1984 No. 66. STAATSBLAD van de REPUBLIEK SURINAME DECREET E-49

Vergelijkbare documenten
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Artikel 1 2. Artikel 2

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1 1. Artikel 2

1965 No.10. Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening).

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

1983 no. 42. Decreet van 25 mei 1983, houdende vaststelling van bepalingen met betrekking tot de Arbeidsinspektie. (Decreet Arbeidsinspektie).

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

EERSTE AFDELING ALGEMENE BEPALINGEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

==================================================================== Artikel 1

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B no. 3).

WET van 7 december 1972, tot regeling van de handel in en het gebruik van bestrijdingsmiddelen (Bestrijdingsmiddelenwet) (G.B no. 151).

==================================================================== Artikel 1

DECREET van 19 november 1980, houdende machtiging tot oprichting van de Stichting Staatsziekenfonds (S.B no. 120).

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

LANDSVERORDENING van de 7de maart 1968 houdende nieuwe voorschriften inzake middelen tot bestrijding van schadelijke dieren en planten

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

Artikel 1. Artikel 2. Artikel Met de algemene zorg voor het statistiekwezen is belast het ABS.

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN


Geldende tekst bij SB No. 4 z.a. gewijzigd bij SB 2008 no. 134 en inwerking getreden m.i.v. 11 november 2008.

A 2002 N 74 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

Artikel 1 1. Artikel 2

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== Artikel 1

SURINAME ARBEIDSWET No. 163

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 *************************

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

EERSTE AFDELING INLEIDENDE BEPALINGEN. Artikel 1 1. Artikel 2 2

LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen

Volksgezondheidswetgeving LANDSVERORDENING ORGANISATIE BLOEDVOORZIENING

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

TITEL I AANVULLEND KARAKTER VAN DE MILITAIRE STRAFRECHTSPLEGING. Artikel 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

HOOFSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 1

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

WET van 13 maart 1996, houdende regelen inzake de brandweer in Suriname (Wet Brandweer Suriname 1993) (S.B no. 16). ALGEMENE BEPALINGEN

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

HOOFDSTUK I BEGRIPS-OMSCHRIJVING EN ALGEMENE BEPALING. Artikel 1 1

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEID VAN HET TUCHTGERECHT

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

==================================================================== Artikel 1

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wet arbeid Vreemdelingen

WET van 5 september 2002, houdende bepalingen inzake het behoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten (MONUMENTENWET 2002) (S.B no. 72).

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

OVERZICHT WETTELIJKE REGELINGEN BETREFFENDE HET MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ====================================================================

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie

2014 no. 57 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Openbaar lichaam Saba

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Informatieblad no 1. BEDRIJFSONGEVAL DE SURINAAMSE ONGEVALLEN REGELING (G.B No 145) SOR

Tweede Kamer der Staten-Generaal

************************* AB 1989 no. GT 31 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 21 oktober 2013 *************************

Artikel 5 5. Artikel 6 6

Wettelijk kader integriteit

STAATSBLAD van de REPUBLIEK SURINAME ALGEMEEN DECREET A-24

A 2012 N 19 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Klachtenreglement voor klanten Super Sociaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

nr Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

*19 f 1984 No. 66 STAATSBLAD van de REPUBLIEK SURINAME DECREET E-49 DECREET van 4 September 1984, houdende vaststelling van nieuwe wettelijke regels met betrekking tot de prijzen en de winstmarges van goederen, diensten en huren of groepen van goederen, diensten en huren (,,Decreet Prijszetting en Prijs bewaking"). DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME, In overweglng genomen hebbende, dat het in het belang van een richtige prijszetting en prijsbewaking nodig is een nieuwe wettelijke regeling terzake vast te stellen; Heeft, na goedkeuring door het Militair Gezag en de Raad van Ministers, vastgesteld het onderstaande decreet; i Artikel 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens dit decreet bepaalde wordt verstaan onder: a de Minister de Minister belast met de zorg voor het handelsverkeer; b. goederen roerende goederen; c. diensten alle diensten, in de ruimste zin, met inbegrip van de verrichtingen, welke het voorwerp zijn van een verzekerings- of garantieovereenkomst, doch met uitzondering van die, welke het voorwerp zijn van een arbeidsovereenkomst;

