J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef. Inhoudstafel

Vergelijkbare documenten
Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef. Inhoudstafel

Inlichtingen voor de kandidaat-taxichauffeurs

J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef. Inhoudstafel. belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving

Aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van een dienst van individueel bezoldigd personenvervoer

INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING (I.B.O) : VOOR KANDIDAAT TAXICHAUFFEURS IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

AANVRAAG VOOR DE OVERDRACHT VAN EEN VERGUNNING VOOR HET EXPLOITEREN VAN EEN TAXIDIENST

AANVRAAG VOOR DE OVERDRACHT EN VERDELING VAN EEN VERGUNNING VOOR HET EXPLOITEREN VAN EEN TAXIDIENST

HOOFDSTUK 22 HERNIEUWING, NIETIGHEID-TERUGGAVE

STATUTENWIJZIGING TAXI

STATUTENWIJZIGING TAXI

Referentie advies. Pagina 2/7

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Gelet op de aanvraag van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 8 juni 2007;

VERVAL HOOFDSTUK 26 OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA. 15/10/2013 Hoofdstuk 26- Pagina 1

TAXI Aanvraag voor de overdracht van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

TAXI Wijziging(en) van statuten

HOOFDSTUK 22 HERNIEUWING, NIETIGHEID-TERUGGAVE

GELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBEWIJZEN M36, M18 EN M3

REGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBE- WIJZEN M36, M18 EN M3

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Inlichtingen voor de kandidaat-taxichauffeurs

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.

MAATREGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBEWIJZEN M36, M18, M12 EN M3

AANVRAAG VOOR DE VOORTZETTING VAN EEN VERGUNNING VOOR HET EXPLOITEREN VAN EEN TAXIDIENST

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING VAN EEN RECHTSPERSOON (Terug te sturen per aangetekend schrijven ter attentie van de voorzitter van de Uitvoerende Kamer)

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

NIETIGHEID TERUGGAVE DUPLICAAT OMWISSELING VAN EEN OUD

HOOFDSTUK 11 THEORETISCH EXAMEN

LIMOUSINE Wijziging(en) van statuten

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN

VR DOC.0286/2BIS

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Extracten van het wetboek van vennootschappen

Aanvraag VERGUNNING. Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein Gent Tel.: 09/ Fax: 09/

J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef Parlementaire werkzaamheden.

1. Voor de onderneming:

20 juli OMZENDBRIEF BETREFFENDE DE HERVORMING VAN DE RIJOPLEIDING CATEGORIE B

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Politiereglement houdende de voorwaarden tot het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B Rijbewijs B

RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONAAL RIJBEWIJS

Aanvraag VERGUNNING. Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein Gent Tel.: 09/ Fax: 09/

kandidaat-taxichauffeur? neem deel aan een infosessie

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

STEDELIJK TAXIREGLEMENT

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

Formulier voor de benoeming van een lid van een operationeel orgaan van een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036

Gemeentelijk reglement betreffende de algemene voorwaarden tot het exploiteren van een taxidienst en een dienst voor het

Programmawet van en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990

AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING VOOR HET EXPLOITEREN VAN EEN DIENST VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 2007 betreffende de erkenning van bedrijfsrevisoren en het openbaar register;

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst te De Panne

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

De praktische informatie betreffende de organisatie van het examen (adres, ) zal aan de deelnemers gecommuniceerd worden na hun inschrijving.

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN TITEL

Hoofdstuk I : Toepassingsgebied en definities

LOTUS BAKERIES NV OPROEPING GEWONE EN BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING

1 Theorie examen categorie B

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS

STEDELIJK REGLEMENT INZAKE DE TAXIDIENSTEN EN DE DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren

HOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS

HOOFDSTUK 08 BEWIJS VAN VAKBEKWAAMHEID

ZETES INDUSTRIES. Naamloze Vennootschap. Straatsburgstraat 3, 1130 Brussel. Ondernemingsnummer Register van de rechtspersonen (Brussel)

Informatie voor de kandidaattaxichauffeurs

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

Aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst

Reglement voor taxidiensten met lichte elektrische voertuigen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

S.A. D'IETEREN N.V. BTW BE RPR Brussel Maliestraat 50 B Brussel, België

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

Transcriptie:

Page 1 of 44 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef Inhoudstafel Erratum Handtekening Einde 9 uitvoeringbesluiten 12 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 29 MAART 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-05-2007 en tekstbijwerking tot 27-07- 2015) Bron : BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Publicatie : 03-05-2007 nummer : 2007031181 bladzijde : 23526 BEELD Dossiernummer : 2007-03-29/33 Inwerkingtreding : 01-07-2007 Inhoudstafel Tekst Begin TITEL I. - Definities. Art. 1 TITEL II. - Taxidiensten. HOOFDSTUK I. - Exploitatievoorwaarden. Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de exploitanten. Art. 2-9 Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de chauffeurs. Onderafdeling 1. - Voorwaarden. Art. 10-25 Onderafdeling 2. - Verplichtingen van de chauffeurs in dienst. Art. 26-31 Afdeling 3. - Bepalingen betreffende de voertuigen. Onderafdeling 1. - Algemene verplichtingen. Art. 32-43, 43bis Onderafdeling 2. - Reservevoertuigen. Art. 44 Onderafdeling 3. - Vervangingsvoertuigen. Art. 45 Afdeling 4. - Bepalingen betreffende de reizigers. Art. 46-47 HOOFDSTUK II. - Vergunningsaanvragen. Afdeling 1. - Aanvraag tot een exploitatievergunning. Art. 48-52 Afdeling 2. - Jaarlijkse overlegging [ 1 van het uittreksel uit het strafregister] 1.

Page 2 of 44 Art. 53 Afdeling 3. - Aanvraag tot hernieuwing van een vergunning. Art. 54-56 Afdeling 4. - Aanvraag tot een vergunning voor het beschikken over een reservevoertuig of het gebruiken van een vervangingsvoertuig. Art. 57-59 Afdeling 5. - Aanvraag tot gehele of gedeeltelijke opschorting van exploitatie van voertuigen. Art. 60 Afdeling 6. - Aanvraag tot definitieve vermindering van het aantal geëxploiteerde voertuigen. Art. 61 Afdeling 7. - Aanvraag tot overdracht van een vergunning. Art. 62-63 Afdeling 8. - Groepering van exploitatievergunningen. Art. 64 HOOFDSTUK III. - Parkeren. Art. 65-69 HOOFDSTUK IV. - Sancties. Afdeling 1. - Opschorting en intrekking van de exploitatievergunningen. Art. 70-72 Afdeling 2. - Opschorting en intrekking van de bekwaamheidscertificaten van de chauffeurs. Art. 73-76 HOOFDSTUK V. - Stopzetting van de activiteit. Art. 77 TITEL III. - Diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. HOOFDSTUK I. - Exploitatievoorwaarden. Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de exploitanten. Art. 78-81 Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de chauffeurs. Art. 82-83 Afdeling 3. - Bepalingen betreffende de voertuigen. Art. 84-90 HOOFDSTUK II. - Vergunningsaanvragen. Afdeling 1. - Aanvraag tot een exploitatievergunning. Art. 91-94 Afdeling 2. - Aanvraag van hernieuwing van een vergunning. Art. 95-97 Afdeling 3. - Vergunningsaanvraag om een vervangingsvoertuig te gebruiken. Art. 98-100 HOOFDSTUK III. - Parkeren. Art. 101-102 HOOFDSTUK IV. - Opschorting en intrekking van de vergunningen. Art. 103-105 HOOFDSTUK V. - Staking van activiteit. Art. 106 TITEL IV. - Opheffings- en slotbepalingen. Afdeling 1. - Opheffingsbepaling. Art. 107 Afdeling 2. - Slotbepalingen. Art. 108-109 BIJLAGE. Art. N1-N3 Tekst Inhoudstafel Begin

