten van de insteekeenheid voor de datacommunicatie erop letten, dat de beide schroeven voor het afdichten van de inverter weer stevig worden aangehaald. Uitschakeling bij te hoge stroom of te lage spanning De insteekeenheid voor de datacommunicatie beschikt over een uitschakelfunctie, die de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net en naar de V melduitgang onderbreekt: - bij een te hoge stroom, bijvoorbeeld in het geval van kortsluiting - bij een te lage spanning De uitschakeling bij een te hoge stroom en een te lage spanning is niet afhankelijk van de richting waarin de stroom vloeit. Wordt er in het Fronius Solar Net een stroom van > 3 A of een spanning van < 6,5 V gemeten, dan wordt de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net onderbroken. Het herstellen van de stroomtoevoer vindt automatisch plaats. Aansluitingen voor de datacommunicatie Insteekeenheid met aansluitingen voor de datacommunicatie: 48

(3) NL (4) (5) (6) USB Do not disconnect while LED is flashing. OUT GND V DC () () () (7) (8) (9) (0) Nr. Beschrijving () Schroef voor het bevestigen van de insteekeenheid voor de datacommunicatie () Afdichting voor de datacommunicatiekabel (3) USB A bus voor het aansluiten van een USB-stick met maximale afmetingen van l x b x h = 80 x 33 x 0 mm De USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren. De USB-stick wordt niet met de inverter meegeleverd. (4) Aansluiting Solar Net IN Fronius Solar Net-ingang, voor de verbinding met andere DATCOM-componenten (zoals inverter, sensorkaarten, etc.) (5) LED Data-overdracht knippert bij het registeren van de loggingdata (6) Eindstekker Voor het aansluiten van meerdere DATCOM-componenten moet in elke vrije IN- of OUT-aansluiting van de verschillende DATCOM-componenten een eindstekker zijn aangebracht. De eindstekker wordt niet meegeleverd met de inverter. (7) Opmerking m.b.t. de veiligheid voor het verwijderen van een USB-stick (8) Aansluiting Solar Net OUT Fronius Solar Net-uitgang, voor de verbinding met andere DATCOM-componenten (zoals inverter, sensorbox, etc.) (9) V uitgang (sluitcontact) voor het aansluiten van een fijnaderige kabel met een doorsnede van max.,5 mm² voor het aansturen van in de handel verkrijgbare V meldunits (zoals zoemers, controlelampen of installatierelais); V (+ 0 V / - V / 300 ma) (0) LED Solar Net geeft de actuele status van het Fronius Solar Net en de V melduitgang aan Beschrijving van de LED Solar Net De LED Solar Net brandt continu: De voeding voor de datacommunicatie binnen het Fronius Solar Net en de voeding van de V melduitgang zijn in orde 49

De LED Solar Net knippert onafgebroken 3x per seconde: Te hoge stroom of kortsluiting bij de V melduitgang (bijvoorbeeld veroorzaakt door een aangesloten stroomverbruiker die te groot is of niet goed functioneert), de datacommunicatie binnen het Fronius Solar Net is in orde De LED Solar Net brandt niet: Fout bij de datacommunicatie in het Fronius Solar Net; de V melduitgang is uitgeschakeld - Te hoge stroom (een stroom van > 3 A, bijvoorbeeld veroorzaakt door kortsluiting in het Fronius Solar Net) - Te lage spanning (geen kortsluiting, de spanning in het Fronius Solar Net < 6,5 V, bijvoorbeeld als er in het Fronius Solar Net te veel DATCOM-componenten zijn en de voeding onvoldoende is) In een dergelijk geval is een externe voeding van de DATCOM-componenten via een externe voedingseenheid aan een van de DATCOM-componenten noodzakelijk. Voor het vaststellen van een te lage spanning zo nodig ook andere DATCOM-componenten controleren. De LED Solar Net licht om de 5 seconden kort op: Na uitschakeling vanwege een te hoge stroom of een te lage spanning tracht de inverter, zolang de fout blijft bestaan, elke 5 seconden de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net te herstellen. Als de fout is verholpen, wordt de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net binnen 5 seconden hersteld; seconde later wordt ook de stroomtoevoer naar de V melduitgang hersteld. Tijdens deze seconde knippert de LED Solar Net 3x per seconde. Treedt hierna bij de melduitgang geen fout op, dan gaat de LED Solar Net weer continu branden. Voorbeeld Registratie en archivering van de inverter- en sensorgegevens met behulp van de Fronius Datalogger Box en de Fronius Sensor Box: Fronius IG-TL Fronius IG-TL Fronius IG-TL Datalogger Box 3 IN OUT Sensor Box IN OUT IN OUT IN OUT IN OUT C m/s W/m² = eindstekker Verklaring bij de afbeeldingen: Data-netwerk met 3 inverters, een Datalogger Box en een Sensor Box 50

De externe communicatie (Solar Net) geschiedt door de inverter via de insteekeenheid voor de datacommunicatie. De insteekeenheid voor de datacommunicatie is voorzien van twee RS 4 interfaces als in- en uitgang. De verbinding komt tot stand met RJ45 stekkers. NL Maximale uitgangsstroom voor datacommunicatie en V melduitgang De maximale totale uitgangsstroom voor datacommunicatie en V melduitgang bedraagt 500 ma. Deze kan als volgt zijn opgedeeld: Datacommunicatie 00 ma 500 ma V melduitgang + 300 ma + 0 ma Totaal 500 ma 500 ma Voor uitgebreidere informatie over DATCOM-componenten raadpleegt u de bedieningshandleiding "DATCOM Detail". Datacommunicatiekabel op de inverter aansluiten 3 "click" 5x 4 3 3 BELANGRIJK! Voor het aansluiten van meerdere DATCOM-componenten moet in elke vrije IN- of OUT-aansluiting van de verschillende DATCOM-componenten een eindstekker zijn aangebracht. BELANGRIJK! Niet benodigde openingen bij de afdichting met de bijpassende plug afsluiten. 3 3 5

USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware USB-stick als datalogger Een op de USB A bus aangesloten USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren. De op de USB-stick opgeslagen loggingdata kunnen te allen tijde - via het meegelogde FLD-bestand in de software Fronius Solar.access worden geïmporteerd, - via het meegelogde CSV-bestand direct in de programma's van andere aanbieders (bijvoorbeeld Microsoft Excel) worden bekeken. Oudere Excel-versies (tot Excel 007) hebben een regelbeperking van 65536 tekens. Data op de USBstick Wordt de USB-stick als datalogger gebruikt, dan worden automatisch drie bestanden aangelegd: - Systeembestand *.sys: Het bestand slaat voor de klant niet relevante informatie van de inverter op. Het bestand mag niet afzonderlijk worden gewist. Alleen alle bestanden (sys, fld, csv) samen wissen. - Logfile TLxxx_yy.fld (xxx = IG-nummer, yy = doorlopend nummer met posities): Logbestand voor het uitlezen van de data in de software Fronius Solar.access. Nadere informatie over de software Fronius Solar.access vindt u in de bedieningshandleiding DATCOM detail op http://www.fronius.com - Logfile TLxxx_yy.csv (xxx = IG-Nummer, yy = doorlopend nummer met posities): Logbestand voor het uitlezen van de data in een spreadsheetprogramma (bijvoorbeeld: Microsoft Excel) Opbouw van het CSV-bestand: 5

() () (3) (4) NL (5) (6) (7) () ID () Inverternummer (3) Invertertype (DATCOM-code) (4) Logginginterval in seconden (5) Energie in Watt-seconden, gebaseerd op de logginginterval (6) Gemiddelde waarde tijdens de logginginterval (7) extra informatie Datahoeveelheid en opslagcapaciteit Een USB-stick met een opslagcapaciteit van bijvoorbeeld 8 MB kan bij een logginginterval van 5 minuten de loggingdata van ca. 7 jaar opslaan. CSV-bestand CSV-bestanden kunnen slechts 65535 regels (datasets) opslaan (tot Microsoft Excel versie 007, daarna geen beperking). Bij een logginginterval van 5 minuten worden de 65535 regels binnen ca. 7 maanden beschreven (CSV-datagrootte van ca. 8 MB). Om dataverlies tegen te gaan moet het CSV-bestand binnen deze 7 maanden op de PC worden geplaatst en van de USB-stick worden gewist. Is de logginginterval langer ingesteld, dan wordt deze periode overeenkomstig langer. FLD-bestand De FLD-bestanden mogen niet groter zijn dan 6 MB. Dit komt bij een logginginterval van 5 minuten overeen met een opslagtermijn van ca. 7 jaar. Overschrijdt het bestand deze grens van 6 MB, dan moet het op de PC worden geplaatst 53

en moeten alle data van de USB worden gewist. Na het beveiligen en verwijderen van de data kan de USB-stick direct weer voor het registreren van de loggingdata worden aangesloten, zonder dat verdere handelingen nodig zijn. OPMERKING! Door een volle USB-stick kunnen data verloren gaan of worden overschreven. Bij het aanbrengen van de USB-stick erop letten, dan op de USB-stick voldoende geheugencapaciteit aanwezig is. Buffergeheugen Wordt de USB-stick losgetrokken (bijvoorbeeld: voor het veilig opslaan van data) worden de loggingdata in een buffergeheugen van de inverter geschreven. Zodra de USB-stick weer wordt aangesloten, worden de data automatisch vanuit het buffergeheugen naar de USB-stick verzonden. Het buffergeheugen kan maximaal 4 loggingpunten opslaan. Data worden alleen tijdens de werking van de inverter (vermogen groter dan 0 W) meegelogd. Voor de verschillende loggingintervallen zijn de volgende periodes voor het opslaan van data mogelijk: Logginginterval [min] Periode [min] 5 0 0 40 5 360 0 480 30 70 Wanneer het buffergeheugen vol is, worden de oudste data in het buffergeheugen door de nieuwe data overschreven. BELANGRIJK! Het buffergeheugen heeft permanente voedingsspanning nodig. Mocht tijdens de werking de wisselstroom uitvallen, dan gaan alle data in het buffergeheugen verloren. Om de data 's-nachts niet de verliezen, moet de automatische nachtuitschakeling worden gedeactiveerd (Night Mode op ON zetten - zie hoofdstuk 'Menuopties instellen en tonen', rubriek 'Parameter in menuoptie DATCOM bekijken en instellen'). Passende USBsticks Door het grote aantal op de markt zijnde USB-sticks kan niet worden gegarandeerd, dat iedere USB-stick door de inverter wordt herkend. Fronius adviseert uitsluitend gecertificeerde, door de industrie goedgekeurde USB-sticks te gebruiken (let op het USB-IF logo!). De inverter ondersteunt USB-sticks met de volgende bestandssystemen: - FAT - FAT6 - FAT3 Fronius raadt aan de gebruikte USB-sticks alleen te gebruiken voor het registreren van loggingdata of voor het actualiseren van de inverter-software. De USB-sticks mogen geen andere data bevatten. 54

