Verklaring inzake beleggingsbeginselen



Vergelijkbare documenten
Stichting Personeelspensioenfonds Cordares. Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Stichting Personeelspensioenfonds APG. Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in Bouwmaterialen (Bpf HiBiN) ESG Beleid

Concept Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij

Verklaring van beleggingsbeginselen

ANNEX Verklaring inzake beleggingsbeginselen

De leden van de beleggingscommissie. 10 januari 2011 Beleid Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

Verklaring beleggingsbeginselen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

ANNEX Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2015 Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

Populair beleggingsplan

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Jaarverslag verantwoord beleggen 2015

Verklaring inzake beleggingsbeginselen pagina 1 van 7

Verklaring beleggingsbeginselen. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

1. Doelstelling en basis voor dit document. 1.1 Doelstelling

Populair beleggingsplan

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

Beleid Duurzaam Beleggen. Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd

In deze verklaring is rekening gehouden met de wet- en regelgeving.

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting De Samenwerking Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf

Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Gasunie

Beleid Verantwoord Beleggen

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN. Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Beleggingsbeginselen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

ANNEX Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Code maatschappelijk verantwoord beleggen 1 januari 2010 PF-B-2009 / 324

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

Stichting Pensioenfonds Unilever Nederland Progress is een ondernemingspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

PENSIOENFONDS HORECA & CATERING DIRECTIESTATUUT INZAKE TOEDELING TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN AAN DE DIRECTIE

Verklaring beleggingsbeginselen

Deze Verklaring is opgesteld met inachtneming van de bij en krachtens artikel 145, Pensioenwet gestelde regels.

Beleggingsbeleid Het fonds maakt onderscheid tussen het strategisch beleggingsbeleid en het jaarlijkse beleggingsplan. Het bestuur stelt beide vast.

Verklaring beleggingsbeginselen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Verklaring beleggingsbeginselen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Amsterdam, 9 oktober Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Stichting Pensioenfonds voor de Architectenbureaus

Brochure. Beleggingsbeleid

Verklaring inzake beleggingsbeginselen Pensioenfonds Vervoer versie april Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Bijlage C: Verklaring Beleggingsbeginselen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

Investment beliefs. Uitgangspunten vermogensbeheer. bpfhibin.nl. stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

Verklaring beleggingsbeginselen

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Maatschappelijk Verantwoord beleggen Beleid

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

Jaarverslag 2017 van Pensioenfonds Vervoer Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Jaarverslag Maatschappelijk verantwoord beleggen

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verantwoord beleggen bij ABN AMRO Pensioenfonds

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

Transcriptie:

Verklaring inzake beleggingsbeginselen 1. Inleiding De verklaring beschrijft de door het bestuur vastgestelde uitgangspunten voor het beleggingsbeleid van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bikudak). Met deze verklaring wordt invulling gegeven aan hetgeen daaromtrent is aangegeven in het kader van de Europese pensioenrichtlijn en de per 1 januari 2007 van kracht geworden Pensioenwet. De in deze verklaring behandelde onderwerpen zijn voortdurend onderwerp van discussie, binnen het bestuur van Bpf-Bikudak en daarbuiten. Derhalve zal deze verklaring periodiek worden herzien, in ieder geval om de drie jaar en voorts indien er sprake is van een belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid. Met deze verklaring wil het bestuur informatie over haar beleid aan de deelnemers, actieven en niet-actieven, en gepensioneerden verstrekken. 2. Organisatie Het fonds Bpf-Bikudak is opgericht door de organisaties van werkgevers en werknemers, die representatief zijn voor de bedrijfstak. Het fonds heeft als doel gelden bijeen te brengen om bij ouderdom en overlijden pensioenen of uitkeringen te verstrekken aan werknemers in de Bikudak en hun nabestaanden. Via het fonds is voor de deelnemers ook een aanvullende uitkering bij arbeidsongeschiktheid verzekerd (AP-Bikudak). De pensioenregeling De pensioenregeling van het fonds is vastgelegd in een pensioenreglement. De aansluiting bij de door het fonds uitgevoerde pensioenregeling is verplicht gesteld conform een verplichtstelling als bedoeld in artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 - voor werkgevers behorende tot de bedrijfstak Bikudak. Enkele Kerncijfers Ultimo 2008 bedroeg het aantal deelnemers aan het fonds circa 20.400 personen. Deze kunnen als volgt worden onderverdeeld: ca. 22% actieven; ca. 2% arbeidsongeschikten; ca. 70% gewezen deelnemers; en ca. 6% pensioengerechtigden. Het aantal aangesloten werkgevers bedaagt ultimo 2008 circa 550. De verplichtingen van het fonds bedroegen ultimo 2008 bijna 174 miljoen euro. Hiertegenover stonden de beleggingen waarover het fonds beschikt. De waarde van deze beleggingen bedroeg ultimo juni 2009 ca. 150 miljoen euro. De verhouding tussen de beleggingen en de verplichtingen van het fonds kan worden uitgedrukt in de dekkingsgraad. Dit is een maatstaf voor de financiële positie van het fonds. Ultimo juni 2009 bedroeg de dekkingsgraad 98,6%. Taken en verantwoordelijkheden in het beleggingsproces Het bestuur van het fonds werkt conform het bepaalde in artikel 3 lid 3 van de statuten van Bpf- Bikudak volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota betreffende het te voeren beleid. Onderdeel van deze nota vormt de beschrijving van de integrale toepassing van de financiële sturingselementen van het bestuur zijnde het premie-, indexatie en beleggingsbeleid. Deze sturingselementen worden door het bestuur van het fonds vastgesteld, waarbij voor het beleggingsbeleid geldt dat dit op hoofdlijnen geschiedt. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan. Versie: 24 september 2009 1

