STEDELIJK REGLEMENT INZAKE DE TAXIDIENSTEN EN DE DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER

Transcriptie

1 STEDELIJK REGLEMENT INZAKE DE TAXIDIENSTEN EN DE DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER Versie

2 TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1 TOEPASSELIJKE WETGEVING EN DEFINITIES Artikel 1 De exploitatie van de taxidiensten en van de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas wordt geregeld overeenkomstig de voorwaarden en de voorschriften, vastgesteld door: 1. Het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, met latere wijzigingen, hierna het decreet genoemd. 2. Het besluit van 18 juli 2003 van de Vlaamse regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, met latere wijzigingen, hierna het besluit genoemd. 3. De bepalingen van wetten en van de ter uitvoering van wetten genomen besluiten, houdende algemeen reglement op de politie van het vervoer en van het verkeer, met latere wijzigingen. 4. De bepalingen van het gemeentelijk politiereglement op het verkeer, met latere wijzigingen. 5. Wetten, decreten en besluiten die tijdens de duur van de diverse vergunningen of machtigingen kunnen uitgevaardigd worden. 6. Onderhavig aanvullend stedelijk reglement betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 2 1. De bepalingen van artikel 2 van het decreet worden overgenomen, en meer bepaald de onderverdelingen: 4 Taxidiensten: de bezoldigde vervoerdiensten van personen door middel van voertuigen met bestuurder die aan de volgende eisen voldoen: A. Het voertuig is, naar constructie en uitrusting, geschikt voor het vervoer van ten hoogste negen personen - de bestuurder inbegrepen - en is daartoe bestemd. B. Het voertuig wordt ter beschikking gesteld van het publiek, hetzij op een bepaalde standplaats op de openbare weg in de zin van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, hetzij op eender welke andere plaats die niet voor het openbaar verkeer is opengesteld, en waarover de exploitant beschikt. C. De terbeschikkingstelling heeft betrekking op het voertuig en niet op elk van de plaatsen ervan wanneer het voertuig ingezet wordt als taxidienst, of op elk van de plaatsen van het voertuig en niet op het voertuig zelf wanneer het ingezet wordt als collectieve taxidienst. D. De bestemming wordt door de cliënt bepaald. 4 bis Onwettig ronselen: hetzij kandidaat-klanten aanspreken op openbare plaatsen op het grondgebied van een gemeente waar men niet vergund is, hetzij met het voertuig heen en weer rijden op het grondgebied van een gemeente waar men niet vergund is, hetzij daar stationeren, telkens met het oogmerk om klanten te vervoeren. 5 Diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder: alle bezoldigde vervoerdiensten van personen, door middel van voertuigen met bestuurder, die noch geregeld vervoer noch taxidiensten zijn en die naar bouw en uitrusting geschikt zijn voor het vervoer van ten hoogste 9 personen, de bestuurder inbegrepen. 11 Stedelijke gebieden: de door de Vlaamse regering aangeduide delen van de regionaal-stedelijke gebieden van de gemeenten Brugge, Hasselt-Genk, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Sint-Niklaas, Aalst, Roeselare, Turnhout. 2. De bepalingen van artikel 1 van het besluit worden overgenomen, en meer bepaald de onderverdelingen: 1 Decreet: het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen. 2 Minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het Vervoer. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 2

3 3 College: het college van burgemeester en schepenen dat, overeenkomstig artikelen 26 en 41 van het decreet, bevoegd is voor het uitreiken of het hernieuwen van de vergunning voor het exploiteren van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. 4 Gemeente: de gemeente waar, overeenkomstig artikel 26 van het decreet, de exploitant zijn taxidienst wil exploiteren of, overeenkomstig artikel 41 van het decreet, de exploitatiezetel van de dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder gelegen is. 5 Bevoegde personeelsleden en agenten: de personeelsleden, bedoeld in artikel 64 van het decreet, en de officieren en de agenten van de politie. 6 Exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder exploiteert, in de zin van artikel 2, 4 en 5, van het decreet. 7 Voertuig: elk twee-, drie- of vierwielig motorvoertuig dat naar constructie en uitrusting geschikt is voor het vervoer van ten hoogste negen personen, de bestuurder inbegrepen, met uitzondering van de voertuigen die gebruikmaken van een hulpmotor, waarvan het vermogen niet hoger is dan 0,3 kw. 8 Motortaxi: elk twee- of driewielig motorvoertuig, met of zonder zijspanwagen of aanhangwagen, dat wordt ingezet als taxi. 9 Motorverhuurvoertuig: elk twee- of driewielig motorvoertuig, met of zonder zijspanwagen of aanhangwagen, dat wordt ingezet als verhuurvoertuig met bestuurder. 10 Collectieve taxidienst: een taxidienst waarbij de terbeschikkingstelling van het taxivoertuig betrekking heeft op elk van de plaatsen van het voertuig en niet op het voertuig zelf. 11 Taxikaart, verhuurvoertuig met bestuurderkaart, reservekaart en vervangingskaart: één kaart per voertuig met de vermelding van de gegevens van de vergunning en het voertuig, uitgereikt door de administratieve diensten van de gemeente. 12 VVM: de Vlaamse Vervoermaatschappij. 3. In dit reglement wordt verstaan onder: 1 Aanvrager: elke natuurlijke persoon of elke zaakvoerder van een rechtspersoon die een aanvraag doet tot het bekomen van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst of van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (nieuwe, hernieuwing, ) of tot het bekomen van een machtiging om een chauffeur in dienst te nemen. 2 Chauffeur: elke persoon die ritten uitvoert voor een exploitant, zoals bedoeld in art. 2 2, 6 van dit reglement, waarvan het college bedoelde persoon gemachtigd heeft om als chauffeur van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dienst te doen. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 3