Page 3 of 44 TITEL I. - Definities. Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder : 1 " de ordonnantie " : de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur; 2 " de Minister " : de Minister die bevoegd is voor de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur; 3 " de Administratie " : de administratieve dienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met de materie taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur; 4 " exploitant " : elke natuurlijke of rechtspersoon die een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur exploiteert, in de zin van artikel 2 van de ordonnantie; 5 " werkdag " : elke dag van de week met uitzondering van zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen; 6 [ 1 "digitale taxameter" : meetinstrument dat de te betalen prijs voor een traject berekent en afbeeldt op basis van de berekende afstand en/of de gemeten duur van het traject en conform bijlage MI-007 bij het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende de meetinstrumenten, gekoppeld aan een printer, en indien nodig aan een randapparaat, en waarmee ticketten op ieder moment automatisch afgedrukt kunnen worden voor de klanten op het einde van de rit, alsook activiteitenverslagen en rittenbladen van de chauffeurs.] 1 (1)<BESL 2014-03-20/18, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 27-04-2014> TITEL II. - Taxidiensten. HOOFDSTUK I. - Exploitatievoorwaarden. Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de exploitanten. Art. 2. 1. Niemand mag het beroep van exploitant van taxidiensten uitoefenen indien hij niet voldoet aan volgende voorwaarden inzake zedelijkheid, solvabiliteit en beroepsbekwaamheid. Wanneer de exploitatie gebeurt door een rechtspersoon, moeten de voorwaarden inzake zedelijkheid en beroepsbekwaamheid vervuld worden door de zaakvoerders of bestuurders belast met het dagelijks beheer. De exploitant die aan deze voorwaarden voldoet, ontvangt van de Administratie een document dat dit vermeldt en dat de datum en de geldigheidsduur van de exploitatievergunning, de naam en het adres van de houder en de datum waarop de vereiste documenten dienen voorgelegd te worden. 2. Om zijn zedelijkheid aan te tonen, moet de exploitant : 1 van goed zedelijk gedrag zijn; 2 in België of in het buitenland sinds minder dan vijf jaar geen veroordeling opgelopen hebben die in kracht van gewijsde is gegaan voor een van de overtredingen vermeld in boek II, titel III, hoofdstukken I tot V en titel IX, hoofdstuk I en II van het Strafwetboek. In geval van veroordelingen, uitgesproken door een buitenlandse gerechtsinstantie, zal worden rekening gehouden met elke veroordeling die betrekking heeft op een feit dat volgens het Belgisch recht een van de in onderhavige bepaling bedoelde overtreding vormt. Er wordt geen rekening gehouden met de uitgewiste veroordelingen of de veroordelingen welke aanleiding hebben gegeven tot eerherstel van de betrokkene. 3. Om zijn solvabiliteit aan te tonen, moet de exploitant : 1 eigenaar zijn van de voertuigen die hij exploiteert of de verplichtingen nakomen inzake vervaldagen van de betalingen die hij moet verrichten in het kader van de contracten van verkoop op afbetaling, huurfinanciering of huurkoop, die hem de beschikking over de

Page 4 of 44 geëxploiteerde voertuigen garanderen; 2 geen enkele vertraging oplopen : -van meer dan 6 maanden in de betaling van taksen of belastingen, verbonden aan de exploitatie van een taxidienst; - inzake sociale bijdragen of lonen; 3 het hoofd kunnen bieden aan de onderhouds-, herstellings- of vervangingskosten van de geëxploiteerde voertuigen. Art. 3. Ter wille van het openbaar nut van de taxidiensten, is de exploitant ertoe gehouden al de op de vergunningsakte vermelde voertuigen ter beschikking te stellen van het publiek. De voormelde verplichting ten laste van de exploitant gaat in drie maanden na de ontvangst door laatstgenoemde van de exploitatievergunning. Om aan de bepaling van artikel 7, 4, 4 van de ordonnantie te voldoen, dienen de geëxploiteerde voertuigen ter beschikking te worden gesteld van het publiek minimum gedurende een tijdspanne die overeenstemt met het voltijds in dienst nemen van ten minste een chauffeur per geëxploiteerde voertuig die effectief tewerkgesteld wordt het hele jaar door, waarbij de controle verricht wordt per kalenderjaar. Als verschillende chauffeurs in dienst worden genomen voor het besturen van een voertuig, dient het totaal van hun gepresteerde uren minstens overeen te stemmen met een voltijdse baan en dienen zij aangeworven te worden met inachtneming van de sociale wetgeving. Indien de exploitant zelf chauffeur is, worden zijn prestaties in rekening genomen tot het aantal uren dat hij effectief met het voertuig rijdt. Art. 4. Indien wordt vastgesteld, overeenkomstig artikel 11, 2bis, van de ordonnantie, dat, gezien het aantal door de exploitant aangegeven chauffeurs, blijkt dat de in artikel 3 bedoelde voorwaarden van terbeschikkingstelling niet worden vervuld, wordt de exploitatievergunning geschorst voor het aantal voertuigen, gelijk aan het aantal door de niet-naleving van deze bepaling betrokken voertuigen. Behoudens ingeval de exploitant uitzonderlijke, behoorlijk verantwoorde, gevallen van overmacht kan laten gelden, beschikt hij over een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de bekendmaking van het besluit dat de exploitatie schorst, om het bewijs te leveren dat de aanwerving van de chauffeur(s) ter vervulling van de voorwaarden bedoeld in artikel 3 heeft plaatsgevonden. Indien het bewijs wordt geleverd dat de aanwerving heeft plaatsgevonden, wordt de schorsing opgeheven en de documenten en het materieel m.b.t. het (de) door de schorsing getroffen voertuig(en) aan de exploitant teruggegeven. Indien deze termijn niet in acht wordt genomen, gaat de Regering over tot de gedeeltelijke of gehele intrekking van de exploitatievergunning, overeenkomstig artikel 11, 2bis, lid 2 van de ordonnantie. Art. 5. Vóór de ingebruikname van de voertuigen vermeld in de vergunningsakte en op elk verzoek van de Administratie is de exploitant ertoe gehouden, volgende documenten over te leggen, opgemaakt op zijn naam, met uitzondering van deze vermeld onder 2 en 4 : 1 de aankoopfactuur van elk geëxploiteerde voertuig, het contract van verkoop op afbetaling, het contract van huurfinanciering of het contract van huurverkoop; 2 het keuringsbewijs van het voertuig bedoeld in artikel 24 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, behoorlijk gevalideerd, voor de exploitatie van een taxidienst; 3 de verzekeringspolis waarin wordt vermeld dat : a) de burgerlijke aansprakelijkheid van de exploitant gedekt is voor schade veroorzaakt aan de vervoerde personen en aan derden ter gelegenheid van het gebruik van zijn voertuig; b) de verzekeraar er zich uitdrukkelijk toe verbindt om de Administratie onmiddellijk op de hoogte te brengen in geval van het vervallen van het recht van de polis; c) het voertuig verzekerd is als taxi;

