Inleiding Blz. 3. Les 2 - Basisteken Blz. 6. Les 3 - Werken in rijen Blz. 7

Vergelijkbare documenten
Patroon Een bijzonder mooie tas

Bij de bloem haak je in iedere opening tussen 3 stokjes een vaste en daartussen zitten dus steeds 3 lossen.

Nr. 80 HAAKPATROON KUSSEN HERFST WEEK 1 Afmeting: 40 x 40 cm

Tip: Kijk voor uitleg over haaksteken, opspannen enz. bij HAAKTIPS op onze website:

HAAKSTEKEN & -TECHNIEKEN. rondje haken meerderen minderen wisselen van kleur

Patroon Sterren steek tas Groot

Benodigdheden. Onderaan de werkbeschrijving vind je een haakschema.

We beginnen met een proeflapje je zou dit in KLEUR 3, 4 of 5 kunnen doen. Van deze kleur houden we de meeste wol van over.

Afmeting: ± 42 cm x 35 cm. Gebruikte afkortingen l = losse v = vaste hv = halve vaste vlgd = volgende a.l. = achterste lussen

Patroon Sterren Steek Klein

Patroon telefoon-hoesje met hart

Boho strepen mandje!!!!

Haakpatroon beter laat dan nooit -muts

Haak- en breispullenorganizer

Tunisch kussen in netpatroon

Patroon telefoon-hoesje met hart

Patroon kussen van granny s

Maak een ketting van 15 lossen, doe dit niet te strak. Draai de ketting om zodat de achterkant zichtbaar is.

Ei-wagen met aanhangwagen

Toer 2 Haak 3 lossen en in dezelfde steek nog en stokje. Haak nu in iedere volgende steek 2 stokjes. Je hebt nu 24 stokjes.

Zie dit boek als mijn persoonlijke haakles voor jou. Hieronder vertel ik je al mijn tricks & tips voor zo veel mogelijk haakplezier.

Oh, kom er eens kijken... van :

Patroon gehaakt Herfst-Kussen

WERKBESCHRIJVING - Knuffel Koosje 1

Peperkoekhuisje. Stap 1

Patroon Warme Wanten

Patroon Telefoon-Hoesje Belle

Haakpatroon Tunische Woltas

En dan nu aan de slag: Ik heb voor Catania katoen gekozen, maar de materiaalleuze bepaal je natuurlijk zelf!

Patroon Stoere, Chique, Fluffy Tas

Folklore kussen. Heel veel plezier! Kristel

Voor dit kussen maak je gebruik van het patroon van de Norwool Deken - je vindt het hier.

Alisa de Spaanse Flamenco

Patroon Cal-Kussen. Patroon Cal-Kussen Lossen & Vasten Dit patroon valt onder de Creative Commons BY-NC-SA licentie.

Basisblok 2 - Haak drie basisblokken

Bloemblok 2 - Haak zes bloemblokken

Happy Crochet Patterns. Haakpatroon Paashaas

Patroon Onderzetters Sterre

Mandje. Benodigdheden: Wit glanskatoen Haaknaald Toer. Haak 52 kettingsteken + 3 voor het keren = 1e STK

Gehaakte muts met fantasiepatroon

Polly Peacock. Haakpatroon essiebirdies

HAAKPATROON MINNIE MOUSE TASJE

De Comfy Sjaal. Happiness with yarn

Trendy zomers lange cardigan

Haakpatroon Afwasmatje met bubbels

Patroon dromenvanger Zeeuwse knoop. ZusjeKnus

PATROON. Flamingo Fiona is gemaakt met Cosy fine en Furry Durable en wordt ongeveer 36 cm groot.

Ibiza haltertop Hobiek.

Handtas met moezen.