USB-symbool op het inverterdisplay, bijvoorbeeld in de afleesmodus 'NOW' NL Herkent de inverter een USB-stick, dan wordt rechtsboven op het display het USB-symbool weergegeven. Bij het aanbrengen van de USB-stick erop letten of het USB-symbool wordt weergegeven (kan ook knipperen). OPMERKING! Bij toepassingen in de buitenlucht moet erop worden gelet dat de werking van conventionele USB-sticks vaak slechts binnen een beperkt temperatuurgebied is gewaarborgd. Bij toepassingen in de buitenlucht ervoor zorgen dat de USB-stick bijvoorbeeld ook bij lage temperaturen werkt. USB-stick voor het actualiseren van de invertersoftware Met behulp van de USB-stick kunnen ook eindgebruikers de software van de inverter actualiseren: het updatebestand wordt eerst op de USB-stick opgeslagen en daarna vanaf de stick op de inverter overgebracht. Meer informatie over het actualiseren van de invertersoftware met behulp van een USBstick kunt u vinden in het hoofdstuk 'Bediening', rubriek 'Menu-opties instellen en tonen'. De invertersoftware kan ook via een datalogger of een Fronius SmartConverter (= verbinding via PC / Laptop) in combinatie met de software Fronius solar.update worden geactualiseerd (zie bedieningshandleiding Fronius Solar.update ). USB-stick verwijderen Opmerking m.b.t. de veiligheid voor het verwijderen van een USB-stick: Do not disconnect while LED is flashing. BELANGRIJK! Om het verlies van data te voorkomen, mag een aangesloten USBstick alleen onder de volgende voorwaarden worden verwijderd: - alleen via het Setup menu, menuoptie USB / Veilig verwijderen - wanneer de LED Data-overdracht niet meer knippert of brandt. 55

Eerste ingebruikname Configuratie af fabriek De inverter werd af fabriek voorgeconfigureerd. De taal en de tijd moeten bij de eerste ingebruikneming worden ingesteld. Individuele configuratiemogelijkheden volgens rubriek 'Het Setup menu' in het bedieningsdeel van deze handleiding. Eerste ingebruikneming Na aansluiting van de inverter op de solarmodule (DC) en het openbare net (AC) hoeft u alleen nog maar de hoofdschakelaar in stand - - te zetten. OPMERKING! Om de beschermingsklasse van de inverter te waarborgen: - Voor ingebruikneming bij de afdichting pluggen in alle openingen aanbrengen waarin zich geen kabels bevinden - Indien kabels door de afdichting worden gevoerd, de overige pluggen in de verdiepingen aan de buitenzijde aanbrengen 3 - Geeft de solarmodule voldoende vermogen af, dan licht de Startup-LED oranje op. De inverter begint met de Startup-fase. Het oranje oplichten van de LED geeft aan dat de automatische start van de inverter binnenkort zal plaatsvinden. - Na de automatische start van de inverter licht de LED bedrijfsstatus groen op. - Zolang de levering aan het net plaatsvindt, licht de LED bedrijfsstatus groen op en bevestigt deze de storingsvrije werking van de inverter. - Er verschijnt een tekst voor het instellen van de taal: 3 4 Met de behulp van de toets 'op' of 'neer' de gewenste taal instellen Voor het overnemen van de taal de toets 'Enter' indrukken - Aansluitend moeten nog de tijd en de datum worden ingesteld: 56

De tijd wordt weergegeven (HH:MM:SS, 4-uurs aanduiding), de positie voor het uur knippert. NL 5 6 Met de toets 'op' of 'neer' een waarde selecteren voor het uur Op de toets Enter drukken De positie voor de minuten knippert. 7 Handeling 5 en 6 voor de minuten en de seconden herhalen, tot... de ingestelde tijd knippert. 8 Op de toets Enter drukken De tijd wordt overgenomen, de datum wordt getoond (DD.MM.JJJJ), de positie voor de dag knippert. 9 0 Met de toets 'op' of 'neer' een waarde selecteren voor de dag Op de toets Enter drukken De positie voor de maand knippert. Handelingen 9 en 0 voor de maand en de laatste posities voor het jaar herhalen tot... 57

de ingestelde datum knippert. Op de toets Enter drukken Wordt het instellen van de taal en de tijd met de terugtoets genegeerd en vinden geen instellingen in de setup plaats, dan verschijnen deze beide vragen weer wanneer de inverter de volgende keer wordt opgestart. 58

Bediening

Bedieningselementen en aanduidingen NL Bedieningselementen en aanduidingen (8) () (7) (6) () (3) (4) (5) Nr. Beschrijving () Display voor het weergeven van waarden, instellingen en menu's Functietoetsen - vervullen afhankelijk van procedure verschillende functies: () Toets links/op voor navigatie naar links en naar boven (3) Toets neer/rechts voor navigatie naar beneden en naar rechts (4) Toets Menu/ Esc voor het wisselen in het menuniveau voor het verlaten van het Setup menu (5) Toets 'Enter' voor het bevestigen van een keuze Controle- en status-led's (6) LED bedrijfsstatus (groen) voor het weergeven van de bedrijfsstatus (7) Startup-LED (oranje) voor het weergeven of de inverter zich in de Startfase of in de Standby modus bevindt (8) Algemene status-led (rood) brandt, wanneer op het display een statusaflezing wordt getoond. Display De voeding van het display wordt verzorgd via de AC-netspanning. Afhankelijk van de instelling in het Setup-menu kan het display de gehele dag ter beschikking staan. BELANGRIJK! Het display van de inverter is geen geijkt meetapparaat. Afhankelijk van het systeem kan ten opzichte van de meter van het energiebedrijf een geringe afwijking van enkele procenten optreden. Voor het opstellen van een nauwkeurige afrekening voor het energiebedrijf is daarom een geijkte meter vereist. 6

Afleesmodi Toelichting parameters Weergave van waarden en eenheden evenals Status-codes Afleesbereiken op het display, afleesmodus Functies van de functietoetsen Energy Manager (**) WR-nr. Geheugensymb. USB-verb. (***) Afleesmodi voorgaande menuopties (*) huidig geselecteerde menuoptie volgende menuopties Functies van de functietoetsen Afleesbereiken op het display, Setup-modus (*) Schuifbalk (**) Symbool Energy Manager wordt weergegeven als de functie Energy Manager actief is (***) WR-Nr. = inverter DATCOM-nummer, Geheugensymbool - wordt kortstondig weergegeven bij het opslaan van de ingestelde waarden, USB-verbinding - wordt weergegeven als er een USB-stick wordt aangesloten Symbolen voor indeling van de functietoetsen Op het display worden m.b.t. de indeling van de functietoetsen de volgende symbolen weergegeven: Navigatie: naar links Navigatie: naar boven Waarde verhogen Navigatie: naar rechts Navigatie: naar beneden Waarde verlagen Menu / Terug Enter 6

Controle- en status-led's () Algemene status-led (rood) () Startup-LED (oranje) NL () (3) Bedrijfsstatus-LED (groen) () (3) LED Kleur Activiteit Toelichting () rood brandt Algemene status: Weergave van de overeenkomstige statusaflezing op het display Onderbreking van de levering aan het net tijdens de behandeling van de storing (de inverter wacht op het verwijderen of verhelpen van een opgetreden storing) () oranje brandt De inverter bevindt zich in de automatisch Startup- of Zelftestfase, zodra de solarmodules na zonsopgang voldoende vermogen leveren de inverter werd in het Setup menu in de Standby modus geschakeld (= handmatige uitschakeling van de levering aan het net) De software van de inverter werd geactualiseerd (3) groen brandt De LED brandt na de automatische Startup fase van de inverter, zolang de levering aan het net plaatsvindt. De fotovoltaïsche installatie werkt storingvrij. Een lijst met de betreffende statusaflezingen, statusoorzaken en remedies vindt u in het hoofdstuk 'Onderhoud en service', rubriek 'Statusdiagnose en status verhelpen'. 63

Startup-fase en levering aan het net Startup-fase Na het automatisch inschakelen voert de inverter de volgende tests en controles uit: a) Zelftest van belangrijke componenten van de inverter - de inverter doorloopt een virtuele checklist b) Synchronisatie met het net c) Startup-test Voordat de inverter met de levering aan het net begint, worden de nettoestanden volgens de voorschriften in uw land uitvoerig getest. Deze test duurt enkele seconden tot enkele minuten, afhankelijk van de landspecifieke bepalingen. Tijdens de Startup-fase - licht de LED bedrijfsstatus oranje op, - wordt op het display 'wait...' en het actueel geteste component aangeduid, bijvoorbeeld: Levering aan het net - Na het voltooien van de tests begint de inverter met de levering aan het net - Op het moment van inschakelen op het net controleert de inverter stroomloos de werking van het relais: binnen seconde zijn meerdere schakelprocedures van het relais te horen. - Het display toont het actuele vermogen, waarmee het net wordt gevoed, bijvoorbeeld: - De bedrijfsstatus-led licht groen op, de inverter werkt. 64

Navigatie op menuniveau NL Displayverlichting activeren Een willekeurige toets indrukken De displayverlichting wordt ingeschakeld. In het Setup-menu bestaat voorts de mogelijkheid, een continu in- of uitgeschakelde displayverlichting in te stellen. Automatisch Uitschakelen van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU' Wordt minuten geen toets ingedrukt, - dan gaat de displayverlichting automatisch uit en schakelt de inverter de afleesmodus 'NU' in (indien de displayverlichting op 'Automatisch' is ingesteld). - Het omschakelen in de afleesmodus 'NU' geschiedt vanuit iedere willekeurige positie met uitzondering van de Setup menuoptie 'Standby'. - Het actueel aan het net geleverde vermogen wordt weergegeven. Menuniveau oproepen Toets 'Menu' indrukken Het display toont 'Menu'. De inverter bevindt zich nu op het menuniveau. Vanuit het menu - kan de gewenste afleesmodus worden ingesteld - kan het Setup menu worden opgeroepen 65

De weergavemodi De afleesmodi De volgende afleesmodi zijn op de inverter beschikbaar: Afleesmodus NOW... Aflezing van momentele waarden Afleesmodus 'TODAY'... Aflezing van waarden voor de levering aan het net vandaag Afleesmodus 'YEAR'... Weergave van de waarden voor de levering aan het net gedurende dit kalenderjaar Afleesmodus 'TOTAL'... Aflezing van waarden voor de levering aan het net vanaf de in gebruik stelling van de inverter Afleesmodus selecteren Menuniveau oproepen Met de toetsen 'links' of 'rechts' de gewenste afleesmodus selecteren 3 Op de toets Enter drukken De eerste afleeswaarde van de geselecteerde afleesmodus wordt weergegeven. 66

Overzicht van afleeswaarden Afleesmodus Eenheid Afleeswaarde NOW W geleverde energie dagkarakteristiek V Netspanning A Uitgangsstroom Hz Netfrequentie V Solarspanning A Solarstroom String Control Status HH:MM SS Tijd DD.MM YY Datum TODAY YEAR kwh / MWh Geleverde energie Dagkarakteristiek ( TODAY ) 'TOTAL' Valuta Earnings g / kg CO -reductie W max. uitgangsvermogen V max. netspanning V max. solarspanning HH:MM Bedrijfsuren NL 67

