Regelingen. 2. Met name heeft het lichaam de bevoegdheid tot: a. Het ontwerpen en ter aanvaarding aan de deelnemers aanbieden van een voorstudie/basis

Vergelijkbare documenten
Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,

Gemeenschappelijke Regeling IJsselmonde

Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,

Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant,

de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht,

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2007 / 108. Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

dat de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd waardoor de huidige gemeenschappelijke regeling aangepast moet worden;

STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (eerste wijziging)

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

AB 28 JUNI 2017 HIT/ 2017-AB GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING RECREATIESCHAP HITLAND. I. Begripsbepalingen

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MEERSCHAP PATERSWOLDE 2016

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

dat het in het kader van het functioneren van deze regeling gewenst is te komen tot een nauwere samenwerking;

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

besluit: het "Wijzigingsbesluit gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch, eerste wijziging" vast te stellen.

Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ALKMAAR

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO OHSAS 18001

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011.

Gemeenschappelijke Regeling GEVUDO Gemeenschappelijke Vuilverwerking Dordrecht en omstreken

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

OVERWEGENDE GELET OP. de Wet veiligheidsregio s, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet; BESLUITEN

dat op 1 oktober 2010 de Wet veiligheidsregio s in werking is getreden;

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

- Herziening - Gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap Nationaal Park de Biesbosch

Gemeenschappelijk regeling werkvoorzieningschap Fryslân-West

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

Gemeenschappelijke regeling welstandszorg Noord-Brabant

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Novatec 2006

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord- Nederland

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Gemeenschappelijke Regeling AV. Inhoudsopgave

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016)

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PLASSENSCHAP LOOSDRECHT e.o.

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011

Gemeenschappelijk orgaan

HOOFDSTUK I BEGRIPS- EN INTERPRETATIEBEPALINGEN

Gemeenschappelijke regeling vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar en omstreken

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost (gewijzigde versie, ter vaststelling in het Algemeen bestuur d.d. 11 maart 2015) HOOFDSTUK I

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (tweede wijziging)

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te wijzigen.

Wet van 20 december 1984, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen

Tekst GR AIJZ gewijzigd _ bijlage 1 Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van de gemeente Zaanstad,

Het openbaar lichaam samenwerking vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling

Regeling op grond van artikel 51 lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen

Het gaat kort gesteld om een technische wijziging van de volgende artikelen. Tevens wordt per artikel aangegeven wat er gewijzigd is.

Geconsolideerde tekst van de regeling

gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Inkoopbureau H-10 2 februari 2015

UJ overwegende dat, < O omgevingsrecht wensen samen te werken;

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, de gemeente Velsen, de gemeente Beverwijk en de gemeente Heemskerk,

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VUILVERBRANDINGSINSTALLATIE ALKMAAR EN OMSTREKEN

Gemeenschappelijke regeling werkbedrijven Kust-, Duin- en Bollenstreek

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Werkvoorzieningsschap "Het Westelijk. Gebied van Utrecht" (opererend onder de handelsnaam "PAUW-bedrijven")

Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht en Omstreken 2007

Concept 1.8 d.d GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Gemeenschappelijke regeling volwasseneneducatie Rijnmond

gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van 24 juni 2015;

Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven De Ronde Venen, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Vianen, IJsselstein

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Haarlem en Velsen,

Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in :

Dat het noodzakelijk is de regeling aan te passen aan de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;

Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap West-Friesland

Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Westfriesland, wijziging 2016

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN

Geachte dame, heer, Graag uw aandacht voor het volgende.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMNIBUZZ

Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier

Hoofdstuk 1 Algemeen. Hoofdstuk 2 Omgevingsdienst Midden-Holland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSDIENST WAARDLANDEN

Bestaande tekst Wijziging Toelichting h. de algemeen directeur: de door h. de algemeen directeur: de door. l. aja: arbeidsjaren.

Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen

GEMEENSCHAPPELIJK REGELING AQUON

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ALKMAAR

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum, Noordenveld en Zuidhorn;

WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000

Transcriptie:

BESLUIT Het Algemeen Bestuur van het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch; Overwegende dat het in verband met de bepalingen van de Wet Gemeenschappelijke regelingen noodzakelijk is de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch te wijzigen; Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 12 oktober 2006 Gelet op in het bijzonder het bepaalde in artikel 107 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen; Overwegende dat de algemeen vertegenwoordigende organen van de deelnemers tegen de voorgenomen aanpassing van de gemeenschappelijke regeling geen bezwaren hebben ingediend; Besluit De bepalingen van de gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatie De Hollandse Biesbosch zodanig te wijzigen dat deze als volgt komen te luiden: HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. Regeling: gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch; b. Het lichaam: het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling; c. Deelnemende gemeente: een aan de regeling deelnemende gemeente; d. Gebied: zoals dat is aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening met dien verstande dat de oostelijke en zuidelijke grens van het gebied samenvallen met de provinciegrens; e. Provinciale staten: provinciale staten van de provincie Zuid Holland; f. Gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie Zuid Holland; g. Voorzitter: de voorzitter als bedoeld in artikel 27 van de regeling. Artikel 2 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd: Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch ; 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon op grond van artikel 8, eerste lid van de wet en is gevestigd in Dordrecht. Artikel 3 Het lichaam heeft tot taak, in onderlinge samenhang: a. De behartiging van de belangen van de openluchtrecreatie binnen het gebied; b. De behartiging van de belangen van de natuurbescherming binnen het gebied; c. Het bewaren en bevorderen van het natuur- en landschapsschoon binnen het gebied. Artikel 4 1. Aan het lichaam worden ter vervulling van de in artikel 3 omschreven taakstelling alle bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend binnen de grenzen van artikel 54 van de Wet Gemeenschappelijke versie 2.0 1

Regelingen. 2. Met name heeft het lichaam de bevoegdheid tot: a. Het ontwerpen en ter aanvaarding aan de deelnemers aanbieden van een voorstudie/basisplan voor de ruimtelijke inrichting van het gebied; b. Het op basis van het onder a. bedoelde plan ontwerpen en ter aanvaarding aan de deelnemers aanbieden van werkplannen met bijbehorende kostenbegrotingen; c. Het adviseren inzake de door de raden van de binnen het gebied gelegen gemeenten vast te stellen bestemmingsplannen en andere regelingen op het gebied van de ruimtelijke inrichting c.q. het verlenen van medewerking aan de uitvoering van reeds vastgestelde bestemmingsplannen en regelingen als hierboven bedoeld; d. Het zo nodig verwerven van de eigendom van, of van andere zakelijke of persoonlijke rechten op daarvoor in aanmerking komende, binnen het gebied liggende of buiten het gebied liggende, maar voor het gebied van belang zijnde gronden, wateren en opstallen, voor zover dit voor de verwezenlijking van zijn doelstelling noodzakelijk moet worden geacht; e. Het zo nodig overnemen in eigendom, beheer en onderhoud van binnen het gebied reeds aanwezige, voor de openluchtrecreatie, de landschapszorg, de natuur en de natuurbescherming van belang zijnde werken en inrichtingen van deelnemers; f. Het uitvoeren of verlenen van medewerking (o.a. door subsidiëring) bij de uitvoering van werken of de verwerving van eigendommen, in opdracht van deelnemers of derden; g. Het onderhouden en exploiteren van de tot stand gebrachte c.q. overgenomen werken en inrichtingen, verworven eigendommen en goederen; h. Advisering en het plegen van overleg met betrekking tot maatregelen op het gebied van het milieu, met name ten aanzien van de kwaliteit van water en onderwaterbodem; i. Het plegen van overleg omtrent maatregelen op het gebied van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid en rust; j. Het vaststellen van verordeningen tot het heffen van belastingen als bedoeld in de artikelen 222c en 223 van de Provinciewet; k. Het met betrekking tot de doelstellingen, genoemd in artikel 3, vaststellen van buiten de sub j bedoelde al dan niet door strafbepaling of politiedwang te handhaven verordeningen; l. Het aangaan van geldleningen. Artikel 5 De in artikel 4, tweede lid bedoelde voorstudies, basisplannen en werkplannen dienen de Gemeente Dordrecht tot uitgangspunt bij de vaststelling van haar planologische maatregelen voor zover die betrekking hebben op het gebied. Artikel 6 Het lichaam kent de volgende organen: a. Het Algemeen Bestuur; b. Het Dagelijks Bestuur; c. De voorzitter. HOOFDSTUK 2 Algemeen Bestuur: samenstelling en werkwijze Artikel 7 Het Algemeen Bestuur bestaat uit: a. Twee leden te benoemen door en uit provinciale staten van Zuid Holland; versie 2.0 2

