Gagea minima (L.) Ker-Gawl. nieuw in Nederland een erfenis van Linnaeus?

Vergelijkbare documenten
Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek

6,5. Werkstuk door Z woorden 11 maart keer beoordeeld. Schermbloemenfamilie. Datum gevonden:

Struiklaag 25% Eenstijlige meidoorn: Crataegus monogyna Grauwe wilg: Salix cinerea Spaanse aak: Acer campestre

Bijen: Aardhommel, Akkerhommel, Zandbijen, Wespbijen,

Akker- en Weidegeelster in Zuid- Limburg

EENDENKOOI SCHIPLUIDEN

Prachtanjer (Dianthus superbus L.) terug. in Nederland, maar... via natuurlijke weg? Inleiding

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

BOS- EN DUINPARKEN Herstelplan VAN HAEMSTEDEBOS. Gemeente Bloemendaal

Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders

Geelsterren in Gelderland. Louis-Jan van den Berg Benno te Linde

PWG-excursie naar de Rhoonse Grienden op 6 mei 2015

Opdracht Biologie Informatie planten voor herbarium

Ecologisch beheer van beplantingen 241

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

te beschouwen? door H.P.M. Hillegers lutea in stinsemilieus van Friesland, Zuid- soorten die binnen hun natuurlijke areaalgrenzen

Natuurmeetnet. Zuiderpark. resultaten R.W.G. Andeweg, M.A.J. Grutters, G. Bakker & M.M.E. Backerra. bsr-rapport 95

hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.

Romain Timmermans Tom Delvaux

Geelsterren in Twente en het Duitse grensgebied

Onkruidwijzer. Een lijstje als hulpmiddel

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae

Uitbreiding van Corydalis solida (L.) Clairv. (Vinger helmbloem) in een wegberm in de Gelderse Vallei

Eco-line Frambozengaarde KC Houten Ecologisch onderzoek Barwoutswaarder Woerden 2007

Bermbesluit. Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Waterlepeltje (Ludwigia)

Ecologisch beheer van beplantingen 69

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

De spontane ondergroei van bosgemeenschappen onder verschillende hoofdboomsoorten

Onderzoek naar beschermde soorten aan de Eikenlaan in Sleeuwijk

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Vergeet-mij-nietje (Myosotis)

LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula)

Wespenorchis (Epipactis)

Basterdwederik (Epilobium)

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2

Datum excursie: 2013/29/ Hokcode: D Plaats: Loksbergen Gids: Bert Berten Deelnemers: Georges Peters

Nulmeting flora 2014 Antiverdrogingsmaatregelen Sint-Jansberg

PWG-excursie naar riviereiland De Zaag op 25 april 2018

Een boom is een bijzondere boom, wanneer hij voldoet aan de volgende criteria.

7 juli Aanvullende informatie en factsheet bomen

De vegetatie van populierenbos in het nvierensebied

Acer freemanii Armstrong

mijmer en focus een koepel voor landgoed de Overplaats in Heemstede

verandering in duur en frequentie van de overstromingen verspoeld materiaal van hellingen

IBN-Rapport 5.13 GEMEENTE ENSCHEDE Algemeen

LPW-Florasleutel samengesteld door Veerle Cielen. Linde (Tilia)

Plantenkennis. Bol en knolgewassen. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Projectteam Groen. Advies. Van Haeringenplantsoen. Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie. IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H.

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

LPW-Florasleutel samengesteld door Liliane Dedroog. Vetkruid (Sedum)

Een beeldverslag van de stinsenplanten-excursie naar buitenplaats Beeckestijn op , onder leiding van Ria Simon en Hein Koningen

HYPERICUM 6, maart 2006

Boterbloem (Ranunculus)

Berminventarisatie 2013

Wilder is beter NATUUR AAN DE GEVEL

Examenlijst onkruiden open teelten. Beeldenbank

Datum excursie: 26/04/2010 Hokcode: D Plaats: Zutendaal Gids: Bert Berten. Theo Nulens LPW

Broedvogels. NatuurBeleven bv. Oostermeerkade TV Amstelveen

CONSUMPTIEGEDRAG GALLOWAYS MILLINGERWAARD

Starters in het bosonderzoek Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen. Margot Vanhellemont. Inleiding