Afleeswaarden in afleesmodus 'NOW' Afleesmodus selecteren Afleesmodus 'NOW' selecteren De eerste afleeswaarde in de afleesmodus 'NOW' verschijnt. Met behulp van de toets 'neer' naar de volgende afleeswaarde bladeren Eerste afleeswaarde in afleesmodus 'NOW' terug bladeren met behulp van de toets 'op' Afleeswaarden in afleesmodus 'NOW' Uitgangsvermogen momenteel aan het net geleverd vermogen (Watt) Op de toets 'Enter' drukken om de dagkarakteristiek weer te geven Dagkarakteristiek geeft het verloop van het uitgangsvermogen tijdens de dag grafisch weer. De schaal van de tijdas past zich automatisch aan. Druk op de toets 'Terug' om de weergave te sluiten Netspanning (volt) Uitgangsstroom momenteel aan het net geleverde stroom (Ampère) Netfrequentie (Hertz) 68

Solarspanning momenteel aan de solarmodules aanliggende spanning (Volt) NL Solarstroom momenteel door de solarmodules geleverde stroom (Ampère) Op toets 'Enter' drukken om naar het menu 'String Control Status' te gaan String Control Status De op de dag gegenereerde solarstroom van meetkanaal en meetkanaal en de actuele afwijking van de meetkanalen samen worden weergegeven. Druk op de toets 'Terug' om de weergave te sluiten Tijd wordt de tijd op de inverter of een systeemuitbreiding veranderd, dan verandert deze ook op alle door middel van het Solar Net verbonden apparaten. Datum wordt de datum op de inverter of een systeemuitbreiding veranderd, dan verandert deze op alle door middel van het Solar Net verbonden apparaten. 69

Afleeswaarde in de afleesmodi 'TODAY / YEAR / TO- TAL' Afleesmodus 'TO- DAY / YEAR / TO- TAL' selecteren Afleesmodus 'TODAY' of afleesmodus 'YEAR' of afleesmodus 'TOTAL' selecteren De eerste afleeswaarde in de geselecteerde afleesmodus verschijnt. Met behulp van de toets 'neer' naar de volgende afleeswaarde bladeren Eerste afleeswaarde in afleesmodus 'TODAY' terug bladeren met behulp van de toets 'op' Eerste afleeswaarde in afleesmodus 'YEAR' Eerste afleeswaarde in afleesmodus 'TOTAL' 70

Afleeswaarde in de afleesmodi 'TODAY / YEAR / TOTAL' Geleverde energie tijdens de geobserveerde periode aan het net geleverde energie (kwh / MWh) Op de toets 'Enter' drukken om de dagkarakteristiek weer te geven (alleen in de afleesmodus 'TO- DAY') NL Dagkarakteristiek geeft het verloop van het uitgangsvermogen tijdens de dag grafisch weer. De schaal van de tijdas past zich automatisch aan. Druk op de toets 'Terug' om de weergave te sluiten In verband met verschillende meetmethoden kunnen afwijkingen ten opzichte van afleeswaarden van andere meetapparaten ontstaan. Voor het verrekenen van de geleverde energie zijn alleen de afleeswaarden van de door de elektriciteitsmaatschappij ter beschikking gestelde, geijkte meter bindend. Earnings tijdens de geobserveerde periode bespaard geld (valuta in het Setup menu instelbaar) Net als bij de geleverde energie kunnen ook bij Earnings afwijkingen ten opzichte van andere meetwaarden ontstaan. Instelling van valuta en verrekentarief wordt in de rubriek 'Het Setup menu' beschreven. De fabrieksinstelling hangt af van de betreffende landspecifieke setup. CO -reductie... tijdens de geobserveerde periode bespaarde CO -emissie De waarde voor de CO -reductie komt overeen met de CO -emissie, die bij productie van de gelijke hoeveelheid stroom in een bestaande energiecentrale zou zijn vrijgekomen. De fabrieksinstelling bedraagt 0,59 kg / kwh (bron: DGS - Deutsche Gesellschaft für Sonnenenergie). Maximaal uitgangsvermogen hoogste, tijdens de geobserveerde periode aan het net geleverde vermogen (W) 7

Netspanning maximaal hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten netspanning (V) Maximale solarspanning hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten spanning van de solarmodule (V) Bedrijfsuren Bedrijfsduur van de inverter (HH:MM). Hoewel de inverter tijdens de nacht buiten bedrijf is, worden de voor de optie Fronius Sensor Box benodigde gegevens dag en nacht geregistreerd en opgeslagen. BELANGRIJK!Voor de correcte weergave van de dag- en jaarwaarden moet de tijd correct zijn ingesteld. 7

Het Setup-menu NL Instelling vooraf De inverter is bedrijfsgereed geconfigureerd. Daarom zijn voor de volautomatische levering aan het net geen instellingen vooraf nodig. Het Setup-menu maakt een eenvoudige wijziging van de vooraf-instellingen van de inverter mogelijk om op de best mogelijke wijze aan uw specifieke wensen en eisen te voldoen. Het setup menu binnengaan 3 In het basismenu wisselen (toets 'Menu" indrukken) Met de toets 'links' of 'rechts' de modus 'SETUP' selecteren Op de toets Enter drukken Basismenu, SETUP geselecteerd De eerste menuoptie Standby van het Setup-menu wordt weergegeven. Menuoptie Standby Tussen menuopties bladeren Voorbeeld: Menuoptie Standby Voorbeeld: Menuoptie Contrast Het setup menu binnengaan Met de toetsen op of neer tussen de beschikbare menuopties bladeren 73

Menuopties in het Setup menu Standby Handmatige activering / Deactivering van het Standby bedrijf Eenheid - Instelbereik Enter Fabrieksinstelling Standby uitgeschakeld - In de standby-modus is de vermogenselektronica uitgeschakeld. Er vindt geen levering aan het net plaats. - De Startup LED licht oranje op. - In de Standby-modus kan geen andere menuoptie in het Setup menu worden opgeroepen of ingesteld. - Het automatisch wisselen in de afleesmodus 'NOW' is niet geactiveerd nadat minuten geen toets werd ingedrukt. - De Standby-modus kan alleen handmatig door het indrukken van de toets 'Enter' worden beëindigd. - De levering aan het net kan op elk gewenst moment weer worden voortgezet ('Standby' deactiveren). Standby-functie instellen (handmatig uitschakelen van de levering aan het net): Menuoptie Standby selecteren Op de toets Enter drukken Op het display verschijnt afwisselend STANDBY en 'ENTER. De Standby-modus is nu geactiveerd. De Startup-LED licht oranje op. Levering aan het net weer inschakelen: In de Standby-modus verschijnt op het display afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'. Voor het hervatten van de levering aan het net op de toets Enter drukken De menu-optie Standby wordt getoond. Parallel daaraan doorloopt de inverter de Startup fase. Na het weer leveren aan het net licht de bedrijfsstatus-led groen op. Contrast Instelling van het contrast op het display Eenheid - Instelbereik 0-0 Fabrieksinstelling 5 Omdat het contrast temperatuurafhankelijk is, kunnen wisselende omgevingsvoorwaarden de instelling van de menuoptie 'Contrast' noodzakelijk maken. Verlichting Instelling van de displayverlichting 74

Eenheid - Instelbereik AUTO / ON / OFF Fabrieksinstelling AUTO NL AUTO: ON: OFF: De displayverlichting wordt door het indrukken van een willekeurige toets ingeschakeld. Wordt minuten lang geen toets ingedrukt, dan gaat de displayverlichting weer uit. De displayverlichting is bij actieve inverter constant ingeschakeld. De displayverlichting is constant uitgeschakeld. BELANGRIJK! De menu-optie 'Verlichting' betreft alleen de achtergrondverlichting van het display en de verlichting van de toetsen. Taal Instelling van de displaytaal Eenheid - Weergavebereik Duits, Engels, Frans, Nederlands, Italiaans, Spaans, Tsjechisch, Slowaaks Fabrieksinstelling (afhankelijk van de landspecifieke setup) Valuta Instelling van valuta en verrekentarief voor de vergoeding van de geleverde energie Eenheid - Weergavebereik Valuta / Leveringstarief Fabrieksinstelling (afhankelijk van de landspecifieke setup) CO -factor Instelling van de factor voor de CO-reductie Eenheid kg/kwh Instelbereik 00,0-99,99 Fabrieksinstelling 0,59 kg/kwh Earnings Instelling - een OFFSET-waarde voor de totale energieaflezing - een meet-compensatiefactor voor de dag-, jaar-, en totale energieweergave Instelbereik Tellerafwijking / teller maateenheid / tellerkalibratie Tellerafwijking Opgave van een waarde voor de opgeslagen energie, die bij de actueel opgeslagen energie wordt opgeteld (bijvoorbeeld overdrachtswaarde bij het vervangen van de inverter) 75

Eenheid Wh Instelbereik 5 posities Fabrieksinstelling 0 Teller eenheid van maat Opgave van het symbool van de eenheid (k..., M...) Eenheid - Instelbereik k / M Fabrieksinstelling - Tellerkalibratie Kengetal van een correctiewaarde, zodat de aflezing op het display van de inverter overeenstemt met de geijkte waarde van de elektriciteitsmeter Eenheid % Instelbereik -5,0 - +5,0 Fabrieksinstelling 0 DATCOM Controle van de datacommunicatie, opgave van het inverternummer, DATCOM-nachtmodus, protocolinstellingen Instelbereik Status / Inverternummer / Nachtmodus / Protocoltype Status geeft aan dat er via Solar Net datacommunicatie verloopt of dat er in de datacommunicatie een storing is opgetreden Inverternummer Instelling van het nummer (=adres) van de inverter bij een installatie met meerdere solarinverters Eenheid - Instelbereik 00-99 (00 = 00e inverter) Fabrieksinstelling 0 BELANGRIJK! Bij het gebruiken van meerdere inverters in een datacommunicatiesysteem moet aan iedere inverter een eigen adres worden toegewezen. Nachtmodus DATCOM-nachtmodus; stuurt de DATCOM- en displayfunctie tijdens de nacht of bij onvoldoende gelijkspanning aan Eenheid - Instelbereik AUTO / ON / OFF Fabrieksinstelling AUTO AUTO: De DATCOM-functie is altijd actief zolang er in een actief, niet onderbroken Solar Net een datalogger is aangesloten. Het display is tijdens de nacht donker en kan worden geactiveerd door op een willekeurige toets te drukken. 76