b. Acht leden te benoemen door en uit de raad der Gemeente Dordrecht; c. Vier leden te benoemen door en uit de raad der Gemeente Sliedrecht. Artikel 8 1. De in artikel 7 onder a tot en met c genoemde bestuursorganen kunnen plaatsvervangende leden aanwijzen, die de door hen benoemde leden bij ontstentenis of verhindering vervangen. 2. De leden en plaatsvervangende leden mogen niet in dienst van het lichaam werkzaam zijn. 3. De leden en plaatsvervangende leden kunnen worden ontslagen door het orgaan dat hen heeft benoemd. 4. Het Algemeen Bestuur kan adviseurs benoemen en ontslaan. De besluiten tot benoeming of ontslag van leden, plaatsvervangende leden en adviseurs van het Algemeen Bestuur worden in afschrift aan de deelnemers van deze regeling en aan het Algemeen Bestuur toegezonden. 5. Het Algemeen Bestuur kan commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen als genoemd in artikel 3. 6. Het Algemeen Bestuur regelt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 van de wet, de bevoegdheden, werkwijze en samenstelling. 7. Het Algemeen Bestuur gaat niet over tot de instelling van de in het zesde lid bedoelde commissies, dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van Provinciale staten en van de raden van de deelnemende gemeenten. Artikel 9 1. De in artikel 7 bedoelde leden worden aangewezen voor de zittingsperiode van provinciale staten respectievelijk de zittingsperiode van de gemeenteraad. 2. Provinciale staten, respectievelijk de raden van de deelnemende gemeenten beslissen in de eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van de leden van het Algemeen Bestuur. Zolang de leden deel uitmaken van provinciale staten, respectievelijk van de raad die hen heeft aangewezen, behouden zij het lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien. 3. Een lid kan te allen tijde door provinciale staten, respectievelijk de raad die hem heeft aangewezen worden ontslagen, dan wel zelf ontslag nemen. Van dit ontslag geven provinciale staten, respectievelijk geeft de raad dan wel het desbetreffende lid onmiddellijk kennis aan de voorzitter. Provinciale staten wijzen in hun, respectievelijk de gemeenteraad wijst in zijn eerstvolgende vergadering, nadat de plaats door ontslag of anderszins is opengevallen, een nieuw lid aan. 4. Het op grond van het derde lid benoemde nieuwe lid treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen, zou hebben moeten aftreden. Artikel 10 Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt, zomede indien tenminste drie leden zulks schriftelijk onder opgave van redenen, aan de voorzitter verzoeken. Artikel 11 1. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn openbaar. Indien evenwel, overeenkomstig artikel 22 van de wet, wordt besloten dat met gesloten deuren zal worden vergaderd, is artikel 24 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 2. Plaats en uur van de openbare vergaderingen worden door de secretaris ter algemener kennis gebracht en in een spoedeisende gevallen uitgezonderd aan de deelnemers tenminste veertien dagen tevoren medegedeeld. 3. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd, noch een besluit worden genomen ter zake van: a. De begroting en de wijziging daarvan; versie 2.0 3

