Inspectierapport BSO AnakAnak (BSO) Sint Willebrordplein 6 5014BX Tilburg Registratienummer 197999438 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Tilburg Datum inspectie: 04-02-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 08-03-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Bso Anak Anak vormt samen met kinderdagverblijf Anak Anak (gevestigd in hetzelfde gebouw) Kindcentrum Anak Anak. Bij bso Anak Anak worden maximaal 40 kinderen van 4-13 jaar. De groepsruimtes van bso Anak Anak zijn in november/december 2014 verbouwd. Inspectiegeschiedenis: In oktober 2014 heeft bso Anak Anak een verzoek ingediend bij de gemeente Tilburg om het aantal kindplaatsen van 40 naar 60 kinderen uit te breiden. Tijdens het incidentele onderzoek op 8 december 2014 is de verbouwing nog niet afgerond en blijkt het niet mogelijk om meer dan 40 kinderen op te vangen, Tijdens het jaarlijks onderzoek van 7 april 2015 is de verbouwing afgerond en beschikt bso Anak Anak over voldoende vierkante meter speelruimte om 60 kinderen op te vangen. Huidige inspectie: De directeur heeft er voor gekozen om op dit moment nog niet over te gaan op opvang van meer dan 40 kinderen. De kinderen worden opgevangen in basisgroepen die zijn samengesteld op tijd van binnenkomst en schooltijd. Buitenschoolse opvang Anak Anak voldoet aan de getoetste voorwaarden. De toelichting op de bevindingen van de inspecteur kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van alle inspectie-items die tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten en werkinstructies uit het pedagogisch locatiebeleid van Anak Anak Sterrekinderopvang. Emotionele veiligheid Elk kind wordt individueel begroet op school of bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Praktijk: De kinderen komen (groepsgewijs) van verschillende scholen en op verschillende tijden binnen. De kinderen van de scholen in de buurt worden lopend opgehaald door een medewerker. De kinderen die met de taxi komen worden via de intercom door de taxichauffeur aangemeld. Een van de beroepskrachten loopt naar de deur om het kind of de kinderen te verwelkomen. Bij binnenkomst krijgen alle kinderen de tijd en ruimte om wat te eten aan tafel en te vertellen wat zij die dag op school gedaan hebben. Persoonlijke competentie De meeste tentoongestelde werkstukken of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt en leggen een relatie met thema-activiteiten. Praktijk: De bso werkt met thema-activiteiten. Buiten de vaste thema's zoals Sinterklaas en Kerstmis worden thema's bedacht door de beroepskrachten. Op het moment van de inspectie werkt de bso met het thema winter. Er hangen verschillende knutselwerkjes met dit thema aan de muur. Op de dag van de inspectie mogen de kinderen van papierpropjes een bord boerenkool met worst maken. Er is (binnen en buiten) voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijdsgroepen. Er zijn specifieke speelhoeken/-gebieden. Praktijk: Er zijn verschillende speelruimtes beschikbaar voor de kinderen zoals de woonkamer, de televisiekamer, de bibliotheek en de speelkamer. De ruimtes bieden voldoende spelmogelijkheden voor jongere (bijvoorbeeld bouwhoek) en oudere (bijvoorbeeld tafelvoetbal) kinderen. Sociale competentie De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Praktijk: Op de dag van de inspectie gaan de kinderen gezamenlijk aan tafel om de verjaardag en het afscheid van enkele kinderen te vieren. Er wordt een gezellig feestje van gemaakt. De kinderen mogen vragen stellen aan de jarigen over het verjaardagsfeest en ze zingen liedjes. De jarige mag zelf kiezen welk liedje. Voor de kinderen die afscheid nemen wordt het liedje 'jammer dat je 4 van 10
weggaat' gezongen. Enkele kinderen die schietgebaren zitten te maken tijdens het feest, wordt gevraagd hiermee te stoppen. Kind A mag vanwege een dieet de traktatie niet hebben. Voor het feestvieren begint, legt de beroepskracht aan A uit dat er een traktatie komt die ze niet mag hebben. De beroepskracht stelt voor om voor A een bordje met lekkers te maken met dingen die zij wel mag hebben. De beroepskracht zorgt ervoor dat A haar bordje (een bootje gemaakt van een stuk appel en snoeppapier) krijgt voordat de traktatie wordt uitgedeeld. Overdracht van normen en waarden De beroepskrachten begeleiden kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van een kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van 'wat er wel mag'. Praktijk: Er zijn verschillende afspraken en regels. Zonodig leggen de beroepskrachten de regels uit. Als enkele kinderen bij de computer staan legt de beroepskracht uit dat er één kind achter de computer mag. Ze maakt een lijstje met de namen van de andere kinderen die ook graag achter de computer willen en spreekt af dat de kinderen om de beurt op de computer mogen. Het kind dat achter de computer zit, mag één ander kind kiezen die met hem meekijkt. Als er toch een groepje kinderen bij de computer blijft staan zegt de beroepskracht tegen de kinderen dat ze even mogen gaan spelen tot ze aan de beurt zijn. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Directeur) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Donderdagmiddag 4 februari) Pedagogisch werkplan (Pedagogisch locatiebeleid van Anak Anak Sterrekinderopvang, versie 2015-2016) Pedagogische visie 0-13 jaar, versie 5 augustus 2014 Service bureau kinderopvang 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De VOG's van de medewerkers voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Bij buitenschoolse opvang Anak Anak worden maximaal 40 kinderen opgevangen. Bso Anak Anak werkt met basisgroepen in het concept het huis met de kamers. De basisgroepen worden onderverdeeld op basis van binnenkomst van de kinderen afhankelijk van de schooltijd van de kinderen. De scholen die gekoppeld zijn aan de bso zijn op 4 verschillende tijden uit. Op het moment dat de kinderen binnen komen, worden ze opgevangen in een vaste ruimte met een vaste pedagogisch medewerker die de kinderen wat te eten en drinken aanbiedt. Door bovenbeschreven werkwijze worden er nooit meer dan 20 kinderen in één basisgroep opgevangen. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten blijkt dat op de dag van de inspectie en op de dagen van de steekproef wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De afwijkende inzet van beroepskrachten blijft binnen de maximale toegestane tijd. De afwijkende inzet vindt plaats tijdens de start van de opvang, aan het einde van de opvang en tijdens de middagpauze. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Directeur) Interview anderen (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 5 2016) Personeelsrooster (week 5 2016) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO AnakAnak Website : http://www.sterrekinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : KC Anak Anak B.V. Adres houder : Piushaven 6 Postcode en plaats : 5017AN Tilburg KvK nummer : 62841637 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : B van Dommelen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tilburg Adres : Postbus 90155 Postcode en plaats : 5000LH TILBURG Planning Datum inspectie : 04-02-2016 Opstellen concept inspectierapport : 24-02-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 08-03-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 09-03-2016 Verzenden inspectierapport naar : 09-03-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 30-03-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10