ON: De DATCOM-functie is altijd actief zolang er in het Solar Net DATCOM-componenten zijn aangesloten (ook als het Solar Net is onderbroken). De inverter stelt de V voor de voeding van het Solar Net ononderbroken ter beschikking. Het display is altijd actief. NL BELANGRIJK! Is de DATCOM-nachtmodus bij aangesloten Solar Net componenten ingesteld op ON of op AUTO, dan wordt het stroomverbruik van de inverter gedurende de nacht verhoogd tot 7,3 W. OFF: Geen DATCOM-functie tijdens de nacht, de inverter heeft geen wisselstroom nodig voor de voeding van het Solar Net. Het display is 's nachts uitgeschakeld. Protocoltype Hiermee wordt vastgelegd via welk communicatieprotocol de data worden overgebracht: Eenheid - Instelbereik Solar Net / Interface Fabrieksinstelling Solar Net Signal Relais Controle van de datacommunicatie, signaal activeren, signaalinstellingen, signaaltest, DATCOM-nachtmodus, protocolinstellingen Instelbereik Signaalmodus / Signaaltest / Inschakelpunt* / Uitschakelpunt* * worden alleen weergegeven als onder Signaalmodus de functie E-Manager is geactiveerd. Signaalmodus voor het selecteren van de diverse functies van de V uitgang op de insteekeenheid voor de datacommunicatie: - Alarmfunctie - actieve uitgang - Energy Manager Eenheid - Instelbereik ALL / Permanent / OFF / ON / E-Manager Fabrieksinstelling ALL Alarmfunctie: Permanent / ALL: Schakelen van de V uitgang bij permanente en tijdelijke servicecodes (bijvoorbeeld korte onderbreking van de levering aan het net, een servicecode treedt vaker dan 50x per dag op) actieve uitgang: ON: De V uitgang is continu ingeschakeld zolang de inverter in bedrijf is (zolang het display verlicht is of iets toont). 77

OFF: De V uitgang is uitgeschakeld. Energy Manager: E-Manager: Met behulp van de functie Energy Manager kan de V uitgang door het opgeven van een in- of uitschakelpunt dat afhankelijk is van het aan het net geleverde vermogen, zo worden aangestuurd dat deze als actor fungeert. Signaaltest Controle of de V melduitgang periodiek schakelt Inschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie Energy Manager) Raadpleeg voor meer informatie over de functie Energy Manager de volgende secties - Energy Manager - Energy Manager: Opmerkingen over het instellen van het in- en uitschakelpunt - Energy Manager: Voorbeeld voor het instellen van de vermogenslimiet waarbij de V uitgang wordt ingeschakeld Fabrieksinstelling: 0% van het nominaal vermogen Instelbereik Uitschakelpunt - max. nominaal vermogen van de inverter / W / kw / MW Uitschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie Energy Manager) voor het instellen van de vermogenslimiet waarbij de V uitgang wordt uitgeschakeld Fabrieksinstelling: 0 Instelbereik 0 - inschakelpunt / W / kw / MW Energy Manager Met behulp van de functie Energy Manager kan de V uitgang zo worden aangestuurd dat deze als actor fungeert. Zo kan een op de V uitgang aangesloten verbruiker worden gestuurd door het opgeven van een in- of uitschakelpunt dat afhankelijk is van het aan het net geleverde vermogen. De V uitgang wordt automatisch uitgeschakeld: - als de inverter geen stroom levert aan het openbare net; - als de inverter handmatig in de modus Stand-by wordt gezet; - als er een vermogen wordt opgegeven dat < 0% van het nominale vermogen bedraagt; - bij onvoldoende zoninstraling. Voor het activeren van de functie Energy Manager de optie E-Manager selecteren en op de toets Enter drukken. Als de functie Energy Manager actief is, wordt linksboven op het display het symbool Energy Manager weergegeven: bij uitgeschakelde V uitgang (open contact) bij ingeschakelde V uitgang (gesloten contact) 78

Voor het deactiveren van de functie Energy Manager een andere functie selecteren en op de toets Enter drukken. NL Energy Manager: Opmerkingen over het instellen van het in- en uitschakelpunt Houd bij het instellen van het in- en uitschakelpunt rekening met het volgende: Een te klein verschil tussen inschakelpunt en uitschakelpunt kan leiden tot veelvuldig optredende schakelcycli. Ook vermogensschommelingen kunnen dit effect hebben. Om veelvuldig in- en uitschakelen te voorkomen, moet het verschil tussen inschakelpunt en uitschakelpunt ten minste 00-00 W bedragen. Houd bij het kiezen van het uitschakelpunt rekening met de vermogensopname van de aangesloten verbruiker. Houd bij het kiezen van het inschakelpunt ook rekening met weersinvloeden en de verwachte zoninstraling. Energy Manager: Voorbeeld Inschakelpunt = 000 W Uitschakelpunt = 800 W Als de inverter ten minste 000 W of meer levert, wordt de V uitgang van de inverter ingeschakeld. Als het vermogen van de inverter daalt tot onder 800 W, wordt de V uitgang uitgeschakeld. Mogelijke toepassingen: exploitatie van een warmtepomp of een klimaatbeheerssysteem met maximaal gebruik van eigen stroom BELANGRIJK! Sluit geen 30 V stroomverbruikers rechtstreeks op de V uitgang aan. Voor het aansturen van een 30 V stroomverbruiker via de V uitgang zijn aanvullende relais of beveiligingen vereist. USB Opgave van waarden in samenhang met een USB-stick Instelbereik Veilig verwijderen / Update software / Logginginterval Disconnect Safely Om een USB-stick zonder dataverlies uit de USB A bus bij de insteekeenheid voor de datacommunicatie te trekken. De USB-stick kan worden verwijderd: - wanneer de OK-melding wordt weergegeven - wanneer de LED 'Data-overdracht' niet meer knippert of brandt Update Software Voor het actualiseren van de invertersoftware m.b.v. een USB-stick. Meer informatie over het uitvoeren van software-updates m.b.v. een USB-stick vindt u in de rubriek 'Menu-opties instellen en tonen'. Logging Intervall Activeren / deactiveren van de loggingfunctie, evenals opgave van een logginginterval Eenheid Instelbereik Minuten 30 Min / 0 Min / 5 Min / 0 Min / 5 Min / No Log 79

Fabrieksinstelling No Log 30 min. De logginginterval bedraagt 30 minuten; elke 30 minuten worden nieuwe loggingdata op de USB-stick opgeslagen. 0 min. 5 min. 0 min. 5 min. De logginginterval bedraagt 5 minuten; elke 5 minuten worden nieuwe loggingdata op de USB-stick opgeslagen. No Log Geen opslag van data BELANGRIJK! Voor een onberispelijke logging-functie moet de tijd correct zijn ingesteld. String Control Voor het monitoren van ingaande solarmodulestrings Werkingsprincipe: - De ingaande solarmodulestrings worden in meetkanalen samengebundeld. - De meetkanalen genereren van de gehele invoerdag de totale stroom van de op dat moment aangesloten solarmodulestrings. - Voor een effectieve vergelijking van beide meetkanaalwaarden wordt de gemiddelde solarmodule-stringstroom weergegeven. - De gemiddelde solarmodule-stringstroom resulteert uit de kanaalmeetwaarde gedeeld door het aantal per kanaal aangesloten solarmodule-strings. - Het verschil tussen de beide gemiddelde waarden wordt berekend en in procenten weergegeven, waarbij telkens de kleinste gemiddelde waarde van de grootste gemiddelde waarde wordt afgetrokken. - Op het display wordt een waarschuwing weergegeven, wanneer a) het verschil tussen de beide gemiddelde waarden groter is dan de vastgelegde maximale afwijking en b) de voor de gemiddelde solarmodule-stringstroom van een meetkanaal vastgelegde threshold wordt overschreden. Instelbereik Indicatie: Status / Config. Kanaal # / Config. Kanaal # / max. Afwijking / Drempelw. BELANGRIJK!Voor een onberispelijke functioneren van de solarmodule-stringmonitoring moet de tijd correct zijn ingesteld. Status meetwaarde van de gemiddelde solarmodule-stringstroom van meetkanaal, meetkanaal en de actuele onderlinge afwijking. 80

Config. Kanaal # voor het configureren van het aantal op meetkanaal (MC) aangesloten solarmodulestrings; meetkanaal = DC- aansluitklemmen - 3 Config. Kanaal # voor het configureren van het aantal op meetkanaal (MC) aangesloten solarmodulestrings; meetkanaal = DC- aansluitklemmen 4-6 DC+ MC MC DC- 3 4 5 6 NL Eenheid - Instelbereik 0-99; 0 = geen monitoring van het meetkanaal Fabrieksinstelling 0 max. Afwijking het invoeren van een waarde in %, hoe groot het verschil bij het vergelijken van beide gemiddelde waarden ten opzichte van elkaar maximaal mag zijn. Eenheid % Instelbereik 5-99 Fabrieksinstelling 0 Drempelw. (Drempelwaarde) voor het invoeren van een waarde in Ah voor de gemiddelde solarmodule-stringstromen van de meetkanalen, waarvan bij overschrijding een waarschuwing op het display wordt gegeven. Eenheid Ah Instelbereik - 50 Fabrieksinstelling 4 Apparaatinformatie Voor het weergeven van instellingen die relevant zijn voor een energiebedrijf. De weergegeven waarden zijn afhankelijk van de betreffende landspecifieke setup of van apparaatspecifieke instellingen van de inverter. Weergavebereik Algemeen / MPP-tracker / Netbewaking / Spanningsgrenzen / Frequentiegrenzen / P AC-reductie Algemeen: Setup Versie Group Landspecifieke setup Versie van de landspecifieke setup Groep voor het bijwerken van de invertersoftware 8

MPP-tracker: DC-modus FIX User DC-functie Spanningwaarde in volt voor werking met een vaste spanning Spanningwaarde in volt voor de functie MPP-User Netbewaking: GMTi GMTr ULL LL Trip Tijd voor opnieuw opstarten van de inverter in sec. Inschakeltijd in sec. na een netstoring Gemiddelde netspanningwaarde gedurende 0 min. in volt Inschakeltijd voor de langdurige spanningsbewaking Spanningsgrenzen: UIL max UIL min UOL max UOL min Hoogste interne netspanningwaarde in volt Laagste interne netspanningwaarde in volt Hoogste externe netspanninggrenswaarde in volt Laagste externe netspanninggrenswaarde in volt Frequentiegrenzen: FIL max FIL min FOL max FOL min Hoogste interne netfrequentiewaarde in Hz Laagste interne netfrequentiewaarde in Hz Hoogste externe netfrequentiegrenswaarde in Hz Laagste externe netfrequentiegrenswaarde in Hz P AC-reductie: Max. P AC GPIS GFDPRv GFDPRr Handmatige vermogensreductie Softstart-functie Van de netfrequentie afhankelijke vermogensreductie in %/Hz Terugkeer naar het nominale vermogen in %/sec. (na een door de netfrequentie teweeggebrachte vermogensreductie) Tijd Instelling van tijd en datum Eenheid HH:MM, DDMMYYYY Instelbereik Instelbereik Tijd / Datum Fabrieksinstelling - 8