De uitvoering van het beleggingsbeleid is onder verantwoordelijkheid van het bestuur opgedragen aan de uitvoeringsorganisaties (geld- en kapitaalmarktbeleggingen). De uitvoeringsorganisatie adviseert het bestuur over het vast te stellen strategisch beleggingsbeleid (= lange termijn beleggingsbeleid) en vervolgens jaarlijks over het te voeren beleggingsbeleid op korte termijn in de vorm van een beleggingsplan, dat mede is gebaseerd op het door het bestuur vastgestelde strategische beleggingsbeleid. Dit strategische beleggingsbeleid is afgeleid van de in opdracht van het bestuur periodiek uitgevoerde ALM-studies. In een ALMstudie wordt de afstemming tussen de (toekomstige) verplichtingen en de samenstelling van de beleggingen onderzocht. In hoofdstuk 3.2 wordt hier nader op ingegaan. De verdeling van de taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het beleggingsbeleid kan schematisch als volgt worden weergegeven: Taak Vaststelling strategische beleid Advisering strategisch beleid Tactisch (= korte termijn) beleid Beheer Geld- en kapitaalmarktbeleggingen Verantwoordelijkheid. Bestuur Bpf-Bikudak Het bestuur van Bpf-Bikudak heeft eisen gesteld aan de uitvoeringsorganisaties. Deze zijn vastgelegd in een uitbestedingovereenkomst. Hierin is ondermeer vastgelegd met welke periodiciteit en op welke wijze gerapporteerd dient te worden aan het bestuur. In hoofdstuk 4 is dit nader uitgewerkt. Het bestuur van Bpf-Bikudak legt ieder jaar in de jaarrekening en het jaarverslag van Bpf-Bikudak verantwoording af over het door haar gevoerde beheer van het pensioenvermogen en geeft inzicht in de financiële positie van het fonds. Medewerkers van de uitvoeringsinstellingen draagt er zorg voor dat zij in alle aan hen gedelegeerde fasen van het beleggingsproces beschikt over de deskundigheid, die is vereist voor een professioneel beheer van de beleggingen en de beheersing van de aan de beleggingen verbonden risico s. beschikt over een interne gedragsregeling (ook wel complianceregeling genoemd). Kern hiervan is dat de schijn van belangen verstrengeling tussen uitvoeringsorganisaties en haar opdrachtgevers enerzijds en de individuele medewerker anderzijds vermeden dient te worden. De uitvoeringsorganisatie beschikt over een compliance officer, die door de directie is aangewezen. Deze compliance officer is beschikbaar voor de medewerkers voor het beantwoorden van specifieke vragen op het gebied van gedragsregels. De medewerkers zijn voorts verplicht enkele specifieke zaken voor te leggen aan de compliance officer. Aan de hand van deze informatie ziet deze functionaris toe op een goede naleving van de gedragsregels. Zonodig adviseert hij de respectievelijke directies over toe te passen arbeidsrechtelijke sancties. 3. Beleggingsbeleid Doelstelling Bij de vaststelling en de uitvoering van het beleggingsbeleid staan de belangen van de deelnemers centraal. Dit betekent dat zowel bij de vaststelling van het beleid als bij de uitvoering de financiële positie van het fonds mede in de beschouwing wordt betrokken. Teneinde de beoogde pensioenuitkeringen zowel op korte, als op lange termijn veilig te stellen wenst het bestuur de middelen op verantwoorde en solide wijze te beleggen. Daarbij wordt, binnen vastgestelde risicogrenzen, bij voortduring gestreefd naar het creëren van een situatie waarbij: - De nominale aanspraken geïndexeerd kunnen worden op basis van de loonontwikkeling in de Bitumenindustrie. Deze indexatie betreft een voorwaardelijke indexatie; Versie: 24 september 2009 2