4 TITEL II AANVULLENDE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Afdeling 1 Taxidiensten Artikel 3 De exploitatie van taxidiensten op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas wordt specifiek geregeld overeenkomstig de voorwaarden en voorschriften van het decreet, meer bepaald de artikelen 25 t.e.m. 40, en het besluit, meer bepaald de artikelen 2 t.e.m. 47. Inzonderheid wordt artikel 25 van het decreet hernomen: Niemand mag, zonder vergunning, een taxidienst exploiteren door middel van één of meer voertuigen van op de openbare weg of op elke andere niet voor het openbaar verkeer opengestelde plaats die zich op het grondgebied van het Vlaamse Gewest bevindt. Afdeling 2 Diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder Artikel 4 De exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas wordt specifiek geregeld overeenkomstig de voorwaarden en voorschriften van het decreet, meer bepaald de artikelen 41 t.e.m. 52, en het besluit, meer bepaald de artikelen 48 t.e.m. 63. Inzonderheid wordt artikel 41 1 van het decreet hernomen: Niemand mag, zonder vergunning, een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder op het grondgebied van het Vlaamse Gewest exploiteren door middel van één of meer voertuigen. HOOFDSTUK 2 DE VERGUNNINGEN Afdeling 1 Aantal vergunningen Artikel 5 1. Overeenkomstig artikel 3 1 van het besluit bedraagt de norm voor het aantal vergunde taxivoertuigen in een gemeente één taxivoertuig per duizend inwoners. Het college bepaalt elk jaar het aantal taxivoertuigen dat in Sint-Niklaas vergund kan worden op basis van het aantal inwoners op 1 januari van dat jaar. 2. Als dit aantal taxivoertuigen bereikt is, zal door het college een wachtlijst opgemaakt worden waarin de naam of handelsnaam en het adres van de aanvrager in chronologische volgorde van ontvangst van de aanvraag worden ingeschreven. Het college verleent voorrang aan de exploitant die de hernieuwing van de vergunning aanvraagt, op voorwaarde dat die voldoet aan alle vergunningsvoorwaarden. Als de hernieuwing geweigerd wordt en als het aantal taxivoertuigen niet bereikt is, worden de aanvragen van de wachtlijst chronologisch in aanmerking genomen. Op eenvoudige aanvraag kunnen de personen die op de wachtlijst staan, hiervan een afschrift krijgen. Artikel 6 Overeenkomstig artikel 49 van het besluit is het aantal vergunningen en voertuigen voor een dienst van verhuurvoertuigen met bestuurder onbeperkt. Afdeling 2 De aanvraag tot het bekomen, hernieuwen of wijzigen van de vergunning Artikel 7 1. Elke aanvraag tot het bekomen, het hernieuwen of het wijzigen van een vergunning (zowel voor een taxidienst als voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder) moet gebeuren door middel van een aanvraagformulier dat kan bekomen worden bij de stedelijke administratie. Overeenkomstig artikel 2 1 en artikel 48 1 van het besluit moet de vergunning aangevraagd worden bij het college. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 4

5 2. De aanvraag tot het bekomen of hernieuwen van een vergunning moet volgende gegevens bevatten: 1 Gegevens van de aanvrager: A. Natuurlijke persoon: a) Naam en voornaam. b) Geboorteplaats en datum. c) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente. d) Telefoon, gsm, fax en . B. Rechtspersoon: a) Naam, rechtsvorm, ondernemingsnummer en btw-nummer van de firma. b) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente van de maatschappelijke zetel van de firma. c) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente van de exploitatiezetel van de firma. d) Naam en voornaam van de zaakvoerder van de firma. e) Geboorteplaats en datum van de zaakvoerder van de firma. f) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente van de zaakvoerder van de firma. g) Telefoon, gsm, fax en van de zaakvoerder van de firma. C. Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente van de garage(s). D. Het aantal voertuigen dat de aanvrager voor de taxidienst of voor de dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wil inzetten. 2 De vermelding wat specifiek wordt aangevraagd: A. Bij de aanvraag tot het bekomen of hernieuwen van een vergunning voor taxidiensten: a) Voor het exploiteren van een taxidienst. b) Om reservevoertuigen te kunnen inzetten. c) Om voertuigen voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder in te zetten als taxi, met vermelding van het identificatienummer, indien al toegekend. B. Bij de aanvraag tot het bekomen of hernieuwen van een vergunning voor diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder: a) Voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. b) Om voertuigen voor de exploitatie van een taxidienst in te zetten als verhuurvoertuigen, met vermelding van het identificatienummer, indien al toegekend. 3 Gegevens van de voertuigen: A. Algemeen voor elk voertuig: a) Merk en type, kleur, bouwjaar, jaar eerste ingebruikneming, nummerplaat, chassisnummer en wijze van ingebruikneming (eigendom, afbetaling of leasing). b) De opgave van de tarieven die voor het voertuig zullen worden gehanteerd. B. Bijkomend voor elk taxivoertuig: a) Al of niet gebruikmaking van taxistandplaatsen op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke privé-weg. b) Al of niet uitgerust met telefonie. 3. Voor het bekomen of hernieuwen van een vergunning moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd: 1 Een afschrift van de identiteitskaart (voor- en achterzijde) op naam van de aanvrager. 2 Als de aanvrager ook zelf voertuigen zal besturen, een afschrift van zijn rijbewijs (voor- en achterzijde). 3 Als de aanvrager ook zelf voertuigen zal besturen, een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat hij geschikt is om een taxivoertuig of een verhuurvoertuig te besturen, voor zover dit nog niet vermeld wordt op zijn rijbewijs. 4 Een bewijs van goed zedelijk gedrag dat hoogstens drie maand oud is, op naam van de aanvrager. 5 De statuten van de firma of een afschrift van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, indien de aanvrager een rechtspersoon is. 6 Het getuigschrift van de opleiding Basiskennis van het bedrijfsbeheer, afgeleverd door de Kamer van Ambachten en Neringen of een gelijkwaardig document, op naam van de aanvrager. 7 Een attest van een kas voor zelfstandigen waaruit blijkt dat de bijdragen correct zijn betaald, op naam van de aanvrager. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 5