Inhoud 3 Inleiding 4-5 Handig om te weten voordat je begint 6 Opzetlus 7 Losse 8 Steken tellen 9 Halve vaste 10 Vaste 11 Half stokje 12 Stokje 13

Patroon Teddy & deken

5 MM 6 UK H-8 US

De Kahakai Beachbag Kreafabriek CAL 2017

Patroon Sjaal met een twist

Summertime Mix - Inkooptas

Jip. Benodigdheden. Zwart garen naar keuze, ongeveer 5 gram

/

DUIFJE DESI HAAK EEN SCHATTIG DECORATIE VOGELTJE CARMEN JORISSEN Carmen Jorissen New Leaf Designs

Garen: Haaknaald: Binnenkussen:

Doily s haken. Benodigdheden: Durable Katoen nr.8 - kleuren van beide versies op pagina 2 Haaknaald 4,0 Stopnaald of maasnaald Schaar

Patroon Deken Jannette

Patroon gehaakt boodschappennetje

Hecht na toer 25/27/29/31/33/35 de draad af en werk de draadjes netjes weg. Haak dit pand nog een keer.

Allerhande. Crochet ALong 2016

Toer 102 Haak 1 losse. Haak een vaste in de 1 ste steek en in alle steken daarna. Hecht aan het eind van de toer de draad af.

Wollige winterwarme wanten

Haak-Oma. Afkortingen: MR = Magische ring V = Vaste L = Losse St = Steek Hv = Halve vaste

MET ZES STEKEN KUN JE ALLES

Heb je vragen over dit patroon stuur dan een mailtje naar

De Blauwe Bednet Poes

Tunisian Candlelight. haakpatroon windlichthoes

Kerstballen. materialen: ik heb katoen gebruikt.

Patroon Beanie met pompon

WERKBESCHRIJVING - Joep s jas & Vera s polswarmers 1

Tas met nylondraad. Wolpret.nl Wolpret.nl

Wollige winterwarme wanten

Shrug haken. In twee varianten

MINI MYSTERY APRIL HAKEN: TAPESTRY CLUTCH DOOR ALEXA BOONSTRA

Tunische Ton sur Ton Sjaal

Klein prinsesje. Patroon van Jacqueline v.d.bent-bekker/made by J, Copyright, Pagina 1

Alle patronen van byclaire zijn auteursrechtelijk beschermd. -alle patronen van byclaire zijn voor privé gebruik en mogen niet aan derden worden

Haken is Hip ~ Granny Squares join-as-you-go

De Kahakai beachbag Kreafabriek CAL 2017

ATALIA S STAR door Kogi Naidoo

Patroon Cactus etui door : essiebirdies

Muziekdoosje Olifant. Materiaal: Met het aangegeven garen wordt het figuur ca.18cm. Maar je kan natuurlijk elk ander garen gebruiken

Tunsiche Ton sur Ton Sjaal

Pinguïn Sweater. No

st steek, steken hstk half stokje v.l. alleen in voorste lus t toer stk stokje a.l. alleen in achterste lus

KIP POP Benodigd materiaal 2 bollen Cotton Cord kleur 52 3 bollen Cotton Cord kleur 66 1 bol Cotton Cord kleur 53 1 bol Cotton Cord kleur 56 Haaknaald

Vicarno s mama. Patroon : Sinterklaasje

Volkswagen Bus. Afkortingen l = losse kl = keerlosse v = vaste st = steek. Volkswagen bus by Wilma 1

Transcriptie:

Pagina 1 van 16

Inleiding Blz. 3 Les 1 - Benodigdheden Blz. 4 - Haaknaalden - Garen - Overige benodigdheden Les 2 - Basisteken Blz. 6 Les 3 - Werken in rijen Blz. 7 Les 4 - Werken in het rond Blz. 8 - Opzetlus - Ring van lossen - Slordige opzetlus - Magische ring Les 5 - Project 1 Blz. 9 - Noodle armband Les 6 - In hoeveel lussen haken? Blz. 10 Les 7 - Meer haaktechnieken Blz. 11 - Meerderen en minderen Les 8 -Project 2 Blz. 12 - Huisjeshanger Bonusles 9 - Project 3 Blz. 14 - Gehaakte vierkantjes Bonusles 10 - Project 4 Blz. 15 - Etuitje Bonusles 11 - Project 4 Blz. 16 - Draadjes afwerken Inhoudsopgave Pagina 2 van 16