Page 5 of 44 4 het inschrijvingsbewijs; 5 een geldige, internationale autoverzekeringskaart; 6 het bewijs dat hij is aangesloten bij een socialeverzekeringsfonds, evenals de natuurlijke persoon die zich bezighoudt met het dagelijks beheer, indien het gaat om een rechtspersoon; 7 in voorkomend geval, het bewijs van inschrijving bij een telefooncentrale die in verbinding staat met het geëxploiteerde voertuig. Wanneer al deze documenten effectief aan het Bestuur worden overgelegd vóór het in het verkeer stellen van de in de vergunningsakte bedoelde voertuigen, worden deze geregistreerd door het Bestuur en wordt er melding van gemaakt op de in artikel 54, 2, bedoelde kaart. Art. 6. De exploitant die meerdere voertuigen in dienst stelt, is ertoe gehouden per voertuig : 1 ofwel minstens een chauffeur voltijds aan te werven; 2 ofwel meerdere deeltijdse chauffeurs van wie het totaal aantal gepresteerde uren minstens gelijk is aan een voltijdse betrekking, aan te werven. Deze aanwerving geschiedt met inachtneming van de sociale wetgeving. Wanneer de exploitant zelf chauffeur is van één van de in dienst gestelde voertuigen, dan wordt de in het eerste lid bedoelde verplichting beperkt tot zijn prestaties. Art. 7. De exploitanten mogen geen chauffeurs aanwerven of laten rijden die geen houder zijn van het geldige, door de Administratie afgeleverde bekwaamheidscertificaat en van het geschiktheidsattest, uitgereikt met toepassing van de geldende federale reglementering. Art. 8.De exploitanten zijn ertoe gehouden de Administratie op de hoogte te brengen : 1 binnen een termijn van 10 werkdagen nadat de situatie zich voordoet en als het gaat om een rechtspersoon, van elke overdracht van de maatschappelijke zetel of wijziging van de exploitatiezetel, elke benoeming, elk ontslag, elke uitsluiting [ 1 van een bestuurder, werkende vennoot of zaakvoerder] 1 en van elke wijziging in de toekenning van de aandelen, met uitzondering van de aandelen aan toonder, door het vertonen van een gewaarmerkte kopie van de beslissing van het bevoegde orgaan van de vennootschap en het bewijs van het neerleggen van deze beslissing bij de griffie van de rechtbank van koophandel; 2 binnen een termijn van 10 werkdagen nadat de situatie zich voordoet en als het gaat om een natuurlijke persoon, van elke wijziging van woonplaats, door het vertonen van de identiteitskaart; 3 vóór de indienststelling van het voertuig, van elke verandering van voertuig, door het vertonen van de in artikel 5 bedoelde boorddocumenten; 4 binnen een termijn van 10 werkdagen na het voorval, van elke in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling ten opzichte van die persoon, door het overleggen van een kopie daarvan; 5 binnen de 24 uren van het voorval, van elke verjaring, elk verstrijken of elke opschorting van de verzekeringspolis voor één of meerdere voertuigen; 6 vóór de inwerkingtreding van het contract of de wijziging ervan, van de aanwerving, de verandering van het arbeidsregime, van het aftreden of ontslag van een chauffeur; 7 binnen een termijn van 10 werkdagen na het vallen van de beslissing, van de uitspraak van elke gerechtelijke beslissing aangaande hun faillietverklaring of het verslag van een uitgesproken faillissement. [ 2 De exploitant moet de voorgaande verplichtingen nakomen door middel van een brief, telefax, elektronische post of door afgifte per drager tegen ontvangstbewijs van de Administratie.] 2 Als de mededeling bedoeld in lid 1, 6 geschiedt buiten de kantooruren van de Administratie, dient een kopie van het aan de Administratie gerichte document zich aan boord van het voertuig te bevinden. (1)<BESL 2014-03-27/31, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 27-04-2014> (2)<BESL 2014-03-27/31, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 27-04-2014>

Page 6 of 44 Art.9.Het is de exploitanten en hun aangestelden verboden de terugbetaling te verrichten van telefoon-of andere kosten, alsook rechtstreeks of onrechtstreeks premies, schadeloosstellingen of commissies aan tussenpersonen toe te kennen. [ 1 Het is de exploitanten en hun aangestelden verboden om de chauffeurs die ze tewerkstellen kosten te doen betalen die niet in collectieve arbeidsovereenkomsten zijn vastgelegd.] 1 (1)<BESL 2014-03-27/31, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 27-04-2014> Afdeling 2.- Bepalingen betreffende de chauffeurs. Onderafdeling 1.- Voorwaarden. Art.10. 1. De chauffeurs moeten steeds voldoen aan de vereiste waarborgen inzake zedelijkheid en beroepsbekwaamheid. 2. Om zijn zedelijkheid te bewijzen, moet de chauffeur : 1 van goed gedrag en zeden zijn; 2 in België of het buitenland geen van de hiernavolgende in kracht van gewijsde gegane veroordelingen hebben opgelopen : a) een criminele straf, al dan niet met uitstel; b) een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van meer dan zes maanden, al dan niet met uitstel; c) een correctionele gevangenisstraf, in hoofdzaak, van drie tot zes maanden, al dan niet met uitstel, dit in de vijf jaar die de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaan; d) meer dan drie veroordelingen al dan niet met uitstel voor ernstige overtredingen van het verkeersreglement, in het jaar dat de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaat; e) meer dan één veroordeling, met of zonder uitstel, voor het besturen met alcoholintoxicatie, onder invloed, in staat van dronkenschap of onder invloed van andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden in het jaar dat de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaat; f) correctionele of politieveroordelingen die, bij elkaar opgeteld, meer dan drie maanden gevangenisstraf in hoofdzaak bedragen, met of zonder uitstel, in de drie jaar die de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaan. Er wordt geen rekening gehouden met de uitgewiste veroordelingen of de veroordelingen waarvoor de betrokkene eerherstel heeft gekregen. 3. Om zijn beroepsbekwaamheid te bewijzen, moet de chauffeur het door de Administratie afgeleverde en in artikel 12 van dit besluit bedoelde bekwaamheidscertificaat voorleggen [ 1 of minstens [ 2 het voorlopige bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 13, 3] 2 ] 1. (1)<BESL 2014-03-27/34, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> (2)<BESL 2015-07-16/04, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2015> Art.11.Niemand mag het beroep van taxichauffeur uitoefenen als hij de leeftijd van 21 jaar niet heeft bereikt en als hij niet woonachtig is in België of niet beschikt over een gekozen woonplaats waar hem elke oproeping of officiële betekening geldig zal kunnen gedaan worden, als hij niet houder en drager is van een door de Administratie afgeleverd bekwaamheidscertificaat [ 1 of minstens het voorlopige bekwaamheidscertificaat bedoeld in