b. De rekening; c. Het invoeren, wijzigen of afschaffen van belastingen; d. Het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen door straf of politiedwang te handhaven. 4. In een besloten vergadering kan geen besluit worden genomen ter zake van: a. Het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van rekening-courantovereenkomsten; b. Het geheel of gedeeltelijk vervreemden en het bezwaren van eigendommen; c. Het onderhands aanbesteden van werken of leveringen; d. Het onderhands verpachten, verhuren of in gebruik geven van eigendommen en goederen; e. Het wijzigen en opheffen van deze regeling. Artikel 12 Het Algemeen Bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling. Artikel 13 Tot de bevoegdheid van het Algemeen Bestuur behoort onder andere: a. Het kopen, ruilen, vervreemden, bezwaren, verpanden, verhuren, verpachten en in erfpacht aannemen of uitgeven van roerende en onroerende goederen of rechten; b. Het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van rekening-courantovereenkomsten; c. Het aanbesteden van werken of leverantiën; d. Het treffen van dadingen of het opdragen van een bestaand geschil aan de beslissing van scheidsmannen; e. Het voeren van rechtsgedingen, hetzij in eerste aanleg, hetzij in hoger beroep of cassatie en het instellen van administratieve beroepen; f. Het berusten in een tegen het lichaam ingestelde rechtsvordering; g. Het vaststellen van instructies en reglementen, die ten doel hebben een doelmatig beheer te bevorderen; h. Het instellen van commissies van advies; i. Het instellen van commissies voor de behartiging van bepaalde belangen als bedoeld in artikel 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 25, van de Wet gemeenschappelijke regelingen; j. Het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingsverordeningen met inachtneming van artikel 54 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; k. Het regelen van de rechtspositie van het personeel van het lichaam; l. Het aanvaarden van aan het lichaam gemaakte erfstellingen, legaten of gedane schenkingen; m. De vaststelling van de regeling als bedoeld in artikel 21 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 14 1. Het Algemeen Bestuur geeft provinciale staten respectievelijk de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren beleid nodig is en verstrekt alle inlichtingen die door één of meer leden van provinciale staten respectievelijk die raden worden verlangd. 2. Het in het vorige lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op elk der leden van het Algemeen Bestuur, voor zover het provinciale staten, respectievelijk de raad betreft, die het desbetreffende lid hebben aangewezen. 3. Het Algemeen Bestuur regelt in het reglement van orde de wijze waarop aan het bepaalde in het eerste en tweede lid toepassing wordt gegeven. 4. Provinciale staten respectievelijk de raden van de deelnemende gemeenten regelen op welke wijze verantwoording als bedoeld in artikel 16, lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt afgelegd. Artikel 15 1. De deelnemende provincie en gemeenten plegen met het Dagelijks Bestuur overleg over de bij hen in voorbereiding zijnde besluiten waarvan de kennisneming voor de uitoefening van de bevoegdheden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van belang is. 2. De deelnemers van deze regeling geven het Dagelijks Bestuur terstond kennis van de hunnerzijds genomen besluiten waarvan de kennisneming voor de uitoefening van de bevoegdheden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van belang is. 3. Onder besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden in ieder geval gerekend besluiten genomen ingevolge op Wet op de ruimtelijke ordening, voor zover betrekking hebbend op het versie 2.0 4