Welkom bij de beginnerscursus Haken, ik ben Carmen en wat leuk dat je mee gaat doen Ik kijk ernaar uit om ook jou aan te steken met mijn enthousiasme voor haken. Eerst zal ik mezelf even voorstellen. Ik begon met handwerken toen ik het eerste jaar van mijn studie achter de rug had. Er kwam nog heel wat stress bij het studeren kijken, en het haken hielp me om mijn stressniveau wat lager te houden. Iedereen zegt altijd dat haken en breien zo therapeutisch werkt, en dat is echt zo Zelf ben ik vooral fan van kleine projectjes, die niet teveel garen of tijd kosten. Zo heb je toch steeds een leuk projectje tussen het werken of studeren door, ideaal Bovendien kun je kleine werkjes gemakkelijk meenemen, wat ik zelf vooral fijn vond als ik weer eens met de trein reisde. Na een tijdje was ik zelf zo enthousiast over haken dat ik het iedereen om me heen wilde leren. Ik heb workshops gehouden, die erg goed verliepen Met deze cursus van Breiclub hoop ik nog meer mensen te laten zien hoe leuk haken eigenlijk is, en hoe snel je het kunt leren. Wat gaan we doen? In deze cursus ga ik jullie de basistechnieken van het haken leren. We beginnen helemaal bij het begin: hoe kies je de goede garens, en wat betekenen die tekens op het etiket nou? Dan leren we de haaktechnieken die het meest worden gebruikt: Werken in rijen Werken in het rond Alle basissteken van het haken Meerderen Minderen Van kleuren wisselen Netjes afwerken Als je deze technieken eenmaal onder de knie hebt, kun je in principe alle haakpatronen lezen. Na het einde van deze cursus ben je echt geen beginner meer We gaan tussendoor ook wat leuke projectjes maken, waarbij je steeds de nieuwe technieken kunt toepassen. In het eindproject worden alle geleerde techieken herhaald, zodat je alles nog even goed kunt oefenen. Dit e-book is bedoeld als naslagwerk bij de videocursus. In de videolessen leg ik alles in detail uit en kun je ook alle technieken goed bekijken. Als je later bijvoorbeeld een patroon nog eens wilt maken, is het handig om dit e-book erbij te halen, omdat je dan al ervaring hebt met de gebruikte technieken. Als je vragen hebt, kun je bij de video s een reactie plaatsen, of je kunt e-mailen naar info@breiclub.nl. Ik hoop dat je na deze cursus net zoveel plezier hebt in het haken als ik, laten we beginnen Inleiding Pagina 3 van 16