Page 7 of 44 artikel 17, 3] 1. (1)<BESL 2014-03-27/34, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> Art. 12.Om in het bezit te komen van zijn bekwaamheidscertificaat moet de kandidaatchauffeur zich bij het Bestuur aanmelden en de volgende documenten bij zich hebben : 1 zijn identiteitskaart of, voor een buitenlandse staatsburger, een document waaruit zijn identiteit blijkt, in voorkomend geval vertaald in een van de landstalen door een beëdigd vertaler; 2 het behoorlijk gevalideerde bewijs van medische schifting of het geschiktheidsattest, uitgereikt met toepassing van de vigerende federale reglementering, behoudens indien een daarop betrekking hebbende vermelding op het rijbewijs van de kandidaat staat; 3 het nationaal Belgisch rijbewijs, minstens van categorie B, of een Europees rijbewijs geldig voor dezelfde categorie; 4 een [ 3 uittreksel uit het strafregister afgeleverd volgens de artikelen 595 en 596, lid 1 van het Wetboek van strafvordering] 3 en minder dan drie maanden oud, waaruit zijn zedelijkheid blijkt. Daarenboven voor de buitenlandse staatsburgers, een attest van hun ambassade of elk ander document dat hun goed zedelijk gedrag bewijst vóór ze naar België zijn gekomen, of, in voorkomend geval, het bewijs dat zij genieten van het statuut van vluchteling. De kandidaat-vluchtelingen en de onderdanen van een vreemde staat die legaal en onafgebroken in België verblijven sinds meer dan vijf jaar kunnen in aanmerking komen, mits zij een Belgisch [ 3 uittreksel uit het strafregister afgeleverd volgens de artikelen 595 en 596, lid 1 van het Wetboek van strafvordering] 3, model 1 overleggen. Om zijn zedelijkheid te bewijzen mag de kandidaat-chauffeur in België of in het buitenland geen van de in artikel 10, 2 in kracht van gewijsde gegane veroordelingen hebben opgelopen; 5 voor de betrokken buitenlandse staatsburgers, de documenten waarvan het bezit vereist is voor het verwerven van het recht arbeidsprestaties te verrichten in België; 6 een getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat geslaagd is voor de gedragstesten bedoeld in artikelen 13 tot en met 16; 7 een getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat geslaagd is voor de examens bedoeld in artikel 17 [ 2 1 of een slaagattest voor de opleiding van taxichauffeur bedoeld in artikel 17 2] 2 ; [ 1 8 een attest afgeleverd door een erkend opleider waaruit blijkt dat de kandidaatchauffeur met vrucht een cursus ecologisch rijden gevolgd heeft. Onder een cursus ecologisch rijden, verstaat men een rijopleiding, zowel economisch als ecologisch, gegeven door een vooraf door het Gewest aangewezen beroepsrijinstructeur. Deze opleiding moet bestaan uit een theoretisch luik en een praktische rijopleiding achter het stuur. [ 2...] 2 ] 1 (1)<BESL 2011-10-13/07, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 06-11-2011> (2)<BESL 2014-03-27/34, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> (3)<BESL 2014-03-27/34, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> Art. 13.[ 1 1. Om het bekwaamheidscertificaat te verkrijgen dat toegang verleent tot de uitoefening van het beroep van taxichauffeur, moet de kandidaat, alvorens het volgen van de verplichte opleidingscursussen bedoeld in artikel 17, 1 of de opleiding bedoeld in artikel 17, 2, met vrucht gedragstesten afleggen bij een door het Bestuur aangesteld organisme dat geschikt is om persoonlijkheidstesten af te nemen van chauffeurs van voertuigen die met het publiek in contact komen. Kandidaten voor de gedragstest die in het bezit zijn van een attest van Actiris waaruit blijkt dat zij reeds over een concreet aanbod van een exploitant beschikken voor het volgen van de praktisch opleiding, krijgen voorrang op andere

Page 8 of 44 kandidaten voor het afleggen van de gedragstest. 2. Alvorens de in paragraaf 1 bedoelde test af te leggen, dient de kandidaat het in artikel 12, 4 bedoelde uittreksel uit het strafregister bij het Bestuur voor te leggen. Enkel de kandidaten die, in België of in het buitenland, geen van de hiernavolgende in kracht van gewijsde gegane veroordelingen hebben opgelopen, bedoeld in artikel 10 2, in de periode die de aanvraag zoals bedoeld in die bepaling voorafgaat, mogen de in lid 1 bedoelde test afleggen. 3. Op vertoon van het in artikel 12, 6 bedoelde getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene geslaagd is voor de gedragstest, ontvangt de betrokkenen, onder de voorwaarden bedoeld in artikel 19, eerste lid betreffende de arbeidsovereenkomst of artikel 19, tweede lid betreffende de zelfstandige taxichauffeurs, een voorlopig bekwaamheidscertificaat dat de hem toelaat te werken als zelfstandige taxichauffeur of als taxichauffeur in dienst van deze exploitant op voorwaarde dat de exploitant instaat voor de praktische opleiding van de chauffeur betreffende de topografie van het Gewest (kennis van het snelste traject om van de ene plaats naar de andere te gaan en kennis van de locatie van de voornaamste openbare of voor het publiek toegankelijke plaatsen), het opstellen van het rittenblad en het gebruik van de taximeter. In het geval dat de betrokkene beoogt om zelfstandig taxichauffeur te zijn wordt zijn opleiding, bedoeld de vorige alinea, verzekerd door een exploitant die minimaal 5 jaar ervaring heeft in deze hoedanigheid en in het kader van een opleidingsovereenkomst waarvan de voorwaarden en een typemodel worden vastgelegd door de Minister. In het geval dat de betrokkene beoogt om zelfstandig taxichauffeur te zijn wordt zijn opleiding, bedoeld de vorige alinea, verzekerd door een exploitant die minimaal 5 jaar ervaring heeft in deze hoedanigheid en in het kader van een opleidingsovereenkomst waarvan de voorwaarden en een typemodel worden vastgelegd door de Minister. Het voorlopige bekwaamheidscertificaat wordt afgeleverd voor een eenmalige periode van één jaar. Dit vermeldt de naam van de werkgever of zijn opleider naargelang het geval, zijn DIMONA-nummer, het arbeidsstelsel en het RSZ-inschrijvingsnummer. De gegevens vermeld op het voorlopige bekwaamheidscertificaat worden gewijzigd en bijgewerkt telkens er een verandering optreedt in de inlichtingen van de houder ervan en onder meer ingeval de opleider, de werkgever of het precieze uurrooster van de tewerkstelling verandert. Te dien einde zijn de chauffeurs ertoe gehouden zich te melden bij het Bestuur binnen de tien dagen na de feiten die de wijziging of de bijwerking rechtvaardigen. Iedere chauffeur die niet meer effectief werkt met een arbeidsovereenkomst of met een opleidingsovereenkomst of na vervallen van zijn voorlopig bekwaamheidscertificaat, is ertoe gehouden het voorlopige bekwaamheidscertificaat bij het Bestuur in te leveren binnen de tien werkdagen te rekenen vanaf het stopzetten van zijn activiteit van taxichauffeur of van het vervallen van zijn voorlopig bekwaamheidscertificaat. Indien het bekwaamheidscertificaat niet vrijwillig wordt ingeleverd, kunnen de in artikel 37 van de ordonnantie bedoelde ambtenaren en beambten o.m. belast worden met het recupereren van dit document. Een nieuw voorlopig bekwaamheidscertificaat kan enkel aangevraagd worden minstens één jaar na het vervallen van het vorige voorlopige certificaat en mits het voorleggen van een uittreksel uit het strafregister dat niet ouder is dan drie maanden. Eenzelfde persoon kan niet meer dan drie voorlopige bekwaamheidscertificaten ontvangen. Het voorlopige bekwaamheidscertificaat kan tijdelijk opgeschort of definitief ingetrokken worden, overeenkomstig de artikelen 73 tot 76.] 1 (1)<BESL 2015-07-16/04, art. 2, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2015> Art. 14. Het organisme dat door de Minister wordt aangewezen voor het afnemen van de in artikel 13 bedoelde gedragstesten en het opmaken van de slaagattesten moet kunnen aantonen over een ruime ervaring te beschikken op het vlak van gedragstesten voornamelijk afgenomen van personen die het bezoldigd vervoer van personen zullen verzorgen.