6 8 In geval personeel wordt tewerkgesteld, een attest van de RSZ waaruit blijkt dat de bijdragen correct zijn betaald, op naam van de aanvrager. 9 Een fiscaal attest waaruit blijkt dat de belastingplichten zijn nagekomen, op naam van de aanvrager. 10 De bewijsstukken die aantonen dat de aanvrager over de voertuigen mag beschikken (aankoop-, leasing- of bestelbonnen). 11 De inschrijvingsbewijzen van de voertuigen, waaruit moet blijken dat de voertuigen ingeschreven zijn als voertuigen voor bezoldigd vervoer. 12 De schouwingbewijzen van de voertuigen, afgeleverd door een schouwingorganisme dat door de Minister is erkend, waaruit moet blijken dat de voertuigen geschouwd zijn als voertuigen voor bezoldigd vervoer. 13 Het beschikkend gedeelte van de verzekeringspolis en het verzekeringsbewijs, afgeleverd door een door de Koning erkende verzekeringsmaatschappij, van de voertuigen, waaruit moet blijken dat de voertuigen verzekerd zijn als voertuigen voor bezoldigd vervoer. 14 Als de aanvrager ook zelf voertuigen zal besturen, één recente pasfoto. Al deze stukken moeten door de aanvrager geparafeerd zijn. 4. De aanvraag tot het wijzigen van een vergunning moet volgende gegevens bevatten: 1 Gegevens van de exploitant: A. Naam of firmanaam. B. Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente. C. Telefoon, gsm en fax. 2 Aard van de wijziging die wordt aangevraagd. 3 Gegevens van de voertuigen: A. Bij vermeerdering van het aantal voertuigen: a) Algemeen voor elk voertuig: * Merk en type, kleur, bouwjaar, jaar eerste ingebruikneming, nummerplaat, chassisnummer en wijze van ingebruikneming (eigendom, afbetaling of leasing). * De opgave van de tarieven die voor het voertuig zullen worden gehanteerd. * Indien het taxivoertuig ingezet wordt als verhuurvoertuig of omgekeerd, het identificatienummer van het voertuig, indien al toegekend. b) Bijkomend voor elk taxivoertuig: * Al of niet gebruikmaking van taxistandplaatsen op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke privé-weg. * Al of niet uitgerust met telefonie. B. Bij vermindering van het aantal voertuigen: a) Identificatienummer, merk en type, en nummerplaat. b) Voor taxivoertuigen, de wijze waarop het voertuig werd ingezet. 4 Gegevens van de tarieven: A. Tarieven die de exploitant zou willen toevoegen. B. Tarieven die de exploitant zou willen wijzigen. 5. Voor het wijzigen van een vergunning moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd: 1 Bij vermeerdering van het aantal voertuigen: A. De bewijsstukken die aantonen dat de exploitant over de voertuigen mag beschikken (aankoop-, leasing- of bestelbonnen). B. De inschrijvingsbewijzen van de voertuigen, waaruit moet blijken dat de voertuigen ingeschreven zijn als voertuigen voor bezoldigd vervoer. C. De schouwingbewijzen van de voertuigen, afgeleverd door een schouwingorganisme dat door de Minister is erkend, waaruit moet blijken dat de voertuigen geschouwd zijn als voertuigen voor bezoldigd vervoer. D. Het beschikkend gedeelte van de verzekeringspolis en het verzekeringsbewijs, afgeleverd door een door de Koning erkende verzekeringsmaatschappij, van de voertuigen, waaruit moet blijken dat de voertuigen verzekerd zijn als voertuigen voor bezoldigd vervoer. Al deze stukken moeten door de exploitant geparafeerd zijn. 2 Bij vermindering van het aantal voertuigen: A. De twee taxikaarten of de reservekaart, zoals bedoeld in artikel 2 5 van het besluit. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 6

7 B. De kaart voor een verhuurvoertuig met bestuurder en het herkenningsteken, zoals bedoeld in artikel 48 3 van het besluit. 3 Bij wijziging van de zaakvoerder van een exploitant-rechtspersoon: A. Een afschrift van de identiteitskaart van de zaakvoerder (voor- en achterzijde). B. Als de zaakvoerder ook zelf voertuigen zal besturen, een afschrift van zijn rijbewijs (voor- en achterzijde). C. Als de zaakvoerder ook zelf voertuigen zal besturen, een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat hij geschikt is om een taxivoertuig of een verhuurvoertuig te besturen, voor zover dit nog niet vermeld wordt op zijn rijbewijs. D. Een bewijs van goed zedelijk gedrag van de zaakvoerder dat hoogstens drie maand oud is. E. Het getuigschrift van de opleiding Basiskennis van het bedrijfsbeheer, afgeleverd door de Kamer van Ambachten en Neringen of een gelijkwaardig document, op naam van de zaakvoerder. F. Een attest van een kas voor zelfstandigen, op naam van de zaakvoerder, waaruit blijkt dat de bijdragen correct zijn betaald. G. Een fiscaal attest, op naam van de zaakvoerder, waaruit blijkt dat de belastingplichten zijn nagekomen. In dit geval wordt artikel 8 van dit reglement van toepassing. 6. Het aanvraagformulier, vergezeld van de bewijsstukken, moet aangetekend verstuurd worden naar het college, of afgegeven worden op de bevoegde dienst tegen ontvangstbewijs. In geval van hernieuwing van de vergunning moet de aanvraag ten minste vier (4) weken vóór het verstrijken van de termijn, bepaald in de vergunning die verloopt, aan het college overgemaakt worden. 7. Voor het inzetten van verhuurvoertuigen als taxi s en taxi s als verhuurvoertuigen zijn de bepalingen van artikel 26 3 en artikel 42 3 van het decreet van toepassing. Afdeling 3 De afgifte van de vergunning Artikel 8 1. Overeenkomstig artikel 2 2 van het besluit wordt de vergunning voor de exploitatie van een taxidienst binnen een termijn van drie maanden ná datum van het aangetekend schrijven waarbij de aangifte is verstuurd of van het ontvangstbewijs, door het college afgegeven. Overeenkomstig artikel 48 2 van het besluit wordt de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder binnen een termijn van drie maanden ná datum van het aangetekend schrijven waarbij de aangifte is verstuurd of van het ontvangstbewijs, door het college afgegeven. Overeenkomstig artikels 28 en 43 van het decreet wordt de vergunning afgegeven ná een onderzoek door het college omtrent de door de aanvrager gegeven zedelijke waarborgen, zijn beroepsbekwaamheid en zijn solvabiliteit. Wanneer de vergunning aan een rechtspersoon wordt afgegeven, moet de zaakvoerder van de rechtspersoon voldoen aan de voorwaarden, opgelegd aan een natuurlijk persoon om houder te worden van de vergunning, en dit gedurende de hele duur van de exploitatie. 2. Zedelijke waarborgen: De zedelijke waarborgen zullen getoetst worden aan de hand van het bewijs van goed zedelijk gedrag, dat bij de aangifte moet worden afgegeven. Indien dit bewijs geen veroordelingen vermeldt, wordt de aanvrager verondersteld de zedelijke waarborgen te geven. Indien dit bewijs wel veroordelingen vermeldt, zal het college in zijn beoordeling rekening houden met volgende normenset: 1 Op gerechtelijk vlak zal rekening gehouden worden met: A. Politiestraffen, uitgesproken gedurende de laatste drie jaren. B. Correctionele straffen, uitgesproken gedurende de laatste vijf jaren. C. Criminele straffen, uitgesproken gedurende de laatste tien jaren. 2 Op verkeersvlak zal: A. Geen rekening gehouden worden met modale verkeersinbreuken (parkeerboetes, onmiddellijke inningen of minnelijke schikkingen). Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 7