Garen Je begint bij het garen: welk garen is geschikt voor jou en wat je wilt maken? Voor beginners raad ik aan om met een ietwat dikker garen te beginnen. Zo zijn de steken goed zichtbaar en dus makkelijker op te pakken. Qua samenstelling kun je het beste voor een katoenen garen gaan, of voor een katoenmix. Let wel op dat er alsnog veel variatie is binnen katoenen garens. De meeste zijn erg geschikt voor beginners, maar sommigen splijten heel snel. Dit komt doordat katoen geen dierlijke vezels bevat; plantaardige vezels plakken niet zo goed aan elkaar. Waarom werk je dan niet liever met dierlijke vezels, zul je je afvragen? Nou, garens van bijvoorbeeld 100% wol zijn weer vrij pluizig, waardoor je de steken lastiger kunt onderscheiden. In deze beginnerscursus gebruik ik twee soorten garens: het textielgaren Nooodle, en het garen Softfun, beiden van Scheepjeswol. Nooodle is een fijn dik garen, erg prettig om mee te leren haken. Dit garen gebruiken we voor het eerste project in Les 5. Softfun is een mix van 60% katoen en 40% acryl. Je hebt aan de ene kant de gladde kwaliteit van katoen, en aan de andere kant heb je het acryl om het splijten tegen te gaan. Perfect om mee te beginnen dus Voor deze cursus heb ik vier mooie kleuren uitgekozen: Softfun Beige Kleurnummer 2426 Softfun Donkerblauw Kleurnummer 2401 Softfun Frambozenrood Kleurnummer 2534 Softfun Beige Kleurnummer 2470 Met één bolletje van elke kleur heb je genoeg om alles uit deze beginnerscursus te maken. Etiket lezen Les 1 - Benodigdheden Op het etiket dat bij het garen hoort kun je veel over het garen te weten komen, zoals het wasvoorschrift en de steekverhouding. Waar ik vooral op let is de aangeraden maat brei- of haaknaald. Op dit etiket staat dat een haaknaald van 3,5 tot 4 mm dikte geschikt is. Als je een groter project maakt is het ook handig om op de looplengte te kiezen. Softfun heeft 140 meters per 50 gram, wat een hele redelijke lengte is. Je kunt je patroon raadplegen voor de hoeveelheid meters die je nodig hebt. Haaknaald Je hebt verschillende soorten haaknaalden: met of zonder handvat, van metaal of van bamboe.. Eigenlijk is de maat het belangrijkst, voor de rest maakt het minder uit welke soort haaknaald je hebt. Bij breien wil je bijvoorbeeld liever bamboe naalden omdat die lichter zijn, en dus minder snel uit je werk glijden. Omdat je bij het haken steeds maar één steek op je naald hebt, is de zwaarte van de haaknaald al minder van belang. Ook het handvat is niet noodzakelijk op een haaknaald, het is net wat je zelf fijner vind. Een haaknaald met een handvat eraan is vaak ergonomisch, waardoor je dus minder snel klachten krijgt in je hand of pols. Er bestaan ook nog tunische haaknaalden, speciaal gemaakt voor tunisch haken. Deze zijn vaak langer, of hebben nog een koord wat je eraan kunt bevestigen. Deze zijn overigens ook geschikt om gewoon te haken. Pagina 4 van 16

Overige benodigheden Buiten een haaknaald en garen is het natuurlijk handig om een schaar bij de hand te hebben, en een naald om de eindjes mee in te werken. Wat ook erg handig is, is een steekmarkeerder. Deze zien er vaak uit als plastic paperclips, en zijn bedoeld om door steken heen te schuiven. Je plaatst ze bijvoorbeeld op het begin of eind van een toer als je in het rond werkt, zodat je weet waar je overgaat naar een nieuwe toer. Ook kun je ze gebruiken als je je haakwerkje meeneemt onderweg. Plaats ze in de lus van de steek waar je mee bezig bent, zodat er in je tas niet per ongeluk steken worden uitgetrokken. Als je met een groot project bezig bent, zoals een trui, is het plaatsen van een steekmarkeerder ook handig om rijen te tellen. Als je op een gegeven moment 200 rijen hebt wil je namelijk niet steeds vanaf het begin weer gaan tellen, dan komt een steekmarkeerder goed van pas. Je hoeft trouwens geen echte steekmarkeerders te kopen, soms werken paperclips en haarspeldjes net zo goed. Pagina 5 van 16