BELANGRIJK! Het correct instellen van de tijd en de datum is een voorwaarde voor: - het onberispelijk functioneren van de solarmodule-stringmonitoring. - het correct weergeven van de dag- en jaarwaarden, evenals van de dagkarakteristiek - een onberispelijke loggingfunctie bij ingestelde logginginterval. NL Status LT Statusweergave van de laatst opgetreden storing in de inverter kan worden weergegeven. BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de statusaflezingen 306 (Power low) en 307 (DC low). Aan deze statusaflezingen ligt geen fout ten grondslag. - Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de status van de vermogensmodule en de laatst opgetreden storing getoond. - Met de behulp van de toets 'op' of 'neer' door de lijst bladeren - Druk op de toets 'Terug' in om de status- en storingslijst te verlaten. Status net De 5 laatst opgetreden netstoringen kunnen worden getoond: - Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de 5 laatst opgetreden netstoringen getoond. - Met de behulp van de toets 'op' of 'neer' door de lijst bladeren - Druk op de toets 'Terug' in om melding van de netstoringen te verlaten Versie Weergave van het versienummer en serienummer van in de inverter ingebouwde printplaten (bijvoorbeeld voor servicedoeleinden) Eenheid - Weergavebereik display / interface / powerstage / filter Fabrieksinstelling - 83

Menuopties instellen en weergeven Menuopties instellen, algemeen 3 Het setup menu binnengaan Met de behulp van de toets 'op' of 'neer' de gewenste menuoptie selecteren Toets 'Enter' indrukken De eerste positie van een in te stellen waarde knippert: de ter beschikking staande instellingen worden weergegeven: 4 M.b.v. de toets op of neer een getal voor de eerste positie kiezen 4 M.b.v. de toetsen op of neer de gewenste instelling selecteren 5 Toets 'Enter' indrukken 5 Druk op de toets 'Enter' om de keuze op te slaan en over te nemen. De tweede positie van de waarde knippert. 6 Stappen 4 en 5 herhalen tot... Druk op de toets 'Esc' om de keuze niet op te slaan. de complete, in te stellen waarde knippert. 7 Toets 'Enter' indrukken 8 9 Stappen 4-6 zo nodig voor eenheden of andere in te stellen waarden herhalen tot de eenheid of de in te stellen waarde knippert. Druk op de toets 'Enter' om de wijzigingen op te slaan en over te nemen. Druk op de toets 'Esc' om de wijzigingen niet op te slaan. De actueel geselecteerde menuoptie wordt weergegeven. De actueel geselecteerde menuoptie wordt weergegeven. Een menuoptie verlaten Druk op toets 'Terug' om een menuoptie te verlaten Het menuniveau wordt weergegeven: 84

Wordt minuten geen toets ingedrukt, - schakelt de inverter vanuit iedere willekeurige positie binnen het Setup-menu over naar de afleesmodus 'NOW' (uitzondering: menuoptie Standby ), - de displayverlichting gaat uit. - Het actueel aan het net geleverde vermogen wordt weergegeven. NL Toepassingsvoorbeelden voor het instellen en weergeven van menuopties Het instellen en weergeven van menuopties wordt aan de hand van de volgende voorbeelden beschreven: - Displayverlichting instellen - Valuta en voedingstarief instellen - Invertersoftware met behulp van USB-stick actualiseren - USB-stick veilig verwijderen - Solarmodule-stringmonitoring activeren - Tijd en datum instellen Displayverlichting instellen Menuoptie Belichting selecteren Op de toets Enter drukken De actuele instelling voor de displayverlichting wordt weergegeven. 3 4 Met de behulp van de toets 'op' of 'neer' de gewenste instelling voor de displayverlichting selecteren Voor het overnemen van de instelling toets 'Enter' indrukken De instellingen voor de displayverlichting worden overgenomen, de menuoptie 'Belichting' wordt weergegeven. 85

Valuta en voedingstarief instellen Menuoptie 'Valuta' selecteren Voor het overnemen van de valuta de toets 'Enter' indrukken Valuta De actueel ingestelde valuta wordt getoond, fabrieksinstelling = EUR ; de eerste van de 3 posities knippert. 3 4 Met de toets 'op' of 'neer' een letter selecteren voor de eerste positie Toets Enter indrukken De tweede positie knippert. 5 Handeling 3 en 4 voor de tweede en derde positie herhalen tot... de ingestelde valuta knippert. 6 Toets Enter indrukken De valuta wordt overgenomen, het actueel ingestelde voedingstarief in valuta/ kwh wordt getoond, fabrieksinstelling = 0,43 EUR / kwh; de eerste positie knippert. 7 8 Met de toets 'op' of 'neer' een waarde selecteren voor de eerste positie (bijvoorbeeld 0) Toets Enter indrukken 86

De tweede positie knippert. 9 Handeling 7 en 8 voor de tweede positie evenals voor de eerste, de tweede en de derde positie na het decimaalteken herhalen tot... NL het ingestelde voedingstarief knippert. 0 Toets Enter indrukken Het ingestelde voedingstarief wordt overgenomen, de menuoptie 'Valuta' wordt weergegeven. Invertersoftware met behulp van USB-stick actualiseren 3 4 5 Het update-bestand updatexx.tl organiseren (bijv. onder http://www.fronius.com; xx staat het betreffende versienummer) OPMERKING! Voor het probleemloos actualiseren van de invertersoftware mag de hiervoor bestemde USB-stick geen verborgen partities en geen versleuteling bevatten. Het updatebestand in het nieuwste dataveld op de USB-stick opslaan Schroeven bij insteekeenheid voor de datacommunicatie losdraaien Insteekeenheid voor de datacommunicatie eruit trekken USB-stick met het updatebestand op de USB-bus van de insteekeenheid voor de datacommunicatie aansluiten 87

6 7 Menuoptie 'USB' selecteren Op de toets Enter drukken 'Veilig verwijderen' wordt weergegeven. 8 M.b.v. de toetsen op of neer de parameter 'Update Software' selecteren 9 Op de toets Enter drukken Wait... wordt getoond, tot...... de oude softwareversie, die op de inverter staat, en de nieuwe softwareversie worden weergegeven. 0 Op de toets Enter drukken 88

De inverter begint met het kopiëren van de gegevens. UPDATE evenals de voortschrijding in % worden weergegeven, tot de gegevens voor alle elektronische componenten zijn gekopieerd. NL Na het kopiëren actualiseert de inverter achtereenvolgens de benodigde elektronische componenten. UPDATE, het betroffen component en de voortschrijding van de actualisatie worden in % weergegeven. Als laatste stap actualiseert de inverter het display. Het display blijft gedurende ca. minuut donker, de controle- en status LED's knipperen. Bij afgesloten software-actualisatie schakelt de inverter in de Startup-fase: - de LED Bedrijfsstatus licht oranje op - wordt op het display 'Wait...' en het actueel geteste component aangeduid. Na de Startup-fase hervat de inverter de levering aan het net. Het actuele uitgangsvermogen wordt weergegeven en de LED Bedrijfsstatus licht groen op. De aangesloten USB-stick kan vervolgens voor het registreren van loggingdata worden gebruikt. 89

Insteekeenheid voor de datacommunicatie inschuiven Schroeven bij insteekeenheid voor de datacommunicatie vastdraaien De actuele softwareversie van de inverter kan in de menuoptie 'Versie' worden bekeken. Bij het actualiseren van de invertersoftware blijven individuele instellingen in het Setup menu behouden. USB-stick veilig verwijderen Schroeven bij insteekeenheid voor de datacommunicatie losdraaien Insteekeenheid voor de datacommunicatie eruit trekken 3 4 Menuoptie 'USB' selecteren Op de toets Enter drukken 'Veilig verwijderen' wordt weergegeven. 5 Op de toets Enter drukken Wait... wordt kort weergegeven. Ok wordt weergegeven. 6 7 Controleer of de LED 'Gegevensoverdracht' bij de insteekeenheid voor de datacommunicatie niet meer knippert of brandt USB-stick verwijderen 90

OPMERKING! Indien een logginginterval voor het registreren van gegevens is ingesteld, begint de inverter na het bevestigen van de 'Ok Mode' weer met het registeren van gegevens. NL 8 9 (Nieuwe) USB-stick aanbrengen Ok-Mode door het indrukken van de toets Terug bevestigen 'Veilig verwijderen' wordt weergegeven. 0 Toets 'Terug' indrukken De menuoptie 'USB' wordt weergegeven. Solarmodulestringmonitoring activeren BELANGRIJK! Om de solarmodule-stringmonitoring te activeren moet voor beide meetkanalen een waarde > 0 worden ingevoerd. Voor de stringmonitoring moet deze waarde overeenkomen met het aantal aangesloten solarmodules per string. De volgende handelingen beschrijven het instellen van het aantal op meetkanaal en aangesloten solarmodulestrings. Menuoptie 'String Control' selecteren Op de toets Enter drukken 9

De parameter Status wordt weergegeven. 3 M.b.v. de toetsen op of neer de parameter 'Config Kanaall #' selecteren 4 Op de toets Enter drukken Kanaal # wordt weergegeven, de eerste positie van de actueel ingestelde waarde knippert. 5 6 M.b.v. de toets op of neer een getal voor de eerste positie selecteren Op de toets Enter drukken De tweede positie knippert. 7 8 M.b.v. de toets op of neer een getal voor de tweede positie kiezen Op de toets Enter drukken Het aantal op meetkanaal aangesloten solarmodulestrings knippert. 9 Op de toets Enter drukken 9

De paramater 'Config Channel #' wordt weergegeven. NL 0 M.b.v. de toetsen op of neer de parameter 'Config. Kanaal #' selecteren Op de toets Enter drukken Kanaal # wordt weergegeven, de eerste positie van de actueel ingestelde waarde knippert. 3 M.b.v. de toets op of neer een getal voor de eerste positie selecteren Op de toets Enter drukken De tweede positie knippert. 4 5 M.b.v. de toets op of neer een getal voor de tweede positie kiezen Op de toets Enter drukken Het aantal op meetkanaal aangesloten solarmodulestrings knippert. 6 Op de toets Enter drukken 93

De paramater 'Config. Kanaal #' wordt weergegeven. 7 Toets 'Terug' indrukken De menuoptie String Control wordt weergegeven. Tijd en datum instellen Menuoptie Tijd selecteren Toets Enter indrukken De tijd wordt weergegeven (HH:MM:SS, 4-uurs aanduiding), de positie voor het uur knippert. 3 4 Met de toets 'op' of 'neer' een waarde selecteren voor het uur Toets Enter indrukken De positie voor de minuten knippert. 5 Handeling 3 en 4 voor de minuten en de seconden herhalen tot... 94

de ingestelde tijd knippert. 6 Toets Enter indrukken NL De tijd wordt overgenomen, de datum wordt getoond (DD.MM.JJJJ), de positie voor de dag knippert. 7 8 Met de toets 'op' of 'neer' een waarde selecteren voor de dag Toets Enter indrukken De positie voor de maand knippert. 9 Handelingen 7 en 8 voor de maand en de laatste posities voor het jaar herhalen tot... de ingestelde datum knippert. 0 Toets Enter indrukken De datum wordt overgenomen, de menuoptie Tijd wordt weergegeven. 95

Toetsenblokkering in- en uitschakelen Algemeen De inverter is met een toetsenblokkeerfunctie uitgerust. Bij geactiveerde Setup Lock functie kan het Setup-menu niet worden opgeroepen, bijvoorbeeld als beveiliging tegen onbedoeld verstellen van de setup-gegevens. Voor het activeren / deactiveren van de toetsenblokkeerfunctie moet de code 3 worden ingegeven. Toetsenblokkering in- en uitschakelen Toets 'Menu' indrukken 'Menu' wordt weergegeven. De niet voorgeprogrammeerde toets 'Esc' 5 x indrukken In het menu 'CODE' wordt 'Access Code' weergegeven, de eerste positie knippert. 3 4 Toegangscode 3 invoeren: Met de toets 'op' of 'neer' een waarde selecteren voor de eerste positie van de code Op de toets Enter drukken De tweede positie knippert. 5 Handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code herhalen, tot... de ingestelde code knippert. 6 Op de toets Enter drukken 96