Page 9 of 44 Art.15. Het Bestuur overhandigt de kandidaat-chauffeur alle inlichtingen en documenten aangaande het afleggen van de in artikel 13 bedoelde gedragstesten op het ogenblik van diens aanmelding bij het Bestuur. Art.16. Onverminderd de in artikel 33 van de ordonnantie bedoelde taks, worden de kosten die het in artikel 14 bedoelde organisme heeft gemaakt voor de uitvoering van de gedragstesten voor de kandidaten-taxichauffeur, volledig door het Gewest gedragen. Art.17.[ 1 1. Elke persoon die een bekwaamheidscertificaat aanvraagt moet theoretische cursussen volgen en een slaagattest voorleggen voor een theoretisch examen waarmee deze cursussen met succes werden afgesloten. De theoretische opleidingscursussen worden verzorgd door het Bestuur en handelen onder meer over de volgende materies : 1 reglementering betreffende de taxidiensten; 2 sociale reglementering met betrekking tot het beroep van taxichauffeur; 3 kaartlezen : aanduiding van een precieze bestemmingsplaats die door een potentiële klant gekozen werd; 4 reglementering betreffende de toegang tot de eigen banen voor taxivoertuigen; 5 informatie over personen met beperkte mobiliteit in verband met hun vervoer per taxi en over de veiligheidsprincipes die nageleefd moeten worden in het kader van het beroep van taxichauffeur; 6 Opleiding " klantgerichtheid ". Tijdens de opleiding ontvangen de kandidaten een gedetailleerde documentatie of syllabi over deze materies. De deelname aan alle theoretische opleidingscursussen is verplicht alvorens het theoretische examen te mogen afleggen, tegen de prijs en onder de voorwaarden vastgelegd in artikel 33 van de ordonnantie. Het theoretische examen omvat een schriftelijke en een mondelinge proef en wordt georganiseerd door het Bestuur. Enkel de personen die vooraf in het bezit zijn van alle in het artikel 12, 1 tot 6 opgesomde documenten en die alle theoretische opleidingscursussen hebben gevolgd, mogen zich inschrijven voor dit examen. De theoretische schriftelijke proef handelt over de reglementering betreffende de taxidiensten en onder meer over het opstellen van de rittenbladen bedoeld in artikel 26 2. De theoretische mondelinge proef handelt over het kaartlezen : aanduiding in een welbepaalde maximumtijd van de precieze bestemmingsplaats die door de klant gekozen werd aan de hand van een stratenplan van het Gewest. De proeven worden afgelegd in het Frans of in het Nederlands, naargelang de bij de inschrijving door de kandidaat gekozen taal. De vertegenwoordigers van de taxichauffeurs binnen het Adviescomité kunnen bij consensus en in de schoot van dit comité een waarnemer aanwijzen om de proeven bij te wonen. Het al dan niet slagen voor de proeven wordt beslist door een deliberatiecommissie samengesteld uit de examinatoren bij wie de proeven werden afgelegd en twee door de Minister aangewezen personen binnen het Bestuur, waarvan er een het voorzitterschap waarneemt. Om te slagen voor de proeven moet de kandidaat minstens de helft van de punten behalen voor elk van de 2 proeven, waar hij minstens 60 % van de punten moet behalen voor beide proeven. Op schriftelijke aanvraag bij het Bestuur kan de kandidaat zijn gedetailleerde uitslagen van de proeven krijgen. Het slagen voor de proeven blijft gedurende drie jaar geldig te rekenen vanaf de datum van het getuigschrift bedoeld in artikel 12, 7. Onverminderd de taksen bedoeld in artikel 33 van de ordonnantie, worden de kosten die de examens met zich meebrengen, integraal door het Gewest gedragen.