Buiten de verschillende technieken om op te zetten, zijn er een aantal basissteken die erg veel voorkomen in haakpatronen. In dit hoofdstuk geef ik je de beschrijving van elke steek, en ook de afkortingen die in patronen gebruikt worden. Losse L Een losse is de simpelste steek van het haken. Je hebt al een lus op je haaknaald van de vorige steek. Je slaat de draad om je naald en haalt hem door de lus. Vaste V Bij een vaste steek je de haaknaald in de steek die wordt aangegeven door je patroon. Sla de draad om en haal een lus op. Sla nu weer om en haal de draad door beide lussen. Stokje St Een stokje is al wat lastiger dan een vaste, maar essentieel voor veel haakpatronen. Sla eerst een keer de draad om je naald en plaats dan je haaknaald in de steek. Sla om en haal een lus op door de steek. Sla om, haal de naald door twee lussen. Sla nog een keer om en haal de naald door de overige twee lussen. Half stokje Hst Deze steek is iets korter dan een stokje. Je slaat de draad om en plaatst je haaknaald in de steek. Je slaat de draad om en haalt een lus op. Tot aan dit punt is de steek nog precies hetzelfde als een gewoon stokje. Maar nu sla je de draad om en haal je hem in een keer door alle lussen heen. Halve vaste Hv Een halve vaste is heel geschikt om een toer mooi af te werken, je kunt met deze steek een ietwat gehakkeld randje weer plat maken. Je steekt je naald door de steek, en slaat de draad om. Deze draad haal je meteen door alle lussen op je naald. Als je dit lastig vindt kun je het ook in twee etappes doen. Met deze steken onder de knie kun je bijna alle patronen aan. Er zijn natuurlijk nog andere steken die niet zo vaak gebruikt worden. Voor een uitleg van deze steken kun je ook terecht bij de Haakwoordenboek filmpjes van Breiclub. Les 2 - Basissteken Pagina 6 van 16

Les 3 - Werken in rijen Om te beginnen met haken is het makkelijk om eerst in rijen te werken. Je begint met een opzetlus en een aantal lossen, en haakt dan terug. Aan het eind van de rij keer je om en haak je verder, en zo doe je dat voor je hele werk. Je werkt in rijen als je bijvoorbeeld een kussen, sjaal of trui maakt. Het is overigens ook mogelijk om deze projecten in het rond te haken, dan heb je het voordeel dat je minder naden hoeft te naaien. Aan het eind van een rij haak je altijd een keerlosse. Hoeveel keerlossen je maakt, hangt af van de hoogte van de steken die je gaat gebruiken. - Als je eerste steek een vaste is, haak je één keerlosse. - Een half stokje is langer dan een vaste, dus haak je daarvoor twee keerlossen. - Een stokje is nog langer; als je deze steek gebruikt haak je drie keerlossen. Zo zijn er nog een aantal langere steken, waar je dus steeds een bijpassend aantal keerlossen hebt. Een keerlosse maak je ook aan het eind van een streng lossen, vaak wordt dit in het patroon aangegeven met bijvoorbeeld 18 + 1 losse. Soms wordt deze aanwijzing weggelaten, en staat er simpelweg 19 lossen. Bij het keren van je werk haak je in de tweede lus van je haaknaald. Als je in de eerste lus zou haken, zou je de gemaakte lus weer uithalen. Dit is het makkelijkst te begrijpen als je het gewoon even probeert. Dan vergeet je het daarna niet meer dat je in de tweede lus moet beginnen. Pagina 7 van 16

Als je van plan bent een muts, colsjaal of knuffel te haken, kun je ervoor kiezen om in het rond te haken. Er zijn verschillende manier om hiermee te beginnen. Veruit de makkelijkste manier om in het rond te haken is om een streng lossen te haken, en daarna één steek per steek te haken. Zo haak je een soort tube. Leuk als je een hoes wilt haken voor je tablet of waxinelichthouder. Maak de streng lossen veel langer en je kunt zo een colsjaal maken. Het eerste project, de armband uit Les 5, maken we ook met deze techniek. Bij de meeste projecten zul je echter klein willen beginnen, en vandaaruit in steeds grotere cirkels werken. Bijvoorbeeld bij het hoofd van een teddybeer of een muts. Je hebt hier vier technieken voor: Een opzetlus Een ring van lossen Een slordige opzetlus Een magische ring In de video van deze les zal ik je de vier technieken laten zien, en ook bespreken wat de voor- en nadelen zijn van elke techniek. Zelf gebruik ik het liefst de magische ring. Deze ring kun je strak trekken, en kun je een eventueel ontstaan gat dichtmaken. Handig als je niet wilt dat de vulling van een knuffel eruitpuilt, en daarbij ziet het ook mooier uit. Les 4 -Werken in het rond Pagina 8 van 16