grondgebied van de deelnemende gemeenten. Artikel 16 1. Het Algemeen Bestuur brengt jaarlijks voor 1 mei verslag uit van de werkzaamheden van het natuur en recreatieschap over het afgelopen jaar. 2. Dit verslag wordt in ieder geval toegezonden aan provinciale staten en de raden van de deelnemende gemeenten. HOOFDSTUK 3 Dagelijks Bestuur: samenstelling en werkwijze Artikel 17 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit zes leden door en uit het Algemeen Bestuur aan te wijzen, te weten: a. Een van de door provinciale staten van Zuid-Holland benoemde leden; b. Twee van de door de gemeenteraad van Dordrecht benoemde leden; c. Twee van de door de gemeenteraad van Sliedrecht benoemde leden; d. Een van de overige leden; 2. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het Algemeen Bestuur zijn tevens voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter van het Dagelijks Bestuur. 3. In geval van ontstentenis van een lid van het Dagelijks Bestuur of van verhindering, anderszins tot het vervullen van zijn taak als zodanig, treedt een ander als zodanig aangewezen lid van het Algemeen Bestuur op als lid van het Dagelijks Bestuur. 4. Het Dagelijks Bestuur heeft het recht personen aan te wijzen en toe te laten tot zijn vergaderingen als adviseur/waarnemer, al dan niet uitsluitend voor een bepaald onderwerp en/of bepaalde tijd. Het Dagelijks Bestuur kan deze aanwijzing te allen tijde intrekken. Artikel 18 Hij die ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het Dagelijks Bestuur te zijn. Artikel 19 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht of twee van de leden hem dit verzoeken. 2. De artikelen 56 tot en met 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Elk lid van het Dagelijks Bestuur heeft in de vergadering één stem. 4. Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen opgemaakt. 5. De vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn niet openbaar. Artikel 20 1. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, tesamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur. 2. Zij geven ongevraagd aan het Algemeen Bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur gevoerde en te voeren bestuur nodig is. Zij verstrekken tesamen dan wel afzonderlijk aan het Algemeen Bestuur alle inlichtingen die door het Algemeen Bestuur dan wel een of meer leden daarvan hetzij mondeling in een vergadering van het Algemeen Bestuur, hetzij schriftelijk worden verlangd. Artikel 21 1. Het Dagelijks Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast in overeenstemming met de bepalingen van deze regeling. 2. Het Dagelijks Bestuur legt het door hem opgestelde reglement ter kennisneming aan het Algemeen Bestuur over. Artikel 22 1. Het Dagelijks Bestuur heeft tot taak: a. Het voorbereiden van al hetgeen in het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing moet worden gebracht; versie 2.0 5

b. Het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur; c. Het afkondigen van de besluiten waarvan de afkondiging bij de wet, bij deze gemeenschappelijke regeling of bij besluit van het Algemeen Bestuur is voorgeschreven; d. Het desgevraagd indienen van bericht en raad a over alle zaken het lichaam betreffende aan de departementen van Algemeen Bestuur, aan het provinciaal bestuur van Zuid-Holland en de deelnemende gemeenten, tenzij zulks bepaaldelijk van het Algemeen Bestuur wordt verlangd; e. Het beheren van de inkomsten en uitgaven, voor zover dit niet bij of krachtens deze gemeenschappelijke regeling aan anderen is opgedragen; f. De dagelijkse zorg voor de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding; g. De zorg voor de bewaring van de archiefbescheiden; h. Het toezicht op het beheer van het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen; i. Het vaststellen van de voorwaarden van aanbesteding of uitvoering van de werken en leverantiën, welker vaststelling het Algemeen Bestuur niet aan zich heeft voorbehouden; j. Het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; k. Het stellen van nadere regelen als bedoeld in artikel 31; l. Het houden van een gedurige toezicht op alles wat het lichaam aangaat. 2. Het Dagelijks Bestuur zendt zo spoedig mogelijk de volgende door het Algemeen Bestuur vastgestelde stukken ter kennisneming aan provinciale staten en aan de raden van de deelnemende gemeenten: a. De begroting, begrotingswijziging en de jaarrekening, alle met toelichting; b. Het verslag als bedoeld in artikel 40; c. De verordeningen en reglementen; Artikel 23 Tot de uitvoering, bedoeld in artikel 22, lid 1, onder b. behoort de bevoegdheid tot het op kosten van de overtreders doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met een verordening van het Algemeen Bestuur is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen of nagelaten, beschadigd of weggenomen. Spoedeisende gevallen uitgezonderd, wordt van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt, dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd. Artikel 24 1. Het Dagelijks Bestuur kan bij dwangbevel de, ingevolge het bepaalde in artikel 23 verschuldigde kosten invorderen. Het dwangbevel wordt op kosten van de schuldenaar bij deurwaardersexploit betekend en ten uitvoer gelegd op de wijze, bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ten aanzien van vonnissen en authentieke akten voorgeschreven. 2. Verzet tegen het dwangbevel binnen dertig dagen na betekening door dagvaarding van het lichaam, schorst de tenuitvoerlegging. Artikel 25 Aanstelling of indienstneming, schorsing en ontslag van de secretaris, de penningmeester en van overig personeel in vaste en tijdelijke dienst of op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht geschiedt door het Dagelijks Bestuur, voor zover het Algemeen Bestuur zich deze bevoegdheid niet heeft voorbehouden. Artikel 26 De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, ieder afzonderlijk en tesamen, wegens de dagelijkse leiding en uitvoering van zaken verantwoording schuldig aan het Algemeen Bestuur en geven dit bestuur te dien aanzien alle verlange inlichtingen. HOOFDSTUK 4 De voorzitter Artikel 27 versie 2.0 6