Page 10 of 44 2. De kandidaat die een opleiding van taxichauffeur met succes heeft gevolgd bij een door de Minister erkende openbare instelling die beroepsopleidingen verstrekt, wordt vrijgesteld van deelname aan de theoretische opleidingscursussen van het Bestuur en van het afleggen van het theoretische examen, mits hij een getuigschrift van deze instelling voorlegt waaruit blijkt dat deze kandidaat met vrucht de beroepsopleiding heeft gevolgd. Dit getuigschrift blijft gedurende drie jaar geldig te rekenen vanaf de datum van afgifte. 3. [ 2...] 2. 4. [ 3 Na een werkperiode van minstens vier maanden onder dekking van een voorlopig bekwaamheidsattest zoals bedoeld in paragraaf 3 van artikel 13, mag de betrokkene de in artikel 12, 8 bedoelde cursus ecologisch rijden volgen.] 3 Onverminderd de taksen bedoeld in artikel 33 van de ordonnantie, worden de kosten die de cursussen ecologisch rijden met zich meebrengen, integraal door het Gewest gedragen. De erkende opleider bedoeld in artikel 12, 8 bezorgt een getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat, al dan niet met vrucht, de cursus ecologisch rijden heeft gevolgd. 5. Onder dekking van zijn voorlopig bekwaamheidscertificaat, moet de betrokkene gedurende een periode van maximaal 12 maanden ter rekenen vanaf het afleveren van dit certificaat, prestaties uitvoeren die, in totaal, overeenkomen met een voltijdse prestaties gedurende 6 maanden et dit zowel in de hoedanigheid van zelfstandige of loontrekkende, in dienst van maximum twee verschillende exploitanten die hem een praktische opleiding verzekeren betreffende de topografie, het opstellen van het rittenblad en het gebruik van de taximeter. Bij overmacht kan het Bestuur de betrokkene toelaten om bij een derde exploitant te werken. De werkperiode bij deze laatste exploitant moet minstens drie maanden bedragen. Na de werkperiode bij hem of na de opleidingsovereenkomst, bezorgt elke exploitant aan de betrokkene een getuigschrift over de manier waarop hij de in lid 1 bedoelde praktische opleiding heeft verwerkt in de voorwaarden en volgens een typemodel vastgelegd door de Minister. 6. [ 4 Op vertoon van het slaagattest voor het theoretische examen, bedoeld in 1, of op vertoon van het getuigschrift betreffende de opleiding bedoeld in 2, alsook op vertoon van de getuigschriften respectievelijk bedoeld in 3, lid 3 en in 4, lid 4, alsook op vertoon van de ingevulde rittenbladen door de betrokkene tijdens zijn drie laatste werkmaanden en van zijn loonfiches met betrekking tot de volledige periode van zijn praktische opleiding bedoeld in 5, lid 1, alsook eventueel na onderzoek van getuigschriften betreffende de manier van rijden en het zich gedragen, overgemaakt aan de kandidaat of het Bestuur door iedere andere tussenkomende persoon zoals collega's of klanten, bezorgt het Bestuur hem, indien deze oordeelt dat alle elementen aantonen dat de kandidaat voldoet aan alle voorwaarden om het beroep van taxichauffeur uit te oefenen, een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene de voorwaarden vervult om het bekwaamheidscertificaat van taxichauffeur te ontvangen overeenkomstig artikel 19. Indien alle voorwaarden bedoeld in die bepaling op het moment van de aanvraag vervuld zijn, wordt rechtstreeks aan de betrokkene een bekwaamheidscertificaat van taxichauffeur bezorgd.] 4.] 1 (1)<BESL 2014-03-27/34, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> (2)<BESL 2015-07-16/04, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2015> (3)<BESL 2015-07-16/04, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2015> (4)<BESL 2015-07-16/04, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2015> Art. 18.[ 1 1er. De kandidaat die gedeeltelijk niet slaagt voor de proeven bedoeld in artikel 17 1, wordt vrijgesteld van het opnieuw afleggen van de proef waarvoor hij geslaagd zou zijn onder de voorwaarden van dit artikel. Deze vrijstelling blijft geldig gedurende drie jaar te rekenen vanaf de inschrijving voor deze proeven. 2. De kandidaat die bij de examens bedrog pleegt, wordt uitgesloten, en zijn uitsluiting zal

Page 11 of 44 door de deliberatiecommissie worden bevestigd bij met redenen omklede en aan de betrokkene medegedeelde beslissing, en zal zich pas één jaar na de laatste poging opnieuw mogen aanmelden. 3. De kandidaat die niet geslaagd is voor hetzij de gedragstesten bedoeld in artikel 13, hetzij het theoretische examen bedoeld in artikel 17, 1, kan zich pas herinschrijven voor de testen of voor het theoretische examen na het verstrijken van een termijn van vier maanden ingaand vanaf de beslissing van zijn niet-slagen. De kandidaat die drie keer gezakt is, kan zich pas herinschrijven voor de testen of het examen na het verstrijken van een termijn van drie jaar ingaand vanaf de derde beslissing van zijn niet-slagen. 4. De kandidaat die zich niet aanmeldt voor de examens waarvoor hij zich had ingeschreven of die opgeeft in de loop van de sessie, wordt geacht als zijnde niet geslaagd, tenzij hij een medisch attest kan vertonen. 5. Worden voor een periode gaande tot tien jaar uitgesloten van het recht aan de examens deel te nemen, de kandidaten die : 1. zich onbeleefd of respectloos hebben gedragen tegenover de examinatoren of de personeelsleden van het Bestuur; 2. zich schuldig hebben gemaakt aan verduistering van materiaal of opzettelijk het materiaal of de lokalen van het Bestuur hebben beschadigd; 3. handelingen hebben verricht met het oog op het beïnvloeden, in hun voordeel, van een examinator of elk ander personeelslid van het Bestuur. De beslissing om een kandidaat uit te sluiten, wordt genomen bij een met redenen omkleed besluit van de Minister en aan de betrokkene medegedeeld. Deze vermeldt onder meer de duur van de uitsluiting.] 1 (1)<BESL 2014-03-27/34, art. 6, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> Art. 19.[ 3 De kandidaten die voldoen aan [ 4 alle in artikelen 13 en 17 bedoelde voorwaarden] 4, krijgen hun bekwaamheidscertificaat slechts op vertoon van de getuigschriften die dit bewijzen,] 3 de in artikel 12 bedoelde documenten alsook van een door een exploitant van een taxidienst, houder van een door het Gewest afgeleverde exploitatievergunning, voor eensluidend verklaard afschrift van het arbeidscontract waaruit blijkt dat hij de kandidaat als taxichauffeur in dienst heeft genomen en van een kopie van het ontvangstbericht van de DIMONA-verklaring i.v.m. dit contract. Voor de zelfstandigen zal het bekwaamheidscertificaat slechts worden afgeleverd op vertoon van het bewijs dat de betrokkene is aangesloten bij een socialeverzekeringsfonds voor zelfstandigen. [ 1 Het bekwaamheidscertificaat wordt aan de taxichauffeur overhandigd pas nadat deze het "handvest van de taxichauffeur" dat overeenstemt met het in bijlage 3 van dit besluit overgenomen model heeft ondertekend. ] 1 [ 2 De chauffeurs dienen om de vier jaar een opfriscursus te volgen bij een instelling erkend door de Administratie, waarvan de nadere regeling bij een afzonderlijk besluit zal worden bepaald.] 2 (1)<BESL 2012-11-15/13, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 11-02-2013. Overgangsbepalingen: art. 9> (2)<BESL 2014-03-27/31, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 27-04-2014> (3)<BESL 2014-03-27/34, art. 7, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> (4)<BESL 2015-07-16/04, art. 6, 013; Inwerkingtreding : 01-08-2015> Art. 20. Op het bekwaamheidscertificaat wordt vermeld dat de chauffeur tewerkgesteld is bij een of meer werkgevers en worden opgenomen o.m. de naam van de werkgever(s), zijn of hun DIMONA-nummers, de dagen waarop gewerkt wordt, alsook het (de)