8 B. Wel rekening gehouden worden met vluchtmisdrijf, dronken sturen of het onopzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen. 3. Beroepsbekwaamheid: De aanvrager wordt beschouwd als beroepsbekwaam, indien de volgende stukken bij zijn aanvraag zijn gevoegd: 1 Als de aanvrager ook zelf voertuigen zal besturen, een afschrift van het rijbewijs van de aanvrager (voor- en achterzijde). Daaruit moet blijken dat hij reeds gedurende 3 jaar over een geldig rijbewijs beschikt. Indien hij een rijbewijs kan voorleggen dat geldig is voor de categorie D van voertuigen, wordt deze termijn tot 6 maanden beperkt. 2 Als de aanvrager ook zelf voertuigen zal besturen, een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat hij geschikt is om een taxivoertuig of een verhuurvoertuig te besturen, voor zover dit nog niet vermeld wordt op zijn rijbewijs. 3 Het getuigschrift van de opleiding Basiskennis van het bedrijfsbeheer, afgeleverd door de Kamer van Ambachten en Neringen of een gelijkwaardig document, op naam van de aanvrager, voor zover dit bij wet of decreet nog van toepassing is. Daarnaast moet de aanvrager als die een natuurlijk persoon is of de zaakvoerder van de aanvrager, als die een rechtspersoon is, slagen voor een test waarin hij bewijst dat hij de Nederlandse taal voldoende machtig is. Deze test zal georganiseerd en afgenomen worden door de dienst selectie en organisatie van het stadsbestuur, en omvat een schriftelijke en mondelinge proef. 4. Solvabiliteit: De aanvrager wordt beschouwd als solvabel, indien de volgende stukken bij zijn aanvraag zijn gevoegd: 1 Een attest van een kas voor zelfstandigen waaruit blijkt dat de aanvrager zijn bijdragen correct heeft betaald. 2 In geval de aanvrager personeel tewerkstelt, een attest van de RSZ waaruit blijkt dat hij zijn bijdragen correct heeft betaald. 3 Een fiscaal attest waaruit blijkt dat de aanvrager zijn belastingplichten is nagekomen. 4 De bewijsstukken die aantonen dat de aanvrager over de voertuigen mag beschikken (aankoop-, leasing- of bestelbonnen). Artikel 9 1. De vergunning voor het exploiteren van een taxidienst wordt afgeleverd onder de voorwaarden opgelegd door het decreet, inzonderheid artikel 26 5 en artikel 29 1 en 3, en door het besluit, inzonderheid artikel 2 4, 5, 6 en 7. De vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wordt afgeleverd onder de voorwaarden opgelegd door het decreet, inzonderheid artikel 42 1 en 5 en artikel 44 1 en 3, en door het besluit, inzonderheid artikel 48 2 en De vergunning wordt afgeleverd met volgende bijkomende bepalingen: 1 Tarieven: A. Taxidiensten: Overeenkomstig artikel 26 4 van het decreet stelt het college de tarieven vast op voorstel van de exploitant. B. Diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder: Overeenkomstig artikel 42 4 van het decreet stelt het college de tarieven vast op voorstel van de exploitant. 2 De taxikaart die, overeenkomstig artikel 15 eerste lid van het besluit, in het voertuig, rechts onderaan, aan de binnenkant van de achterruit wordt bevestigd, heeft volgende kleur: A. Geel met blauwe letters voor voertuigen die mogen gebruikmaken van taxistandplaatsen op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke privé-weg. B. Blauw met gele letters voor voertuigen die niet mogen gebruikmaken van taxistandplaatsen op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke privé-weg. 3 Telkens de exploitant het noodzakelijk acht (één van) zijn voertuig(en) definitief te vervangen of te vernieuwen, moet hij daarvan de stedelijke administratie inlichten door middel van een aanvraagformulier dat kan bekomen worden bij deze administratie. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 8