d. huren huren van onroerende goederen; e. algemeen geldende prijzen : prijzen zoals deze ingevolge dit decreet zijn vastgesteld. Artikel 2. 1. Door de Minister kunnen in overleg met de Minister-Presi dent bij beschikking voor door hem aangewezen goederen, diensten en huren of groepen daarvan, winstmarges worder. vastgesteld welke niet overschreden mogen worden. 2. Onverminderd het in lid 1 bepaalde kunnen de winstmarges ook bij Staatsbesluit worden vastgesteld. Artikel 3. 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2 kan de Minister in overleg met de Minister-President bij beschikking goederen, diensten en huren of groepen daarvan aanwijzen waarvoor geen hogere prijs in rekening mag worden gebracht dan door hem vastgesteld. 2. De in het vorig lid bedoelde maximumprijzen kunnen onver minderd het in dat lid bepaalde bij Staatsbesluit worden vastgesteld. Artikel 4. Bij Staatsbesluit kunnen regels worden gegeven teneinde te voorkomen dat bij of voor de verkoop van goederen, de verhuur van onroerende goederen of het verlenen van diensten, waarvan de prijs of vergoeding krachtens dit decreet is vastgesteld, aan de koper, huurder of degene aan wie diensten worden verleend, bezwarende voorwaarden worden gesteld. j Artikel 5. Bij Staatsbesluit kunnen nog andere voorschriften ten aanzien van de prijzen en winstmarges van goederen, diensten en huren worden gegeven.

Artikel 6. Alvorens een maatregel als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 te nemen, zal, voor zover het spoedeisend karakter van de voorgenomen maatregel zulks toelaat, eerst het gevoelen van de desbetreffende organen van het bedrijfsleven worden gevraagd. Artikel 7. 1. Opzettelijke overtreding van de bij of krachtens dit decreet gegeven voorschriften wordt, behoudens het bepaalde in artikel 9 lid 4, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar, en dan wel of, geldboete van ten hoogste vijftigduizend gulden. 2. De in lid 1 bedoelde strafbare feiten worden beschouwd als misdrijven. 3. Niet opzettelijke overtreding van de in lid 1 bedoelde straf bare feiten, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, en dan wel of, geldboete van ten hoogste vijfentwintigduizend gulden. 4. De in lid 3 bedoelde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen. Artikel 8. 1. Wegens alle overtredingen van de bij of krachtens dit de creet gegeven voorschriften zal indien, naar het oordeel van de Direkteur van Transport, Handel en Industrie, de overtre ding onder zodanige omstandigheden is gepleegd, dat geen hogere geldboete dan van duizend gulden behoeft te wor den opgelegd, de vervolging kunnen worden voorkomen door de vrijwillige betaling van een boete tot het bedrag door deze functionaris, benevens de kosten bij en na de ontdekking der overtreding en in verband daarmede gemaakt. 2. Ingeval het bedrag van de in lid 1 bedoelde boete op een hoger bedrag dan duizend gulden behoort te worden gesteld, zal de afdoening der overtreding ter beslissing staan van het Openbaar Ministerie.

Artikel 9. 1. De onderneming waar een handeling is gepleegd, welke in strijd is met de bij of krachtens dit decreet gegeven voor schriften, kan, indien terzake van deze overtreding of een zodanige vroegere overtreding een veroordelend vonnis is uitgesproken, op bevel van de Minister voor de tijd van ten /^% hoogste een maand worden gesloten. ' 2. De Minister kan uitdrukkelijk toestaan dat gedurende de bevolen sluiting bepaalde goederen of diensten onder door hem te stellen voorwaarden mogen worden verkocht dan wel verleend. 3. Indien de onderneming zoals bedoeld in lid 1 geen rechtspersoon is, of daarmee ingevolge artikel 10 lid 5 is gelijk gesteld, is voor de opvolging van het bevel van de Minister, de eigenaar of mede eigena(a)r(en) of de vertegenwoordiger van de onderneming verantwoordelijk. 4. Het opzettelijk niet opvolgen van het bevel van de Minister wordt beschouwd als een misdrijf en gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar; voor het overige wordt niet opvolgen van het bevel van de Minister beschouwd als een overtreding en gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar. Artikel 10. 1. Indien een feit, bij of krachtens dit decreet strafbaar gesteld, wordt begaan door of vanwege een rechtspersoon, kan de strafvervolging worden ingesteld en kunnen de in de wet voorziene straffen en maatregelen, indien zij daarvoor in aanmerking komen, worden uitgesproken: 1 tegen die rechtspersoon, dan wel; 2 tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven alsmede tegen hen die feitelijke leiding hebben gehad bij de verboden gedragingen, dan wel; 3 tegen de onder 1 en 2 genoemde tezamen. 2. Een strafbaar feit wordt ondermeer begaan door of vanwe ge een rechtspersoon, indien het begaan wordt door personen, die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking, hetzij uit anderen hoofde handelen in de sfeer van de rechtsper- jt>

