Toepassingen met de grafische rekenmachine TI-83/84 (plus)



Vergelijkbare documenten
Lijsten op uw TI grafische rekenmachine.

Werkbladen vergelijking van een rechte

Hoe verwerk je gegevens met de Grafische Rekenmachine?

Basisvaardigheden Microsoft WORD 2010

In deze handleiding wordt de werking van het extranet beschreven

Cursus Microsoft Word 2013

Tekstverwerken les 4, Word. Kopiëren en plakken.

Lesbrief Strip maken. Doel Leerlingen te laten nadenken wat ze op het internet doen en hoe ze hier op een positieve manier mee om kunnen gaan.

Verder met Twitter - Hoe beantwoorden, retweeten + favorieten toevoegen

Wil je een meer gepersonaliseerde standaardbrief versturen naar een aantal personen, dan is een mailing een goede oplossing.

Een affiche maken in Word

Een webkwestie bouwen in Word 2000

Programmeren op de Casio fx-9860g

MS PowerPoint Les 2. Wanneer we niet te veel tijd willen steken in de opmaak van onze presentatie, kunnen we gebruik maken van sjablonen.

3 Rekenen aan lijnen

Het is heel belangrijk dat het groepsplan naadloos

Boekje met opdrachten

Een korte handleiding voor het maken van een website met MS Publisher.

Lekker in je vel in 7 stappen. Life Balance

* * * Boekje met opdrachten * * *

Mini Word-cursus. Paginanummers. Opmaakprofielen. Inhoudsopgave

Een spreekbeurt houden

Werkinstructie Coachview.net Deelnemers volgen niet alle onderdelen van een opleiding

Een veel gebruikt WEBMAIL programma is GMAIL omdat dit naast het mailen zelf nog een aantal mogelijkheden te bieden heeft.

Handleiding Word 2013

Aanmelden voor een Flickr-account.

Reports in oiem. Hoe wordt Reports geopend? Hoe maak ik een rapport? Klik op het + teken voor het Reportmenu. Hierdoor wordt het submenu geopend.

Schaakstukken les 1: Toren

Transcriptie:

Toepassingen met de grafische rekenmachine TI-83/84 (plus) Met de grafische rekenmachine kun je diverse wiskundige bewerkingen uitvoeren en grafieken tekenen. We geven per toepassing een voorbeeld en vervolgens een instructieschema met wat je moet doen. Tekenen van een lineair verband We gaan de grafiek van tekenen: Ga naar Y=. Voer bij Y1, 2x + 1 in: de x kun je krijgen door op de knop X,T,ʘ, n te drukken. Druk op GRAPH: er zal een grafiek worden getekend. Je hebt nog de volgende mogelijkheden bij het tekenen van een grafiek: Druk op WINDOW om in te stellen welk gebied er wordt getoond en hoe. Druk op TRACE om over de grafiek te lopen. Druk op ZOOM om in te zoomen of uit te zoomen. Tekenen van een tweedegraads verband Dit gaat eigenlijk hetzelfde als het tekenen van een lineair verband. We tekenen het tweedegraads verband : Ga naar Y=. Voer bij Y1, in: de x kun je krijgen door op de knop X,T,ʘ, n te drukken, de kun je krijgen door gelijk na het drukken op X,T,ʘ, n op de knop te drukken. Druk op GRAPH: er zal een grafiek worden getekend. Bepalen van de snijpunten met de x-as en y-as We bepalen het snijpunt met de x-as van Ga naar Y= en voer bij Y1, in. Ga naar CALC (2nd TRACE). Kies optie 2: Zero. Onder in beeld zie je leftbound staan; je kan nu met de pijltjestoetsen aangeven rechts van welk punt gezocht moet worden. Selecteer een punt links van het snijpunt. Druk op Enter. Onder in beeld zie je rightbound staan; je kan nu met de pijltjestoetsen aangeven links van welk punt gezocht moet worden. Selecteer een punt rechts van het snijpunt. Druk op Enter. Je kan nu bij Guess een schatting opgeven waar het snijpunt in de buurt moet zitten. Dit is handig als er meerdere snijpunten zijn. Druk op Enter. Je krijgt te zien dat bij x = -0.5 de grafiek de x-as snijdt.

We bepalen het snijpunt met de y-as van Ga naar Y= en voer bij Y1, in. Ga naar CALC (2nd TRACE). Kies optie 5: Intersect. Onder in beeld kun je het snijpunt met de y-as vinden. Bepalen van het snijpunt van twee lineaire verbanden We bepalen nu het snijpunt van en : Ga naar Y=. Voer in en. Ga naar CALC (2nd TRACE). Je kan nu aangeven van welke twee grafieken je het snijpunt wil zien. Geef bij firstcurve de ene grafiek aan. Druk op Enter. Geef bij secondcurve de andere grafiek aan. Druk op Enter. Je kan nu bij Guess een schatting opgeven waar het snijpunt in de buurt moet zitten. Dit is handig als er meerdere snijpunten zijn. Druk op Enter. Je krijgt bij intersection te zien dat de x-coördinaat van het snijpunt 1,666... is en dat de y-coördinaat van het snijpunt 10,3333 is. Bepalen van het minimum van een tweedegraads functie We bepalen het minimum van de dalparabool : Ga naar Y=. Voer in. Ga naar CALC (2nd TRACE). Selecteer 3: Minimum. Onder in beeld zie je leftbound staan; je kan nu met de pijltjestoetsen aangeven rechts van welke punt moet gezocht worden. Selecteer een punt links van het minimum. Druk op Enter. Onder in beeld zie je rightbound staan; je kan nu met de pijltjestoetsen aangeven links van welke punt moet gezocht worden. Selecteer een punt rechts van het minimum. Druk op Enter. Je kan nu bij Guess een schatting opgeven waar het snijpunt in de buurt moet zitten. Dit is handig als er meerdere snijpunten zijn. Druk op Enter. Je krijgt te zien dat bij x = 1,5 de grafiek zijn minimum heeft en dat het minimum een y-waarde heeft van 2,75 Bepalen van het maximum van een tweedegraads functie We bepalen het maximum van de dalparabool : Ga naar Y=. Voer in ; je moet ronde haken gebruiken omdat je rekenmachine anders niet het goede uitrekent. Ga naar CALC (2nd TRACE). Selecteer 4: Maximum. Onder in beeld zie je leftbound staan; je kan nu met de pijltjestoetsen aangeven rechts van welke punt gezocht moet worden. Selecteer een punt links van het maximum. Druk op Enter.

Onder in beeld zie je rightbound staan; je kan nu met de pijltjestoetsen aangeven links van welke punt gezocht moet worden. Selecteer een punt rechts van het maximum. Druk op Enter. Je kan nu bij Guess een schatting opgeven waar het snijpunt in de buurt moet zitten. Dit is handig als er meerdere snijpunten zijn. Druk op Enter. Je krijgt te zien dat bij x = -1,5 de grafiek zijn maximum heeft en dat het maximum een y-waarde heeft van 7,25.