Inspectierapport Oqido Beukenlaan (BSO) Beukenlaan 1 7151 XL EIBERGEN Registratienummer 919732409 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Berkelland Datum inspectie: 05-09-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 22-09-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 5 september 2016 is BSO Oqido Beukenlaan van Kinderdomein Eibergen in opdracht van de gemeente bezocht voor een jaarlijks onderzoek. Het onderzoek heeft zich gericht op de volgende voorwaarden: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio Beschouwing BSO Oqido Beukenlaan onderdeel van Kinderdomein Eibergen heeft één groep geopend genaamd Orange Shark. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio Inspectiegeschiedenis: 6-7-2015 Jaarlijks onderzoek, tekortkoming pedagogisch basisdoel. 27-10 2015 Nader onderzoek, geen tekortkomingen. Bevindingen op hoofdlijnen: Tijdens de inspectie zijn er geen tekortkomingen geconstateerd, de houder voldoet aan alle getoetste voorwaarden. De bevindingen zijn terug te lezen in het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid: ontwikkeling van persoonlijke competentie: ontwikkeling van sociale competentie: overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar. Hieronder worden de bijbehorende voorwaarden toegelicht en beoordeeld. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie op dinsdagmiddag 5 september 2016 zijn er 6 kinderen en 1 beroepskracht aanwezig. De volgende momenten zijn geobserveerd: binnenkomst van de kinderen vrij spelen Zorgdragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met de kinderen. De beroepskracht heeft gesprekjes met verschillende kinderen en vraagt aan een meisje wat ze met haar haar heeft gedaan. De beroepskracht heeft een gesprek met een meisje over traktaties op school en of dat dan gezonde traktaties moeten zijn. Individuele aandacht. De beroepskracht heeft contact met ieder kind en is daar in vriendelijk, geduldig en ondersteunend. Welbevinden. De sfeer op de groep is goed. De kinderen zijn ontspannend bezig met zelf gekozen activiteiten. Ze spelen of alleen of met elkaar. Zorgdragen voor de ontwikkeling van persoonlijke competenties Vrije tijd/ ontspanning. De kinderen kunnen zelf keuzes maken wat ze gaan doen, zo maakt een jongen zijn huiswerk en anderen doen een gezelschapsspel en een meisje maakt een armbandje. Initiatief/kiezen. De beroepskracht sluit aan op de wensen en ideeën van de kinderen. Als een kind wil verven, zegt de beroepskracht: "pak het maar, je weet hoe het werkt". Verrijken. De beroepskracht ziet een meisje knippen en ze waarschuwt het meisje dat ze moet uitkijken dat ze niet haar eigen haar mee knipt. Autonomie. Een jongen gaat huiswerk maken en de beroepskracht bied hem de keuze om zijn huiswerk op de gang te maken, als hij het te druk vindt op de groep, maar laat de keuze bij de jongen. 4 van 10
Zorgdragen voor de ontwikkeling van sociale competenties Ontdekken en (her)kennen. Via een gezelschapsspel worden afspraken gemaakt en samengespeeld. Deel van een geheel. De beroepskracht draagt uit dat iedere inbreng van elk kind er toe doet. Zij geeft het voorbeeld in acceptatie en respectvolle bejegening naar elkaar. Zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden Eenduidig handelen. Wanneer een kind tv wil kijken, zegt de beroepskracht: " bij mooi weer gaat de tv nooit aan, dat weet je wel" Uitleg en instructie. Als een kindje de beroepskracht in de rede valt, zegt zij:" ik ben nu even aan het praten. Je moet even wachten, totdat ik uitgepraat ben". Grenzen en afspraken. Kinderen worden er op gewezen dat als ze binnen zijn, niet hoeven te schreeuwen. Als een kind fruit gaat schillen en een ander kind dat ook wil, bied de beroepskracht aan dat zij morgen fruit mag schillen. Conclusie: In de pedagogische praktijk zijn de 4 basisdoelen gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (beroepskracht en locatieverantwoordelijke) Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein worden de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Uit een steekproef blijkt dat alle beroepskrachten in het bezit zijn van een Verklaring Omtrent Gedrag die voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Uit een steekproef op de locatie blijkt dat alle beroepskrachten in het bezit zijn van een beroepskwalificatie conform CAO. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in één stamgroep waarin maximaal 20 kinderen worden opgevangen. Tijdens de inspectie op 5 september 2016 is de situatie als volgt: er 1 beroepskracht en er zijn 6 kinderen. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen. De toezichthouder heeft de bezettingslijsten ingezien. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (beroepskracht en locatieverantwoordelijke) Interview anderen (beroepskracht) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Oqido Beukenlaan Website : http://www.oqido.nl Aantal kindplaatsen : 35 Gegevens houder Naam houder : Kinderdomein Eibergen B.V. Adres houder : Lariksweg 27 Postcode en plaats : 7151 XV Eibergen KvK nummer : 61242802 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : J. Huberts Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Berkelland Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 7270 HA BORCULO Planning Datum inspectie : 05-09-2016 Opstellen concept inspectierapport : 13-09-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 22-09-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 22-09-2016 Verzenden inspectierapport naar : 22-09-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 27-09-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10