- Een aanvaardbare premie (laag en stabiel) mogelijk is; - Rekening gehouden wordt met een aanvaardbaar risico van onderdekking; - Een zo hoog mogelijk rendement op het belegde vermogen kan worden behaald rekening houdend met de gestelde randvoorwaarden. 3.2 Vaststelling beleggingsbeleid Zoals beschreven in 2.4 vormt het beleggingsbeleid één van de sturingsinstrumenten van het bestuur van het fonds. Teneinde dit beleggingsbeleid op een verantwoorde wijze vast te stellen is het noodzakelijk een samenhangende benadering te hanteren waarbij ook de andere sturingselementen in de analyse en besluitvorming van het bestuur worden betrokken. Bij deze analyse wordt een lange termijn benadering gekozen, waarbij vervolgens bij de vaststelling ook rekening gehouden wordt met het voorgeschreven financieel toetsingskader dat meer aandacht vraagt voor korte termijn fluctuaties in de financiële positie van het fonds. In de praktijk wordt deze analyse verricht met behulp van in opdracht van het fonds uitgevoerde ALM-studies, waarin de afstemming tussen de (toekomstige) verplichtingen en de samenstelling van de beleggingen wordt onderzocht tegen de achtergrond van verschillende economische scenario s. Het bestuur stelt aan de hand van deze ALM-studies en gehoord de beleggingsvoorstellen van de uitvoeringsorganisatie het strategisch beleggingsbeleid vast. De lange termijn normatieve portefeuille op basis van de ALM-studie luidt: Beleggingscategorie Lange termijn norm Vastrentende waarden 65 Aandelen 12,5 Vastgoed 12,5 Alternatieven 10 Totaal 100 Met het vaststellen van het strategisch beleggingsbeleid is een besluit genomen over ondermeer de gewenste vermogenssamenstelling naar beleggingscategorieën zulks met inbegrip van een relevant geachte benchmark (vergelijkingsmaatstaf) voor elke beleggingscategorie. Het geheel wordt ook normportefeuille genoemd. Naast de normportefeuille stelt het bestuur per beleggingscategorie de bandbreedte vast waarbinnen de uitvoeringsorganisatie, waaraan het bestuur de uitvoering van het beleggingsbeleid heeft opgedragen, gemandateerd zijn tot uitvoering van het tactisch beleggingsbeleid. Op basis van het door het bestuur vastgestelde strategisch beleggingsbeleid adviseert de uitvoeringsorganisatie vervolgens jaarlijks over het te voeren beleggingsbeleid op korte termijn in de vorm van een beleggingsplan. Het bestuur stelt het jaarlijks beleggingsplan vast. Daarmee is de normportefeuille en de tactische beleidsruimte voor de uitvoeringsorganisatie voor in principe (behoudens tussentijdse aanpassingen) één kalenderjaar vastgelegd. De normportefeuille is tevens de basis voor de z-score in het betreffende jaar en voor de ALMvervolgstudies. De z-score is een maatstaf voor de afwijking van het behaalde rendement ten opzichte van het theoretische rendement op de normportefeuille. 3.3 Beleggingsrisico s 3.3.1 Geld- en kapitaalmarkt Aan het beleggen van de middelen van het fonds op de internationale geld- en kapitaalmarkten en in vastgoed zijn inherent risico s verbonden. Dit betreft algemene risico s zoals deze tot uitdrukking komen in waardefluctuaties van de beleggingen, de risico s samenhangend met veranderingen in de waarde van de valuta en de rente en onzekerheden ten aanzien van opbrengsten. Voorts is sprake van kredietrisico s. Tenslotte zijn aan de uitvoering van de beleggingen ook operationele risico s verbonden. Risicobeheer heeft bij vaststelling en uitvoering van het beleggingsbeleid daarom een steeds belangrijkere functie gekregen. Versie: 24 september 2009 3

