Draadloze universele snoerdimmer Art. Nr.: Functie

Vergelijkbare documenten
Draadloze universele dimmer (inbouw) Gebruiksaanwijzing. Draadloze universele dimmer (inbouw) Art. Nr.:

Draadloze besturingseenheid 1-10 V (inbouw) Art. Nr.:

Universele dimmer inzetmoduul Gebruiksaanwijzing

Draadloze handzender Gebruiksaanwijzing

Bedieningshandleiding Zendtoets met draadloze ontvanger R2.1

Bedieningshandleiding. Handzender, Standaard / Comfort

Bedieningshandleiding. Universele dimmer

Bedieningshandleiding. Universele draadloze zender

Elektronische transformatoren Gebruiksaanwijzing

Draadloze bussysteem Draadloze wandcontactdoosadapter voor dimmen. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. :

Bedieningshandleiding

Universele draadloze zender 2 Gebruiksaanwijzing

Opzetstuk draadloos drukcontact Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Draadloze bussysteem Draadloze handzender comfort. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. :

Art.nr.:..207x NABS..,..209x NABS LZ..,..207x F.. 1. Systeeminformatie. 2. Function

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Standard

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Komfort

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail dimmer universeel W. Art.-Nr.: UD 1255 REG. Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze actor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze universele snoerdimmer Best. nr.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Universeel-dimmer 2, Basiselement voor parallelaansluiting 2

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Systeem 2000 Impuls-moduul Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universele leddimmer DIN-rail

Bedieningshandleiding. Draadloze schakelactor

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze wandcontactdoosadapter voor schakelen Best. nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Elektronische transformatoren voor LVhalogeenlamoen

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-draaidimmer-basiselement Komfort

Gloeilampen-dimmer-basiselement met druk-wisselschakelaar

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische handzender. Bedieningshandleiding

Jaloezieactor 1-voudig UP Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-dimmerbasiselement Komfort 2-voudig

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Draaidimmer Universeel led

Draadloze bussysteem Draadloze universele dimactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

Systeem Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LED-dimmerbasiselement. LED-dimmerbasiselement. Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem Universele led-dimmer. Universele led-dimmer Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Dimmer mini Universeel led

Bedieningshandleiding. Schakelactor

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze universele dimmer Best. nr. :

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Bedieningshandleiding Universele draadloze dimmer REG 4-

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. LB Management. Elektronische schakeleenheid 1-kanaals

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische snoerdimmer Universeel. Art.-Nr.

Inbouwdeel met TRIAC voor gloeilampen Art. Nr.: Lv-inbouwdeel Art. Nr.: TRONIC-inbouwdeel Art. Nr.:

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Led tastdimmer. Art. nr LEDDE. Bedieningshandleiding

Gevaar voor lichamelijk letsel. Gebruik het apparaat alleen voor aansturen van jaloezieen rolluikmotoren of markiezen. Schakel geen andere lasten.

Conventionele dimmer, inbouwmodule Universele zelflerende dimmer, inbouwmodule,1-voudig/2-voudig Bestelnr.: / /

Afbeelding 1: Constructie apparaat. Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tronic-trafo's met halogeenlampen.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Adapter met draadloze ontvanger

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. DALI Tronic-trafo 105 W. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Automatic-schakelaaropzetstuk Standard Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische DIN-rail actor. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Radiografische universeeldimmer voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel LV. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Art. nr. : 244 HEX. Bedieningshandleiding

Jaloezieactor 4-voudig 230 V Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel gloeilamp. SW opbouw dimmer druk-wissel gloeilamp Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies

Bedieningshandleiding. Dimmactor `Universal` 4-voudig

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Best.nr. : Bedieningsen montagehandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic dimmer. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Transcriptie:

Art. r.: 0335 0 a) b) Functie De draadloze universele snoerdimmer maakt draadloze afstandsbediening van verlichtingen mogelijk. De verlichting kan geschakeld (kort indrukken van toets) of gedimd (lang indrukken van toets) worden. De bediening geschiedt met een draadloze handzender, een draadloze wandzender of via een impulsgever. Met een draadloze universele zender kan de universele snoerdimmer alleen geschakeld worden. De gewenste inschakelhelderheid kan worden opgeslagen (memory-functie). Bij ontvangst van een ingeprogrammeerd radiogram van de draadloze observer schakelt de draadloze universele snoerdimmer voor een nalooptijd van ca. min met de memorywaarde in. O/OFF De universele snoerdimmer kan max. 30 draadloze zenders programmeren. ichtscène De universele snoerdimmer kan in lichtscènes worden geïntegreerd. Deze kunt u oproepen met de draadloze hand- of wandzender. Er kunnen max. 5 lichtscènes worden opgeslagen. Alles-Aan / Alles-Uit Bij bediening van de Alles-Uit- (Alles-Aan-) toets van een toegewezen hand- of wandzender schakelt u de belasting in (uit). Montage Veiligheidsinstructies Attentie! Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen alleen door een erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd. iet geschikt om installatie spanningvrij te schakelen. Bij uitgeschakelde universele snoerdimmer is de belasting niet galvanisch van het net gescheiden. Bij gebruik van conventionele transformators dient iedere transformator overeenkomstig de instructies van de fabrikant aan ingangszijde te zijn beveiligd. Er mogen uitsluitend veiligheidstransformators conform DI VDE 055 worden gebruikt. Bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructies kunnen brandgevaar of andere gevaren optreden. 33/00 Blz: van 7

c) AC 230 V ~ Installatie De afstand tot elektrische belastingen (b.v. TROIC-transformator, EVSA, TV) dient minimaal 0,5 m te bedragen. Technische aansluitvoorwaarden (TAV) van het plaatselijk energiebedrijf in acht nemen. Inductieve impulsen van de elektriciteitscentrale kunnen bij lage dimstand een kortstondig flikkereffect veroorzaken. O/OFF Sluit de universele snoerdimmer overeenkomstig afbeelding c) aan. Kabeladvies voor effectieve trekontlasting: H 05 VV-F 3G 0,75 Automatische belastingsherkenning a eerste installatie en na netscheiding herkent de universele snoerdimmer de belasting automatisch. Attentie: Capacitieve belastingen (b.v. Tronic-transformators) en inductieve belastingen (b.v. conventionele transformators) niet gezamenlijk op de draadloze universele snoerdimmer aansluiten. Een netstoring die langer dan 0,7 seconden duurt, leidt tot uitschakeling van de universele snoerdimmer. De herkenningsprocedure manifesteert zich bij ohmse lasten (gloei-, HV-halogeenlampen) door kortstondig flikkeren. De herkenningsprocedure duurt, afhankelijk van netsituatie, tussen en 0 sec. Gedurende deze periode is geen bediening mogelijk. Een kortsluiting tijdens de herkenningsprocedure leidt na opheffing van de kortsluiting tot een hernieuwde lastherkenning. Kortsluitbeveiliging Bedrijf met faseafsnijding (capacitieve belasting, ohmse last) Uitschakeling met automatische herstart na opheffing van de kortsluiting binnen 7 s. Daarna blijft de universele draadloze snoerdimmer uitgeschakeld, tot deze handmatig opnieuw wordt ingeschakeld. Bedrijf met faseaansnijding (inductieve belasting) Uitschakeling met automatische herstart na opheffing van de kortsluiting binnen 00 ms. Daarna blijft de draadloze universele snoerdimmer uitgeschakeld tot deze opnieuw handmatig wordt ingeschakeld. Overtemperatuurbeveiliging Uitschakeling geschiedt bij te hoge omgevingstemperatuur. a afkoeling moet het toestel opnieuw worden ingeschakeld. 33/00 Blz: 2 van 7