1. De voorzitter van het lichaam wordt door en uit het Algemeen Bestuur benoemd. 2. Het Dagelijks Bestuur wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan die tevens plaatsvervangend voorzitter van het Algemeen Bestuur is. 3. Artikel 9, eerste, tweede en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing. 4. De Voorzitter vertegenwoordigt het lichaam in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging buiten rechte aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen. 5. Bij afwezigheid van de voorzitter treedt de in dit artikel van lid 2 genoemde plaatsvervangend voorzitter als zodanig op. 6. De voorzitter tekent alle stukken die van het Algemeen Bestuur of van het Dagelijks Bestuur uitgaan. HOOFDSTUK 5 De secretaris, de directeur, de penningmeester en het overig personeel Artikel 28 1. Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter worden bijgestaan door een secretaris en een penningmeester, aan welke functionarissen in de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en die van het Dagelijks Bestuur een adviserende stem toekomt. Het Algemeen Bestuur benoemt, schorst en ontslaat hen en kan een instructie voor hen opstellen. Bij afwezigheid of ontstentenis worden zij vervangen op de wijze, door het Algemene Bestuur te bepalen. 2. De instructies voor de secretaris en de penningmeester worden door het Algemeen Bestuur vastgelegd en aan de deelnemers ter kennis gebracht. 3. De secretaris en de penningmeester wonen de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur bij. 4. Alle van het Algemeen Bestuur of Dagelijks Bestuur uitgaande stukken worden door de secretaris mede-ondertekend. 5. De bezoldiging van het eventueel op grond van artikel 25 door het Dagelijks Bestuur te benoemen overig personeel wordt door het Algemeen Bestuur geregeld. 6. Op de secretaris, de penningmeester en het overig personeel is een door het Algemeen Bestuur te bepalen rechtspositiebepaling van toepassing. 7. De secretaris van het lichaam is tevens directeur van het lichaam. 8. Als lid van het Algemeen Bestuur kan niet worden aangewezen een persoon die tot het personeel van het lichaam behoort. Een lid dat in zodanige omstandigheden komt te verkeren, houdt van rechtswege op lid van het Algemeen Bestuur te zijn. HOOFDSTUK 6 Verordeningen Artikel 29 Het Algemeen Bestuur is bevoegd ten behoeve van de uitoefening van de taak van het lichaam verordeningen te maken. Op overtreding van de bij of krachtens deze verordeningen gegeven voorschriften kan straf of politiedwang worden gesteld. Artikel 30 Voordat een verordening wordt vastgesteld, zendt het Dagelijks Bestuur het ontwerp daarvan ter beoordeling toe aan gedeputeerde staten en aan burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. Het besluit tot vaststelling van de verordening wordt niet genomen binnen zes weken na de datum van verzending van het ontwerp. Artikel 31 1. Het Algemeen Bestuur kan in de verordeningen van het lichaam het Dagelijks Bestuur bevoegd onderwerpen verklaren nadere regelen te stellen met betrekking tot bepaalde in de verordening aangewezen onderwerpen. 2. De afkondiging van de verordeningen van het lichaam vindt plaats door bekendmaking in het provinciaal blad van Zuid-Holland, alsmede in elk van de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze. Artikel 32 versie 2.0 7

