Bedieningshandleiding Webasto BlueComfort Classic Compacte airconditioningsystemen Algemene informatie Geachte Webasto klant! Deze bedieningshandleiding geeft een overzicht over het gebruik van het compacte airconditioningsysteem en het bedieningspaneel. Uitgebreide documentatie en beschrijving staan in de installatie- en servicehandleiding. Om een veilig gebruik van dit apparaat te garanderen, moet u ALTIJD alle instructies uit deze handleiding en de Bedieningshandleiding van de externe Webasto verwarming lezen en opvolgen. Het is erg belangrijk dat een geautoriseerde Webasto dealer reparatie of onderhoud dat niet in deze handleiding beschreven staat uitvoert. Veiligheidsopmerkingen Over het algemeen werken alle A/C (airconditioning) systemen op 230 of 115 Volt wisselspanning. Voor alle werkzaamheden aan één van de componenten zoals pompen, compressor, blowers of elektronica dient de stroomaansluiting te worden afgesloten. Alle werkzaamheden aan de elektrische bedrading moeten door gespecialiseerde installateurs worden uitgevoerd. Controleer voor het inschakelen van de airconditioning de volgende punten: het afsluitventiel aan de zeezijde op de ingang door de romp moet open zijn! het zeewaterfilter moet schoon zijn en gevuld met water! het schip moet voldoende water onder de kiel hebben, resp. de inlaat door de romp mag niet verstopt zijn! Alle in- en uitlaten voor lucht moeten vrij zijn en niet afgedekt zijn door bagage, kleding of iets anders! Als het systeem in de koelcyclus, verwarmingscyclus of ontvochtingscyclus werkt, komt er water uit de door de romp gaande uitlaat. Zo niet, installatie uitschakelen en zeewatercircuit opnieuw controleren! Volg ook de veiligheidsopmerkingen in de Bedieningshandleiding van de externe Webasto verwarming. Ident-Nr. WBCL010521A 01/2009 Het regelpaneel Comfort Control Het digitale regelpaneel is altijd in de fabriek voorgeprogrammeerd en de secundaire opdrachten zijn door een code beveiligd. Geprogrammeerd fabrieksinstelling voor de functie is "Automatische koeling of verwarming door een externe dieselverwarming" Meer functies kunnen worden geselecteerd (zie volgende pagina s)
Modus Koelen Automatische modus Modus verwarmen Aan / Uit Comfort Control Cool Auto Heat Uitlezen (0) Waarden verhogen Set-up / programmering Ventilatorsnelheid Waarden verlagen Bediening van de Comfort Control Als de airconditioning is aangesloten op de elektrische spanning initialiseert het systeem zich zelf. De display toont Init en vervolgens de frequentie, b.v. 50 Hz. Inschakelen Druk eenmaal op de knop. On wordt getoond en na ca. 20 sec. wordt de huidige ruimtetemperatuur, b.v. 28.5 ( C) getoond. Afhankelijk van de ruimte en de ingestelde waardetemperatuur zal de bijpassende modus worden gestart. De LED geeft de modus aan. Bij storing wordt een knipperende foutmelding weergegeven (zie hieronder) ba11 is geen foutcode waardoor het systeem wordt stopgezet (zie hieronder) Instellen van de temperatuur Met de toetsen en tussen 15 C en 29 C terwijl de ruimtetemperatuur wordt weergegeven. Airconditioning zonder verwarmingscyclus de ingestelde temperatuur moet lager zijn dan de ruimtetemperatuur. b.v. ruimtetemperatuur 25 C Ingestelde temperatuur tussen 15 C en 24 C. Airconditioning met verwarmingscyclus de ingestelde temperatuur kan tussen 15 C en 29 C liggen. b.v. ruimtetemperatuur 25 C Ingestelde temperatuur = 20 C, modus Koelen start. Ingestelde temperatuur = 29 C, modus Verwarmen start.
Instelling ventilatorsnelheid Druk op de toets tot b links wordt getoond en de geselecteerde waarde rechts, b.v. b 5 (ventilatorstand 5) Waardebereik (Ventilatorstanden): 1-2-3-4-5 en A Fabrieksinstelling: A (Automatische ventilatorsnelheid) Ingestelde waarde met de toetsen en. Bevestig uw instelling door te drukken op de toets. De display toont memo en vervolgens de temperatuur van de ruimte. In de automatische ventilatorsnelheidsmodus (b A) start de ventilator en werking hangt af van de temperatuur. Als er geen behoefte bestaat om de ventilator te laten werken toont de display ba11. Het kan enige tijd duren voordat de ventilator start. Weergave van de verdampertemperatuur Druk op de toets tot dat E links wordt getoond en een numerieke waarde rechts, b.v. E10.5. Controleer of de actuele bedrijfsmodus goed werkt. Modus koelen (LED sneeuwvlok)=verdampertemperatuur daalt continu Modus verwarmen (LED zon) = verdampertemperatuur stijgt continu (alleen de cyclus verwarmen omkeren) Selecteren van de functiemodus Druk op de toets tot dat F links wordt getoond en de geselecteerde waarde rechts, b.v. F5 (verwarmingscyclus alleen met externe verwarming) Waarden: F1 = alleen koelcyclus F2 = alleen verwarmingscyclus (omgekeerde cyclus verwarmen) F3 = automatisch koelen of verwarmen door omgekeerde cyclus F4 = automatisch koelen of verwarmen door externe dieselverwarming F5 = alleen verwarmingscyclus (externe verwarming) F6 = ontvochtiging cyclus (drogen van de lucht door gelijktijdig koelen en verwarmen. Display toont dry. Na 30 min. schakelt de eenheid automatisch naar de vorige functiemodus) Fabrieksinstelling: F4 (automatisch koelen of verwarmen door externe dieselverwarming) Ingestelde waarde met de toetsen en. Bevestig door indrukken van de toets. Beveilig uw instelling door indrukken van de toets. De display toont memo en dan de temperatuur van de ruimte. Weergave van het wisselspanningvoltage Druk op de toets tot U links wordt getoond en een numerieke waarde rechts, b.v. U230.