Aangesloten vermogen Het aangesloten vermogen bedraagt max. 35 W/VA voor: 230V- gloeilampen, HV-halogeenlampen, V-halogeenlampen met Tronic-transformators of V-halogeenlampen met conventionele transformators Conventionele transformators (De transformators moeten tot minimaal 85 % van de nominale belasting belast zijn) De totale belasting mag inclusief het vermogensverlies van de transformator 35 W/VA niet overschrijden. Het minimum aansluitvermogen moet 50 W/VA bedragen. d) AC 230 V ~ S Impulsgever-signaal U kunt de universele snoerdimmer (afb. d ) met de systeem 2000 impulsgever (afb. d ) bedienen. Verbind één of meerdere impulsgevers met de klem van de universele snoerdimmer. Er mogen geen installatiedrukcontacten (maak- of verbreekcontacten) of mechanische impulsgevers worden aangesloten. O/OFF e) AC 230 V ~ Vermogensopvoereenheden Afhankelijk van de capaciteitsbenutting van de universele snoerdimmer kunnen maximaal 0 vermogensopvoereenheden worden aangesloten. Gebruik Tronic-vermogensopvoereenheden (inbouwcomponent of DRA (DI-rail apparaat) in combinatie met transformators (capacitieve belastingen). Gebruik V-vermogensopvoereenheden (inbouwcomponent of DRA in combinatie met conventionele transformators (inductieve belastingen). Sluit de vermogensopvoereenheden overeenkomstig afbeelding e aan: : Universele snoerdimmer : Vermogensopvoereenheid (inb.comp.) : Vermogenopvoereenheid (DRA) O/OFF 33/00 Blz: 3 van 7

8 GIRA rammeren van een draadloze zender Tijdens het programmeren van een draadloze zender is de gevoeligheid van de draadloze ontvanger tot ca. 5 m gereduceerd. De afstand tussen draadloze universele snoerdimmer en de te programmeren draadloze zender dient derhalve tussen 0,5 m en 5 m te liggen. f) Procedure. Schakel de aangesloten belasting via indrukken van de toets O/OFF korter dan s uit (afb. f). g) h) min 2 3 4 5 6 7 A B C > ED t 2. Druk de toets O/OFF gedurende ca. 4 s in. De rode ED knippert ca. min. (afb. g). Gedurende deze tijd kan één zendkanaal worden geprogrammeerd. 3. Genereer op de geselecteerde draadloze zender een radiogram (afb. h); zie bedieningshandleiding Draadloze Zender. rammeren van een kanaal Druk de kanaaltoets langer dan s in. rammeren van een lichtscène-toets Druk de lichtscène-toets langer dan 3 s. rammeren van een draadloze observer Genereer een beweging in het detectieveld van de draadloze observer. 2 3 4 5 > 4. De draadloze universele snoerdimmer bevestigt de opslag via continu branden van de rode ED (afb. i). i) ED 5. U verlaat de programmeermodus automatisch na ca. min of via indrukken van de toets O/OFF (daarbij wordt de belasting ingeschakeld). De draadloze universele snoerdimmer staat dan in de bedrijfsstand. min t Aanwijzing Wanneer alle 30 geheugenplaatsen bezet zijn, dient u een reeds geprogrammeerde zender te wissen, om een nieuwe zender te kunnen programmeren. Bij het programmeren van een kanaaltoets worden automatisch de AES-AA-toets van de draadloze handzender resp. de AES-UIT-toets van de draadloze hand- of wandzender meegeprogrammeerd. j) ED Wissen van een draadloze zender Een reeds geprogrammeerde draadloze zender kunt u via een nieuwe programmering op de universele snoerdimmer wissen. Succesvol wissen wordt door de sneller knipperende rode ED aangegeven (afb. j). min t 33/00 Blz: 4 van 7