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

HYPERICUM 6, maart 2006

SLOBKOUSNIEUWS 21 jrg8

EXCURSIE NAAR LANDGOED MILDENBURG OP 17 APRIL 2013

Werkstuk Biologie Bladerwerkstuk

Enkele Gentiana soorten: Gentiana acaulis (stengelloze Gentiaan): De stengelloze Gentiaan is een kleine. Gentiana (Gentiaan)

Lijst van planten die geplukt mogen worden voor de herbariumwedstrijd

Waarnemingen. AIC te Castricum

Bijen in Stappengoor Inventarisatie van de wilde bijen op de wilgen

Natuurtoets ten behoeve van het nieuwbouwproject De nieuwe Landen 2 te Lemelerveld

Informatie over het herbarium

Werkbladen landschapsstudie

NIEUWSBRIEF FLORON-FWT, NR.2, APRIL 1990

Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk

mogelijk groeiplaatsen van G. oecologische bespiegelingen, overzicht gegeven van vermeldingen van G. lutea die vergeleken.

Quick scan ecologie Sophiaweg te Zandvoort

91E0_veb: beekbegeleidend vogelkers-essenbos en essen-iepenbos (Pruno-Fraxinetum)

BOS- EN DUINPARKEN Herstelplan WILHELMINAPARK EN KOPJE VAN BLOEMENDAAL. Gemeente Bloemendaal

Flora van naaldbossen,

Aaanleg steigers Werelderfgoed Kinderdijk Quickscan Flora- en Fauanwet

LPW. Datum excursie: 6/05/2013 Hokcode: D Plaats: Opoeteren Gids: Robert Delbroek

Voorbeelden van indeling van levensstadia of levensfasen bij verschillende planten en plantengroepen.

Japanse duizendknoop Help mee deze plant te bestrijden

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten.

Toorts (Verbascum) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens

Anacamptis pyramidalis bij Wijk aan Zee. door. de Vries-laboratorium, Amsterdam) worden de tellingen grafisch weergegeven.

Leijduin 1837, Vogelenzang 1837 en 1839, Haarlem 1832, Zilk z. j. (Rijksinstituut voor Veldbiologisch Onderzoek ten behoeve van het Natuurbehoud)

Lentewrap met vers geplukte wilde kruiden

Warkruid (Cuscuta) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten

Boom nummer Schouw commissie MH 15 september /70

Geproefd tijdens de wandeling over eetbare planten in de Latemse Meersen op zondag 24 juni 2018 HONDSDRAFKWARK

VAN HEEMSTRAWEG. Definitief Beplantingsplan

Bomenlijst van Zuidplas

De Alkmaarder Hout: het oudste stadsbos van Nederland als habitat voor wilde bijen

niet-inheemse vaatplanten in Nederland

Transcriptie:

Gagea minima (L.) Ker-Gawl. nieuw in Nederland een erfenis van Linnaeus? Jaco Diemeer (Donkerelaan 56, 2061 JP Bloemendaal; e-mail: jacodiemeer@planet.nl) Gagea minima (L.) Ker-Gawl. nieuw in Nederland een erfenis van Linnaeus? In 2003 werd een grote populatie van Spitse geelster (Gagea minima) ontdekt onder linden op het landgoed Leyduin in de gemeente Bloemendaal, Noord-Holland. Deze soort, die van nature voorkomt in de loofbossen van Midden- en Oost-Europa, is nieuw voor Nederland. De dichtstbijzijnde natuurlijke populaties van Gagea minima worden op ten minste 300 450 km afstand in Duitsland en Denemarken gevonden. Het is een raadsel hoe de soort in Bloemendaal terecht gekomen is. Mogelijk is Gagea minima ooit in Leyduin aangeplant en dus een echte stinsenplant. Misschien is Linnaeus, die ooit in de nabije omgeving van Leyduin heeft gewoond, hier zelfs wel bij betrokken geweest. Gagea minima (L.) Ker-Gawl. new in the Netherlands a legacy from Linnaeus? In 2003, a large population of Gagea minima was discovered under linden trees on the Leyduin estate near Bloemendaal, Province of North Holland, the Netherlands. Gagea minima is a new species for the Netherlands. The natural distribution area of the species is Central and East Europe, where it grows in deciduous forests. The nearest populations are located at 300 450 km distance at least in Germany and Denmark. It is a mystery how the species arrived in Leyduin. There is a possibility, that the species has been planted there. It may even have been planted there by Linnaeus himself, who lived for 3 years in the proximity of Leyduin. Inleiding Het verhaal van de geelsterren (Gagea spec.) in Nederland is bekend: er zijn vier vroegbloeiende en weer snel verdwijnende, soms lastig te herkennen soorten die gevonden worden op onder andere begraafplaatsen en landgoederen. 1 2 In Zuid- Kennemerland waren tot dusver alleen populaties van Bosgeelster (Gagea lutea) en Weidegeelster (G. pratensis) bekend, voornamelijk uit de omgeving van de Haarlemmer Hout. Ook is er een plek op het landgoed Leyduin in de gemeente Bloemendaal, die jarenlang bekend stond als groeiplaats van Weidegeelster. Toen er in 2002 van deze plek een melding kwam van, let wel, Schedegeelster (Gagea spathacea), ben ik meteen gaan kijken, maar helaas op de verkeerde plek. Op 2 april 2003 bezocht ik wel de juiste plek en trof een grote groeiplaats van rijk bloeiende geelsterren aan (Fig. 1) die ik niet direct op naam kon brengen. Nederlandse literatuur bood geen uitsluitsel. Na het toezenden van het materiaal aan de Leidse vestiging van het Nationaal Herbarium Nederland (NHN) werd mijn vermoeden bevestigd, dat de planten tot de voor Nederland nieuwe soort Gagea minima behoren, een geweldige verrassing! 11

Beschrijving Gagea minima Plant net als Bosgeelster laag, glanzend heldergroen en rechtopstaand, maar kleiner (Fig. 2). Bol zeer klein, peervormig, met talrijke speldenknopkleine broedbolletjes (Fig. 3; dus geen grote, zijdelings uittredende nevenbol, dit sluit Weidegeelster uit). Eén grondstandig blad (dit sluit Akker- en Schedegeelster uit), zeer smal tot rolrond (dit sluit Bosgeelster uit). Bladvoet roodachtig aangelopen, zoals meestal bij geelsterren. Bloeiende plant met 1 of 2 stengelomvattende stengelbladen/schutbladen vlak onder de bloeiwijze, indien 2 deze vrijwel tegenoverstaand, de onderste groter dan de bovenste. Bloeiwijze rijkbloemig, met minimaal 2, maximaal 7 en gemiddeld 4 bloemen (Fig. 4). Het beste diagnostische kenmerk vormen de bloemdekbladen; deze zijn citroengeel, langwerpig, spits en enigszins hakig teruggekromd (Fig. 5). Bij alle andere Gagea-soorten zijn de bloemdekbladen stomp of afgerond. De beste Nederlandse naam voor Gagea minima is dan ook Spitse geelster. Fig. 1. Groeiplaats van Spitse geelster (Gagea minima (L.) Ker-Gawl.) op het landgoed Leyduin in de gemeente Bloemendaal in 2004 (foto: Arno Stoute). 12

Standplaats De groeiplaats bevindt zich op het landgoed Leyduin (km hok 100 484 rechtsonder) onder twee oude linden op slechts enkele meters van het fietspad. Hier staan enkele honderden bloeiende exemplaren op een oppervlakte van ongeveer 8 m 2. De bodem onder de linden is zeer humeus en vochtig, althans in april. Begeleidende soorten zijn onder andere Speenkruid, Hondsdraf, Klimopereprijs en Ruw beemdgras; zie ook de vegetatieopname (Tabel 1). Op het landgoed komen diverse soorten stinsenplanten voor, zoals Knikkende vogelmelk en Winterakoniet, maar deze zijn hier zeker niet talrijk. Leyduin is eigendom van Landschap Noord-Holland en is vrij toegankelijk op de paden. Fig. 2. Plant van Spitse geelster (Gagea minima (L.) Ker-Gawl.) op het landgoed Leyduin in de gemeente Bloemendaal in 2004 (foto: Arno Stoute). 13