Deze armband haak je supersnel in elkaar, vooral met het dikke Nooodle garen. Voor een iets subtieler armbandje kun je ook de Mini Nooodle van Scheepjeswol gebruiken. Ze zijn erg leuk om in verschillende kleuren te maken Het patroon: 1. Haak 15 lossen. Maak een ring door een halve vaste te haken in de allereerste losse. 2. 1l, 15v, hv. 3. 1l, 15v, hv. Werk de draadjes af. Voor het afwerken heb je in verband met het dikke garen een naald nodig met een groter oog. Als je dit niet hebt, kun je ook een haaknaald gebruiken. In de video zal ik laten zien hoe je dit doet. Variatietips: -Voor een dunnere armband kun je ook Toer 3 weglaten. -Haak een aantal armbanden en versier ze op verschillende manieren. Maak er een strikje aan of bevestig een leuk bedeltje -Haak de derde toer in een andere kleur voor een tweekleurige armband. Les 5 -Noodle armband Pagina 9 van 16

Alle haaksteken zien er van boven uit als een soort V: je hebt twee lussen die je kunt oppakken. Meestal kies ik ervoor om door beide lussen te haken, zo zien de voor- en achterkant er hetzelfde uit. Voor een bepaald effect kun je er ook voor kiezen om alleen door de voorste of achterste lus te haken. De lussen die je niet oppakt vormen samen een lijn, wat soms een leuk gestreept effect kan geven. Als je maar door één lus haakt, maakt dit de stof ook wat soepeler. Dit is soms wenselijk, maar bij een project dat vormvast moet zijn, zoals een tas, wil je liever niet dat je stof uitrekt. Het is dus afhankelijk van je project of persoonlijke voorkeur. Zelf kies ik alleen voor het haken in één lus als ik een bepaalde rand wil accentueren. Als je bijvoorbeeld een mand haakt, wil je soms een rand creeëren als je overgaat van de bodem naar de zijkant van de mand. Als je dan alleen in de achterste lussen haakt, klapt je werk mooi om en heb je een meer hoekige rand. Les 6 -In hoeveel lussen haken? Pagina 10 van 16

Als je iets verder bent met haken, wil je ook kunnen meerderen en minderen. Maar wees gerust, het zijn beiden vrij simpele technieken Meerderen Meerderen tijdens het haken is heel eenvoudig. Je haakt hiervoor twee keer in dezelfde steek, of soms zelfs drie keer. Hiervoor is het handig om je steken van de voorkant te leren herkennen. Zo kun je zien waar je de vorige steek hebt geplaatst, en kun je op diezelfde plek nog een steek in maken. Minderen Er zijn verschillende manieren bekend om te minderen, maar eigenlijk gebruik ik er zelf maar één. Je kunt bijvoorbeeld gewoon een steek overslaan, maar dit is niet erg wenselijk omdat je dan een gaatje kan zien in je werk. Ik haak altijd door twee steken tegelijkertijd. Voor de steek die je maakt gebruik je alleen de voorste of achterste lus van twee opeenvolgende steken. In de video laat ik je zien hoe je dit doet voor de verschillende steken. Les 7- Meerderen & minderen Pagina 11 van 16