In het menu LOCK wordt Key Lock weergegeven. NL 7 Met de toets 'op' of 'neer' de toetsenblokkering in- of uitschakelen: ON = toetsenblokkering is ingeschakeld (het Setup-menu kan niet worden opgeroepen) OFF = toetsenblokkering is uitgeschakeld (het Setup-menu kan worden opgeroepen) 8 Op de toets Enter drukken 97

98

Storingen opheffen en onderhoud

Statusdiagnose en storingen opheffen NL Weergave van statusmeldingen De inverter beschikt over een systeem-zelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de fotovoltaïsche installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord. Indien de systeem-zelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statusmelding op het display weergegeven. BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statusmeldingen kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig. Volledig uitvallen van het display Blijft het display langere tijd na zonopgang donker: - Onbelaste spanning van de solarmodule op de aansluitingen van de inverter controleren: Nullastspanning < 350 V... Storing in het overige deel van de fotovoltaïsche installatie Nullastspanning > 350 V... mogelijk fundamentele storing in de inverter. Raadpleeg in dit geval een speciaal door Fronius opgeleide servicetechnicus. - Wisselspanning op de aansluitingen van de inverter controleren: de wisselspanning moet 30 V (+ 0 % / - 5 %)* bedragen. * Netspanningtolerantie afhankelijk van de landspecifieke Setup Statusaflezingen - Klasse Statusaflezingen van klasse treden meestal slechts tijdelijk op en worden door het openbare stroomnet veroorzaakt. De inverter reageert in eerste instantie met een scheiding van het net. Vervolgens wordt het net gedurende de voorgeschreven bewakingsperiode gecontroleerd. Wordt na deze periode geen storing meer vastgesteld, dan zet de inverter de levering van energie aan het net weer voort. Afhankelijk van de landspecifieke Setup is de startfunctie GPIS geactiveerd: overeenkomstig richtlijn VDE-AR-N 405 wordt na een uitschakeling naar aanleiding van een wisselstroomstoring het uitgangsvermogen van de inverter permanent elke minuut met 0% verhoogd. 0 AC spanning te hoog Gedrag 03 Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met levering aan het net. Netaansluitingen controleren Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 0

AC spanning te laag Gedrag 05 AC frequentie te hoog Gedrag 06 AC frequentie te laag Gedrag Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met levering aan het net. Netaansluitingen controleren Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met levering aan het net. Netaansluitingen controleren Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met levering aan het net. Netaansluitingen controleren Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 07 AC net niet beschikbaar Gedrag 08 Eilandfunctie herkend Gedrag Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met levering aan het net. Netaansluitingen controleren Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met levering aan het net. Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. De RCMU heeft een storingstroom in de inverter herkend 0

Gedrag Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met levering aan het net. NL Netaansluitingen of zekeringen controleren Treedt de servicemelding steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. Statusaflezingen - Klasse 3 De klasse 3 omvat statusaflezingen die tijdens levering aan het net kunnen optreden, maar in principe niet tot een duurzame onderbreking van levering aan het net leiden. Na de automatische scheiding van het net en de voorgeschreven netbewaking probeert de inverter de levering aan het net weer te starten. 30 Overstroom (AC) Gedrag 30 Overstroom (DC) Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net in verband met overstroom in het wisselstroomcircuit. De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. Gedrag: kortstondige onderbreking van de levering aan het net in verband met overstroom in het wisselstroomcircuit. De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 303 Te hoge temperatuur koellichaam Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net in verband met te hoge temperatuur De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 304 Inwendige temperatuur te hoog Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net in verband met te hoge temperatuur De inverter begint opnieuw met de opstartfase. 03

zo nodig de koelluchtsleuven en koelichamen uitblazen; Storing wordt automatisch verholpen Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 305 Geen vermogensoverdracht aan het net bij gesloten netrelais Gedrag Permanente onderbreking van de levering aan het net Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 306 (Power low) Spanning van tussencircuit te laag voor het leveren aan het net Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 307 (DC low) DC ingangsspanning te laag voor het leveren aan het net Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. BELANGRIJK!Op grond van een zwakke zoninstraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de statusaflezingen 306 (Power low) en 307 (DC low). Aan deze statusaflezingen ligt geen fout ten grondslag. 308 Spanning tussencircuit te hoog Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 309 DC-ingangsspanning te hoog Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur. 04

Statusaflezingen - Klasse 4 Statusaflezingen van klasse 4 vereisen voor een deel ingrijpen door een door Fronius geschoolde servicemonteur. NL 40 Communicatie met vermogensonderdeel niet mogelijk Gedrag Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 406 Storing in de temperatuursensor Gedrag De inverter wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 407 Storing in de temperatuursensor Gedrag 408 Gelijkstroomvoeding Gedrag De inverter wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen De inverter wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 4 In plaats van het MPP-spanningsbedrijf is het fixeerspanningsbedrijf geactiveerd en de fixeerspanning is op een te lage of te hoge waarde ingesteld. Gedrag De fixeerspanning is lager dan de actuele MPP-spanning. Modulespanning controleren en bij te hoge ingangsspanning schakeling van de solarmodule wijzigen; Indien de statusaflezing permanent wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 46 Communicatie tussen vermogensmodule en besturingseenheid niet mogelijk. Gedrag De inverter wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden. 05

Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 45 Communicatie met vermogensonderdeel niet mogelijk Gedrag De inverter scheidt zich om veiligheidsredenen van het net en tracht aansluitend opnieuw op te starten. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 46 Het laden van het tussencircuit duurt te lang Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur 47 Vermogensmodule te lang niet gereed voor gebruik (time-out) Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur 48 Time-out-storing bij het inschakelen Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur 49 Time-out-storing bij het scheiden Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur 43 Software van vermogensmodule wordt bijgewerkt. Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Firmware m.b.v. Fronius Solar.update of USB-stick bijwerken 06

43 Interne storing databank bij het toewijzen van de vermogensmodule NL Gedrag De inverter scheidt zich om veiligheidsredenen van het net en tracht aansluitend opnieuw op te starten. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 433 Aan de vermogensmodule kan geen dynamische identificatie worden toegewezen Interne databankstoring bij het indelen van de vermogensmodule Gedrag De inverter scheidt zich om veiligheidsredenen van het net en tracht aansluitend opnieuw op te starten. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 436 Onjuiste storingsinformatie van vermogensmodule ontvangen Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur 437 Algemene storingsbehandeling in de vermogensmodule gestart Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur 438 Onjuiste storingsinformatie van vermogensmodule ontvangen Gedrag Kortstondige onderbreking van de levering aan het net De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Storing wordt automatisch opgeheven Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur 44 Vermogensmodule is niet herkend Gedrag De inverter scheidt zich om veiligheidsredenen van het net en tracht aansluitend opnieuw op te starten. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 07

443 Energieoverdracht niet mogelijk Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 445 - Compatibiliteitsfout (bijvoorbeeld na het vervangen van een printplaat) - Ongeldige configuratie van vermogensmodule Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Firmware van de inverter bijwerken; Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 447 Aarding solarmodule, isolatiestoring (verbinding tussen solarmodule en aarding) Gedrag De inverter wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 450 Storing in de Guard-Control Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 45 Het geheugen van de Guard-Control is defect. Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net, weergave van een kritieke storing met behulp van de rood oplichtende LED 'Algemene status'. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 45 Communicatie tussen Guard en de digitale signaalprocessor (DSP) is onderbroken Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 453 Storing in het bepalen van de netspanning door de Guard-Control Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. 08

Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 454 Storing in het bepalen van de netfrequentie door de Guard-Control NL Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 456 Storing in het controleren van de eilandfunctie door de Guard-Control Gedrag 457 Netrelais defect Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net, weergave van een kritieke storing met behulp van de rood oplichtende LED 'Bedrijfsstatus'. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 458 DSP en Guard-Control meten verschillende RCMU-waarden Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Controleren of fase- en neutraalkabel correct zijn aangesloten; Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 459 Vaststellen meetsignaal voor isolatietest niet mogelijk Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 460 Referentie-spanningsbron voor de digitale signaalprocessor (DSP) werkt buiten de toleranties Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 46 Storing in DSP-datageheugen 09

Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 46 Storing bij de monitoringroutine levering DC Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 463 AC-polariteit verwisseld (L/N) Gedrag 474 RCMU-sensor is defect Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. AC-polariteit controleren (L/N) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen De inverter levert geen stroom aan het net. door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 475 Storing in veiligheidsrelais Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 476 Intern component defect Gedrag De inverter levert geen stroom aan het net. door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen Statusaflezingen - Klasse 5 Statusaflezingen van klasse 5 verhinderen over het algemeen niet de levering aan het net, maar kunnen beperkingen bij de levering tot gevolg hebben. De statusaflezing wordt weergegeven tot deze met een druk op de toets wordt bevestigd (op de achtergrond werkt de inverter echter normaal). 509 Geen levering aan het net gedurende de afgelopen 4 uur Beschrijving Op het display wordt een waarschuwing weergegeven 0

Controleren of aan alle voorwaarden voor een storingvrije levering aan het net is voldaan. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 55 Communicatie met de solarmodule-stringmonitoring niet mogelijk NL Beschrijving Waarschuwing van de solarmodule-stringmonitoring Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 56 Communicatie met de opslagunit niet mogelijk Beschrijving Waarschuwing van de opslagunit Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 57 Vermogensderating in verband met een te hoge temperatuur Beschrijving 58 Interne DSP-storing Beschrijving Waarschuwing bij optredende vermogensderating Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen Op het display wordt een waarschuwing weergegeven Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 558 Incompatibele functies (één of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijvoorbeeld na het vervangen van een printplaat) Beschrijving Mogelijk onjuiste weergaven of functiestoringen bij de inverter Firmware van de inverter m.b.v. Fronius Solar.update of USBstick bijwerken; De nieuwste versie van de firmware voor de inverter is beschikbaar op http://www.fronius.com. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 560 Vermogensderating wegens te hoge frequentie

Beschrijving De statusaflezing wordt vanaf een netfrequentie >50, Hz weergegeven. Hierbij wordt het vermogen door de inverter gereduceerd via een helling van 40%/Hz. Bij een netfrequentie van 5,5 Hz wordt de inverter uitgeschakeld. De statusaflezing wordt net zolang weergegeven totdat de inverter weer normaal functioneert. Vanaf een frequentie van 50, Hz probeert de inverter weer te koppelen aan het net. De fout wordt automatisch opgeheven zodra de inverter weer normaal functioneert. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen Statusaflezingen - Klasse 7 Statusaflezingen van klasse 7 betreffen de regeling, de configuratie en de dataregistratie van de inverter en kunnen de levering aan het net direct of indirect beïnvloeden. 70-70 Geeft informatie over de status van de interne processor Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. 7 EEPROM werd opnieuw geïnitialiseerd Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 7-730 Geeft informatie over de status van de interne processor Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. 73 Initialisatiestoring - USB-stick wordt niet ondersteund Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven USB-stick controleren of vervangen Bestandssysteem van de USB-stick controleren Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 73 Initialisatiestoring - te hoge stroom op USB-stick Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven

USB-stick controleren of vervangen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 733 Geen USB-stick aangesloten NL Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven USB-stick aansluiten of controleren Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 734 Update-bestand wordt niet herkend of is niet aanwezig Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Update-bestand controleren (bijv. op correcte bestandsnaam) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 735 niet bij het apparaat passend update-bestand Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, update-procedure wordt afgebroken Update-bestand controleren, zo nodig het voor het apparaat passend update-bestand ophalen (bijvoorbeeld op http://www.fronius.com) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 736 Schrijf- of leesfout opgetreden Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven USB-stick en de daarop bevindende bestanden controleren of de USB-stick vervangen USB-stick alleen aansluiten, wanneer de LED Gegevensoverdracht' niet meer knippert of brandt. Als de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 737 Bestand kan niet worden geopend Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Storing wordt automatisch verholpen, zo nodig USB-stick verwijderen en weer aansluiten Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 3

738 Opslaan van een Log-bestand niet mogelijk (bijvoorbeeld: USB-stick is tegen schrijven beveiligd of is vol) Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Geheugenplaats creëren, schrijfbeveiliging verwijderen, zo nodig USB-stick controleren of vervangen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 739 Initialisatiefout (bijvoorbeeld: USB-stick is tegen schrijven beveiligd, is vol of defect) Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Geheugenplaats creëren, schrijfbeveiliging verwijderen, zo nodig USB-stick controleren of vervangen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 740 Initialisatiefout - Storing in bestandssysteem van de USB-stick Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven USB-stick controleren of op PC opnieuw formatteren op FAT, FAT6 of FAT3 Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 74 Fout bij het registreren van de loggingdata Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven USB-stick verwijderen en weer aanbrengen, zo nodig USB-stick controleren of vervangen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 743 Fout tijdens het updaten opgetreden Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Update-procedure herhalen, USB-stick controleren Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 744 Geeft informatie over de status van de interne processor Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. 4

745 foutief systeembestand (*.sys) NL Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, update-procedure wordt afgebroken Data van USB-stick veiligstellen en verwijderen, lege USB-stick weer aansluiten Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 746 Fout tijdens het updaten opgetreden Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, update-procedure wordt afgebroken Update na een pauze van ca. minuten opnieuw starten Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 747 Overdrachtsfout of defect update-bestand Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, update-procedure wordt afgebroken Update-bestand controleren, zo nodig het voor het apparaat passend update-bestand ophalen (bijvoorbeeld op http:// www.fronius.com) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 748 Schrijf- of leesfout tijdens de update-procedure opgetreden Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, update-procedure wordt afgebroken USB-stick en de daarop aanwezige bestanden controleren of vervangen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 749 Bestand kon tijdens de update-procedure niet worden geopend Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, update-procedure wordt afgebroken Update-procedure herhalen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 750 Communicatie met vermogensmodule tijdens de update-procedure niet mogelijk 5

Beschrijving 75 Tijd verloren gegaan Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, update-procedure wordt afgebroken Update-procedure herhalen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen Waarschuwing wordt op display weergegeven Tijd en datum instellen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 75 Real Time Clock module defect Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Tijd en datum instellen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 753 Tijd over langere periode niet ingesteld (> / jaar) Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Tijd en datum instellen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 754, 755 Geeft informatie over de status van de interne processor Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. 756 Loggingmodus werd niet geactiveerd Beschrijving Bij geactiveerd registreren van loggingdata op de USB-stick werd de tijd op een tijdstip vóór het inschakelen teruggesteld. Bij het optreden van de storing wordt het registreren van de loggingdata uitgeschakeld. Data van de USB-stick wissen en het registreren van de loggingdata weer activeren. Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 757 Hardwarestoring in de Real Time Clock module 6

Beschrijving Waarschuwing wordt op het display weergegeven, de inverter levert geen stroom aan het net Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 76-765 Geeft informatie over de status van de interne processor NL Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. 766 Vermogensbegrenzing noodsituatie werd geactiveerd (max. 750 W) Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 767 Geeft informatie over de status van de interne processor Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. 768 Vermogensbegrenzing in de hardwaremodules verschillend Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 77 De stringstroommonitoring heeft een afwijking vastgesteld Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Toets Enter indrukken om de storing te bevestigen Solarmodule en bekabeling controleren Treedt de statusaflezing continu op, neem dan contact op met uw installatie-monteur 77 Opslagunit niet beschikbaar Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 773 Software-update groep 0 (ongeldige landspecifieke Setup) 7

Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 774 Geen communicatie met de filter-print Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Toets Enter indrukken om de storing te bevestigen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 775 PMC-vermogensmodule niet beschikbaar Beschrijving 776 Device-type ongeldig Beschrijving Waarschuwing wordt op display weergegeven Toets Enter indrukken om de storing te bevestigen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen Waarschuwing wordt op display weergegeven Toets Enter indrukken om de storing te bevestigen Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen 78-794 Geeft informatie over de status van de interne processor Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. Statusaflezingen - Klasse 0-000 - 99- Geeft informatie over de programmastatus van de interne processor Beschrijving Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse. Klantenservice BELANGRIJK! Neem contact op met uw Fronius leverancier of een door Fronius geschoolde servicemonteur, wanneer - een storing vaak of permanent optreedt - een storing optreedt die niet in de tabellen is vermeld 8

Onderhoud NL Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - De DC hoofdschakelaar dient uitsluitend voor het stroomloos schakelen van de vermogensmodule. Bij uitgeschakelde DC hoofdschakelaar staat het aansluitgebied als eerder onder spanning. - Werkzaamheden in het aansluitgedeelte mogen uitsluitend door elektro-installateurs met een licentie worden uitgevoerd. - Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan worden uitgevoerd, wanneer de vermogensmodule en het aansluitgedeelte van elkaar zijn gescheiden. - Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in de vermogensmodule van de inverter mogen uitsluitend door Fronius geschoold servicepersoneel worden uitgevoerd. WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door restspanning van de condensatoren. Ontlaadtijd van de condensatoren afwachten. De ontlaadtijd bedraagt 3 minuten. Algemeen De inverter is zo geconstrueerd, dan geen extra onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. Toch moet bij gebruik met enkele punten rekening worden gehouden om de optimale werking van de inverter te kunnen waarborgen. Fronius IG-TL voor onderhoudswerkzaamheden openen Procedure wanneer de inverter voor onderhoudswerkzaamheden moet worden geopend: VOORZICHTIG! Ontoereikende beveiligingskabelverbinding kan ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade veroorzaken. De schroeven op de behuizing vormen een geschikte beveiligingskabelverbinding voor het aarden van de behuizing en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare beveiligingskabelverbinding worden vervangen. 3 4 5 6 7 8 9 0 AC-zijde van de inverter spanningvrij schakelen DC hoofdschakelaar uitschakelen Ontlaadtijd van de condensatoren afwachten (3 minuten) 6 schroeven aan de zijkant verwijderen Vermogensmodule van de muursteun verwijderen Muursteun tegen vuil en vocht beschermen 4 dekselschroeven verwijderen Het deksel aan de onderzijde van de vermogensmodule voorzichtig omhoog trekken In de opening grijpen lintkabel van display-print lostrekken Deksel verwijderen Bedrijf in omgevingen met een sterke stofontwikkeling Bij werking van de inverter in omgevingen met sterke stofontwikkeling: zo nodig de koellichamen en ventilatoren aan de achterzijde van de vermogensmodule met schone perslucht uitblazen. 9

0 Werkwijze: De zijkanten van het deksel zijn zo geconstrueerd, dat deze als grepen fungeren. BELANGRIJK! Om beschadiging van de ventilatorlagers te voorkomen, de waaier bij het uitblazen blokkeren of vasthouden. 3 OFF 3 4 * Aanhaalmoment: Nm 5 * 6

7 ON NL 3

Strengzekeringen vervangen Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - De DC hoofdschakelaar dient uitsluitend voor het stroomloos schakelen van de vermogensmodule. Bij uitgeschakelde DC hoofdschakelaar staat het aansluitgebied als eerder onder spanning. - Werkzaamheden in het aansluitgedeelte mogen uitsluitend door elektro-installateurs met een licentie worden uitgevoerd. - Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan worden uitgevoerd, wanneer de vermogensmodule en het aansluitgedeelte van elkaar zijn gescheiden. - Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in de vermogensmodule van de inverter mogen uitsluitend door Fronius geschoold servicepersoneel worden uitgevoerd. WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door restspanning van de condensatoren. Ontlaadtijd van de condensatoren afwachten. De ontlaadtijd bedraagt 3 minuten. Voorbereiding VOORZICHTIG! Ontoereikende beveiligingskabelverbinding kan ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade veroorzaken. De schroeven op de behuizing vormen een geschikte beveiligingskabelverbinding voor het aarden van de behuizing en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare beveiligingskabelverbinding worden vervangen. OFF 3 De zijkanten van het deksel zijn zo geconstrueerd, dat deze als grepen fungeren.

3 4 4 x NL 5 4 4 - Het deksel aan de onderzijde van de vermogensmodule voorzichtig omhoog trekken - in de opening grijpen - lintkabel van display-print lostrekken 3 3 6 3

Zekering vervangen A B C D E F G - Zekeringhouder aan de klemmen op verbinding controleren: uitgaande van het meetpunt A de meetpunten B - G doormeten OPMERKING! - Voor het afzekeren van de solarmodule uitsluitend zekeringen gebruiken die aan de criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen voldoen. Afmeting van de zekeringen: Diameter 0,3 x 35-38 mm - Zekeringen uitsluitend met behulp van zekeringkappen en een tang in de betreffende zekeringhouder aanbrengen - Om het naar buiten vallen van de zekering te voorkomen, de zekeringkap alleen met de opening naar boven in de zekeringhouder aanbrengen - De inverter niet zonder zekeringkappen gebruiken 3 4 3 Na het vervangen van de zekering oorzaak voor de defecte zekering vaststellen en verhelpen 4

Afsluitende handelingen NL * 4 3 3 * Aanhaalmoment:,5 Nm De zijkanten van het deksel zijn zo geconstrueerd, dat deze als grepen fungeren. 3 4 * * Aanhaalmoment: Nm 5 ON 3 5