Bediening De draadloze universele snoerdimmer kan rechtstreeks op het toestel of via ontvangst van een geprogrammeerd radiogram of met een Systeem 2000 impulsgever worden bediend. k) Bediening op de universele snoerdimmer Wanneer u de toets O/OFF korter dan s indrukt (afb. k) wordt de draadloze universele snoerdimmer blijvend in- of uitgeschakeld. s Memory-functie De ingestelde dimwaarde (helderheidswaarde) kunt u in de draadloze universele snoerdimmer opslaan. Procedure. Schakel de verlichting met de gewenste helderheid in. 2. Druk de toets O/OFF gedurende minimaal 3 s in. Ter bevestiging volgt een softstart, d.w.z. de verlichting wordt korte tijd uitgeschakeld en tot de memory-waarde helderder gedimd. Bij de eerstvolgende inschakeling, via kort indrukken van de toets, wordt deze ingeprogrammeerde helderheidswaarde opgeroepen. Bij levering en bij stroomuitval gedurende meer dan 0,7 s correspondeert de memory-waarde met de maximale helderheid. Bediening met draadloze zender Het schakelen en dimmen geschiedt met de draadloze hand- of wandzender. Met een draadloze universele zender kan de universele snoerdimmer alleen geschakeld worden. Wanneer een geprogrammeerd radiogram van een draadloze observer wordt ontvangen, schakelt de draadloze universele dimmer gedurende ca. min. met de memory-waarde in. Bediening via impulsgevers Met de Systeem 2000 impulsgever kan de universele snoerdimmer in- en uitgeschakeld of gedimd worden. Kort indrukken van de toets ( 0,4 s) De verlichting wordt ingeschakeld, op memory-waarde geschakeld of uitgeschakeld. ang indrukken van de toets ( 0,4 s) De verlichting wordt helderder of donkerder gedimd. 33/00 Blz: 5 van 7

> A B C > GIRA ichtscène De gegevens van een lichtscène (helderheid van de verlichting) worden in de universele snoerdimmer opgeslagen. U kunt een lichtscène via opnieuw inprogrammeren te allen tijde wijzigen. Alvorens een lichtscène opnieuw op te slaan of op te roepen, dient een lichtscène-toets van een draadloze zender te worden geprogrammeerd (zie bedieningshandleiding Draadloze Zender). rammeren van een lichtscène Procedure. Stel de gewenste helderheid van de verlichting in. 2. Druk de desbetreffende lichtscène-toets van de draadloze zender gedurende minimaal 3 s in. Aanwijzing Eerst wordt de oude lichtscène opgeroepen (toets ingedrukt houden). a ca. 3 s wordt de nieuwe lichtscène geactiveerd en opgeslagen. Draadloze transmissie l) De radiografische transmissie geschiedt via een nietexclusieve transmissielijn, derhalve kunnen storingen niet worden uitgesloten. Deze draadloze transmissie is niet geschikt voor beveiligingstoepassingen, b.v. nooduitschakeling, noodalarm. 2 3 4 5 6 7 8 2 3 4 5 Het zendbereik van een draadloze zender (max. 00 m in het open veld) is afhankelijk van de bouwtechnische situatie (materiaal) van het object: Droog materiaal Penetratie hout, gips, gipskartonplaat ca. 90 % baksteen, spaanplaat ca. 70 % gewapend beton ca. 30 % metaal, met. hekwerk, aluminiumlaminaat ca. 0 % 33/00 Blz: 6 van 7

Technische gegevens Voedingsspanning: Aansluitvermogen: AC 230 V~, 50/60 Hz 50 35 VA - 230 V gloeilampen (ohmse last, faseafsnijding) - HV-halogeenlampen (ohmse last, faseafsnijding) - TROIC-transformators (capacitieve last, faseafsnijding) of - Conventionele transformators (inductieve belasting, faseaansnijding) - Gemengde belastingen van de gespecificeerde belastingstypen (geen capacitieve met inductieve belastingen mengen) Bij gemengde belasting met conventionele transformators 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen, HVhalogeenlampen) niet overschrijden. Aansluitbare vermogensopvoereenheden: max. 0 Interferentie: conf. E 5505 Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz, ASK Toelating PTT: PD-D Beveiliging: P 20 Afmetingen (xbxh): 26 x 60 x 28 mm Temperatuurgebied: C tot +55 C Garantie Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. U gelieve het apparaat franco met een beschrijving van de fout/storing aan onze centrale serviceafdeling te zenden. Gira Giersiepen GmbH & Co. KG Elektrotechnische installatie systemen Postbus 220 4246 Radevormwald Duitsland Tel: +49 / 2 95 / 602-0 Fax: +49 / 2 95 / 602-339 www.gira.nl info@gira.de 33/00 Blz: 7 van 7