soon, ongeacht of deze personen ieder afzonderlijk het strafbare feit hebben begaan dan wel bij hen gezamenlijk de elementen van strafbare feit aanwezig zijn. 3. Indien een strafvervolging wordt ingesteld tegen een rechts persoon, wordt deze tijdens de vervolging vertegenwoordigd door de bestuurder of indien er meer bestuurders zijn, door een van hen. De vertegenwoordiger kan bij gemachtigde verschijnen. De rechter kan de persoonlijke verschijning van een bepaal de bestuurder bevelen, hij kan alsdan zijn medebrenging gelasten. 4. Indien de strafvervolging wordt ingesteld tegen een rechts persoon, geschiedt de uitreiking van gerechtelijke mededelingen aan de plaats waar het bestuur zitting of kantoor houdt of aan de woonplaats van het hoofd van het bestuur, danwel, indien het bestuur geen hoofd heeft, bij een van de bestuurders. Betreft de uitreiking een gerechtelijk schrijven als bedoeld in artikel 515 Wetboek van Strafvordering, dan is artikel 517 leden 2 en 3, van dat Wetboek van overeenkomstige toepassing. 5. Voor de toepassing van de vorige leden wordt met de rechts persoon gelijkgesteld: de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, enige andere vereniging van personen en het doelvermogen. c Artikel 11. 1. Van degene die bij de uitoefening van een beroep of bedrijf waarvoor een vergunning van de Minister vereist is, de bij of krachtens dit decreet gegeven voorschriften overtreedt, kan onverminderd het bepaalde in artikel 7, ook indien de verlening van dergelijke vergunningen aan een andere instantie is gedelegeerd, de vergunning door de Minister wor den ingetrokken. 2. De intrekking van een vergunning wordt aan de houder van de vergunning bij aangetekende brief medegedeeld en tevens door bekendmaking in het Advertentieblad van de Republiek Suriname ter kennis van het publiek gebracht.

Artikel 12. 1. Van een door de Minister genomen beslissing als in de artikelen 9 en 11 bedoeld, staat de houder van de vergunning beroep open op de President binnen een maand na het ingevolge artikel 9 lid 1 genomen bevel of na de in artikel 11 lid 2 bedoelde bekendmaking. 2. Het beroep wordt ingesteld door een bij de Minister van Binnenlandse Zaken, Districtsbestuur en Justitie ingediend geschrift. 3. De Minister van Binnenlandse Zaken, Districtsbestuur en Justitie, zorgt voor onverwijlde openbare bekendmaking in het Advertentieblad van de Republiek Suriname en zendt ten spoedigste alle stukken, vergezeld van zijn advies, aan de President. 4. De President beslist binnen drie maanden nadat het beroep is ingesteld bij een met redenen omkleed besluit, dat ten spoedigste ter openbare kennis wordt gebracht door be kendmaking in het Advertentieblad van de Republiek Suri name. 5. Het beroep heeft schorsende werking. Artikel 13. 1. Met het toezicht op de naleving van dit decreet en het opsporen van de bij of krachtens dit decreet strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de bij artikel 134 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren, mede belast de daartoe door de Minister in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken, Districtsbestuur en Justitie aangewe- J^ zen ambtenaren. 2. De in het voorgaande lid en artikel 14 lid 1 bedoelde opsporingsambtenaren hebben in de uitoefening van het aan hen opgedragen toezicht en tot het opsporen van eerder bedoel de strafbare feiten met de hen in verband daarmede vergezellende personen, te alien tijde toegang tot elke plaats, waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat in strijd met dit decreet wordt gehandeld. 3. Een woning treden zij echter tegen de wil van de bewoner niet binnen zonder vergezeld te zijn van een hulpofficier van Justitie. -J ^

4. Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die, desnoods met inroeping van de sterke arm. 5. Van het binnentreden van een woning wordt binnen tweemaal vierentwintig uren procesverbaal opgemaakt. Daarin wordt mede van het tijdstip van binnentreden en van het daarmede beoogde doel melding gemaakt. Dit procesverbaal wordt onverwijld aan de bewoner in afschrift medegedeeld. 6. Ingeval de opsporingsambtenaren van bepaalde door hen aangewezen personen worden vergezeld, wordt hiervan in het procesverbaal melding gemaakt. Artikel 14. 1. Met de zorg voor de naleving als bedoeld in artikel 13 lid 1 is voorts belast de Dienst van de Waarborg en voor het Ukwezen van het Ministerie van Transport, Handel en Indus trie, in het bijzonder betreffende het nettogewicht, maat en de nettoinhoud van de goederen waarvoor krachtens dit de creet winstmarges en/of maximumprijzen zijn vastgesteld. Zulks strekt zich ook uit tot goederen welke nog niet zijn ingeklaard. 2. Bovendien is deze Dienst belast met de kwaliteitskeuring van door de Minister aan te wijzen goederen. Artikel 15. 1. Goederen, met inbegrip van de verpakking, door middel van de bij of krachtens dit decreet strafbaar gestelde feiten verkregen, of waarmede of met betrekking tot welke die strafbare feiten zijn gepleegd, alsook de opbrengst uit de verkoop dezer goederen krachtens lid 3 van dit artikel, kun nen ook indien zij de veroordeelde niet toebehoren, door de rechter worden verbeurd verklaard. 2. De opsporingsambtenaren zijn te alien tijde bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen. Zij kunnen daartoe hun uitlevering vorderen. 3. De op grond van lid 2 in beslag genomen goederen kunnen na verkregen toestemming van de Minister of van een door hem aan te wijzen ambtenaar ten behoeve van de bevolking tegen de algemeen geldende prijzen worden verkocht.

8 1984 No. 66 4. Indien de opbrengst niet door de rechter krachtens lid 1 is verbeurd verklaard, wordt deze na aftrek van een bij Staats besluit vast te stellen bedrag aan de rechthebbende op de goederen afgedragen. Artikel 16. 1. De opsporingsambtenaren zijn bevoegd goederen met inbegrip van verpakking onder nadere goedkeuring van de Mi nister of van een door hem aan te wijzen ambtenaar in be slag te nemen, wanneer een gegrond vermoeden bestaat dat met, of met betrekking tot die goederen een bij of krach tens dit decreet strafbaar feit zal worden gepleegd. 2. De op grond van dit artikel in beslag genomen goederen zullen na verkregen toestemming van de Minister of van de door hem aan te wijzen ambtenaar ten behoeve van de bevolking van Suriname tegen de algemeen geldende prijzen worden verkocht. De opbrengst zal na aftrek van een bij Staatsbesluit vast te stellen bedrag aan de rechthebbende op de goederen wor den afgedragen. Artikel 17. Onverminderd de bepalingen van dit decreet, waarbij een Staatsbesluit is voorgeschreven, kunnen omtrent de hierin geregelde onderwerpen bij of krachtens Staatsbesluit nadere voor schriften worden vastgesteld. Artikel 18. > 1. Een ieder is verplicht op eerste vordering inzage te verle nen van boeken en bescheiden betrekking hebbende op het vaststellen van prijzen en winstmarges die door de opspo ringsambtenaren daartoe nodig geoorcleeld worden. 2. Een ieder is tevens verplicht op eerste vordering de mondelinge inlichtingen te verschaffen betrekking hebbende op het vaststellen van prijzen en winstmarges die door de in lid 1 genoemde ambtenaren nodig geoorcleeld worden.

3. Zij die uit hoofde van hun stand, beroep of ambt tot geheimhouding verplicht zijn kunnen zich verschonen tot het geven van inlichtingen, doch uitsluitend voorzover betreft hetgeen hun in hun hoedanigheid is toevertrouwd. Artikel 19. 1. Met ingang van de dag, waarop dit decreet inwerking treedt vervallen de,,prijszettings- en Prijsbewakingswet 1941" (geldende tekst G.B. 1951 no. 159, laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1980 no. 116), het Decreet E-2A van 16 September 1980 (S.B. 1980 no. 82) en het Decreet E-2C van 14 november 1980 (G.B. 1980 no. 131). 2. De voorschriften, vastgesteld ter uitvoering van de,,prijszettings- en Prijsbewakingswet 1941" blijven gehandhaafd zolang en voorzover zij niet door andere, krachtens dit de creet zijn vervangen en daarmede niet in strijd zijn. Artikel 20. 1. Dit decreet dat kan worden aangehaald als,,decreet Prijs zetting en Prijsbewaking", wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname bekend gemaakt.