6

Annex

Technische gegevens NL Fronius IG-TL 3.0 Ingangsgegevens Max. DC-vermogen MPP-spanningsbereik Max. ingangsspanning (bij 000 W/m² / -0 C bij nullast) Max. ingangsstroom Max. kortsluitstroom van de solarmodule 330 W 350-700 V DC 850 V DC 8,8 A DC 3, A Uitgangsgegevens Nominaal uitgangsvermogen (P nom ) Max. uitgangsvermogen ) Nominale netspanning ) Netspanningsbereik ) Algemene gegevens 3,0 kw 3,0 kw ~ NPE 30 V 80-70 V Max. uitgangsstroom (een fase) 3 A AC Nominale frequentie ) 50-60 Hz ) Vervormingsfactor < 3 % Vermogensfactor cos phi Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 3) geen Max. retourstroom 4) 0 A 5) Inschakel stroomimpuls 6 ) 0 A 5) Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur 3 A / 89,5 µs MPP aanpassingsrendement 99,9 % Maximaal rendement 97,7 % Euro-rendement 97, % Eigenverbruik 's nachts 0, W Koeling geregelde geforceerde ventilatie Beschermingsklasse IP 55 in Australië IP 45 Afmetingen l x b x h 95 x 43 x 597 mm Gewicht 9, kg Toelaatbare omgevingstemperatuur - 0 C - +55 C (bij 95% rel. luchtvochtigheid) EMV-emissieklasse B Inverterconcept Trafoloos Vervuilingsklasse 3 Overspanningcategorie (OVC) AC 3 / DC Beschermingsklasse volgens IEC 603 9

Fronius IG-TL 3.6 Ingangsgegevens Max. DC-vermogen MPP-spanningsbereik Max. ingangsspanning (bij 000 W/m² / -0 C bij nullast) Max. ingangsstroom Max. kortsluitstroom van de solarmodule 3850 W 350-700 V DC 850 V DC 0,8 A DC 6, A Uitgangsgegevens Nominaal uitgangsvermogen (P nom ) 3,68 kw Max. uitgangsvermogen ) 3,68 kw Nominale netspanning ) ~ NPE 30 V Netspanningsbereik ) 80-70 V Max. uitgangsstroom (een fase) 6 A AC Nominale frequentie ) 50-60 Hz ) Vervormingsfactor < 3 % Vermogensfactor cos phi Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 3) geen Max. retourstroom 4) 0 A 5) Inschakel stroomimpuls 6 ) 0 A 5) Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur 3 A / 89,5 µs Algemene gegevens MPP aanpassingsrendement 99,9 % Maximaal rendement 97,7 % Euro-rendement 97, % Eigenverbruik 's nachts 0, W Koeling geregelde geforceerde ventilatie Beschermingsklasse IP 55 in Australië IP 45 Afmetingen l x b x h 95 x 43 x 597 mm Gewicht 9, kg Toelaatbare omgevingstemperatuur - 0 C - +55 C (bij 95% rel. luchtvochtigheid) EMV-emissieklasse B Inverterconcept Trafoloos Vervuilingsklasse 3 Overspanningcategorie (OVC) AC 3 / DC Beschermingsklasse volgens IEC 603 30

Fronius IG-TL 4.0 Ingangsgegevens NL Max. DC-vermogen MPP-spanningsbereik Max. ingangsspanning (bij 000 W/m² / -0 C bij nullast) Max. ingangsstroom Max. kortsluitstroom van de solarmodule 490 W 350-700 V DC 850 V DC,8 A DC 7,7 A Uitgangsgegevens Nominaal uitgangsvermogen (P nom ) 4,0 kw Max. uitgangsvermogen ) 4,0 kw Nominale netspanning ) ~ NPE 30 V Netspanningsbereik ) 80-70 V Max. uitgangsstroom (een fase) 7,4 A AC Nominale frequentie ) 50-60 Hz ) Vervormingsfactor < 3 % Vermogensfactor cos phi Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 3) 6 mohm Max. retourstroom 4) 0 A 5) Inschakel stroomimpuls 6 ) 0 A 5) Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur 3 A / 89,5 µs Algemene gegevens MPP aanpassingsrendement 99,9 % Maximaal rendement 97,7 % Euro-rendement 97,3 % Eigenverbruik 's nachts 0, W Koeling geregelde geforceerde ventilatie Beschermingsklasse IP 55 in Australië IP 45 Afmetingen l x b x h 95 x 43 x 597 mm Gewicht 9, kg Toelaatbare omgevingstemperatuur - 0 C - +55 C (bij 95% rel. luchtvochtigheid) EMV-emissieklasse B Inverterconcept Trafoloos Vervuilingsklasse 3 Overspanningcategorie (OVC) AC 3 / DC Beschermingsklasse volgens IEC 603 3

Fronius IG-TL 4.6 Ingangsgegevens Max. DC-vermogen MPP-spanningsbereik Max. ingangsspanning (bij 000 W/m² / -0 C bij nullast) Max. ingangsstroom Max. kortsluitstroom van de solarmodule 480 W 350-700 V DC 850 V DC 3,5 A DC 0,3 A Uitgangsgegevens Nominaal uitgangsvermogen (P nom ) 4,6 kw Max. uitgangsvermogen ) 4,6 kw Nominale netspanning ) ~ NPE 30 V Netspanningsbereik ) 80-70 V Max. uitgangsstroom (een fase) 0 A AC Nominale frequentie ) 50-60 Hz ) Vervormingsfactor < 3 % Vermogensfactor cos phi Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 3) 6 mohm Max. retourstroom 4) 0 A 5) Inschakel stroomimpuls 6 ) 0 A 5) Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur 3 A / 89,5 µs Algemene gegevens MPP aanpassingsrendement 99,9 % Maximaal rendement 97,7 % Euro-rendement 97,3 % Eigenverbruik 's nachts 0, W Koeling geregelde geforceerde ventilatie Beschermingsklasse IP 55 in Australië IP 45 Afmetingen l x b x h 95 x 43 x 597 mm Gewicht 9, kg Toelaatbare omgevingstemperatuur - 0 C - +55 C (bij 95% rel. luchtvochtigheid) EMV-emissieklasse B Inverterconcept Trafoloos Vervuilingsklasse 3 Overspanningcategorie (OVC) AC 3 / DC Beschermingsklasse volgens IEC 603 3

Fronius IG-TL 5.0 Ingangsgegevens NL Max. DC-vermogen MPP-spanningsbereik Max. ingangsspanning (bij 000 W/m² / -0 C bij nullast) Max. ingangsstroom Max. kortsluitstroom van de solarmodule 550 W 350-700 V DC 850 V DC 4,7 A DC, A Uitgangsgegevens Nominaal uitgangsvermogen (P nom ) 5,0 kw Max. uitgangsvermogen ) 5,0 kw Nominale netspanning ) ~ NPE 30 V Netspanningsbereik ) 80-70 V Max. uitgangsstroom (een fase),7 A AC Nominale frequentie ) 50-60 Hz ) Vervormingsfactor < 3 % Vermogensfactor cos phi Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 3) 09 mohm Max. retourstroom 4) 0 A 5) Inschakel stroomimpuls 6 ) 0 A 5) Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur 3 A / 89,5 µs Algemene gegevens MPP aanpassingsrendement 99,9 % Maximaal rendement 97,7 % Euro-rendement 97,3 % Eigenverbruik 's nachts 0, W Koeling geregelde geforceerde ventilatie Beschermingsklasse IP 55 in Australië IP 45 Afmetingen l x b x h 95 x 43 x 597 mm Gewicht 9, kg Toelaatbare omgevingstemperatuur - 0 C - +55 C (bij 95% rel. luchtvochtigheid) EMV-emissieklasse B Inverterconcept Trafoloos Vervuilingsklasse 3 Overspanningcategorie (OVC) AC 3 / DC Beschermingsklasse volgens IEC 603 33

Fronius IG-TL Testapparaat Nominale netspanning (aparte voedingseenheid) 00-40 V Nominale frequentie 50-60 Hz ) Beschermingsklasse IP 55 Afmetingen 95 x 43 x 597 mm Gewicht 0,5 kg Beveiligingen alle inverters DC-isolatiemeting DC-overspanningbeveiliging Beveiliging tegen ompolen 8) Gedrag bij DC-overbelasting RCMU DC-scheiding geïntegreerd geïntegreerd geïntegreerd Werkpuntverschuiving geïntegreerd geïntegreerd Verklaring van de voetnoten ) Maximaal uitgangsvermogen tot een omgevingstemperatuur van 40 C gewaarborgd ) Vermelde waarden zijn standaard waarden; afhankelijk van de bestelling wordt de inverter speciaal op het betreffende land afgestemd. 3) PCC = aansluiting op het openbare net 4) Maximale stroom vanaf inverter naar solarmodule bij een storing in de inverter of bij defecte isolatie tussen AC- en DC-zijde 5) veiliggesteld door de elektrische constructie van de inverter 6) Piekstroom bij inschakelen van de inverter 7) Volgens landspecifieke Setup 8) Alleen bij gebruik van de standaard metalen pennen! Bij gebruik van stringzekeringen moet de polariteit van iedere solarmodulestring afzonderlijk volkomen correct zijn. 34

Aangehouden normen en richtlijnen NL CE-merkteken Aan alle vereiste en geldende normen en richtlijnen ten aanzien van de geldende EU-richtlijn wordt voldaan, zodat de apparatuur het CE-keurmerk draagt. Aangehouden normen en richtlijnen - EN 5078 Uitrusting van krachtstroominstallaties met elektronische bedrijfsmiddelen - EN 6000-3-:006, 3-3:995, 3-:000, 3-:005, 6-:005, 6-3:007 - EN 50366:003 Net-interface - VDE V 06-- - ÖVE/ÖNORM E 800-4-7 Parallelbedrijf van zelfopwekkingsinstallaties De inverter voldoet aan de - 'Richtlijn voor aansluiting en parallelbedrijf van zelfopwekkingsinstallaties met het laagspanningsnet', uitgegeven door de Vereniging van Duitse Elektriciteitswerken (VDEW) - 'Technische richtlijnen voor het parallelbedrijf van zelfopwekkingsinstallaties met verdelernetwerken', uitgegeven door het Verbond van de Oostenrijkse Elektriciteitswerken Schakeling ter verhindering van het eilandbedrijf De inverter beschikt over een door het vakgenootschap voor fijne mechanica en elektrotechniek volgens DIN VDE 06-- toegelaten schakeling voor verhindering van eilandwerking. Netuitval De standaard in de inverter geïntegreerde meet- en veiligheidsprocedures ervoor dat bij een netuitval (uitschakeling door het energiebedrijf of leidingschade) de levering aan het net onmiddellijk wordt onderbroken. 35

Garantiebepalingen en verwijdering Fronius-fabrieksgarantie Bij levering van een Fronius-inverter geldt wereldwijd de Fronius-fabrieksgarantie van 60 maanden gerekend vanaf de installatiedatum. Deze fabrieksgarantie kan tegen betaling worden verlengd. Gedurende de garantieperiode garandeert Fronius een goede werking van de inverter. Voor gedetailleerde, landspecifieke garantiebepalingen raadpleegt u de verantwoordelijke installateur of de volgende webpagina: http://www.fronius.com/solar/warranty Om aanspraak te kunnen maken op de Fronius-fabrieksgarantie moeten de bij het product behorende factuur en garantiebepalingen (en indien van toepassing het aangeschafte aanvullende garantiecertificaat voor het verlengen van de garantie) worden overlegd. Fronius raadt u bovendien aan om na het in bedrijf nemen van de inverter een exemplaar van de geldende garantiebepalingen af te drukken. Recycling Als uw inverter een keer vervangen moeten worden, neemt Fronius het oude apparaat terug en zorgt voor een vakkundig recycling. 36

37 NL