9 A. De aanvraag tot het bekomen van een machtiging om een voertuig definitief te vervangen moet volgende gegevens bevatten: a) Gegevens van de exploitant: * Naam of firmanaam. * Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente. * Telefoon, gsm en fax. b) Gegevens van het te vervangen voertuig: Het identificatienummer. c) Gegevens van het nieuwe voertuig: * Algemeen voor elk voertuig: - merk en type, kleur, bouwjaar, jaar eerste ingebruikneming, nummerplaat, chassisnummer en wijze van ingebruikneming (eigendom, afbetaling of leasing). * Bijkomend voor elk taxivoertuig: - wijze van inzetten (taxi- of reservevoertuig) - al of niet gebruikmaking van taxistandplaatsen op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke privé-weg. - al of niet uitgerust met telefonie. B. Voor het bekomen van een machtiging om een voertuig definitief te vervangen moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd: a) Het bewijsstuk dat aantoont dat de exploitant over het voertuig mag beschikken (aankoop-, leasing- of bestelbon). b) Het inschrijvingsbewijs van het voertuig, waaruit moet blijken dat het voertuig ingeschreven is als voertuig voor bezoldigd vervoer. c) Het schouwingbewijs van het voertuig, afgeleverd door een schouwingorganisme dat door de Minister is erkend, waaruit moet blijken dat het voertuig geschouwd is als voertuig voor bezoldigd vervoer. d) Het beschikkend gedeelte van de verzekeringspolis en het verzekeringsbewijs, afgeleverd door een door de Koning erkende verzekeringsmaatschappij, van het voertuig, waaruit moet blijken dat het voertuig verzekerd is als voertuig voor bezoldigd vervoer. e) Bij vervanging: * Bij vervanging van een taxivoertuig: de taxikaarten die overeenkomstig artikel 2 5, eerste lid, van het besluit aan de exploitant werden afgegeven. * Bij vervanging van een reservevoertuig: de reservekaart die overeenkomstig artikel 2 5, tweede lid, van het besluit aan de exploitant werd afgegeven. * Bij vervanging van een verhuurvoertuig: de kaart voor een verhuurvoertuig met bestuurder dat overeenkomstig artikel 48 3 van het besluit aan de exploitant werd afgegeven. De stukken onder a tot d moeten door de aanvrager geparafeerd zijn. 3. Ten einde het stadsbestuur in staat te stellen na te gaan of de exploitant nog voldoet aan de exploitatievoorwaarden, geldt het volgende: 1 Met betrekking tot de moraliteit en solvabiliteit van de exploitant: Jaarlijks moet de exploitant volgende documenten aan het stadsbestuur overleggen: A. Een bewijs van goed zedelijk gedrag van de exploitant dat hoogstens drie maand oud is. B. Een attest van een kas voor zelfstandigen waaruit blijkt dat de exploitant zijn bijdragen correct heeft betaald. C. Een fiscaal attest waaruit blijkt dat de exploitant zijn belastingplichten is nagekomen. 2 Met betrekking tot de voertuigen waarmee de dienst wordt geëxploiteerd: Jaarlijks moet de exploitant voor elk voertuig waarvoor hij vergunning heeft bekomen, volgende documenten aan het stadsbestuur overleggen: A. De twee schouwingbewijzen van het voertuig, die in de loop van het jaar werden afgeleverd door een schouwingorganisme dat door de Minister is erkend, waaruit moet blijken dat het voertuig geschouwd is als voertuig voor bezoldigd vervoer. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 9

10 B. Het beschikkend gedeelte van de verzekeringspolis en het verzekeringsbewijs, afgeleverd door een door de Koning erkende verzekeringsmaatschappij, van het voertuig, waaruit moet blijken dat het voertuig verzekerd is als voertuig voor bezoldigd vervoer. 3 Voor de exploitant die zelf ook chauffeur is: Jaarlijks moet de exploitant volgend document aan het stadsbestuur overleggen: A. Een afschrift van het geldig rijbewijs van de exploitant (voor- en achterzijde). 4 Voor de exploitant die chauffeurs in dienst heeft: Jaarlijks moet de exploitant volgende documenten aan het stadsbestuur overleggen: A. Een attest van de RSZ waaruit blijkt dat de exploitant de bijdragen voor de chauffeurs in zijn dienst correct heeft betaald (met opgave van de gegevens van de chauffeurs). B. Een afschrift van de arbeidsovereenkomst tussen de exploitant en de chauffeur. Afdeling 4 Specifieke bepalingen inzake de vergunning Artikel Inzake de vergunning voor een taxidienst wordt specifiek verwezen naar de bepalingen van het decreet, inzonderheid artikel 30, artikel 31 1, artikel 33 en artikel 35, en van het besluit, inzonderheid artikel 9. Inzake de vergunning voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wordt specifiek verwezen naar de bepalingen van het decreet, inzonderheid artikel 45, artikel 46 1 en artikel 48, en van het besluit, inzonderheid artikel Naast de vergunning zal door toedoen van de stad een pas van exploitant-chauffeur opgemaakt worden, met vermelding van volgende gegevens: 1 Gegevens van de exploitant: A. Natuurlijke persoon: a) Naam en voornaam. b) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente. c) Ondernemingsnummer. B. Rechtspersoon: a) Naam en rechtsvorm. b) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente van de exploitatiezetel. c) Ondernemingsnummer. 2 Gegevens van de exploitant-chauffeur: A. Naam en voornaam. B. Geboorteplaats en datum. C. Foto. 3 De datum waarop het college de vergunning heeft verleend. 4 De periode waarvoor de vergunning geldig is. Deze pas is strikt persoonlijk. Als de exploitant ook zelf voertuigen bestuurt, moet hij deze pas zichtbaar in het voertuig aanbrengen van zodra hij met zijn activiteiten als chauffeur start. Deze pas moet steeds kunnen voorgelegd worden, wanneer daarom door de bevoegde diensten wordt gevraagd. Artikel 11 Het gebruik van reservevoertuigen wordt geregeld door artikel 34 van het decreet, en door artikels 5 en 6 van het besluit. Artikel De tijdelijke vervanging van een voertuig, dat wordt gebruikt voor de exploitatie van een taxidienst, moet gebeuren overeenkomstig artikel 29 2 van het decreet, en artikels 7 en 8 van het besluit. De tijdelijke vervanging van een voertuig, dat wordt gebruikt voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, moet gebeuren overeenkomstig artikel 44 2 van het decreet, en artikels 50 en 51 van het besluit. 2. Elke aanvraag tot het tijdelijk vervangen van een voertuig moet gebeuren door middel van een aanvraagformulier dat kan bekomen worden bij de stedelijke administratie. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 10