Page 12 of 44 inschrijvingsnummer(s) bij de R.S.Z. De gegevens vermeld op het bekwaamheidscertificaat worden gewijzigd en bijgewerkt telkens er een verandering optreedt in de toestand van de houder ervan, meer bepaald ingeval de werkgever of het arbeidsregime verandert. Te dien einde zijn de chauffeurs ertoe gehouden, zich te melden bij de Administratie binnen de tien dagen na de feiten die de wijziging of de bijwerking rechtvaardigen. Art. 21. Iedere chauffeur die niet meer effectief werkt, is ertoe gehouden het bekwaamheidscertificaat bij de Administratie in te leveren binnen de tien werkdagen, te rekenen vanaf het stopzetten van zijn activiteit van taxichauffeur. Indien het bekwaamheidscertificaat niet vrijwillig wordt ingeleverd, kunnen de in artikel 37 van de ordonnantie bedoelde ambtenaren en beambten o.m. belast worden met het recupereren van dit document. Art. 22. Zij die taxichauffeur wensen te worden maar die het beroep van taxichauffeur wederrechtelijk, zonder houder te zijn van een bekwaamheidscertificaat, op het Brussels Hoofdstedelijk Grondgebied hebben uitgeoefend, zullen, na vaststelling bij proces-verbaal opgesteld door een controleur van de Administratie der taxi's, hun inschrijving voor de examens door het Bestuur geweigerd zien voor een periode van twee jaar beginnend vanaf de datum van het proces-verbaal van vaststelling van het misdrijf. Art. 23.[ 1 De bekwaamheidscertificaten van de chauffeurs dienen om de twee jaar opnieuw geldig verklaard te worden, uiterlijk drie maanden na de verjaardagdatum van de chauffeur, tijdens de pare jaren voor de chauffeurs geboren tijdens een paar jaar en tijdens de onpare jaren voor de chauffeurs geboren tijdens een onpaar jaar. Het bekwaamheidscertificaat van een chauffeur geboren tijdens een paar jaar is geldig vanaf de uitreikingsdatum tot drie maanden na de verjaardagdatum van de chauffeur die valt in de loop van het paar jaar volgend op het jaar waarin het bekwaamheidscertificaat uitgereikt werd. Het bekwaamheidscertificaat van een chauffeur geboren tijdens een onpaar jaar is geldig vanaf de uitreikingsdatum tot drie maanden na de verjaardagdatum van de chauffeur die valt in de loop van het onpaar jaar volgend op het jaar waarin het bekwaamheidscertificaat uitgereikt werd. De chauffeurs zijn ertoe gehouden zich om de twee jaar bij het Bestuur aan te melden, uiterlijk drie maanden na hun verjaardagdatum, voorzien van een uittreksel uit het strafregister, afgeleverd overeenkomstig de artikelen 595 en 596, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering, minder dan drie maanden oud, alsook van het geldig bewijs van medische schifting of het geldig geschiktheidsattest, uitgereikt met toepassing van de vigerende federale reglementering, behalve als er een desbetreffende vermelding op het rijbewijs van de chauffeur staat. Onverminderd artikel 75, lid 3, worden de bekwaamheids-certificaten opnieuw geldig verklaard naar aanleiding van deze aanmelding. Op hun bekwaamheidscertificaat zal melding worden gemaakt van deze nieuwe geldigverklaring. Elk bekwaamheidscertificaat dat niet opnieuw geldig verklaard werd, vervalt en moet bij het Bestuur worden ingeleverd. Indien het bekwaamheidscertificaat niet vrijwillig wordt ingeleverd, kunnen de in artikel 37 van de ordonnantie bedoelde ambtenaren en beambten belast worden met het recupereren van dit document. De nieuwe geldigverklaring van het bekwaamheidscertificaat zal worden geweigerd als het bewijs van medische schifting of het geldig geschiktheidsattest, uitgereikt met toepassing van de vigerende federale reglementering vervallen is, of als uit het uittreksel uit het strafregister, afgeleverd overeenkomstig de artikelen 595 en 596, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering, blijkt dat door veroordelingen opgelopen sinds het laatste visum, niet langer kan worden beschouwd dat de chauffeur beantwoordt aan de zedelijkheidsvereisten bedoeld in artikel 10, 2, van dit besluit.

Page 13 of 44 De chauffeurs van wie het bekwaamheidscertificaat twee opeenvolgende keren niet opnieuw geldig verklaard werd, zijn verplicht opnieuw de proeven neergelegd in artikel 17 af te leggen om een nieuw bekwaamheidscertificaat te behalen.] 1 (NOTA : De wijziging aangebracht bij <BESL 2014-03-27/34, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> is niet uitgevoerd kunnen worden) (NOTA : De wijziging aangebracht bij <BESL 2014-03-27/34, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2014> is niet uitgevoerd kunnen worden) (1)<BESL 2014-03-27/31, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 27-04-2014> Art. 24. Het vervallen van de medische schifting of de geschiktheid vastgesteld met toepassing van de vigerende federale reglementering, heeft van rechtswege het verval van het bekwaamheidscertificaat tot gevolg. Art. 25. Onverminderd de verplichting om in het bezit te zijn van deze documenten op het ogenblik waarop de situatie zich voordoet, zijn de chauffeurs ertoe gehouden om binnen tien werkdagen nadat de situatie zich voordoet de Administratie op de hoogte te brengen van elke wijziging van woonplaats, op vertoon van hun identiteitskaart, alsook van elke verandering van werkgever op vertoon van een kopie van hun nieuwe arbeidscontract. Onderafdeling 2. - Verplichtingen van de chauffeurs in dienst. Art. 26. 1. Wanneer de chauffeurs in dienst zijn, zijn zij ertoe gehouden om de volgende documenten bij zich te hebben : 1 het geldig bekwaamheidscertificaat, afgeleverd door de Administratie; 2 het geldig bewijs van medische schifting of het geschiktheidsattest, uitgereikt met toepassing van de vigerende federale reglementering, behalve als er een desbetreffende vermelding op het rijbewijs van de chauffeur staat; 3 het Belgisch rijbewijs of het Europees rijbewijs, minstens van tenminste categorie " B "; 4 de identiteitskaart. 5 Indien hij loontrekker is, [ 2 en] 2, als hij geniet van een aanvullende werkloosheidsuitkering, van het door de RVA afgeleverde document C3, behoorlijk ingevuld, en indien hij zelfstandige is, een kopie van zijn attest van aansluiting bij een socialeverzekeringsfonds voor zelfstandigen. 2. [ 1 De chauffeurs moeten op ieder moment een dagelijks rittenblad door de digitale taxameter op een afgedrukte manier of via een elektronische drager kunnen voorleggen waarop o.a. de volgende gegevens vermeld staan : 1 de datum waarnaar het rittenblad verwijst; 2 de naam van de natuurlijke of rechtspersoon die het voertuig uitbaadt en zijn telefoonnummer; 3 het identificatienummer van de taxi, het reserve- of vervangingsvoertuig, zoals afgeleverd door de Administratie; 4 de nummerplaat van het voertuig; 5 het nummer van het bekwaamheidsattest van de chauffeur; 6 de datum en het uur waarop de dienst van de chauffeur begint; 7 de kilometerstand van de digitale taxameter in het begin van de dienst; 8 de volgnummers van de ritten; 9 de adressen en uren van in- en uitstappen van de klanten; 10 de ontvangen bedragen; 11 de dienstonderbrekingen; 12 de kilometerstand de taxameter op het einde van de dienst; 13 het aantal opnemingen dat op de digitale taxameter voorkomt bij het begin van de dienst;