10 1984 No. 66 2. Het treedt inwerking met ingang van de dag na zijn bekend making. Gegeven te Paramaribo, de 4e September 1984. L.F. RAMDAT MISIER. Het Militair Gezag, De Bevelhebber van het Nationaal Leger, D.D. BOUTERSE. De Minister van Transport, Handel en Industrie, I.E. FONG POEN. De Minister van Binnenlandse Zaken, Districtsbestuur en Justitie, F.J. LEEFLANG. Uitgegeven te Paramaribo, de 4e September 1984. De Minister van Binnenlandse Zaken, Districtsbestuur en Justitie, F.J. LEEFLANG. >

11 1984 No. 66 D E C RE E T van 4 September 1984, houdende vaststelling van nieuwe wettelijke regels met betrekking tot de prijzen en de winstmarges van goederen, diensten en huren of groepen van goederen, diensten en huren (Decreet Prijszetting en Prijsbewa king). NOTA VAN TOELICHTING Er bestaan momenteel voor wat de regulering der prijzen van goederen, diensten en huren betreft diverse wettelijke regelingen. In deze gaat het om de,,prijszettings- en Prijsbewakings wet 1941" (G.B. 1951 no. 159, laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1980 no. 116), het,,prijszettingsbesluit 1949" (G.B. 1949 no. 32), het Decreet E-2A van 16 September 1980 (S.B. 1980 no. 82) en het Decreet E-2C van 14 november 1980 (S.B. 1980 no. 131). Sommige bepalingen voldoen helemaal niet aan de eisen van deze tijd, en dienen dus geschrapt te worden, terwijl ten aanzien van andere met wijzigingen kan worden volstaan. Voorts kan opgemerkt worden dat deze wettelijke regelingen niet goed op elkaar aansluiten. Ter illustratie hiervan kan erop gewezen worden dat krach tens de,,prijszettings- en Prijsbewakingswet 1941" winstmarges en maximum-prijzen kunnen worden vastgesteld bij Staatsbe sluit. Deze maatregelen kunnen ook krachtens de Decreten E-2A en E-2C getroffen worden, doch in dit geval kan zulks bij be schikking geschieden, wat op zich een snellere procedure is. Tevens is het zo dat op de Decreten E-2A en E-2C bepaalde artikelen van de,,prijszettings- en Prijsbewakingswet 1941" van toepassing zijn. Een en ander vindt wellicht zijn oorzaak in het feit dat deze twee decreten waren bedoeld als tijdelijke oplossingen, die be paalde tekortkomingen van de,,prijszettings- en Prijsbewakings wet 1941" moesten opvangen. Het hierboven gestelcle geeft aan waarom het nodig is om een nieuwe wettelijke regeiing ter regulering der prijzen tot stand te brengen, en de eerdergenoemde regelingen in te trekken.

12 1984 No. 66,,'n het decreet is de begripsbepaling het begrip,,goede ren" beperkt tot roerende goederen, daar vergoedingen voor het gebruik van onroerend goecl onder het begrip,,huren" vallen. Ten aanzien var, het begrip,,diensten" kan worden opgemerkt, dat ook de vergoedingen van de diensten van de vrije beroepen hieronder kunnen worden begrepen. Het decreet geeft aan de Minister van Transport, Handel en Industrie de bevoegdheid om winstmarges en/of maximumprijzen in overleg met de Minister-President vast te stellen. Tevens kan zulks, indien een en ander naar het oordeel van de Minister-President en de Minister van Transport, Handel en Industrie van dusdanig belang is dat het de goedkeuring van de Raad van Ministers behoeft, bij Staatsbesluit worden vastge steld. Aan sanctie kent het decreet naast vrijheidsstraf en geld boete ook de reeds in de,,prijszettings- en Prijsbewakings wet 1941" voorkomende bevoegdheid om tot sluiting van de onderneming welke zich heeft schuldig gemaakt aan overtre ding van de bij of krachtens het decreet gegeven voorschriften over te gaan. In het decreet wordt uitdrukkelijk bepaald dat de vergun ning van de overtreders kan worden ingetrokken. Voorts zijn een aantal bepalingen welke reeds in de,,prijszetcings- en Prijsbewakingswet 1941" voorkwamen, doch bij De creet C-31 van 11 november 1980 waren geschrapt, weclerom opgenomen. Het gaat in deze ondermeer om de bijkomende straf var verbeurdverklaring. Een en ander is wederom in dit decreet opgenomen omdat, het naar de mening van de ondergetekende bepalingen betreft, welke er veel toe kunnen bijdragen dat de voorschriften welke bij of krachtens dit decreet worden gegeven zullen worden nageleefcl. De Minister van Transport, Handel en Industrie, I.E. FONG POEN.