In deze aanpak wordt het beleggingsrisico beheerst door een complex van maatregelen. Deze aanpak bestaat ondermeer uit afstemming van de beleggingen op de verplichtingen, vergaande spreiding van de beleggingen naar de verschillende beleggingscategorieën (aandelen, vastrentende waarden, vastgoed en alternatieven) alsmede een voldoende geografische spreiding waarbij een optimale opbrengst/risicoverhouding wordt nagestreefd en het totale risico wordt verminderd. Het bestuur van het fonds heeft voorts besloten tot afdekking van alle valutarisico s die het fonds loopt uit hoofde van zijn beleggingen in Amerikaanse dollar, Japanse yen en Engelse pond. Ingevolge het financieel toetsingskader worden ook de verplichtingen van het fonds gewaardeerd op basis van marktrente. Als gevolg daarvan is het fonds gevoeliger voor veranderingen in de marktrente met name voor zover er een verschil is in duration (maatstaf voor de rentegevoeligheid van een obligatieportefeuille of een serie van toekomstige kasstromen zoals bijvoorbeeld de verplichtingen van een pensioenfonds) van de beleggingen ten opzichte van die van de verplichtingen van het fonds. Daarom is door het bestuur een beleid geformuleerd dat er op is gericht de rentegevoeligheid van de beleggingen meer af te stemmen op die van de verplichtingen van het fonds. Specifieke sturing op marktrisico s vindt plaats met behulp van onder andere standaarddeviatie, tracking error en value at risk (VAR). Standaarddeviatie is een maatstaf voor spreiding van beleggingsopbrengsten (gebaseerd op historische waarnemingen). De tracking error geeft de afwijking weer ten opzichte van een afgesproken vergelijkingsmaatstaf. Value at risk geeft het verwachte maximale verlies van een financieel product weer over een specifieke tijdshorizon, gegeven een bepaald betrouwbaarheidsniveau. Teneinde specifieke sturing op marktrisico s te kunnen realiseren zijn door Cordares Vermogensbeheer op basis van besluitvorming van het bestuur van het fonds in de mandaten van de (externe) vermogensbeheerders voor kapitaalmarktbeleggingen grenzen gesteld aan het risico dat binnen portefeuilles van vastrentende waarden en aandelen mag worden gelopen. Voor de beheersing van kredietrisico s wordt verplicht gewerkt met een lijst van geaccordeerde tegenpartijen waarbij een maximum van het te verstrekken krediet per partij is vastgelegd (exposure limieten) en een maximaal toegestane verdeling over specifiek benoemde niveaus van kredietwaardigheid (zogenaamde creditratings). 4. Rapportage en verantwoording De uitvoering van het beleggingsbeleid is door het bestuur van Bpf-Bikudak opgedragen aan. rapporteert, op basis van de met het bestuur van het fonds afgesloten uitbestedingsovereenkomst per kwartaal over de voortgang van de beleggingen, de beleggingsresultaten en de waarde van de beleggingen. Hiervoor heeft een adequate vermogensbeheeradministratie ingericht. De beleggingen en de verplichtingen van Bpf-Bikudak worden op actuele (markt) waarde gewaardeerd. Op basis hiervan wordt per kwartaal de dekkingsgraad bepaald. De rapportage omvat de navolgende onderwerpen: - Waarde van de totale beleggingsportefeuille en de verschillende subportefeuilles; - Beleggingsresultaat van de totale portefeuille en de verschillende subportefeuilles in vergelijking met het (fictieve) resultaat van de normportefeuille; - Afwijkingen van de samenstelling van de feitelijke portefeuille en de normportefeuille; - De netto positie van de beleggingen in niet - Euro valuta; - De ontwikkeling van de dekkingsgraad; - Mate waarin sprake is van een verschil in rentegevoeligheid (zogenaamde rente mismatch) tussen de beleggingen en de verplichtingen. In een separate rapportage wordt gerapporteerd over de kwaliteit van de uitvoering in termen van tijdigheid, juistheid en volledigheid alsmede over de kosten van de uitvoering. 5. Maatschappelijke verantwoordelijkheid Versie: 24 september 2009 4