Page 14 of 44 14 het aantal afgelegde kilometers met een klant aan boord bij het begin van de dienst; 15 het aantal opnemingen dat op de digitale taxameter voorkomt op het einde van de dienst; 16 het aantal afgelegde kilometers met een klant aan boord op het einde van de dienst; 17 de aard van de rit naargelang het gaat om gewoon vervoer of vervoer van een persoon met beperkte mobiliteit; De aanduidingen onder 1 tot en met 7 en onder 13 en 14 moeten opgeslagen worden voordat de chauffeur aan zijn dienst begint. De aanduiding onder 11 moet worden opgeslagen vóór het begin van de onderbreking van de dienst. De aanduidingen onder 12, 15 en 16 moeten opgeslagen worden op het einde van de dienst. De overige aanduidingen dienen te worden opgeslagen ten laatste op het einde van elke rit. De ritbladen moeten minstens gedurende zeven dagen in het toestel bewaard worden en, vervolgens, gedurende vijf jaar na de datum van hun opstelling, op een zelfstandige drager, hetzij op de zetel van de exploitant, hetzij op een beveiligde server bij een derde en moeten, gerangschikt per voertuig en per datum, vertoond kunnen worden op elk door de ambtenaren en beambten van de Administratie gedaan verzoek in het kader van de uitoefening van hun functie.] 1 3. De documenten bedoeld in dit artikel moeten worden vertoond op elk door de in artikel 37 van de ordonnantie bedoelde ambtenaren en beambten gedaan verzoek. 4. Het is de bestuurders verboden om de dagtellers vóór het einde van hun dienst terug op nul te zetten. (1)<BESL 2014-03-20/18, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 27-04-2014> (2)<BESL 2014-03-27/31, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 27-04-2014> Art. 27. 1. De chauffeurs moeten een keurige kleding dragen. Onder keurige kleding dient men te verstaan kleding die voldoet aan de specificaties van 2, van dit artikel. 2. Deze kleding voldoet aan de volgende specificaties : 1 voor het mannelijk personeel : een effen jek of jas, een effen broek, een effen hemd en gesloten schoenen; 2 voor het vrouwelijk personeel : een effen jek of jas, een effen broek of jurk, een effen hemd en gesloten schoenen. Bij warm weer is het dragen van het jek en de jas niet verplicht. Bij koud weer wordt het dragen van een effen pullover toegestaan. Art. 28. 1. De chauffeurs zijn ertoe gehouden, van zodra de taxi vrij is, de personen die wensen vervoerd te worden op te pikken. Nochtans moet de aangeroepen bestuurder de rit weigeren, als zijn voertuig zich op minder dan honderd meter bevindt van een standplaats voor taxi's, waar één of meerdere voertuigen beschikbaar zijn. Na elke rit of ononderbroken reeks ritten is de bestuurder ertoe gehouden zo snel mogelijk de speciaal voorziene standplaats van zijn keuze op te zoeken. 2. In afwijking van de bepaling van paragraaf 1 kunnen de chauffeurs : 1 weigeren om elk persoon te vervoeren die vraagt over een lange afstand of naar een weinig bewoonde plaats vervoerd te worden, tenzij ze zijn identiteit hebben kunnen vaststellen, desnoods met tussenkomst van de plaatselijke politie of de federale politie; 2 een voorschot vragen voor langeafstandsritten; 3 elke persoon weigeren te vervoeren die in zichtbare staat van dronkenschap verkeert of onder invloed van verdovende middelen. 3. In geval van onenigheid tussen een chauffeur en een vervoerde persoon over de prijs van de uitgevoerde rit, mag de chauffeur niet weigeren om de klant naar een politiekantoor te vervoeren, alwaar de klacht onderzocht zal worden. Art. 29.De chauffeurs zijn ertoe gehouden :

Page 15 of 44 1 zich in alle omstandigheden beleefd en met respect te gedragen tegenover het publiek, de klanten, de collega's en de vertegenwoordigers van de Administratie, meer bepaald de beambten belast met de controle en het toezicht op taxi's en huurwagens met chauffeur; 2 om bejaarden of personen met een beperkte mobiliteit, alsmede kinderen die alleen reizen te helpen bij het in- en uitstappen van de voertuigen en ook in het bijzonder de veiligheid te waarborgen van de personen in een rolstoel gedurende het hele traject; 3 zich ervan te vergewissen dat de deuren goed gesloten zijn, alvorens hun voertuig in werking te zetten; 4 met hun voertuig ter beschikking te blijven van de reizigers die ze vervoeren, en dit voor de gehele door hen gevraagde tijd, behalve indien daaruit prestaties zouden resulteren van een duidelijk overdreven omvang; 5 erop toe te zien dat de door dit besluit ten laste van de reizigers gelegde verplichtingen worden nageleefd. Zij moeten tevens helpen bij het laden en lossen van hun koffers; 6 zich ervan te vergewissen dat de klant niets is vergeten in het voertuig en hem meteen de voorwerpen terug te geven die hij daar zou hebben laten liggen. Als om een of andere reden, deze teruggave niet heeft kunnen plaatsvinden, moeten de gevonden voorwerpen zo vlug mogelijk afgegeven worden, ten laatste binnen de vijf dagen, aan het loket van de dienst taxi's van de Administratie; 7 [ 1 om systematisch, zelfs zonder dat de klant erom verzoekt, na elke rit, het in artikel 41,5, van dit besluit bedoelde ticket af te leveren; indien voor welke reden dan ook, dit ticket niet kan overhandigd worden aan de klant, dient de chauffeur hem een geschreven ticket te overhandigen waarin alle aanduidingen bedoeld in artikel 41,5 worden vermeld en het incident onmiddellijk te melden aan de exploitant; in dat geval moet hij de oorzaak van dit incident laten herstellen, ten laatste op de eerste werkdag na het incident.] 1 8 zich te voegen naar de bevelen van de ambtenaren en beambten bedoeld in artikel 37 van de ordonnantie; [ 1 9 op ieder moment een rapport met de totalisatoren voorleggen op een afgedrukte manier of via een elektronische drager, op elk door de ambtenaren en beambten, bedoeld in artikel 37 van de ordonnantie, gedaan verzoek in het kader van de uitoefening van hun functie;] 1 [ 2 10 de taxicheques met universele waarde te aanvaarden als betalingsmiddel en wisselgeld terug te geven indien hun waarde hoger is dan de prijs van de rit.] 2 De chauffeurs die het voorwerp zijn geweest [ 2 van een proces-verbaal of] 2 van een gegrond verklaarde klacht wegens ongemanierd of agressief gedrag, [ 2 zullen verplicht kunnen worden] 2, onverminderd de eventuele administratieve sancties die hen opgelegd kunnen worden, de gedragstesten bedoeld in artikelen 13 tot en met 16 van dit besluit af te leggen of opnieuw af te leggen en ervoor te slagen. Indien een chauffeur die naar behoren werd opgeroepen zich niet aandient voor deze testen, zonder geldige reden, of indien de omschrijving in het verslag van deze afgelegde of opnieuw afgelegde test dit rechtvaardigt, kan zijn bekwaamheidscertificaat definitief ingetrokken worden overeenkomstig de artikelen 73 tot 76. (1)<BESL 2014-03-20/18, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 27-04-2014> (2)<BESL 2014-03-27/31, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 27-04-2014> Art. 30. Tenzij anders door de klant is aangegeven, moet de bestuurder deze langs de snelste weg naar zijn bestemming brengen. Art. 31.Het is de chauffeurs verboden : 1 om hun dienst te verzorgen in het gezelschap van andere personen dan de klanten of in het gezelschap van een dier; 2 om te roken in het voertuig;