Toegang tot andere programmaniveaus Druk op de toets tot code wordt weergegeven. Met een speciale toegangscode kunnen specifieke instellingen worden gewijzigd (door de installateur). Raadpleeg voor meer informatie de installatiehandleiding. Weergave van de foutcode en handelingen De foutcodes worden op het display weergegeven. Na weergave van de foutcodes wordt het systeem gedurende 60 sec. uitgeschakeld en opnieuw opgestart (behalve bij ba11). Als dezelfde foutmelding binnen 30 minuten optreedt zal het airconditioningsysteem geheel worden uitgeschakeld. In dit geval kan het systeem alleen worden herstart als de fout is verholpen en het systeem volledig is uitgeschakeld en weer is ingeschakeld. Foutcodes en oorzaken AAA A01 A02 A03 - A08 A09 A10 CA11 ta11 ba11 Permanent lage spanning (lager dan 195 volt langer dan 5 sec.) Lage druk uitschakeling Ruimtetemperatuur te laag voor werking compressor in F6 modus. Zie a.u.b. de Installatiehandleiding. Niet voldoende koelmiddel in het systeem, informeer a.u.b. het servicestation. Zeewatertemperatuur in modus verwarmen te laag (< 7 C), modus verwarmen niet mogelijk Hoge druk uitschakeling Zeewatercircuit onderbroken, controleer a.u.b. het circuit. Te veel koelmiddel in het systeem, neem a.u.b. contact op met het servicestation. Zeewatertemperatuur in modus verwarmen te hoog (> 17 C), modus verwarmen niet mogelijk Niet van toepassing Ruimtetemperatuursensor (extern of intern) defect of niet beschikbaar. Temperatuursensor op de verdamper defect of niet beschikbaar. Compressor is uitgeschakeld. Inschakelen met het code menu Compressor uitgezet door ontdooiregeling. Automatische herstart. Deze code is alleen zichtbaar bij weergave van de verdampertemperatuur (E). Geen fout maar een statusmelding die aangeeft dat de ventilator in standbymodus is. Ventilator zal automatisch starten zodra de verdamper de vereiste temperatuur heeft bereikt. Geen verwarmingscapaciteit in F4, F5 of F6 modus zonder weergave van een foutcode op het display van de airconditioning: controleer de externe verwarming volgens de bedienings- en installatiehandleiding van de verwarming.
Aanspraak op garantie Het niet naleven van de installatiehandleiding en de informatie met de daarin opgenomen aanbevelingen en beschrijvingen zullen elke garantie ongeldig maken. Hetzelfde geldt in geval van onjuist uitgevoerde reparaties met gebruik van niet originele onderdelen of door onbevoegd personeel. Aanspraak op garantie kan alleen worden gemaakt als aantoonbaar is dat de rechthebbende zich heeft gehouden aan de onderhouds- en veiligheidsinstructies. Onderhoud Controleer dagelijks: zeewaterfilter, reinig het en verwijder indien nodig eventuele resten. Controleer maandelijks: luchtfilter op de verdamper en in de luchtinlaatroosters (waar van toepassing) en maak deze indien nodig schoon. zeewatercircuit op lekkages in het gehele systeem vanaf de ingang van de romp tot en met de zeewateruitlaat. condenswaterafvoer op vrije doorlaat en dichtheid. luchtgeleidende onderdelen op schade, onderbreking en vrije doorgang. werking van het systeem door het tenminste 10 minuten te laten draaien in de modus koelen en in de modus verwarmen met externe verwarming. koelmiddelniveau in verwarmingscircuit. Controleer jaarlijks: elektrische aansluitingen op corrosie van verbindingen en om te garanderen dat zij veilig zijn. uitlaatsysteem van verwarming op corrosie en dichtheid. brandstofleidingen op dichtheid. Reinig of vervang de brandstoffilter. Wintergebruik en opslag Zorg ervoor dat het verwarmingscircuit circa 25 tot 30% zuivere glycol bevat of meer om per ongeluk bevriezen van het systeem in de winter te voorkomen. Laat voor voldoende bescherming gedurende de winter het percentage afhangen van de plaatselijke temperatuur. Winterstalling: bij temperaturen onder nul moet het gehele zeewatercircuit worden geleegd en het zeewaterventiel worden gesloten. Algemeen advies Sluit wanneer het schip gedurende langere tijd zonder toezicht wordt gelaten alle zeewaterventielen.
Webasto Product International NL Constructieweg 47 NL - 8263 BC Kampen Nederland Telefoon: +31 (0) 38 337 11 37 Fax: +31 (0) 38 332 51 81 E-mail: info@webasto.nl http://www.webasto.com http://www.webasto-marine.com Aan wijzigingen onderhevig 2009 Alle rechten voorbehouden