1. Voor zover een verordening van het lichaam voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van de provincie Zuid-Holland of de deelnemende en binnen het gebied gelegen gemeente, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen, dat de verordening van de provincie of gemeente voor het gehele gebied dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden. 2. Voor zover een verordening van de provincie Zuid Holland of van de deelnemende en binnen het gebied gelegen gemeente in hetzelfde onderwerp voorziet als een eerder in werking getreden verordening van het lichaam, geldt eerstbedoelde verordening niet voor het binnen het gebied gelegen deel van provincie of gemeente. HOOFDSTUK 7 Financiële bepalingen A. Algemeen Artikel 33 1. Het Algemeen Bestuur stelt bij verordening regels vast over de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. 2. Op de in het eerste lid bedoelde verordening is artikel 212 van de Gemeentewet van toepassing. 3. Het Algemeen Bestuur stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. 4. Op de in het derde lid bedoelde verordening is artikel 213 van de Gemeentewet van toepassing. 5. De artikelen 214 en 215 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 34 1. De invordering van de door het lichaam te heffen belastingen geschiedt op gelijke wijze als die van de provinciale belastingen; de penningmeester is met deze invordering belast. 2. De betekenis van stukken betreffende vervolging ter invordering van belastingen van het lichaam en de tenuitvoerlegging van dwangbevelen geschieden door een daartoe door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen deurwaarder. Artikel 35 Het boekjaar van het lichaam is gelijk aan het kalenderjaar. B. Begroting Artikel 36 Jaarlijks stelt het Algemeen Bestuur een financieel vijfjarenplan vast. De cijfers van het eerste jaar van het vijfjarenplan gelden als begrotingscijfers. De cijfers van de overige jaren geven de maximaal in die jaren te besteden gelden aan, gebaseerd op het prijspeil van het eerste jaar van het vijfjarenplan. Artikel 37 1. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerp-begroting voorzien van een behoorlijke toelichting tenminste zes weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden toe aan provinciale staten en aan de raden van de deelnemende gemeenten. In de ontwerp-begroting wordt als uitgavenplafond aangehouden het voor dat jaar in het laatst vastgestelde vijfjarenplan opgenomen bedrag aan uitgaven. 2. De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de deelnemende gemeenten en de provincie Zuid Holland voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Van de terinzagelegging en verkrijgbaarstelling wordt openbaar kennis gegeven. 3. Provinciale staten beraadslagen over de ontwerp-begroting niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving. 4. Provinciale staten en de raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerp-begroting het Dagelijks Bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren, waarin dit gevoelen is vervat, bij de ontwerp-begroting zoals deze het Algemeen Bestuur wordt aangeboden. versie 2.0 8