11 1 De aanvraag tot het bekomen van een machtiging om een voertuig tijdelijk te vervangen moet volgende gegevens bevatten: A. Gegevens van de exploitant: a) Naam of firmanaam. b) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente. c) Telefoon, gsm en fax. B. Gegevens van het te vervangen voertuig: a) Het identificatienummer. b) Reden van de vervanging. C. Gegevens van het vervangingsvoertuig: Merk en type, kleur, bouwjaar, jaar eerste ingebruikneming, nummerplaat en chassisnummer. D. Gegevens van de verhuurder van het vervangingsvoertuig: a) Naam of firmanaam. b) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente. c) Telefoon, gsm en fax. E. Periode waarin het vervangingsvoertuig zal ingezet worden. 2 Voor het bekomen van een machtiging om een voertuig tijdelijk te vervangen moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd: A. Bij een ongeval, ernstig technisch defect of brand: het attest van de garage waar het te vervangen voertuig zich bevindt met vermelding van de schade. B. Bij diefstal: het attest van diefstal dat door de politie werd afgeleverd. Afdeling 5 Weigering tot afgifte, hernieuwing, schorsing en intrekking van de vergunning Artikel De weigering tot afgifte van de vergunning voor de exploitatie van een taxidienst wordt geregeld door artikel 2 2 van het besluit. De weigering tot afgifte van de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wordt geregeld door artikel 48 2 van het decreet. 2. De weigering tot hernieuwing van de vergunning voor de exploitatie van een taxidienst wordt geregeld door artikel 31 2 van het decreet. De weigering tot hernieuwing van de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wordt geregeld door artikel 46 2 van het decreet. 3. De schorsing of intrekking van de vergunning voor de exploitatie van een taxidienst wordt geregeld door artikel 32 en artikel 32bis van het decreet, en door artikel 10 en artikel 11 van het besluit. De schorsing of intrekking van de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wordt geregeld door artikel 47 van het decreet, en door artikel 53 en artikel 54 van het besluit. 4. Tevens zijn in deze inzonderheid de artikelen 37 en 50 van het decreet van toepassing. 5. In geval van schorsing of intrekking van de vergunning moeten de officiële documenten, die in uitvoering van dit reglement aan de exploitant werden afgegeven, door deze onmiddellijk bij de overheid die de documenten heeft afgeleverd, worden ingeleverd. Indien de exploitant hieraan geen gevolg geeft, behoudt de bevoegde overheid zich het recht voor deze documenten met alle middelen terug te vorderen. HOOFDSTUK 3 DE EXPLOITATIE Afdeling 1 Taxidiensten Artikel De bepalingen van het besluit, inzonderheid de artikelen 12 t.e.m. 41, zijn van toepassing. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 11

12 2. In toepassing van artikel 14 van het besluit mag de exploitant geen reclame op het voertuig aanbrengen, tenzij daartoe uitdrukkelijk door het college toelating wordt verleend. Ook moet toelating verkregen worden voor alle vermeldingen die betrekking hebben op de exploitant zelf (firmanaam, telefoonnummer, ). Elke aanvraag tot het aanbrengen van reclame op een voertuig moet gebeuren door middel van een aanvraagformulier dat kan bekomen worden bij de stedelijke administratie. Afdeling 2 Diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder Artikel 15 De bepalingen van het besluit, inzonderheid de artikelen 55 t.e.m. 62, zijn van toepassing. HOOFDSTUK 4 HET STATIONEREN Artikel Het stationeren van een taxivoertuig wordt geregeld door artikel 38 van het decreet, en door artikelen 42, 45, 46 en 47 van het besluit. 2. Het stationeren van een verhuurvoertuig wordt geregeld door artikel 51 van het decreet. HOOFDSTUK 5 DE CHAUFFEUR Afdeling 1 De aanvraag tot het bekomen van een machtiging om als chauffeur van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dienst te doen Artikel Een kandidaat-chauffeur kan, op zijn aanvraag, vanwege het college een machtiging bekomen om als chauffeur van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dienst te doen, onder de voorwaarden van dit reglement en binnen de perken van het decreet en het besluit. 2. Elke aanvraag tot het bekomen van deze machtiging moet gebeuren door middel van een aanvraagformulier dat kan bekomen worden bij de stedelijke administratie. 1 De aanvraag tot het bekomen van de machtiging moet volgende gegevens bevatten: A. Gegevens van de kandidaat-chauffeur: a) Naam en voornaam. b) Geboorteplaats en datum. c) Straat, huis- en busnummer, postcode en gemeente. 2 Bij de aanvraag tot het bekomen van de machtiging moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd: A. Een afschrift van de identiteitskaart van de kandidaat-chauffeur (voor- en achterzijde). B. Een afschrift van het geldig rijbewijs van de kandidaat-chauffeur (voor- en achterzijde). C. Een bewijs van goed zedelijk gedrag van de kandidaat-chauffeur dat hoogstens drie maand oud is. Dit bewijs is vereist indien de kandidaat-chauffeur in dienst wenst te treden bij een exploitant van een taxidienst, maar niet als de kandidaat-chauffeur in dienst wenst te treden bij een exploitant van een dienst voor het verhuren van voertuigen. D. Een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat-chauffeur geschikt is om een taxivoertuig of een verhuurvoertuig te besturen, voor zover dit nog niet vermeld wordt op zijn rijbewijs. E. Eén recente pasfoto. Al deze stukken moeten door de kandidaat-chauffeur geparafeerd zijn. Het aanvraagformulier, vergezeld van de bewijsstukken, moet verstuurd worden naar het college, of afgegeven worden op de bevoegde dienst. Ingeval van hernieuwing van de machtiging moet de aanvraag ten minste vier (4) weken vóór het verstrijken van de termijn, bepaald in de machtiging die verloopt, aan het college overgemaakt worden. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 12