Les 8 - Huisjeshanger Voor dit project gebruik je van Softfun de kleuren beige (nr. 2426) en frambozenrood (nr 2534). Voorkant: Begin met beige garen, laat een langer stuk draad over vóór de opzetlus. Keer om aan het eind van elke rij. 1. Haak 11 lossen. 2. 1v [x10], 1l. (10) 3-9.Herhaal Rij 2. Ga verder met rood. Je wisselt hier van kleur door de laatste losse met rood te haken in plaats van met wit garen. 10. Alleen in de achterste lussen: 1v [x10], 1l. (10) 11. 1v, 2vsh (in achterste lussen), 1v[x4], 2vsh (in achterste lussen), 1v, 1l. (8) 12. 1v [x8]. 1l. 13. 1v, 2vsh (in achterste lussen), 1v, 1v, 2vsh (in achterste lussen), 1v, 1l. (6) 14. 1v [x6]. 1l. 15. 1v, 2vsh (in achterste lussen) [x2], 1v, 1l. (4) 16. 1v, 2vsh (in voorste lussen), 1v, 1l. (3) 17. 2vsh (in achterste lussen), 1v. (2) Achterkant: Begin met rood garen, keer weer om aan het eind van elke rij. 1. Haak 2 lossen. 2. 2v in de 2 e losse vanaf de naald, 1l. (2) 3. 1v, 2v, 1l. (3) 4. 1v, 2v, 1v, 1l. (4) 5. 2v, 1v, 1v, 2v, 1l. (6) 6. 1v [x6], 1l. 7. 2v, 1v [x4], 2v, 1l. (8) 8. 1v [x8], 1l. 9. 2v, 1v [x6], 2v. (10) Wissel nu naar beige met een losse. 10. Alleen in de voorste lussen: 1v [x10], 1l. (10) 11. 1v [x10], 1l. 12. 1v [x10], 1l. 13. 1v [x10], 1l. 14. 1v [x10], 1l. 15. 1v [x10], 1l. 16. 1v [x10], 1l. 17. 1v [x10], 1l. Pagina 12 van 16

Laat een lange draad over. Werk de draadjes van de kleurwissel af, maar laat de overige draadeinden over. Hiermee kun je de voor- en achterkant aan elkaar naaien. Borduur een deurtje en een raam op de voorkant. Gebruik de draadeinden om de voor- en achterkant op elkaar te naaien. Kies nu een lint uit en maak het vast aan de top van het dak. Deze huisjes zijn erg leuk als decoratie, misschien zelfs voor in de kerstboom Zelf versier ik deurknoppen ermee, maar ze zouden ook leuk zijn aan een slinger bijvoorbeeld. Les 8 -Minderen Pagina 13 van 16

Er zijn veel projecten die worden gemaakt van gehaakte vierkantjes, bijvoorbeeld dekens, kussens of misschien een poncho. Het meest bekende patroon hiervoor is de granny square, die we ook al een paar keer hebben behandeld op de blog van Breiclub. Deze keer stel ik een nieuw vierkantje voor, waarin alle basisteken van het haken worden gebruikt, erg handig als je alle steken nog even wilt oefenen. In les 10 gaan we met deze vierkantjes een leuk tasje maken. Patroon Begin met een magische ring of een cirkel van 4 lossen. Sluit elke toer met een halve vaste. Als je van kleur wisselt, haak je deze halve vaste al met de nieuwe kleur. De steken die tussen * * staan herhaal je tot het einde van de toer. 1. 1l, 6v in ring (6) 2. 1l, 2v in elke v (12) Wissel van kleur 3. 2l, 2hst in elke v (24) Wissel van kleur 4. 2l, *1hst, 2hst* (36) Wissel van kleur 5. 1l, *1v, 1v, 1hst, 1hst, 1st, in de volgende steek: (2st, 1l, 2st), 1st, 1hst, 1hst* (48) Wissel van kleur 6. 1v in elke steek, behalve in de hoeken, daar haak je 1v, 1hst, 1v. (60) Knip de draad af op ongeveer 25 cm, deze gebruik je straks voor het aan elkaar naaien van je tasje. Werk de rest van de draadjes af. Les 9 - Gehaakte vierkantjes Pagina 14 van 16