Verpreiding en standplaats in het buitenland Gagea minima heeft zijn optimum in Centraal- en Oost-Europa en komt verpreid voor in Zweden, Denemarken, Zwitserland en Duitsland (maar hier zeldzaam en achteruitgaand). Er zijn enkele voorposten in Noorwegen en Italië. Buiten Europa is de soort slechts van enkele plaatsen bekend: Libanon, Iran en het Verre Oosten. De dichtstbijzijnde buitenlandse groeiplaatsen bevinden zich op minstens 300 km (Duitsland) en 450 km (Denemarken) afstand. 3 4 De soort groeit voornamelijk in loofbossen. Fig. 3. Bollen met broedbolletjes van Spitse geelster (Gagea minima (L.) Ker-Gawl.) op het landgoed Leyduin in de gemeente Bloemendaal in 2004 (foto: Arno Stoute). 14

Tabel 1. Vegetatieopname van de groeiplaats van Gagea minima (L.) Ker-Gawl. De opname werd op 13 mei 2004 gemaakt, dus ruim een maand na de optimale bloei van G. minima (er is geen vruchtzetting waargenomen). De plek was toen reeds zwaar beschaduwd door de linden en een ernaast staande rode beuk. Grootte proefvlak 2 m 4 m Hoogte boomlaag ca. 25 m Hoogte kruidlaag gemiddeld 30 cm maximaal 80 cm Bedekking boomlaag 90% Bedekking kruidlaag 80% Bedekking strooisel/ onbegroeid 15% Bedekking moslaag 5% Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Tilia spec. (T. platyphyllos of vulgaris) Linde 5 Aegopodium podagraria Zevenblad 2b Glechoma hederacea Hondsdraf 2b Galium aparine Kleefkruid 2a Ranunculus ficaria (vergeeld) (Gewoon) speenkruid 2a Gagea minima (vergeeld) Spitse geelster 2m Poa trivialis Ruw beemdgras 1 Veronica hederifolia Klimopereprijs 1 Alliaria petiolata Look-zonder-look + Anthriscus sylvestris Fluitenkruid + Arctium minus Gewone klit + Eurhynchium praelongum Fijn laddermos + Geranium robertianum Robertskruid + Impatiens parviflora Klein springzaad + Ornithogalum umbellatum Gewone vogelmelk + Silene dioica Dagkoekoeksbloem + Urtica dioica Grote brandnetel + Acer pseudoplatanus (juv.) Gewone esdoorn r Aesculus hippocastanum (juv.) Witte paardenkastanje r Stellaria media Vogelmuur r 15

16

Herkomst Over de herkomst van Gagea minima op Leyduin valt slechts te gissen. Het kan zijn dat de soort hier ooit is aangeplant en dat het dus om een echte stinsenplant gaat. Gezien de omvang van de groeiplaats lijkt het er sterk op dat het aanplanten lang geleden is gebeurd, mogelijk eeuwen geleden. Dit kan zijn gedaan door iemand die het een mooie soort vond en deze uit het buitenland heeft meegenomen. Interessant om te weten is dat de Hartekamp, waar Linnaeus 3 jaar heeft gewoond en gewerkt, hemelsbreed op 1 km afstand van de groeiplaats van G. minima ligt. Maar de soort kan ook zijn meegenomen door de Duitse predikant Joh. van Romswinckel, die rond 1700 eigenaar van Leyduin was. Het is zelfs niet uit te sluiten dat het hier gaat om een natuurlijke voorpost van het continentale areaal. 1. E.J. Weeda, R. Westra, Ch. Westra & T. Westra. 1991. Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties 4. Amsterdam. 2. H. Haeupler. 1978. Determinatietabel voor Gagea-soorten in niet-bloeiende toestand. Gorteria 9: 6 7. 3. A. & A.-L. Anderberg. Den virtuellen Floran. Website: http://linnaeus.nrm.se/flora/ 4. A. Fitter. 1978. An atlas of the wild flowers of Britain and Northern Europe. Londen. Boven. Fig. 4. Bloeiwijze van Spitse geelster (Gagea minima (L.) Ker-Gawl.) op het landgoed Leyduin in de gemeente Bloemendaal in 2004 (foto: Arno Stoute). Onder. Fig. 5. Bloemen van Spitse geelster (Gagea minima (L.) Ker-Gawl.) op het landgoed Leyduin in de gemeente Bloemendaal in 2004 (foto: Arno Stoute). 17