13 Afdeling 2 De afgifte van de machtiging Artikel Niemand mag zonder machtiging van het college als chauffeur van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dienst doen. De machtiging om als chauffeur van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dienst te doen, wordt door het college afgegeven, na de hierna beschreven procedure en onder de hierna beschreven voorwaarden. 2. Procedure tot het bekomen van de machtiging, indien de kandidaat-chauffeur in dienst wenst te treden bij een exploitant van een taxidienst: 1 Voorlopige machtiging A. De voorlopige machtiging wordt bij afgifte van de aanvraag afgeleverd voor een periode van maximum zes (6) weken, in afwachting van het resultaat van het onderzoek door het college van burgemeester en schepenen omtrent de door de kandidaat-chauffeur gegeven zedelijke waarborgen en beroepsbekwaamheid. B. De voorlopige machtiging wordt enkel afgeleverd onder de volgende voorwaarden: - Het bewijs van goed zedelijk gedrag vermeldt geen veroordelingen; - De kandidaat-chauffeur beschikt over een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat hij geschikt is om een taxivoertuig of verhuurvoertuig te besturen; - De kandidaat-chauffeur beschikt over een geldig rijbewijs (min. 3 jaar oud) C. Tijdens de door van de voorlopige machtiging zal de kandidaat-chauffeur onderworpen worden aan het onderzoek omtrent zijn zedelijke waarborgen en zijn beroepsbekwaamheid. D. Voor de kandidaat-chauffeurs die niet voldoen aan de onder B genoemde voorwaarden, kan geen voorlopige machtiging worden bekomen. 2 Definitieve machtiging De definitieve machtiging wordt afgegeven binnen zes (6) weken ná ontvangst van de aanvraag ná een onderzoek door het college omtrent de door de kandidaat-chauffeur gegeven zedelijke waarborgen en beroepsbekwaamheid. 1 Zedelijke waarborgen: De zedelijke waarborgen zullen getoetst worden aan de hand van het bewijs van goed zedelijk gedrag, dat bij de aangifte moet worden afgegeven, en aan de hand van bijkomende informatie die door de lokale politie zal worden verstrekt. Indien dit bewijs geen veroordelingen vermeldt en de bijkomende informatie van de politie geen aanleiding geeft tot verder onderzoek, wordt de aanvrager verondersteld de zedelijke waarborgen te geven. Indien dit bewijs wel veroordelingen vermeldt of indien de bijkomende informatie van de politie wel aanleiding geeft tot verder onderzoek, zal het college in zijn beoordeling rekening houden met volgende normenset: A. Op gerechtelijk vlak zal rekening gehouden worden met: a) politiestraffen, uitgesproken gedurende de laatste drie jaren; b) correctionele straffen, uitgesproken gedurende de laatste vijf jaren; c) criminele straffen, uitgesproken gedurende de laatste tien jaren. B. Op verkeersvlak zal: a) geen rekening gehouden worden met modale verkeersinbreuken (parkeerboetes, onmiddellijke inningen of minnelijke schikkingen); b) wel rekening gehouden worden met vluchtmisdrijf, dronken sturen of het onopzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen. 2 Beroepsbekwaamheid: De aanvrager wordt beschouwd als beroepsbekwaam, indien uit de stukken die bij zijn aanvraag zijn gevoegd, blijkt dat de kandidaat-chauffeur reeds gedurende 3 jaar over een geldig rijbewijs beschikt en medisch geschikt is om een taxivoertuig te besturen. Indien de kandidaat-chauffeur een rijbewijs kan voorleggen dat geldig is voor de categorie D van voertuigen, wordt deze termijn tot 6 maanden beperkt. Daarnaast moet de aanvrager slagen voor een test waarin hij bewijst dat hij de Nederlandse taal Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 13

14 voldoende machtig is. Deze test zal georganiseerd en afgenomen worden door de dienst selectie en organisatie van het stadsbestuur, en omvat een schriftelijke en mondelinge proef. 3. Procedure tot het bekomen van de machtiging, indien de kandidaat-chauffeur in dienst wenst te treden bij een exploitant van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder: 1 Voorlopige machtiging: A. De voorlopige machtiging wordt bij afgifte van de aanvraag afgegeven voor een periode van maximum zes (6) weken, in afwachting van het resultaat van het onderzoek door het college van burgemeester en schepenen omtrent de door de kandidaat-chauffeur beroepsbekwaamheid. B. De voorlopige machtiging wordt enkel afgeleverd onder de volgende voorwaarden: - De kandidaat-chauffeur beschikt over een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat hij geschikt is om een taxivoertuig of een verhuurvoertuig te besturen; - De kandidaat-chauffeur beschikt over een geldig rijbewijs (min. 3 jaar oud) C. Tijdens de duur van de voorlopige machtiging zal de kandidaat-chauffeur onderworpen worden aan het onderzoek omtrent zijn beroepsbekwaamheid en de aanvraag tot machtiging worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. D. Voor de kandidaat-chauffeurs die niet voldoen aan de onder B genoemde voorwaarden, kan geen voorlopige machtiging worden bekomen. De definitieve machtiging wordt afgegeven binnen vier (4) weken ná ontvangst van de aanvraag ná een onderzoek door het college omtrent de beroepsbekwaamheid van de kandidaat-chauffeur. De aanvrager wordt beschouwd als beroepsbekwaam, indien uit de stukken die bij zijn aanvraag zijn gevoegd, blijkt dat de kandidaat-chauffeur reeds gedurende 3 jaar over een geldig rijbewijs beschikt en medisch geschikt is om een verhuurvoertuig te besturen. Indien de kandidaat-chauffeur een rijbewijs kan voorleggen dat geldig is voor de categorie D van voertuigen, wordt deze termijn tot 6 maanden beperkt. 4. Voorwaarden: 1 De machtiging is geldig voor een periode van maximum van vijf (5) jaar. 2 Controle van de voorwaarden voor een chauffeur die een machtiging heeft bekomen om als chauffeur van een taxidienst dienst te doen: A. Ten einde de stad in de mogelijkheid te stellen na te gaan of een chauffeur van een taxidienst nog voldoet aan de voorwaarden om als chauffeur dienst te doen, moet de chauffeur elk jaar volgende documenten aan de stad voorleggen: a) Een afschrift van zijn geldig rijbewijs (voor- en achterzijde). b) Een bewijs van goed zedelijk gedrag dat hoogstens drie maand oud is. c) Een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat-chauffeur nog steeds geschikt is om een taxivoertuig of een verhuurvoertuig te besturen, voor zover dit nog niet vermeld wordt op zijn rijbewijs. B. Indien uit deze documenten blijkt dat er twijfel bestaat of de chauffeur nog aan de voorwaarden voldoet, zal de machtiging voorlopig opgeschort worden tot ná een nieuw onderzoek omtrent de door de chauffeur nieuw gegeven zedelijke waarborgen en beroepsbekwaamheid: a) Als uit dat onderzoek blijkt dat de chauffeur toch nog aan de voorwaarden voldoet, wordt de schorsing opgeheven. b) Als uit dat onderzoek blijkt dat de chauffeur niet meer aan de voorwaarden voldoet, wordt de machtiging ingetrokken. 3 Controle van de voorwaarden voor een chauffeur die een machtiging heeft bekomen om als chauffeur van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dienst te doen: A. Ten einde de stad in de mogelijkheid te stellen na te gaan of een chauffeur van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder nog voldoet aan de voorwaarden om als chauffeur dienst te doen, moet de chauffeur elk jaar volgende documenten aan de stad voorleggen: a) Een afschrift van zijn geldig rijbewijs (voor- en achterzijde). b) Een medisch getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat-chauffeur nog steeds geschikt is om een taxivoertuig of een verhuurvoertuig te besturen, voor zover dit nog niet vermeld wordt op zijn rijbewijs. B. Indien beide documenten niet kunnen worden voorgelegd, zal de machtiging definitief worden ingetrokken. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 14