We hebben deze extra les voor je toegevoegd in dit e-book omdat we denken dat het een uitdagend eindproject is. We hebben echter geen bijhorende video erbij. Wel kan je altijd je vragen stellen door te mailen naar info@breiclub.nl. Etuitje van granny squares Maak ten minste vier vierkantjes voor dit tasje. Het tasje wordt twee vierkantjes breed, maar je kunt het zo lang maken als je wilt. Naai de vierkantjes aan elkaar zoals in de videoles. Als je klaar bent met het bevestigen van de vierkantjes, haken we een rand. Eerst aan de bovenkant, vervolgens rondom. Rand bovenkant Hecht een kleur naar eigen voorkeur aan in de rechterbovenhoek van het rechtse vierkantje. Haak twee lossen 1. Haak 15 hst, één in elk van de 15 opeenvolgende steken. Als het goed is ben je nu bij de overgang van het ene vierkantje naar de ander. Maak 1 hst in de overgang, en haak daarna weer hst in de zichtbare steken, dit zijn er wederom 15. (31) 2. 2l, *1 hst* (31) 3. 1l, *1v* (31) Knip de draad af op ongeveer 10 cm en werk de draadeindes af. Doe dit aan beide kanten van je tasje. Voor- en achterkant aan elkaar haken Nu haak je de voor- en achterkant aan elkaar. Speld de beide kanten op elkaar vast, zorg hierbij dat alle steken mooi in verhouding zijn. Hecht een kleur naar keuze aan in de linkerbovenhoek van de laatste toer van de rand. Haak vasten rondom, 1 steek per steek. In de overgangen tussen vierkantjes haal je een of twee steken op. In de hoeken haak je twee vasten in dezelfde steek. Hierna haak je de flap van het tasje. Flap Hecht draad aan aan bovenste toer achterkant. 1. *1v* in achterste lussen (31) 2. 1l, *1v* 3. 3l, *1st* 4. 2l, *1hst* Knip de draad door en werk de draadeinden af. Hecht nu een nieuwe kleur aan voor de rand van de flap. Hier komen ook de lusjes aan voor de knopen. Als je het lastig vind om aan de zijkanten een rand te haken, kun je ook alleen aan de bovenkant haken, waar de zichtbare steken zijn. Als je wel een rand haakt aan de zijkant, denk er dan aan om twee vasten te haken in de hoeken. Les 10 -Etuitje Pagina 15 van 16

Lussen Zelf maak ik twee lusjes aan de flap, op een derde en twee derde van de bovenkant. Omdat we hier ongeveer 30 steken hebben, kun je na de eerste 10 steken de eerste lus maken. Nu heb je misschien al gemerkt dat je bij een project met veel kleuren erg veel draadjes hebt om af te werken. Dit is ergernis nummer één in de haakwereld, bijna niemand houdt ervan om elk afzonderlijk draadje netjes in te weven. Gelukkig heb ik een goede tip voor jullie om dit vervelende klusje te vermijden. Als je van kleur wisselt, haak je zoals gewoonlijk de halve vaste, en ook de lossen die bij die toer zijn aangegeven. Dan knoop je de twee draadeindjes al aan elkaar vast. In de rest van de toer haak je om deze twee draden heen. J Je hoeft ze niet de hele toer mee te nemen, ongeveer 8 steken/5cm is genoeg. Na afloop kun je de stukjes draad die nog over zijn gewoon kort afknippen, en dat is het Veel makkelijker, maar je moet er wel op het begin van elke toer even aan denken. Bonusles 11 - Draadjes afwerken Geweldig Je bent nu een haakster Ga vooral door met oefenen en zoek projecten die passen bij jouw vaardigheden. Laat je niet ontmoedigen als het een keer mislukt, dat hebben we allemaal gehad En als je nog vragen hebt, mail dan naar info@breiclub.nl. De smaak te pakken? Word dan lid van breiclub.nl Pagina 16 van 16