Bpf-Bikudak voert een actief corporate governance (goed ondernemingsbestuur) beleid, dat gebaseerd is op de uitgangspunten van de code Tabaksblat. Het fonds is zich bewust van haar maatschappelijke positie en de verantwoordelijkheden die hieraan verbonden zijn. Het beleid dienaangaande heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld en zal ook in de komende jaren verder gestalte krijgen. Het beleid is vastgelegd in een document dat gericht is op externe communicatie. Internationaal maakt Bpf-Bikudak gebruik van haar stemrecht in aandeelhoudersvergaderingen van ondernemingen waarin belegd wordt. Hierbij wordt rekening gehouden met de lokale wetgeving en de lokale omstandigheden. Met het uitoefenen van het stemrecht is het fonds in 2005 begonnen in Europa. Sinds 2007 wordt dit beleid op de gehele portefeuille toegepast. Het stemrecht op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt uitgevoerd via een technisch hulpmiddel waarbij stemmen op afstand kan worden gerealiseerd (zogenaamde proxy voting). Ter uitvoering van dit beleid wordt deelgenomen aan het Governance Platform, een samenwerkingsverband van Nederlandse institutionele beleggers. Het platform gaat de dialoog aan met grotere Europese ondernemingen. In samenwerking met andere pensioenfondsen zoekt het fonds ook actief de dialoog met ondernemingen ten einde de ondernemingsleiding te overtuigen van de door aandeelhouders wenselijk geachte aanpassingen. Deze gewenste aanpassingen hebben veelal betrekking op het functioneren van de onderneming in de maatschappij. In september 2008 zijn de Principles of Responsible Investment van de Verenigde Naties (UNPRI) getekend en naar de externe managers gecommuniceerd. De principes bieden een raamwerk om daar waar mogelijk ESG (environmental, social en governance) onderwerpen te integreren in het beleggingsproces. UNPRI complementeert het UN Global Compact verdrag wat inhoudt dat er een reeks van universele principes (op het gebied van mensenrechten, arbeid, milieu en corruptie) in de strategie worden meegenomen. Door het ondertekenen van de principes wordt er, met betrekking tot ESG, direct invloed uitgeoefend op ondernemingen. Bpf-Bikudak sluit bepaalde beleggingen per definitie uit. Dit zijn: - beleggingen die in strijd zijn met (internationale) wet- of regelgeving; - beleggingen die eventueel kunnen leiden tot strafbaar of moreel verwerpelijk gedrag; - beleggingen die in verband staan met schending van mensenrechten of schending van fundamentele vrijheden. Op basis van deze regels belegt Bpf-Bikudak niet in bedrijven die landmijnen of clusterbommen produceren. Er wordt ook niet belegd in bedrijven die gedwongen kinderarbeid toestaan. Daarnaast wordt er niet belegd in landen waar mensenrechten structureel worden geschonden. Beleggingen in dergelijke landen worden alleen toegestaan als bedrijven daar de schending van mensenrechten nadrukkelijk proberen te voorkomen. Het fonds is zich er van bewust dat zij actief is in een dynamische omgeving, waarin de opvattingen op verschillende terreinen aan veranderingen onderhevig zijn. Hierbij wenst zij een pro actieve rol te spelen. Tot slot Met deze verklaring wil het bestuur van Bpf-Bikudak informatie over haar beleid verstrekken aan de deelnemers, actieven en niet-actieven en gepensioneerden. Versie: 24 september 2009 5