15 4 Als de machtiging en alle bijhorende documenten niet zijn afgehaald binnen drie (3) maanden, te rekenen vanaf de datum van de beslissing van het college, vervalt de machtiging. 5 De chauffeur is verplicht elke wijziging van woonplaats binnen vijf (5) dagen aan de stad mee te delen. 6 Alle voorwaarden bepaald in het decreet en het besluit, met latere wijzigingen, blijven eveneens van toepassing. Afdeling 3 Bepalingen met betrekking tot de machtiging Artikel Naast de machtiging zal door toedoen van de stad een chauffeursboekje opgemaakt worden, met vermelding van volgende gegevens: 1 Gegevens van de chauffeur: A. Naam en voornaam. B. Geboorteplaats en datum. C. Volledig adres. D. Foto. 2 De datum waarop het college de machtiging heeft verleend. 3 De periode waarvoor de machtiging geldig is. 4 Gegevens van de indiensttreding: A. Gegevens van de exploitant: a) Natuurlijke persoon: * Naam en voornaam. * Ondernemingsnummer. b) Rechtspersoon: * Naam en rechtsvorm. * Ondernemingsnummer. B. Begin- en einddatum van de indiensttreding. Dit boekje is strikt persoonlijk. De chauffeur moet het zichtbaar in het voertuig aanbrengen van zodra hij met zijn activiteiten als chauffeur start. Dit boekje moet steeds kunnen voorgelegd worden, wanneer daarom door de bevoegde diensten wordt gevraagd. Afdeling 4 Weigering, schorsing en intrekking van de machtiging Artikel Elke beslissing van het college om de afgifte of de hernieuwing van een machtiging te weigeren, moet gemotiveerd zijn. Deze weigeringsbesluiten zullen aan de aanvrager betekend worden. De afgifte of de hernieuwing van de machtiging zal geweigerd worden, indien de chauffeur niet (langer) voldoet aan de voorwaarden inzake zedelijkheid (enkel voor de chauffeur van een taxidienst) of beroepsbekwaamheid. 2. Indien wordt vastgesteld dat de bepalingen van hoofdstuk 5, afdeling 1 en 2, niet worden nageleefd, zal aan de chauffeur bij aangetekend schrijven een officiële waarschuwing worden overgemaakt. Indien aan deze waarschuwing geen gevolg wordt gegeven of bij herhaling van de overtreding, kan het college bij gemotiveerde beslissing de machtiging om als chauffeur van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dienst te doen, voor een bepaalde periode schorsen of zelfs definitief intrekken. Deze besluiten tot schorsing of intrekking zullen aan de chauffeur betekend worden. In geval van schorsing of intrekking van de vergunning moeten de officiële documenten, die in uitvoering van dit reglement aan de chauffeur werden afgegeven, door deze onmiddellijk bij de overheid die de documenten heeft afgeleverd, worden ingeleverd. Indien hier geen gevolg aan wordt gegeven, behoudt de bevoegde overheid zich het recht voor deze documenten met alle middelen terug te vorderen. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 15

16 Afdeling 5 Stopzetting van de machtiging Artikel De machtiging vervalt automatisch na 5 jaar. 2. Een chauffeur is er toe gehouden het stadsbestuur onmiddellijk in kennis te stellen van het feit dat hij zijn activiteit als chauffeur stopzet. In dit geval moet hij zijn chauffeursboekje onmiddellijk bij het stadsbestuur inleveren. Afdeling 6 De toelating tot ritten laten uitvoeren door een chauffeur Artikel Een exploitant van een taxidienst kan enkel een chauffeur ritten laten uitvoeren die van het college een machtiging heeft bekomen als chauffeur van een taxidienst. Een exploitant van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder kan een chauffeur ritten laten uitvoeren die van het college een machtiging heeft bekomen als chauffeur van een taxidienst of als chauffeur van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. 2. Een exploitant die een chauffeur voor hem/haar ritten wil laten uitvoeren, moet daarvan melding maken bij de stedelijke administratie, de exploitant wordt dan vermeld op het chauffeursboekje. HOOFDSTUK 6 BELASTINGEN Afdeling 1 Taxidiensten Artikel 23 De belasting op de exploitatie van taxidiensten op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas wordt geregeld door artikel 36 van het decreet. Afdeling 2 Diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder Artikel 24 De belasting op de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas wordt geregeld door artikel 49 van het decreet. TITEL III STRAFBEPALINGEN Artikel 25 Deze materie wordt geregeld door de artikelen 63 tot en met 66bis van het decreet. TITEL IV OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 26 De gemeenteraad machtigt het college om de nieuwe regeling met betrekking tot chauffeurs, zoals beschreven in de artikelen 18 en 19 van dit reglement, automatisch toe te passen op alle chauffeurs die op datum van de wijziging van dit reglement met ingang van 1 november 2009 reeds in dienst waren bij de exploitanten. TITEL V SLOTBEPALINGEN Artikel 27 Deze materie wordt geregeld door de artikelen 67 tot en met 80 van het decreet, en de artikelen 76 tot en met 86 van het besluit. Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 16

17 Artikel 28 Alle bepalingen betreffende de exploitatie van taxidiensten, voorheen vastgesteld door de gemeenteraad, en inzonderheid het stedelijk reglement betreffende de taxidiensten, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 20 november 1998, met latere wijzigingen, worden door onderhavige regeling opgeheven en vervangen. Artikel 29 Overeenkomstig artikel 111 van de Nieuwe Gemeentewet machtigt het college de stadssecretaris de ondertekening van bepaalde stukken, opgemaakt in uitvoering van het decreet, het besluit en onderhavig reglement op te dragen aan één of meer ambtenaren van de stad. Artikel 30 Dit reglement treedt in werking vanaf 1 april Versie Reglement inzake de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder blz. 17