5. De begroting wordt door het Algemeen Bestuur uiterlijk 1 juli, voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt, vastgesteld. 6. Na vaststelling zendt het Algemeen Bestuur de begroting aan de deelnemers, die ter zake aan de Minister van Binnelandse Zaken binnen acht weken na toezending van de begroting aan hen van hun gevoelen kunnen doen blijken. 7. Het bepaalde in het eerste, derde en vijfde lid van dit artikel is mede van toepassing op wijzigingen van de begroting. Artikel 38 1. Het in artikel 37, lid 1 bedoelde uitgavenplafond mag door de wijziging van de begroting niet worden overschreden. Indien zulks echter in een geval van dringende spoed onontkoombaar is, dient de vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging te geschieden bij een besluit van het Algemeen Bestuur, dat met tweederde van het aantal stemmen wordt vastgesteld. 2. Het bepaalde in artikel 131 van de Provinciewet is van overeenkomstige toepassing. 3. Het bepaalde in artikel 37, lid 2 is van overeenkomstige toepassing. 4. Wanneer de goedgekeurde begroting van het lichaam een tekort aanwijst, over de deelnemers om te slaan, zijn deze gehouden hun in de begroting geraamde bijdragen bij wijze van voorschot te voldoen. De omslag van het hiervoor bedoelde begrotingstekort geschiedt conform de procentuele verdeling van baten en lasten genoemd in artikel 41, lid 1. Voldoening van het voorschot geschiedt in vier gelijke termijnen, vervallende respectievelijk 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december van het desbetreffende begrotingsjaar. C. Rekening Artikel 39 1. Met betrekking tot elk boekjaar legt het Dagelijks Bestuur voor 1 juli van het daaropvolgende jaar aan het Algemeen Bestuur een jaarrekening over en een balans per 31 december van dat boekjaar. Hij voegt daarbij het verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een niet in dienst van het lichaam of van een van de deelnemers staande, door het Algemeen Bestuur aan te wijzen deskundige. Zodra de stukken aan het Algemeen Bestuur zijn aangeboden, worden zij algemeen verkrijgbaar gesteld tegen betaling van de kosten en toegezonden aan de deelnemers. Van de verkrijgbaarstelling vindt openbare kennisgeving plaats. 2. Het Algemeen Bestuur stelt de rekening en de balans vast uiterlijk op 1 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft. De leden van het Dagelijks Bestuur onthouden zich hierbij van medestemmen. 3. Na de vaststelling van de rekening wordt een exemplaar aan elk van de deelnemers toegezonden vergezeld van de balans en het verslag bedoeld in het eerste lid van dit artikel. 4. Het vijfde lid van artikel 37 is voor wat betreft de rekening van overeenkomstige toepassing. 5. De bedragen welke betrekking hebben op de voor economische exploitatie gebruikte goederen worden in de begroting en rekening afzonderlijk vermeld. Artikel 40 De minister van Binnenlandse Zaken, gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen het geldelijke beheer en de boekhouding te allen tijde aan een onderzoek van hunnentwege doen onderwerpen. Aan de daartoe door hen aan te wijzen ambtenaren moeten desgevraagd alle voor dit onderzoek nodige inlichtingen worden verstrekt. D. Bijdragen in het nadelige saldo Artikel 41 1. Het nadelige saldo van de rekening van baten en lasten wordt als volgt over de deelnemers verdeeld: - ten laste van de provincie Zuid Holland 25% - van het restant ten laste van de Gemeente Dordrecht 87,5% - en ten laste van de Gemeente Sliedrecht 12,5% 2. Een batig saldo van in de in het eerste lid bedoelde rekening wordt in de algemene reserve gestort. versie 2.0 9

HOOFDSTUK 8 Archief Artikel 42 De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van de deelnemers zijn van overeenkomstige toepassing op het lichaam. HOOFDSTUK 9 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing Artikel 43 Toetreding van een nieuwe deelnemer behoeft de bewilliging van alle deelnemers van de regeling. 1. Het besluit tot bewilliging voorziet tevens in de nodige wijzingen van deze regeling. Artikel 44 1. Een deelnemer kan uittreden door toezending aan het Algemeen Bestuur van een daartoe strekkend besluit van haar bestuursorganen. Het Algemeen Bestuur besluit over de voorwaarden waaronder de uittreding geëffectueerd kan worden en regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding. 2. Tenzij het Algemeen Bestuur een kortere termijn bepaalt, kan de uittreding niet eerder plaatsvinden dan tegen 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op de datum van het in het eerste lid bedoelde uittredingsbesluit. Artikel 45 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. De regeling wordt door de zorg van het lichaam bekend gemaakt in de Staatscourant. 3. Zij treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in de Staatscourant, met inachtneming van het bepaalde in artikel 52, juncto 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 46 De gemeenschappelijke regeling kan worden gewijzigd bij besluit van tweederde van het aantal deelnemers. Artikel 47 1. De gemeenschappelijke regeling kan worden opgeheven bij besluit van tenminste tweederde van 2. het aantal deelnemers. 3. Het besluit tot opheffing regelt de financiële en andere gevolgen daarvan voor de deelnemers en voor het personeel. 4. Tenzij het Algemeen Bestuur anders bepaalt, is het belast met de liquidatie van het lichaam. HOOFDSTUK 10 Slot en overgangsbepalingen Artikel 48 De eerste benoeming van de leden van het Algemeen Bestuur, van de leden en van het Dagelijks Bestuur, van de voorzitter en van de plaatsvervangend voorzitter heeft plaats met ingang van de dag waarop de gewijzigde gemeenschappelijke regeling zal zijn getreden. Artikel 49 Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch. versie 2.0 10

Aldus besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 6 november 2006 De secretaris, de voorzitter, (D.C.H. Verheijen) (N. Albayrak) versie 2.0 11